Toelichting bij COM(2000)741-1 - Ondertekening van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de associatieovereenkomst met Hongarije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

I. Toelichting

Op basis van de op 21.9.92 door de Raad goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en het specifieke besluit van de Raad van juni 1997 waarbij de Commissie instructies werden gegeven voor onderhandelingen over Europaovereenkomsten inzake overeenstemmingsbeoordeling met de landen van Midden- en Oost-Europa, heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd over een aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst met Hongarije (protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst, hierna 'PEOA' genoemd) en heeft zij een dergelijk protocol geparafeerd.

De tekst van dit protocol is als bijlage aan deze mededeling gehecht. Hierna volgt een evaluatie van het protocol in het licht van de door de Raad goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en wordt voorgesteld dat de Raad toestemming geeft tot ondertekening van het aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst en besluit de sluiting van dit protocol namens de Gemeenschap goed te keuren.

1.

I.1 Evaluatie van de Overeenkomst


Omdat deze overeenkomst enkel van kracht is tijdens de pretoetredingsperiode en de Europaovereenkomst hiervoor een passende rechtsgrondslag vormde, werd in overleg met het Comité van artikel 133 besloten deze overeenkomst als een protocol bij de Europaovereenkomst veeleer dan als een op zich staande overeenkomst goed te keuren, zoals aanvankelijk de bedoeling was.

Aan de ontwerp-PEOA liggen de algemene beginselen van de 'mededeling van de Commissie betreffende het buitenlandse handelsbeleid van de Gemeenschap op het gebied van de normen en de conformiteitsbeoordeling' i , paragraaf 49, ten grondslag.

De PEOA voorziet in de uitbreiding van bepaalde voordelen van de interne markt in sectoren waarvoor de wetgeving reeds geharmoniseerd is. De PEOA verbetert de markttoegang door het opheffen van technische belemmeringen voor de handel in industrieproducten. De PEOA voorziet te dien einde in twee mechanismen voor a) de wederzijdse aanvaarding van industrieproducten die voldoen aan de voorwaarden om in één van de partijen legaal in de handel te worden gebracht en b) de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling van industrieproducten die aan de communautaire en de overeenkomstige nationale wetgeving zijn onderworpen.

Het eerste mechanisme, voor de wederzijdse aanvaarding van industrieproducten, bevestigt dat de artikelen 9, lid 4, en 10, lid 4, van de Europaovereenkomst met Hongarije van toepassing zijn zonder andere beperkingen dan die waarin artikel 35 van de Europaovereenkomst voorziet. Deze bepaling verschaft de fabrikanten en exporteurs de nodige zekerheid omdat zij op voorhand bevestigt dat industrieproducten onder dit mechanisme vrij tussen de partijen mogen worden verhandeld. Over de bijlagen die dit mechanisme operationeel zullen maken, moet nog worden onderhandeld.

Het tweede mechanisme is een bijzonder type overeenkomst inzake wederzijdse erkenning (OWE) waarbij de wederzijdse erkenning op het acquis communautaire gebaseerd is. Een dergelijk systeem maakt het mogelijk dat in de Europese Unie door aangemelde instanties gecertificeerde industrieproducten zonder verdere goedkeuringsprocedures in Hongarije in de handel worden gebracht en vice-versa. Deze overeenkomst heeft betrekking op de volgende sectoren: machines, veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, gastoestellen, warmwaterketels, medische hulpmiddelen, goede laboratoriumpraktijken voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik en goede fabricagemethoden voor geneesmiddelen: inspectie en certificatie van charges.

Hongarije heeft de technische wetgeving van de Gemeenschap in de sectoren waarop het protocol betrekking heeft overgenomen en participeert in de Europese organisaties op het gebied van normen, metrologie, testlaboratoria en erkenning.

De PEOA bestaat uit een kaderovereenkomst en een reeks bijlagen. Aan de slotbepaling is een unilaterale verklaring gehecht waarin Hongarije wordt uitgenodigd vertegenwoordigers te zenden naar de bijeenkomsten van deskundigen en de comités die krachtens de in de bijlagen vermelde communautaire wetgeving zijn opgericht, met dien verstande dat deze vertegenwoordigers niet aan het besluitvormingsproces van de Gemeenschap kunnen deelnemen. Hierna volgt een evaluatie van deze PEOA.

2.

