Toelichting bij COM(2004)61 - Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2004)61 - Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie. |
---|---|
bron | COM(2004)61 |
datum | 03-02-2004 |
|
52004DC0061
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie /* COM/2004/0061 def. */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie
Samenvatting
De informatie- en communicatietechnologie (ICT) is een van de meest dynamische krachten achter de groei van de moderne economieën. Zij draagt bij tot de hervorming van economische en sociale activiteiten, leidt tot een hogere groei van de arbeidsproductiviteit en bevordert de economische en sociale cohesie. Vier jaar na de Europese Raad van Lissabon is het scheppen van een gunstig klimaat voor de verspreiding van ICT nog steeds een belangrijke verantwoordelijkheid van de beleidsmakers. Daarom wordt in het Voorjaarsrapport van 2004 opnieuw gewezen op het belang van het beleid betreffende de informatiemaatschappij voor de verbetering van het concurrentievermogen. Ook wordt de Raad en het Europees Parlement verzocht actie te ondernemen in die sectoren die van strategisch belang worden geacht voor de Europese groei.
De sector elektronische communicatie speelt een dergelijke rol vanwege zijn omvang, dynamiek en impact op bijna alle andere economische activiteiten. Uit recente gegevens blijkt dat deze sector het meest bijdraagt tot de groei van de Europese arbeidsproductiviteit.
Deze sector is aan het einde van de jaren negentig snel gegroeid. In 2000 kwam er een plotselinge ommekeer. Na twee jaar van consolidatie leken de omstandigheden in de sector in 2004 weer goed genoeg om terug te keren naar hogere groeitempo's. Door een verbetering van de financiële omstandigheden van de exploitanten in combinatie met een aanhoudende groei van de inkomsten uit diensten worden de voorwaarden gecreëerd voor een herstel van de sector. Duurzame groei is in deze sector evenwel alleen mogelijk door een opleving van de investeringen en een doorgaande introductie van nieuwe innovatieve diensten. Daartoe is het nodig activiteiten te ontplooien om de uitrol van de noodzakelijke infrastructuur, van breedband en van de derde generatie mobiele communicatie (3G) te bevorderen.
In deze mededeling wordt er de aandacht op gevestigd dat de politiek zich er onherroepelijk op dient vast te leggen het feitelijk gebruik van ICT in de Unie te verbeteren. Voorts wordt een inventaris gemaakt van de activiteiten die nodig zijn om de belemmeringen voor nieuwe investeringen uit de weg te ruimen. Met name zal worden ingegaan op de volgende kwesties:
* Het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie stimuleert de concurrentie en zorgt voor een voorspelbare regelgevingsomgeving die de rechtszekerheid voor investeerders verhoogt. In 2004 moeten de lidstaten die nog niet aan hun regelgevingsverplichtingen hebben voldaan, dit nieuwe regelgevingskader alsnog volledig omzetten en toepassen. De Commissie zal samen met de nationale regelgevingsinstanties de werkzaamheden op het gebied van rechtsmiddelen voltooien.
* De Commissie heeft in 2003 een Platform voor mobiele communicatie en technologie opgericht teneinde na te gaan hoe de betrokken spelers aankijken tegen de uitdaging om de uitrol van 3G-netwerken te bevorderen. Omdat de voornaamste uitdagingen op zeer uiteenlopende terreinen liggen, zal de Commissie deze in een aparte mededeling aan de Raad en het Europees Parlement behandelen. Om het werk op het gebied van interoperabiliteit te bespoedigen zal de Commissie de betrokken spelers bijeenbrengen door middel van het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Het actieplan eEurope 2005 is het instrument waarmee het gebruik van ICT moet worden aangemoedigd. De Raad wordt verzocht zijn steun te verlenen aan de tussentijdse evaluatie van eEurope.
* In het kader van eEurope wordt lidstaten die nog geen nationale breedbandstrategie hebben ontwikkeld, verzocht dit alsnog zo snel mogelijk te doen. Op basis van hun nationale strategie dienen zij snelstartprojecten aan te moedigen om de digitale kloof te dichten. De Commissie zal aan de Raad en het Europees Parlement verslag uitbrengen over de nationale breedbandstrategieën. Samen met de industrie zal zij problemen aanpakken die de ontwikkeling van nieuwe of innovatieve diensten (DRM-systemen, interoperabiliteit, microbetalingen, enz.) kunnen belemmeren. Deze werkzaamheden moeten de ontwikkeling van diensten bevorderen, terwijl rekening wordt gehouden met andere grote belangen, zoals de financiële stabiliteit en het vertrouwen van de consument.
Als de Unie het effect van de ICT als motor voor groei, productiviteit en werkgelegenheid zo groot mogelijk wil maken, is het essentieel dat de in deze mededeling geschetste actielijnen worden gevolgd. Zij vormen de afzonderlijke schakels van een keten van maatregelen die de Unie dichter bij de doelstellingen ten aanzien van groei en werkgelegenheid van de strategie van Lissabon kan brengen. Dit lukt alleen als de politieke toezeggingen, die in maart 2000 bij de start van de strategie van Lissabon zo nadrukkelijk aanwezig waren, bekrachtigd worden. Daarom is het van belang dat de Europese Raad een duidelijk politiek signaal geeft door het nodige te doen om de omstandigheden te scheppen waarin de Europese informatie- en communicatietechnologie tot bloei kan komen.
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
2. Groei en productiviteit: de rol van de ICT
3. Recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie
3.1. Algemene ontwikkelingen
3.2. Ontwikkelingen op het gebied van breedband- en mobiele 3G-communicatie
4. Beleidsuitdagingen
4.1. Uitdagingen op het gebied van de regelgeving
4.2. Gebieden met onvoldoende dekking
4.3. Stimulering van de vraag
4.4 De derde generatie van mobiele communicatiesystemen
5. Conclusies
Inleiding
De informatie- en communicatietechnologie (ICT) is een van de meest dynamische krachten achter de groei van de moderne economieën. Om de huidige ambitieuze doelstellingen op economisch en sociaal vlak te bereiken, zal de Europese Unie de investeringen in ICT moeten bevorderen en ervoor moeten zorgen dat deze doeltreffend wordt gebruikt in de gehele economie.
