Explanatory Memorandum to COM(2015)355 - Activities of the European Globalisation Adjustment Fund in 2013 and 2014 - Main contents
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
dossier | COM(2015)355 - Activities of the European Globalisation Adjustment Fund in 2013 and 2014. |
---|---|
source | COM(2015)355 |
date | 22-07-2015 |
Contents
- Brussels, 22.7.2015 COM(2015) 355 final
- Europees commissaris voor
- Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit
- Inleiding
- Overzicht van de activiteiten van het EFG in 2013 en 2014 ........................................ 5
- Complementariteit met door de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), gefinancierde acties .............................................................................. 12
- Samenvatting van de in 2013 en 2014 gemelde resultaten en goede praktijken ........ 13
- Financieel verslag ....................................................................................................... 19
- 22 22 22
- Evaluatie achteraf van het EFG voor de programmeringsperiode 2007-2013 ........... 23
- Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot
- Een ingetrokken aanvraag (EGF/2012/009 BE/Carsid) is op 2 april 2013 in gewijzigde vorm opnieuw
- EGF/2011/010 EGF/2011/016
- 320 1 257
- 270 856
- 225 531
- 45 325
- 17 94
- 199 627
- 1 517 529
- 1 164 1 030
- 1 517
- 1 146
- 1 010
- 1 063 290
- 1 057 890
- 1 450 473
- 1 145 978
- 1 322 450
- 13 898
- 32 112
- 1 513
- 4 509
- 1 000
- 3 719
- 2 338
- 3 525
- 3 302
- 217 1 381
- 15 194
- EGF/2013/002
- 1 244
- 19 3 3 1 1 15 26
- 0 0 0
- EGF/2013/004 EGF/2013/008
- 630 560
- 300 300
- 267 172
- 33 128
- 290 294
- 43 235
- 55 60
- 1 079 587 512
- 5 213 508
- 3 886
- 602 457 401
- 2 322 337
- 777 587 479 3 879 501
- 1 206 466
- 130 78
- 1 564
- EGF/2014/002 NL
- 475 280 300 760
- EGF/2014/003 EGF/2014/004 EGF/2014/005
- 33 760
- 97 258 487
- 76 620
- EGF/2014/006 FR
- 6 120
- 2 357
- 1 896
- 496 112
- 2 135
- 69 649
- 234 4
- 608 600
- 422 65
- 25 917
- 506 592
- 25 917
- 514 554
- 25 917
- Sommige lidstaten hebben werknemers van meer dan 65 jaar opgenomen in de leeftijdsgroep van 55-64 jaar
- Europese Commissie: Evaluatie achteraf van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (eerste fase)
- actieve
- Ontslagen werknemers 813 1 650 1 184
- 974 680
- 199 199
- 214 214
- 551 551
- 2 834 2 834
- 2 338 502
- 642 642
- 11/08/2010 11/08/2012
- 01/08/2010 01/08/2012
- 01/10/2010 06/10/2012
- 20/05/2010 26/11/2012
- 16/01/2010 20/12/2012
- 16/01/2010 20/12/2012
- 16/01/2010 20/12/2012
- 16/01/2010 20/12/2012
- 14/06/2010 20/12/2012
- 01/02/2011 01/02/2013
- 01/05/2011 01/05/2013
- 01/03/2010 09/02/2013
- 01/07/2011 01/07/2013
- 11/02/2013 01/02/2013 06/04/2013
- 26/05/2013
- 20/06/2013 20/06/2013 20/06/2013
- 20/06/2013
- 20/06/2013
- 01/08/2013
- 01/11/2013 09/08/2013
- 01/01/2014
- Ontslagen werknemers
- 726 726
- 1 138 1 138
- 550 435
- 270 350 153
- 1 416 700
- 1 257 788
- 856 320
- 1 106 500
- 878 450
- 01/07/2010 06/06/2013
- 30/09/2011 30/09/2013
- 31/10/2011 31/10/2013
- 01/01/2012 01/01/2014
- 15/11/2011 20/12/2013
- 01/10/2011 21/12/2013
- 21/03/2012 21/03/2014
- 08/12/2011 22/12/2013
- 26/10/2010 23/12/2013
- 15/03/2012 15/03/2014
- 28/12/2011 28/12/2013
- 19/03/2012 19/03/2014
- 23/03/2012 23/03/2014
- 06/12/2013 Nee
- 30/03/2014 Nee
- 30/04/2014 01/07/2014 Nee Nee
- 20/06/2014 Nee
- 21/06/2014 21/09/2014 Nee Nee
- 22/06/2014 23/06/2014 Nee Nee
- 15/09/2014 28/06/2014 Ja Nee
- 19/09/2014 Nee
- 23/09/2014 Nee
- 13 14
- Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het
- 15 16
- Internetsite
- 17 18
- miljoen EUR
- Automobielindustrie
- 0 2500 5000 750010000125001500017500200002250025000
- EUR
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND
THE COUNCIL
on the activities of the
European Globalisation Adjustment Fund in 2013 and 2014
Voorwoord van de Commissaris
Geachte lezer,
Ik ben er trots op u dit verslag voor te leggen over de verwezenlijkingen van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in 2013 en 2014. Het Fonds heeft sinds het begin van 2007 een opmerkelijke ontwikkeling ondergaan. Tegenwoordig is het Fonds actief in een groot aantal sectoren en economische activiteiten en maken meer en meer lidstaten gebruik van de steun.