I.1.1 Kaderovereenkomst


Hierna volgt een evaluatie van de overeenkomst per artikel:

Preambule: Hierin wordt de basisdoelstelling van de PEOA uiteengezet. Omdat de aanvraag voor het lidmaatschap van de Europese Unie de implementatie van het acquis communautaire door de kandidaat-lidstaat veronderstelt, geeft deze overeenkomst de mogelijkheid een aantal voordelen van de interne markt uit te breiden tot bepaalde sectoren die reeds vóór de toetreding zijn geharmoniseerd.

Artikel 1: Doel. In dit artikel wordt de doelstelling van de PEOA, de opheffing van technische belemmeringen voor de handel in industrieproducten, uiteengezet. De PEOA voorziet te dien einde in twee mechanismen voor a) de wederzijdse aanvaarding van industrieproducten die aan de voorwaarden voldoen om in een van de partijen legaal in de handel te worden gebracht en b) de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingbeoordeling van industrieproducten die aan de communautaire wetgeving en de overeenkomstige nationale wetgeving zijn onderworpen.

Artikel 2: Definities. Dit artikel behoeft geen toelichting. Het bevat definities van de begrippen industrieproducten en communautair en nationaal recht. Alle rechtsvoorschriften en uitvoeringsbepalingen (administratieve voorschriften, richtlijnen en andere bepalingen ter uitvoering van de wetgeving), vallen onder de definities van de begrippen communautaire en nationale wetgeving.

Artikel 3: Aanpassing van de wetgeving. In dit artikel verbindt Hongarije zich ertoe passende maatregelen te nemen om de overname van de communautaire wetgeving te handhaven of te voltooien, met name wat de technische rechtsvoorschriften en de toepassing van de PEOA betreft. Dit betekent, in combinatie met de vierde overweging, dat de harmonisatie een continu proces is en dat de partijen overeenkomen een oplossing te vinden voor alle transponeringsproblemen die zich eventueel later kunnen voordoen.

Artikel 4: Wederzijdse aanvaarding van industrieproducten. Het in artikel 1, lid 1, neergelegde beginsel wordt toegelicht in dit artikel, waarin is bepaald dat de vermelding van industrieproducten in de genoemde bijlagen bevestigt dat deze producten vrij tussen de partijen kunnen worden verhandeld. Zoals vermeld hebben over dergelijke bijlagen nog geen onderhandelingen plaatsgevonden.

Artikel 5: Wederzijdse erkenning van de resultaten van overeenstemmingsbeoordelingsprocedures. Deze bepaling dient tot uitbreiding van het in artikel 1, lid 2, neergelegde beginsel. Dit type erkenning is vergelijkbaar met dat van de overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning, met dien verstande dat alle wetgeving en normen geharmoniseerd zijn. Verwijzingen naar de desbetreffende communautaire en nationale wetgeving zijn in de sectorbijlagen opgenomen.

Artikel 6: Vrijwaringsclausule. Hierin is bepaald dat elke partij het recht heeft de toegang van een product tot haar markt te verbieden wanneer zij kan aantonen dat dit product bepaalde legitieme belangen die door de in de bijlage vermelde wetgeving worden beschermd, zou kunnen schaden (in hoofdzaak de veiligheid en/of de volksgezondheid). De in dergelijke gevallen toe te passen procedures zijn in de bijlagen in bijzonderheden omschreven.

Artikel 7: Uitbreiding van het toepassingsgebied. Zodra aan de harmonisatievoorwaarden is voldaan, kunnen de partijen het toepassingsgebied van dit protocol, ook wat de betrokken producten betreft, wijzigen door aanpassing van de bijlagen of door toevoeging van nieuwe bijlagen.

Artikel 8: Oorsprong. In dit artikel is bepaald dat het protocol van toepassing is op industrieproducten die volgens de niet-preferentiële oorsprongsregels van oorsprong zijn uit de partijen. Deze oorsprong kan worden aangetoond door de overlegging van een certificaat van oorsprong of een bewijs van oorsprong in de zin van protocol 4 bij de Europaovereenkomst.