Deze opdracht is onderschreven door de Europese Raad van Lissabon van maart 2000. De Europese Unie heeft daarom de eEurope-actieplannen ter bevordering van het gebruik van ICT gelanceerd, een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie vastgesteld en een nieuw kaderprogramma ter ondersteuning van het onderzoek op het gebied van de informatiemaatschappij ingevoerd.
De politieke verbintenis van Lissabon kwam in een tijd dat er veel enthousiasme was voor de 'nieuwe economie'. Ondanks de plotselinge ommekeer in de ICT-sector is de innovatie doorgegaan en heeft de ICT zich verspreid als een universeel inzetbare technologie die bijdraagt tot de hervorming van economische en sociale activiteiten, de groei van de arbeidsproductiviteit stimuleert en de economische en sociale cohesie vergroot. Daarom is het scheppen van een gunstig klimaat voor de verspreiding van de ICT, vier jaar na de Europese Raad van Lissabon, nog steeds een belangrijke taak voor de beleidsmakers. En in het Voorjaarsrapport van 2004 i wordt opnieuw gewezen op het belang van het beleid betreffende de informatiemaatschappij voor de verbetering van het concurrentievermogen. Bovendien wordt erop aangedrongen actie te ondernemen in die sectoren die van strategisch belang worden geacht voor de Europese groei.
De sector elektronische communicatie speelt een dergelijke rol vanwege zijn omvang, dynamiek en impact op bijna alle andere economische activiteiten. De ontwikkelingen op de betrokken gebieden zijn nauwlettend in het oog gehouden. Naar aanleiding van de moeilijkheden in de elektronische-communicatiesector van 2001-2002 heeft de Europese Commissie een mededeling i opgesteld voor de Europese Raad van maart 2003. De Europese Raad onderschreef de analyse van de Commissie en verzocht haar nog voor de Europese Raad in het voorjaar van 2004 opnieuw verslag uit te brengen over recente ontwikkelingen. In december 2003 vroeg de Europese Raad in dit verslag in te gaan op de uitrol van de derde generatie van mobiele communicatiesystemen en snelle internetverbindingen (breedband).
Met deze mededeling wordt aan dit verzoek tegemoetgekomen, wordt een inventaris gemaakt van de activiteiten die nodig zijn om de belemmeringen voor nieuwe investeringen uit de weg te ruimen en wordt de aandacht gevestigd op de noodzaak van een permanente politieke bereidheid om het gebruik van ICT in de Unie doeltreffender te maken. In hoofdstuk 2 wordt nog eens op een rijtje gezet waarom ICT zo belangrijk is voor de groei en de werkgelegenheid. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie, vooral wat betreft breedband en mobiele communicatie van de derde generatie, terwijl in hoofdstuk 4 verslag wordt gedaan van de uitdagingen en beleidsreacties.
2. Groei en productiviteit: de rol van de ICT
De prestaties van de Europese economie blijven nog steeds achter bij de verwachtingen. In 2003 bedroeg de reële economische groei slechts 0,8%, ofschoon in de loop van dit jaar een belangrijke verbetering wordt verwacht. In 2005 zou de groei moeten uitkomen op 2,5%. Zoals in het Voorjaarsrapport van 2004 is aangegeven, ligt de potentiële groei van de Europese economie nog steeds op circa 2% per jaar, terwijl de doelstelling van Lissabon uitging van tenminste 3%.
Dit cijfer staat in schril contrast met de dynamiek van vele andere economieën, met name die van de Verenigde Staten, die langzaam uit het dal van de recessie kruipen en terugkeren naar groeipercentages die vergelijkbaar zijn met die uit de tweede helft van de jaren negentig. Sinds het midden van de jaren negentig gaapt er qua groei een duidelijk gat tussen de EU en de VS. In diverse studies is geprobeerd hiervoor een verklaring te vinden, waarbij vooral is gekeken naar de groei van de arbeidsproductiviteit.
De productiviteit, de productie per gewerkt uur, is een doorslaggevende factor voor de potentiële groei. De arbeidsproductiviteit stijgt sinds het midden van de jaren negentig in de Verenigde Staten in hoog tempo, veel sneller dan in Europa. Dit verschil in productiviteitsstijging tussen beide economieën wordt in nauw verband gebracht met de productie en verspreiding van ICT.
In brede kring is men het erover eens dat de productie van ICT direct bijdraagt tot de algemene productiviteitsstijging en verantwoordelijk is voor de versnelde groei van de prestaties in de Verenigde Staten. Een soortgelijk effect treedt ook op in sommige Europese landen, ofschoon de omvang van de ICT-producerende sector daar kleiner is.
Er ontwikkelt zich ook een consensus over de opvatting dat de verspreiding van ICT een belangrijke bijdrage levert tot de productiviteitsstijging in andere sectoren van de economie. Toch is het investeren in computers en moderne communicatie alleen niet voldoende. Een productiviteitsstijging is alleen mogelijk wanneer bedrijven hun bedrijfsprocessen reorganiseren en in opleiding investeren. Dit kost tijd, en omdat Europese bedrijven minder en later in ICT hebben geïnvesteerd dan hun Amerikaanse tegenhangers, zullen ook de productiviteitsstijgingen pas later merkbaar worden.
Uit recente ervaring i is duidelijk geworden dat de stijging van de arbeidsproductiviteit in de Verenigde Staten voor het grootste deel is terug te voeren op de industrie die ICT produceert of daarvan intensief gebruikmaakt. De economie heeft het in de Verenigde Staten beter gedaan dan in de Unie, zowel in de ICT-productindustrie (halfgeleiders en elektronische apparatuur) als in de belangrijkste ICT-intensieve dienstensector, zoals die van de financiële diensten, de groothandel en de detailhandel. Europa's troef is evenwel de elektronische communicatie: deze sector levert al een aantal jaren de grootste bijdrage aan de productiviteitsstijging in de Unie.
Productiviteitsstijgingen als gevolg van de ontwikkeling, acceptatie en daadwerkelijke toepassing van nieuwe technologieën zijn uiteindelijk afhankelijk van een economisch klimaat dat bevorderlijk is voor de groei. Meer concurrentie op de productenmarkt, een gunstig regelgevingsklimaat en minder hoge drempels voor het betreden of verlaten van de markt zijn krachtigere stimulansen voor het investeren in nieuwe technologieën en bedrijfsprocessen.
Deze conclusies pleiten voor het investeren in ICT, maar, belangrijker nog, wijzen op de noodzaak om deze op een meer doeltreffende wijze te gebruiken. Dankzij de vooruitgang bij structurele hervormingen groeit de flexibiliteit op de producten- en arbeidsmarkt, waardoor de acceptatie van nieuwe technologieën, de reorganisatie van bedrijfspraktijken en de herscholing van de beroepsbevolking gemakkelijker worden. Om de productiviteitskloof te dichten dient de Europese Unie beter te profiteren van haar relatieve voordeel te kunnen beschikken over een bloeiende sector elektronische communicatie.
3. Recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie
De sector elektronische communicatie is aan het einde van de jaren negentig snel gegroeid. In 2000 kwam er een plotselinge ommekeer. Na drie jaar van consolidatie leken de omstandigheden in de sector in 2004 weer goed genoeg om terug te keren naar hogere groeitempo's.
Door de betere financiële omstandigheden van de exploitanten in combinatie met een voortdurende groei van de inkomsten uit diensten worden de voorwaarden gecreëerd voor een herstel in de sector. Om de bescheiden expansie van 2003 te kunnen omzetten in een duurzame groei van de sector dienen de investeringen te worden opgevoerd en moet de introductie van innovatieve diensten worden voortgezet.
3.1. Algemene ontwikkelingen
De snelle groei van de ICT-sector aan het eind van de jaren negentig had geleid tot te hoge investeringen, overdreven beursnoteringen, onhoudbare bedrijfsmodellen en, in sommige lidstaten, enorme licentievergoedingen voor mobiele communicatie van de derde generatie ("3G"). De val van de koersen in 2000 werd gevolgd door een periode van ingrijpende aanpassingen. Door de hoge schuldratio's in de sector elektronische communicatie zagen sommige exploitanten zich gedwongen consolidatieplannen uit te voeren, waardoor de uitrol van de 3G-netwerken werd vertraagd.
Schuldsanering en bezuiniging gingen samen met een inkrimping van de investeringen. Dit laatste had zeer negatieve gevolgen voor de producenten van apparatuur, die het leeuwendeel van het onderzoek en de ontwikkeling in deze sector voor rekening nemen. Het leidde ook tot een vermindering van het vermogen van de sector als geheel om een leidersrol te blijven spelen in de dynamische omgeving van innovatie en productiviteit binnen de economie van de Unie.
Bijna vier jaar na de val van de beursnoteringen is een verbetering van de toestand in de sector elektronische communicatie in zicht. In 2003 was er sprake van een bescheiden groei van de sector. De opbrengsten zijn naar schatting met 2,6% gestegen, een cijfer dat vergelijkbaar is met de nominale groei van het BBP i. Indien rekening wordt gehouden met het feit dat de prijzen zijn blijven dalen, is de reële groei in deze sector groter geweest dan in de rest van de economie.
Een vollediger beeld kan worden verkregen door te kijken naar de trends in de twee belangrijkste segmenten van de elektronische-communicatiesector: diensten en apparatuur.
Het grootste deel van de totale toename van de inkomsten in deze sector is afkomstig van het dienstensegment. De groei voor 2003 wordt op 4% geraamd, een stijging die vooral te danken is aan mobiele diensten, maar versterkt is door de gestage expansie van breedband- en internetdiensten. Hogere inkomsten, meer winst i en een gestadige verlaging van de kapitaalslasten wijzen op een verbetering van de financiële omstandigheden van de marktspelers. De snelle daling van de investeringsactiviteiten kwam in de tweede helft van 2003 tot stilstand, waardoor de verhouding tussen kapitaalslasten en opbrengsten op een stabiele waarde van 12 à 15% uitkwam. Voor een terugkeer naar duurzame groei moet er opnieuw worden geïnvesteerd.
De beperking van de investeringen heeft bijgedragen tot een verbetering van de financiële onderbouwing van het dienstensegment, maar heeft ook geleid tot een daling van de vraag in het 'apparatuursegment' van deze sector. Naar schatting is in 2003 de omvang van de markt voor eindgebruikerapparatuur met 2,3% en die van netwerkapparatuur met 5,4% gedaald i. De gegevens voor de mobiele sector geven daarentegen een gemengd beeld te zien, aangezien sommige bedrijven gegroeid zijn en andere nettoverliezen hebben geboekt. De resultaten lijken positief gecorreleerd te zijn met de verkopen op de markt voor eindgebruikersapparatuur.
Een eventuele opleving van de investeringen in het dienstensegment zal onmiddellijk leiden tot een hogere verkoop van apparatuur. De vooruitzichten voor 2004 zijn daarom sterk afhankelijk van het vermogen van de sector opnieuw te gaan investeren. Het investeringsniveau is op zijn beurt weer afhankelijk van overheidsmaatregelen: de tenuitvoerlegging van het nieuwe regelgevingskader zal zorgen voor een betere voorspelbaarheid van de regelgevingsomgeving; dankzij de tenuitvoerlegging van de nationale breedbandstrategieën zal de vraag stijgen; en door het opruimen van de belemmeringen in de regelgeving en op technisch vlak zal de uitrol van 3G-netwerken worden bevorderd.
Een aanhoudende stijging van de inkomsten uit diensten is een randvoorwaarde voor meer investeringen. De marges op traditionele diensten zijn als gevolg van de concurrentie gedaald en de sector moet erin slagen klanten te trekken door innovatieve diensten tegen concurrerende prijzen aan te bieden. Zo kan met het 'Voice over Internet Protocol' spraak als digitale informatie via internet en 3G-netwerken worden verstuurd. Voorts wordt door breedbandnetwerken de uitwisseling van data bevorderd, waardoor geheel nieuwe diensten kunnen worden aangeboden.