Artikel 9: Verplichtingen van de partijen wat hun autoriteiten en instanties betreft. Dit artikel legt de partijen de verplichting op ervoor te zorgen dat hun respectieve autoriteiten de technische bekwaamheid en de naleving van de voorschriften door aangemelde instanties voortdurend verifiëren en over de nodige bevoegdheden en deskundigheid voor de aanwijzing, de opschorting en de intrekking van de aanwijzing van deze instanties beschikken. Voorts zijn de partijen volgens dit artikel gehouden ervoor te zorgen dat hun respectieve aangemelde instanties voortdurend aan de bepalingen van het communautair en nationaal recht voldoen en de technische deskundigheid voor het uitvoeren van de taken waarvoor zij zijn aangewezen in stand houden.

Artikel 10: Aangemelde instanties. Dit artikel beschrijft de procedure voor de aanmelding van instanties voor het beoordelen van de conformiteit overeenkomstig de in de desbetreffende bijlagen vermelde rechtsvoorschriften. Deze procedure werd vereenvoudigd en is vergelijkbaar met die welke in de Gemeenschap van toepassing is. In de tweede paragraaf is de procedure voor de schrapping van aangemelde instanties omschreven.

Artikel 11: Verificatie van aangemelde instanties. Dit artikel geeft een partij het recht de verificatie van een aangemelde instantie van de andere partij te eisen. Deze verificatie kan worden verricht, hetzij door de autoriteiten die de betrokken instantie hebben aangewezen, hetzij door de autoriteiten van beide partijen tezamen. Indien de partijen het niet eens worden over de te nemen maatregelen, kunnen zij hun meningsverschil ter kennis brengen van de voorzitter van de Associatieraad en de beslissing over de te nemen maatregelen aan de Associatieraad overlaten. De aangemelde instantie wordt dan geschorst vanaf het tijdstip van kennisgeving aan de Associatieraad tot het tijdstip waarop een definitief besluit wordt genomen.

Artikel 12: Uitwisseling van informatie. Een transparantiebepaling die de correcte en uniforme toepassing en interpretatie van het protocol waarborgt. De partijen worden verzocht hun instanties ertoe aan te moedigen samen te werken om op vrijwillige grondslag overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning te sluiten.

Artikel 13: Geheimhouding. Een klassieke bepaling die voorkomt dat in het kader van dit protocol verkregen informatie openbaar wordt gemaakt.

Artikel 14: Beheer van het protocol. De Associatieraad is verantwoordelijk voor de goede werking van het protocol en kan taken delegeren overeenkomstig de bepalingen van de Europaovereenkomst.

3.

Artikel 15: Technische samenwerking en bijstand. Bevestigt het beleid van de Gemeenschap inzake technische samenwerking en bijstand met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van dit protocol


Artikel 16: Overeenkomsten met andere landen. In dit artikel is bepaald dat, tenzij anders overeengekomen, de PEOA voor een partij niet de verplichting inhoudt in een derde land verrichte overeenstemmingsbeoordelingen te aanvaarden, zelfs indien de andere partij met dat derde land een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling heeft gesloten.

Artikel 17: Inwerkingtreding. Dit is een standaardbepaling die de inwerkingtreding van de overeenkomst regelt.

Artikel 18: Status van het protocol. Hierin is bepaald dat de PEOA integrerend deel uitmaakt van de Europaovereenkomst.

4.

I.1.2 Bijlagen bij het protocol


I.1.2.1 Bijlagen inzake de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling

Hierna volgt een overzicht van de inhoud van de bijlagen, hun toepassingsgebied en, waar dienstig, een aantal andere aspecten. De Commissie heeft bij deze evaluatie rekening gehouden met de volgende elementen:

a) de algemene consistentie met de doelstellingen van het communautair beleid op het gebied van de standaardisering, de certificatie en de overeenstemmingsbeoordeling voor de sectoren en industrieproducten waarop de overeenkomst betrekking heeft;

b) de algemene verenigbaarheid met de doelstellingen van het beleid van de Gemeenschap wat de opheffing van de technische handelsbelemmeringen betreft.

De evaluatie van de verschillende sectoren wordt onder punt 1.2 gevolgd door een algemene beoordeling van de voordelen van het protocol.

Bijlagen betreffende machines, veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, warmwaterketels, gastoestellen en medische hulpmiddelen.

Deze bijlagen inzake de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling hebben betrekking op een aantal industrieproducten die volgens de 'nieuwe aanpak'-richtlijnen in de desbetreffende sectoren aan overeenstemmingbeoordeling door een onafhankelijke derde zijn onderworpen. Al deze bijlagen hebben dezelfde structuur.

Het toepassingsgebied wordt bepaald door de desbetreffende communautaire en nationale wetgeving zoals deze in afdeling I van elke bijlage is vermeld. Afdeling II, die betrekking heeft op de met de aanmelding belaste autoriteiten, bevat een lijst van de autoriteiten in de lidstaten en Hongarije die verantwoordelijk zijn voor de aanwijzing van instanties. Afdeling III, betreffende aangemelde instanties, gaat over de bekendmaking van alle door de lidstaten en Hongarije aangemelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen. In Afdeling IV, inzake de specifieke regelingen, zijn twee procedures voor de vrijwaringsclausule in verband met industrieproducten en geharmoniseerde normen vastgesteld.

In de bijlage betreffende medische hulpmiddelen zijn in afdeling IV drie aanvullende bepalingen opgenomen die voorzien in de registratie van de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van hulpmiddelen, de etikettering van medische hulpmiddelen en de specifieke uitwisseling van informatie tussen de partijen.

5.

Bijlage betreffende goede laboratoriumpraktijken (GLP) voor geneesmiddelen


Deze bijlage gaat over de wederzijdse erkenning van de programma's van elke partij voor het toezicht op de naleving van goede laboratoriumpraktijken (GLP) die in overeenstemming zijn met de besluiten en aanbevelingen van de OESO en de wederzijdse aanvaarding van studies en daaruit voortvloeiende gegevens, controles op onderzoek en inspecties van testlaboratoria van de andere partij.

De partijen erkennen bovendien de gelijkwaardigheid van de programma's van de andere partij voor het toezicht op de naleving van GLP. De erkenning van inspectieresultaten en van de naleving van de GLP-beginselen maakt het overbodig dat ondernemingen in elke partij door de autoriteiten van de andere partij worden geïnspecteerd. Beide partijen hebben de besluiten en aanbevelingen van de Raad van de OESO inzake de begripsomschrijvingen en de procedures voor het toezicht op de naleving van goede laboratoriumpraktijken aanvaard.

Deze bijlage is van toepassing op het niet-klinische onderzoek van geneesmiddelen, hetzij stoffen, hetzij preparaten, waarop de in afdeling I vermelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen uitdrukkelijk van toepassing zijn.

In deze bijlage worden onder 'aangemelde testlaboratoria' verstaan de in het kader van de programma's van toezicht op GLP erkende testlaboratoria van elke partij. In afdeling II, betreffende aangemelde testlaboratoria, is de aanmeldingsprocedure omschreven van de testlaboratoria waarvan is vastgesteld dat zij de GLP-beginselen toepassen. De met de aanmelding belaste autoriteiten in afdeling III zijn de autoriteiten in elke lidstaat bij Hongarije die toezicht houden op de naleving van de GLP-voorschriften.

Afdeling IV, betreffende specifieke regelingen, bevat een aantal clausules betreffende inspecties van testlaboratoria, vrijwaringsmechanismen en samenwerking tussen de partijen.

Deze bijlage treedt in werking bij besluit van de Associatieraad. Dit besluit wordt genomen in het licht van de Mutual Joint Visits (MJV) die in Hongarije zullen plaatsvinden overeenkomstig het proefproject van de OESO betreffende het onderzoek van de nationale programma's voor het toezicht op de naleving van GLP.

Deze bijlage verschaft het bedrijfsleven de nodige zekerheid wat de aanvaarding van gegevens betreft en maakt zijn herhaling van inspecties overbodig.

6.

Bijlage betreffende geneesmiddelen, GMP-inspectie en certificatie van charges


Deze bijlage heeft betrekking op de wederzijdse erkenning van de conclusies van de GMP-inspecties van elke partij, de fabricagevergunningen van elke partij en de chargecertificaten van de fabrikanten. Deze bijlage is van toepassing op alle geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik.

In afdeling I is de desbetreffende communautaire en nationale wetgeving vermeld. Afdeling II bevat een lijst van de officiële GMP-inspectiediensten van elke lidstaat en van Hongarije.

Afdeling III bevat gemeenschappelijke definities van de gebruikte termen overeenkomstig de wetgeving van beide partijen en een omschrijving van het toepassingsgebied van deze bijlage, ook wat de betrokken producten betreft. Zij voorziet in een overgangstermijn van zes maanden. De Associatieraad beslist of deze termijn wordt beëindigd of verlengd. Deze bijlage wordt van toepassing zodra de preoperationele fase met succes is voltooid.