De Commissie is met een voorstel gekomen voor diensten op de interne markt waarmee de regelgevingsomgeving voor een breed gamma van diensten in de EU moet worden verbeterd i. Ofschoon het voorstel geen betrekking heeft op kwesties die onder het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie vallen, hebben niettemin alle gebruikers van diensten er baat bij, ook die in de sector elektronische communicatie, omdat de belemmeringen voor dienstverlening en innovatieverspreiding erdoor uit de weg worden geruimd.
Omdat steeds meer particulieren en bedrijven over een breedbandaansluiting beschikken en draadloze breedbandnetwerken zich verder ontwikkelen, zijn de vooruitzichten voor inkomstenstijgingen ook het best voor innovatieve diensten die via een dergelijke infrastructuur worden geleverd. Breedband- en mobiele 3G-communicatie dienen dan ook verder te worden ontwikkeld om verder herstel mogelijk te maken.
3.2. Ontwikkelingen op het gebied van breedband- en mobiele 3G-communicatie
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
De snelle groei van het aantal breedbandaansluitingen in Europa was de meest positieve ontwikkeling in de sector in 2003. In de afgelopen twaalf maanden is het aantal abonnees verdubbeld. In oktober 2003 waren er in de Europese Unie bijna 20 miljoen aansluitingen. DSL i, dat via het telefoonnetwerk beschikbaar is, is het meest verspreide (73% van de abonnees) en ook snelst groeiende platform, gevolgd door de kabel. Andere technieken staan nog in de kinderschoenen en het aantal gebruikers ervan is nog laag.
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
De groei is niet overal in de Unie gelijk en er bestaan grote penetratieverschillen tussen de lidstaten (waarbij penetratie gedefinieerd is als het percentage breedbandabonnees op de totale bevolking, zie figuur 2). Sommige EU-landen doen het met hogere penetratiecijfers dan de Verenigde Staten goed, al blijven ze nog achter bij Zuid-Korea i, Hong Kong, Canada en Taiwan. In diverse, minder ver gevorderde lidstaten is de groei recentelijk in een stroomversnelling gekomen waardoor zij wellicht hun achterstand kunnen inhalen. Er mag ook weer niet teveel belang worden gehecht aan deze positieve ontwikkelingen: de groei van breedband begint zich in de best presterende lidstaten al langzaam te stabiliseren. Als deze trend doorzet slaagt de Unie er wellicht niet in de achterstand op de belangrijkste internationale concurrenten in te lopen.
Wat mobiele communicatie betreft, moeten voor de overgang van de tweede naar de derde generatie nieuwe diensten worden ontwikkeld vanwege de mogelijkheid om grote hoeveelheden data over te brengen. Als gevolg daarvan biedt 3G bedrijven nieuwe mogelijkheden om de productiviteit te verhogen.
De groei in de mobiele sector steunt op diensten die via 2G- en 2.5G-netwerken worden aangeboden met als gevolg een hogere penetratie en stijgende inkomsten. De 3G-markten zijn nog maar net uit de startblokken want momenteel zijn in slechts vijf lidstaten diensten beschikbaar. Het aantal abonnees groeit en de exploitanten komen langzaam met een duidelijkere visie op de nieuwe diensten, zoals dataoverdracht tussen eindgebruikers, naar buiten. De meeste exploitanten zijn er alert op de vergissingen uit het verleden te vermijden en brengen daarom nieuwe diensten op de markt in plaats van een nieuwe technologie. Een betreurenswaardig neveneffect hiervan is dat de zichtbaarheid van 3G in veel lidstaten laag is.
Geconcludeerd kan worden dat de markt voor breedband en die voor 3G zich geleidelijk ontwikkelen tot de meest dynamische segmenten van de markt voor elektronische communicatie. Desondanks zal het geen eenvoudige zaak zijn aan de verwachtingen van groei en concurrentievermogen van de Europese economie te voldoen.
4. Beleidsuitdagingen
De introductie van nieuwe diensten moet in eerste instantie verder aan de markt worden overgelaten. Toch wordt de belangstelling voor nieuwe investeringen ook beïnvloed door het overheidsbeleid: met het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie wordt beoogd de concurrentie te stimuleren en investeringen aan te moedigen door voor een duidelijker voorspelbaar regelgevingsklimaat te zorgen; de nationale breedbandstrategieën omvatten ook overheidsmaatregelen die de digitale kloof moeten dichten en de vraag moeten stimuleren door relevante overheidsdiensten op het internet aan te sluiten; voor de uitrol van 3G-netwerken dient de overheid actie te ondernemen om de resterende belemmeringen in de wetgeving en op technisch gebied uit de weg te ruimen.
Bij recente ontwikkelingen en beleidsinitiatieven is de nadruk gelegd op vier prioriteitsgebieden: betere voorspelbaarheid van de regelgevingsomgeving, betere breedbanddekking van afgelegen en plattelandsgebieden, stimulering van de vraag en uitdagingen voor de 3G-ontwikkeling.
4.1. Uitdagingen op het gebied van de regelgeving
Het nieuwe regelgevingskader moet de concurrentie bevorderen en de investeringen in de markt aanmoedigen. Het bevordert marktdeelname en is gebaseerd op een technologie-neutrale aanpak die rekening houdt met de gevolgen van de convergentie. De nieuwe regelgeving is flexibel genoeg om snel te kunnen inspelen op plotselinge veranderingen in de markt, aangezien voorschriften kunnen worden teruggedraaid zodra de markt werkelijk concurrerend is.
Een voorspelbare regelgevingsomgeving verhoogt de zekerheid voor investeerders en stimuleert de uitrol van innovatieve en geavanceerde diensten voor gebruikers. Een moderne, kosteneffectieve communicatie-infrastructuur is een belangrijke motor voor de Europese economie.
Door het regelgevingskader te laat, niet volledig of onjuist in nationale regelgeving om te zetten zorgen de lidstaten voor onzekerheid op de markt. De Commissie heeft inbreukprocedures ingeleid tegen een aantal lidstaten omdat zij het regelgevingskader niet op tijd hebben omgezet en zij zal blijven aandringen op een volledige en doeltreffende tenuitvoerlegging op nationaal niveau.