De andere bepalingen hebben betrekking op de mechanismen voor de samenwerking (toezending van verslagen, uitwisseling van informatie, opleiding van inspecteurs, gezamenlijke inspecties, waarschuwingssysteem, contactpunten) tussen de respectieve met de inspecties belaste autoriteiten. Er werd een vrijwaringsclausule voor inspecties opgenomen die elke partij het recht geeft, in uitzonderlijke omstandigheden, haar eigen inspecties te verrichten, op voorwaarde dat de redenen daarvoor aan de andere partij worden medegedeeld. De partijen worden verzocht alles in het werk te stellen om een oplossing te vinden voor eventuele meningsverschillen. Niet-opgeloste meningsverschillen kunnen naar de Associatieraad worden doorverwezen.

Dankzij deze bijlage behoeven de procedures voor de vrijgave van charges geen twee keer te worden verricht, waardoor voor elke ingevoerde charge een aanzienlijke kostenbesparing wordt verwezenlijkt. De erkenning van de inspectieresultaten maakt het bovendien overbodig dat inspecties nogmaals door de autoriteiten van het importerende land worden uitgevoerd. Dit maakt aanzienlijke besparingen mogelijk, zowel wat betreft de tijd die vereist is om een product in de andere partij in de handel te brengen, als wat de andere vergoedingen en inspectiekosten betreft.

7.

I.1.2.2 Bijlagen inzake de wederzijdse erkenning van industrieproducten


Tot op heden is over dergelijke bijlagen nog niet onderhandeld. De PEOA bevat niettemin, evenals de Europaovereenkomst, de grondslagen voor de aanvaarding van dergelijke producten op dezelfde wijze als in de Europese Gemeenschap.

8.

I.1.2.3 Unilaterale verklaring


Deze is aan de slotbepaling gehecht en als bijlage bij deze mededeling gevoegd.

Unilaterale verklaring van de Gemeenschap betreffende de deelname van vertegenwoordigers van Hongarije aan de comités. In deze verklaring wordt Hongarije uitgenodigd waarnemers te zenden naar de vergaderingen van de comités die zijn opgericht bij of waaraan wordt gerefereerd in de communautaire wetgeving die in de bijlagen is vermeld. Deze verklaring is gebaseerd op de beginselen van de mededeling van de Commissie betreffende de "deelname van kandidaat-lidstaten aan communautaire programma's, agentschappen en comités" i.

9.

I.1.3 Betrekkingen met de landen van de EVA/EER


Overeenkomstig de algemene informatie- en overlegprocedures van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid protocol 12 daarvan, heeft de Commissie de lidstaten van de EVA/EER voortdurend op de hoogte gehouden van de gemaakte vorderingen en van het eindresultaat van de onderhandelingen. De lidstaten van de EVA/EER hebben onlangs onderhandelingen geopend over een gelijklopende overeenkomst inzake wederzijdse erkenning met Hongarije.

10.

I.2 Algemene evaluatie


De Commissie is van oordeel dat de voorgestelde PEOA in de pretoetredingsfase een aanvaardbaar pakket van voordelen te bieden heeft voor alle partijen. De Gemeenschap heeft in alle sectoren daadwerkelijke toegang tot de markt verkregen, in die zin dat zij alle verplichte procedures van de andere partij kan verrichten. De PEOA bevestigt dat Hongarije de wetgeving van de Gemeenschap in de desbetreffende sectoren reeds voor de toetreding heeft overgenomen. Deze PEOA biedt voordelen op zowel politiek als economisch vlak.

Het protocol geeft exporteurs in de Gemeenschap desgewenst de mogelijkheid hun industrieproducten voorafgaand aan de uitvoer overeenkomstig dezelfde (geharmoniseerde) voorschriften te testen en te certificeren en vervolgens hun producten in de andere partij in de handel te brengen zonder dat nog verdere overeenstemmingsbeoordelingen dienen plaats te vinden. De certificatieprocedures dienen voor beide markten slechts eenmaal te worden verricht overeenkomstig dezelfde geharmoniseerde voorschriften en normen. De erkenning van deze certificatie maakt besparingen mogelijk en stimuleert de uitvoer. Het Europese bedrijfsleven werd hierover geraadpleegd en heeft het protocol zijn onvoorwaardelijke steun toegezegd.