De toetredingslanden kunnen voorts een belangrijke bijdrage leveren tot een betere aansluiting van hun communicatiesector, en hun economie in ruimere zin, op die van de huidige lidstaten, door het regelgevingskader voor elektronische communicatie op tijd in de nationale wetgeving te verwerken. Daarom dringt de Commissie er bij de toetredingslanden op aan alles in het werk te stellen om de aanpassing van hun nationale wetgevingen te voltooien zodat het regelgevingskader op de toetredingsdatum van 1 mei 2004 is omgezet. De liberalisering van communicatienetwerken en -diensten uit hoofde van het nieuwe regelgevingskader zal naar verwachting een aanmerkelijke bijdrage leveren tot het potentieel voor groei en technologische ontwikkeling in die landen.
Samen met de nationale regelgevingsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van het nieuwe regelgevingskader ontwikkelt de Commissie richtsnoeren voor instrumenten die kunnen worden opgelegd aan bedrijven met aanmerkelijke marktmacht op specifieke markten. Het doel hiervan is de samenhang van dergelijke instrumenten te verbeteren en een gemeenschappelijk conceptueel raamwerk te ontwikkelen dat bevorderlijk is voor de continuïteit van de investeringen in infrastructuur zodat de voorschriften kunnen worden ingetrokken omdat er eerder daadwerkelijke concurrentie op de markt wordt bereikt.
Deze gezamenlijke activiteiten zouden ook moeten leiden tot richtsnoeren voor de behandeling van opkomende markten. Om de investeringen te stimuleren maakt de richtlijn i duidelijk dat opkomende markten niet moeten worden onderworpen aan ongerechtvaardigde verplichtingen.
Samenvatting:
* Het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie had op 25 juli 2003 in de nationale wetgevingen moeten zijn verwerkt. Lidstaten die nog niet aan hun regelgevingsverplichtingen hebben voldaan, dienen dit nieuwe regelgevingskader alsnog volledig om te zetten en in de praktijk toe te passen; in oktober 2003 zijn met het oog hierop inbreukprocedures ingeleid.
* De Commissie en de nationale regelgevingsinstanties moeten de laatste hand leggen aan hun activiteiten op het gebied van de instrumenten die aan bedrijven met aanmerkelijke marktmacht kunnen worden opgelegd.
* De lidstaten moeten ervoor zorgen dat opkomende markten niet aan ongerechtvaardigde verplichtingen worden onderworpen.
4.2. Gebieden met onvoldoende dekking
In sommige gebieden wordt geen breedband aangeboden omdat de verwachte vraag te laag is om particuliere investeringen aan te trekken. De beleidsmakers beseffen evenwel dat breedband de samenhang binnen de Unie verhoogt. Dankzij de verbeterde interactiviteit is het met breedband mogelijk burgers in geografisch geïsoleerde gebieden actief te betrekken bij het maatschappelijke en democratische leven. De kwaliteit van hun bestaan wordt verbeterd door het overbruggen van de afstand en het verbeteren van de gezondheidszorg, het onderwijs en de toegang tot openbare diensten.
De recente groei op het gebied van breedband heeft zich geconcentreerd in de stedelijke gebieden (figuur 3). Een uitwisseling van ervaringen op EU-niveau in december 2003 heeft duidelijk gemaakt dat regionale en lokale overheden al initiatieven hebben genomen om de uitrol van de infrastructuur in afgelegen en plattelandsgebieden te stimuleren. Op technologisch vlak zijn er diverse trends: wat vaste lijnen betreft hebben sommige gemeentes gekozen voor de aanleg van een glasvezelring; voor draadloze oplossingen wordt steeds meer gebruik gemaakt van satellieten en draadloze LAN's. Een 'goede praktijk' is het profiteren van bundeling van de vraag in dunbevolkte gebieden om de aanlegkosten te beperken.
>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>
De Commissie beseft dat overheidsmaatregelen nodig zijn om de dekking te verbeteren in gebieden waar deze nog onvoldoende is, maar wijst erop dat de beginselen van de regelgeving en het mededingingsrecht moeten worden gerespecteerd. Maatregelen van de overheid dienen ter aanvulling van particuliere investeringen, zij mogen daarvoor niet in de plaats komen of een concurrentievervalsende werking hebben. De in 2003 door de Commissie gepubliceerde richtsnoeren met betrekking tot de toepassingscriteria en -modaliteiten voor de Structuurfondsen ter ondersteuning van de sector elektronische communicatie i laten zien hoe een evenwicht kan worden gevonden tussen overheidssteun en mededingingsvoorschriften. De toepassing ervan is relevant voor alle vormen van overheidsfinanciering.
De Mededeling van de Commissie over een Europees groei-initiatief i heeft een nieuwe impuls gegeven aan de uitbreiding van de breedbanddekking. Hierin werd het snelstartproject op het gebied van de digitale kloof aangekondigd, waarmee de breedbanddekking in gebieden waar deze nog onvoldoende is door middel van een technologie-neutrale aanpak moet worden verbeterd. Door de start van een project op het gebied van mobiele communicatie en technologie wordt steun gegeven aan O&O op het gebied van mobiele communicatie van de derde generatie en daarna. Tenslotte wordt bij een infrastructuurproject voor onderzoeknetwerken de nadruk gelegd op een verdere verbetering van het Géant-netwerk, dat universiteiten, onderzoekinstellingen en instellingen voor hoger onderwijs in Europa met elkaar verbindt.
Samenvatting:
* De lidstaten dienden hun nationale breedbandstrategieën vóór eind 2003 te hebben ingediend. Voorzover zij dit nog niet hebben gedaan, moeten zij hun nationale strategie voltooien en onverwijld aan de Commissie presenteren.
* De Commissie zal in mei 2004 bij de Raad en het Europees Parlement een mededeling indienen over die nationale breedbandstrategieën, waarin zij ook aanbevelingen zal doen voor de implementatie ervan.
* De lidstaten dienen in samenspraak met de regio's snelstartprojecten op het gebied van de digitale kloof te stimuleren in het kader van de tussentijdse herziening van de Structuurfondsen en op basis van hun nationale breedbandstrategieën, waarbij de nadruk wordt gelegd op afgelegen en plattelandsgebieden, met inbegrip van de ultraperifere regio's.
* In het kader van eEurope zal de Commissie in maart 2004 een Forum voor de digitale kloof organiseren. Op dit forum zullen alle spelers op het gebied van de informatiemaatschappij en in de sector elektronische communicatie bijeen worden gebracht om te analyseren hoe die digitale kloof kan worden overbrugd. De Commissie zal medio september 2004 verslag uitbrengen over de resultaten van het forum i.
4.3. Stimulering van de vraag
Ofschoon de meeste huishoudens in de Unie al over breedband kunnen beschikken, heeft slechts een klein deel ervan ook werkelijk een abonnement genomen. Uit de gegevens blijkt dat er een behoorlijke kloof gaapt tussen beschikbaarheid en daadwerkelijk gebruik van de breedbandinfrastructuur. Niet de aanleg van de infrastructuur, maar de acceptatie door de consument wordt de belangrijkste factor voor ontwikkeling van de breedbandmarkt.
Verschillende factoren kunnen deze kloof tussen vraag en aanbod verklaren. De acceptatie van nieuwe technologieën door de consument is afhankelijk van het gebruiksgemak. Andere factoren die de keuze van de consument beïnvloeden, zijn de tarieven in combinatie met de beschikbaarheid van nuttige, innovatieve en geavanceerde diensten.
De ervaring toont aan dat er grote verschillen bestaan in prijs en snelheid tussen de Unie en andere regio's. Uit een recent OESO-onderzoek i blijkt dat Korea en Japan de laagste tarieven en de hoogste snelheden bieden. De tarieven in de Unie liggen hoger, niet alleen in vergelijking met deze leidende economieën, maar ook ten opzichte van Noord-Amerika. Deze hogere tarieven maken breedband relatief minder aantrekkelijk voor particulieren en bedrijven in de Unie.
De verschillen in tarieven en breedbandontwikkeling weerspiegelen ten dele ook de verschillen op het gebied van de concurrentie. In de Unie zien we dat de breedbandpenetratie relatief het hoogst is in lidstaten waar de concurrentie op basis van faciliteiten groot is. De Commissie heeft herhaaldelijk benadrukt dat zij ervan overtuigd is dat concurrentie op basis van faciliteiten voordelen oplevert in termen van de prijs/prestatie-verhouding en de keuzevrijheid voor de consument verbetert. Daarom moeten de nationale regelgevingsinstanties concurrenten stimuleren om op korte termijn toegang via de gevestigde exploitant aan te bieden, in het bijzonder op de wholesalemarkt voor breedbandtoegang, maar op zodanige wijze dat zij op langere termijn een eigen infrastructuur kunnen uitbouwen.
De Commissie heeft de mededingingssituatie op de breedbandmarkt geanalyseerd in het Verslag over de tenuitvoerlegging van het pakket telecommunicatieregelgeving in de sector elektronische communicatie in de EU i over 2003. Ofschoon het gemiddelde marktaandeel van de gevestigde exploitanten in de loop van 2002 is gedaald, blijft de concurrentie op de Europese breedbandmarkt gering.
De verbindingstarieven vertellen niet het volledige verhaal. Internetgebruikers zullen steeds meer op breedband overschakelen als zij toegang kunnen krijgen tot innovatieve inhoud, toepassingen en diensten. De lidstaten bevorderen de ontwikkeling en het gebruik van online-diensten op het gebied van e-overheid, e-gezondheidszorg en e-leren in het kader van hun nationale strategie. Bij het eEurope-actieplan 2005 i ligt de nadruk op het belang van vraagstimulering om bedrijven en instellingen in staat te stellen doelmatiger gebruik te maken van ICT. Het is ook gericht op bundeling van de vraag om te zorgen voor een kritische massa van gebruikers bij overheidsdiensten.
Interactiviteit biedt een nieuwe dimensie, zowel bij zakelijke toepassingen als bij diensten voor de consument. Maar naarmate breedband de weg verder vrijmaakt voor de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde toepassingen en digitale diensten van hoge kwaliteit, duiken nieuwe problemen op.
Op een workshop van de Commissie op 1 juli 2003 bleek dat exploitanten, internet service providers, aanbieders van inhoud, omroepen en de amusementsindustrie hun activiteiten proberen aan te passen door nieuwe partnerschappen aan te gaan over de traditionele grenzen heen. Met deze allianties proberen zij een vollediger gamma diensten aan te bieden, maar met behoud van de toegang tot de gebruiker en een adequate opbrengst. Exclusiviteitscontracten op lange termijn kunnen de toegang van service providers tot kwalitatief goede inhoud belemmeren en daardoor de concurrentie beperken.
De ontwikkeling van nieuwe business-modellen zal afhangen van de oplossing van kwesties zoals: (i) de convergentie van omroepdiensten en breedbandige audiovisuele diensten; (ii) veiligheids- en vertrouwenskwesties in verband met de hogere kwetsbaarheid van netwerken als gevolg van het permanente karakter van breedbandverbindingen; (iii) het stimuleren van een veilige omgeving voor microbetalingen; (iv) de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten voor auteursrechtelijk beschermde inhoud door middel van een adequaat digitale-rechtenbeheer (DRM); (v) de gewenste mate van interoperabiliteit.
In het bijzonder:
* zal de Commissie samen met de industrie problemen aanpakken die de ontwikkeling van nieuwe business-modellen, zoals microbetalingen, veiligheid en vertrouwen, en interoperabiliteit, kunnen belemmeren. Deze werkzaamheden moeten de ontwikkeling van diensten bevorderen, terwijl rekening wordt gehouden met andere grote belangen, zoals de financiële stabiliteit en het vertrouwen van de consument;
* zal de Commissie in maart 2004 samen met de industrie een groep op hoog niveau oprichten om de problematiek van DRM-systemen aan te pakken;
* zal de Commissie nauwlettend toezien op de verwerving van langdurige exclusieve licenties op kwalitatief goede inhoud door dominante exploitanten.