De betrokken sectoren van de industrie, die het protocol ondersteunen, hebben de kosten of de tijd die met de overeenstemmingsbeoordeling van hun industrieproducten in Hongarije gepaard gaan nog niet altijd kunnen kwantificeren. De besparingen in tijd en kosten en de betere afzetmogelijkheden die dit protocol met zich brengt, konden derhalve nog niet in alle gevallen nauwkeurig worden bepaald. Dit zal wellicht pas mogelijk zijn wanneer het protocol enige tijd van toepassing is. Volgens een ruwe schatting i zal dit protocol evenwel een kostenbesparing van ongeveer 67 miljoen EUR voor de exporterende industrie en ongeveer 83 miljoen EUR voor de Hongaarse exporteurs mogelijk maken, die ten dele de Europese importeurs en consumenten ten goede zal komen.

Cijfers betreffende het handelsverkeer tussen de EG en Hongarije zijn ter informatie bijgevoegd. Uit de algemene handelsbalans voor de sectoren waarop dit protocol betrekking heeft, blijkt dat Hongarije een handelsoverschot van gemiddeld een factor 1,2:1 heeft met de Gemeenschap (gaande van 1,4:1 in de sector van de machines tot 1,1:1 in de sector van het elektrisch materiaal). In bepaalde andere sectoren, zoals die van de farmaceutica, de gastoestellen en de medische hulpmiddelen, heeft de Gemeenschap evenwel een handelsoverschot met Hongarije (respectievelijk een factor 5,7:1, 22:1 en 1,9:1). Wanneer de PEOA van toepassing is, zal het handelsverkeer naar verwachting verder toenemen.

De meeste voordelen, zoals een snellere markttoegang, meer zekerheid, minder protectionisme, harmonisatie van de systemen, zijn uiteraard niet kwantificeerbaar. Zeker is dat elke overeenkomst, wat de overeenstemmingsbeoordeling betreft, beide partijen in gelijke mate toegang verschaft tot de markt van de andere partij.

Deze voordelen wegen ruimschoots op tegen de middelen die de Commissie beschikbaar zal moeten stellen voor het beheer van het protocol. Deze worden geraamd op 1,6 personen per jaar, naast reiskosten en andere uitgaven voor vergaderingen en andere activiteiten zoals de publicatie van richtsnoeren.

De PEOA zal de markt van de Gemeenschap toegankelijker maken voor Hongarije. Bovendien zal dit land politieke goodwill ontvangen omdat het zijn wetgeving heeft aangepast. Hongarije beschouwt de PEOA als een instrument om zijn industriële betrekkingen met de EU te versterken en reeds voor de toetreding bepaalde sectoren in de interne markt te integreren.

11.

II. De ontwerp-besluiten van de raad


Aan dit document is een voorstel voor twee besluiten van de Raad gehecht.

Het eerste voorstel betreft de ondertekening van het protocol. Hongarije verlangt dat dit door ondertekening wordt goedgekeurd. Voorgesteld wordt derhalve dat de Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die gemachtigd is dit protocol namens de Gemeenschap te ondertekenen, onder voorbehoud van latere sluiting op basis van de artikelen 133 en 300 van het Verdrag.

Het voorstel voor een tweede besluit houdt verband met de goedkeuring van de PEOA. Het verdient, wat dit betreft, aanbeveling dat de Raad, naar analogie van eerdere besluiten van de Raad inzake de sluiting van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning, een passende communautaire procedure voor de tenuitvoerlegging en het beheer van het protocol vaststelt.

In het bijzonder is het wenselijk dat de Raad de Commissie, in overleg met het door de Raad ingestelde bijzonder comité, de nodige bevoegdheden verleent voor het beheer en de tenuitvoerlegging van het protocol. Voorts dient de Raad de Commissie, die handelt in overleg met het bijzonder comité, de nodige bevoegdheden te geven om in bepaalde gevallen het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad of, in voorkomend geval, het Associatiecomité ten aanzien van dit protocol te bepalen.

In alle andere gevallen wordt het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van dit protocol vastgesteld door de Raad, die met een gekwalificeerde meerderheid een besluit neemt op basis van een voorstel van de Commissie.

De Commissie stelt de Raad derhalve voor zijn goedkeuring te hechten aan het bijgaande besluit inzake de ondertekening en de sluiting van de PEOA.