4.4 De derde generatie van mobiele communicatiesystemen
De groei van datadiensten via vaste en draadloze netwerken is een goede indicatie voor de te verwachten geleidelijke, maar zich doorzettende overschakeling van grote aantallen mobiele abonnees op 3G. Bij de uitrol van 3G-netwerken en de introductie van 3G-diensten doet zich evenwel een reeks problemen voor.
In het bijzonder hebben de divergerende eisen ten aanzien van de uitrol tussen de verschillende lidstaten consequenties in termen van synergieverliezen en zeker niet in de laatste plaats ook op het gebied van marketing. Evenzo vormen uiteenlopende vergunningsprocedures en -voorwaarden een last voor de exploitanten waardoor de interne markt versnipperd kan raken. Overeenkomsten inzake gedeeld gebruik van netwerkinfrastructuur op Europees en nationaal niveau zullen in de praktijk waarschijnlijk positieve consequenties hebben voor de netwerkexploitanten. Bovendien zal de secundaire handel in spectrum, die nu volgens het nieuwe regelgevingskader is toegestaan, gunstige gevolgen hebben voor de lidstaten die besluiten van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Deze thema's zijn onderstreept in de mededeling 'De weg naar de kenniseconomie', waarin werd gewezen op de noodzaak van een betere coördinatie van de uitrol van de netwerken, de behoefte aan richtsnoeren voor gedeeld gebruik van netwerkinfrastructuur, waarop de Commissie heeft ingespeeld door middel van twee mededingingsbesluiten in 2003, en op de noodzaak van een nieuwe analyse van secundaire handel door middel van een in december 2003 georganiseerde workshop.
Het nieuwe regelgevingskader moet de regelgevers in staat stellen om op basis van het evenredigheidsbeginsel voorschriften opnieuw af te stemmen of, zodra er daadwerkelijke concurrentie is, in te trekken. Nieuwe en opkomende markten moeten niet onnodig aan regelgeving worden onderworpen. Wat de inhoud betreft, zal de vraag naar 3G-diensten voor een groot deel afhangen van de beschikbaarheid van aantrekkelijke aanbiedingen (zowel in termen van diensten als van prijzen) en van een grotere keuzevrijheid van de consument. De Commissie zal een onderzoek instellen naar eventuele restrictieve praktijken bij de verkoop van sportrechten aan mobiele 3G-exploitanten.
De Commissie heeft een Platform voor mobiele communicatie en technologie opgericht teneinde na te gaan hoe de betrokkenen aankijken tegen de belangrijkste uitdagingen voor de korte, middellange en lange termijn. In zijn verslag dringt het platform er bij de Commissie op aan de activiteiten van alle betrokkenen spelers te coördineren. Uit de dialoog met de industrie zijn de volgende uitdagingen naar voren gekomen.
- De lidstaten dienen de fysieke uitrol van 3G-netwerken te bevorderen, met name gezien de soms zware uitrol- en dekkingsverplichtingen van de licenties. Wat betreft doorgangsrechten is er onvoldoende besef van de moeilijkheden die zich voordoen bij het verkrijgen van vergunningen en de gebrekkige coördinatie tussen de autoriteiten op lokaal en nationaal niveau. Bovendien wordt de uitrol in sommige lidstaten belemmerd door zeer strenge planningseisen. Het succes van 2G (GSM) was vooral te danken aan de doeltreffende samenwerking van netwerken en apparaten. Een brede acceptatie van 3G-diensten zal eveneens afhankelijk zijn van de interoperabiliteit op diensten- en applicatieniveau. De industrie en de betrokkenen normalisatie-instanties zoals het Third Generation Partnership Project moeten doeltreffender te werk gaan en daarbij steun krijgen van de Open Mobile Alliance en de GSM Association zodat zij deze doelstelling beter kunnen bereiken. Open specificaties en, waar nodig, open interface-normen zijn eveneens noodzakelijk. Regelend ingrijpen is alleen gerechtvaardigd in gevallen waarin de potentiële kosten van het oplossen van compatibiliteitsproblemen te hoog zouden zijn.
- Onderzoek op Europees niveau heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de GSM- en de UMTS-normen en onderzoek in samenwerkingsverband zal in de toekomst een belangrijke rol spelen. In dit verband dient de internationale samenwerking bij het onderzoek te worden versterkt, waardoor de consensusvorming ten aanzien van toekomstige normen wordt vergemakkelijkt en een vroegtijdige vaststelling van maatregelen mogelijk wordt zodat de interoperabiliteit wereldwijd gegarandeerd kan worden. Meer mogelijkheden voor deelname van derde landen aan Europese O&O-programma's heeft voordelen voor Europese bedrijven.
- Voorts dient de industrie haar werk op het gebied van de planning en samenwerking van onderzoekactiviteiten in het kader van de onderzoekprogramma's van de Unie te coördineren. Flexibiliteit bij de financiering van het onderzoek, een betere structurering ervan, en coördinatie van de activiteiten en initiatieven zijn nodig om de kritische massa te bereiken en de impact zo groot mogelijk te maken.
- Mobiel zakendoen dient mogelijk te zijn in een omgeving die gebaseerd is op veiligheid en vertrouwen. Spam is een groeiend probleem en de diefstal van mobiele telefoons moet krachtig worden aangepakt. Voor de ontwikkeling van nieuwe diensten is ook een geschikte omgeving voor mobiel betalen noodzakelijk.
- Toegang tot spectrum is duidelijk een zeer belangrijke factor voor het aanbieden van 3G-diensten en doeltreffende mechanismen voor het beheer van deze hulpbronnen zijn dan ook onmisbaar. Ofschoon er momenteel in de industrie en de lidstaten verschillende opvattingen bestaan over de wijze waarop het spectrum moet worden beheerd, zijn de mogelijkheden voor een betere harmonisatie van het spectrum in de Unie verbeterd door de vaststelling van de Spectrumbeschikking i. Toch zou een brede bezinning over de middelen om toegang te krijgen tot spectrum voor draadloze elektronische communicatie zinvol zijn. In dit verband dienen de activiteiten op Europees niveau beter te worden gecoördineerd.
- Ten slotte zullen de mogelijkheden voor uitvoer van diensten voor Europese exploitanten er baat bij hebben dat in derde landen regelgevingsmodellen worden gekozen die bij de Europese aanpak aansluiten. Voorts zullen open internationale normen die op het GSM- en UMTS-model zijn gebaseerd, bevorderlijk zijn voor de uitvoer van apparatuur door Europese bedrijven.
Samenvatting:
* De door het Platform voor mobiele communicatie en technologie beschreven uitdagingen hebben betrekking op zeer verschillende thema's. Om te voorkomen dat niet op alle fronten evenveel vooruitgang wordt geboekt, dienen de problemen binnen een algemene beleidskader te worden aangepakt. De Commissie zal deze daarom behandelen in een mededeling die in juli 2004 aan de Raad het Europees Parlement zal worden voorgelegd. Daarin zullen specifieke aanbevelingen aan alle betrokken partijen worden gedaan voor de aanpak van de diverse, door het platform genoemde problemen.
* Het succes van 2G (GSM) is vooral te danken aan de interoperabiliteit, een kernaspect van het gehele systeem. Bij de omschakeling op 3G speelt een nieuwe dimensie een rol. Deze omschakeling impliceert een overgang van spraakcommunicatie op data-uitwisseling, waardoor het mogelijk wordt geheel nieuwe diensten aan te bieden en data tegelijkertijd te be- en verwerken, en dat online en in real-time op ongeacht de plaats. Dit zou tot productiviteitsstijgingen moeten leiden. De overschakeling op 3G wordt gehinderd door een aanhoudend gebrek aan interoperabiliteit op platformniveau, maar meer nog op het niveau van de diensten en toepassingen die via de netwerken worden geleverd. De werkzaamheden op het gebied van interoperabiliteit moeten in een stroomversnelling worden gebracht. Daartoe zal de Commissie via haar O&O-kaderprogramma de betrokken spelers (industrie, normalisatie-instellingen, enz.) bijeenbrengen om een routekaart vast te stellen voor de belangrijkste terreinen waarop op korte termijn voor interoperabiliteit moet worden gezorgd.
* De fysieke aanleg van mobiele netwerken wordt eveneens gehinderd door lokale, regionale en nationale maatregelen met betrekking tot bijvoorbeeld doorgangsrechten en planningseisen. De Commissie wijst er nog eens op dat op de Europese Raad van Sevilla van juni 2002 een beroep werd gedaan op alle betrokken overheidsdiensten om maatregelen te treffen teneinde de problemen op te lossen die zich voordoen bij de materiële totstandbrenging van de netwerken. Ondanks dit verzoek is de vooruitgang traag verlopen.
5. Conclusies
De sector elektronische communicatie is aan het einde van de jaren negentig snel gegroeid. In 2000 kwam er een plotselinge ommekeer. Na twee jaar van consolidatie ontstaan er op grond van de economische vooruitzichten en aanwijzingen voor een opleving van de vraag naar snelle diensten voor de sector opnieuw mogelijkheden om terug te keren naar een situatie van duurzame groei.
Ofschoon de sector in 2000 in een malaise is geraakt, is de informatiemaatschappij blijven groeien dankzij de permanente innovatie, de toename van het internetgebruik, breedbandverbindingen, mobiele diensten, alsmede de beschikbaarheid van diensten op het gebied van e-overheid en e-business. Deze lange-termijntrend schept een potentieel voor productiviteitsstijging en verbetering van het concurrentievermogen. De Unie dient het doelmatig gebruik van ICT te bevorderen en een gunstige, door concurrentie gekenmerkte omgeving te creëren voor een duurzame groei van de sector elektronische communicatie.
De overheden kunnen op verschillende manieren hun steentje bijdragen. Zij kunnen zelf meer gebruik gaan maken van ICT en breedbandtoepassingen, zij kunnen de vraag bundelen, de dialoog met de betrokkenen bevorderen en, waar nodig, de dienstverlening in gebieden met onvoldoende dekking ondersteunen. Dit zijn de hoofdthema's voor de nationale strategieën, zowel wat breedband als wat 3G betreft. De Commissie zal in mei 2004 aan de Raad en het Europees Parlement verslag uit brengen over deze strategieën. Zij zal de samenwerking met spelers op gebieden zoals intellectuele-eigendomsrechten, digitale-rechtenbeheer, vertrouwens- en veiligheidskwesties, interoperabiliteit en normalisatie, spectrumbeheer en de dekking in afgelegen en plattelandsgebieden voortzetten.
Een markt met concurrentie is gunstig voor de investeringen. De invoering van het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie moet overal in de EU op doeltreffende en samenhangende wijze geschieden. Helaas hebben zes lidstaten het regelgevingskader nog niet in hun nationale wetgeving verwerkt. De nieuwe lidstaten moeten nu al de nodige maatregelen treffen om voor een tijdige invoering van het regelgevingskader te zorgen.
De Europese Unie moet meer gaan doen om het gebruik van ICT te stimuleren. Het actieplan eEurope 2005 is het instrument hiervoor. In de tussentijdse evaluatie van eEurope 2005, die de Europese Raad tegelijk met deze mededeling zal bereiken, worden de belangrijkste punten beschreven die de basis zullen vormen voor een herzien actieplan voor een uitgebreide Europese Unie. Het is belangrijk dat de Europese Raad de rol van de ICT bij het bereiken van de doelstellingen van Lissabon erkent en de tussentijdse evaluatie van eEurope onderschrijft.
Als de Unie het effect van de ICT als motor voor groei, tijd en werkgelegenheid zo groot mogelijk wil maken, is het essentieel dat de in deze mededeling geschetste actielijnen worden gevolgd. Zij vormen de afzonderlijke schakels van een keten van maatregelen die de Unie dichter bij de doelstellingen ten aanzien van groei en werkgelegenheid van de strategie van Lissabon kan brengen. Dit lukt alleen als de politieke toezeggingen, die in maart 2000 bij de start van de strategie van Lissabon zo nadrukkelijk aanwezig waren, bekrachtigd worden. Daarom is het van belang dat de Europese Raad een duidelijk politiek signaal geeft door het nodige te doen om de omstandigheden te scheppen waarin de Europese informatie- en communicatietechnologie tot bloei kan komen.