Op een moment dat publieke middelen beperkt zijn en de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in heel Europa op zijn grenzen stoot, heeft het EFG een welkome ondersteuning geboden aan werknemers die het slachtoffer zijn van massaontslagen ten gevolge van de globalisering of de crisis. De gepersonaliseerde en gerichte bijstand heeft bijgedragen tot een heroriëntatie van de ontslagen werknemers naar nieuwe en veelbelovende groeisectoren.
De in dit verslag gepresenteerde resultaten bewijzen dat het EFG een echte meerwaarde vormt en tonen aan dat de extra bijstand uit het EFG, die vaak focust op de ontslagen werknemers die het moeilijkst een nieuwe baan vinden, resultaten boekt, zoals het indrukwekkende herintredingspercentage onder andere illustreert: bijna 50 % van de geholpen werknemers vindt opnieuw werk.
De nieuwe EFG-verordening die in december 2013 door het Europees Parlement en de Raad werd vastgesteld, breidt de steun uit naar meer kwetsbare werknemers zoals tijdelijk personeel, zelfstandigen en, bij wijze van afwijking tot het einde van 2017 ook jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (young people not in employment, education or training - NEET’s), dit laatste ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie. Het wetgevingskader is bovendien gestroomlijnd, zodat de financiële middelen sneller ter plaatse komen. Vanaf 1 april 2015 zal een en ander nog efficiënter worden dankzij de invoering van een online communicatieplatform, waardoor de lidstaten hun EFG-aanvragen elektronisch zullen kunnen indienen. Deze veranderingen wijzen erop dat het EFG in de toekomst nog nuttig zal kunnen zijn bij het afwenden van mogelijke negatieve effecten op korte termijn om te kunnen genieten van de voordelen die de globalisering op lange termijn biedt voor de economie en de werkgelegenheid en om de economische crisis definitief de rug toe te keren.
Marianne Thyssen
Werkgelegenheid, Sociale Zaken,
INHOUDSOPGAVE
1.
2.
3.
4.
4.1.
4.1.1.
4.1.2.
4.1.3.
4.1.4.
4.1.5.
4.2.
4.2.1.
4.2.2.
4.3.
4.4.
4.4.1.
4.4.2.
4.5.
4.6.
4.6.1.
4.6.2.
4.6.3.
4.6.4.
4.6.5.
4.7.
4.7.1.
4.7.2.
4.7.3.
4.7.4.
5.
6.
4
Overzicht van de activiteiten van het EFG in 2013 en 2014 ........................................ 5
Follow-up van het jaarverslag 2012 over de activiteiten van het EFG ........................ 5
Analyse van de activiteiten van het EFG in 2013 en 2014 .......................................... 6
Ontvangen aanvragen ................................................................................................... 6
Ontvangen aanvragen per sector .................................................................................. 8
Ontvangen aanvragen naar aangevraagd bedrag .......................................................... 8
Ontvangen aanvragen naar aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd ..... 8
Ontvangen aanvragen naar per werknemer aangevraagd bedrag ................................. 8
Ontvangen aanvragen naar steunverleningscriterium .................................................. 9
Toegekende bijdragen .................................................................................................. 9
Met
behulp
van EFG-steun gefinancierde acties
12
Complementariteit met door de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), gefinancierde acties .............................................................................. 12
Dossiers die niet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG voldeden ..................................................................................................................... 13
Door het EFG
behaalde resultaten
13
Kwalitatieve beoordeling ........................................................................................... 14
Programmeringsperiode 2014-2020 – de nieuwe EFG-verordening ......................... 19
Financieel verslag ....................................................................................................... 19
Door het EFG bijgedragen fondsen ............................................................................ 19
Uitgaven voor technische bijstand ............................................................................. 20
Gemelde of afgesloten onregelmatigheden ................................................................ 21
Afsluiting van de financiële bijdragen van het EFG .................................................. 21
Andere terugbetalingen .............................................................................................. 22
Technische bijstand van de Commissie Voorlichting en publiciteit
Vergaderingen met de nationale autoriteiten en belanghebbenden van het EFG
Het creëren van een kennisbank – de EFG-gegevensbank en standaardprocedures voor EFG-aanvragen .................................................................................................. 23
Trends ......................................................................................................................... 23
Conclusie .................................................................................................................... 30
1. Inleiding
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) heeft als opdracht steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen. Het bij Verordening (EG) nr. 1927/20061 opgerichte fonds is bedoeld om de algemene voordelen die een open handel op lange termijn biedt voor groei en werkgelegenheid te verzoenen met de nadelige effecten op korte termijn die de globalisering kan hebben, met name voor de werkgelegenheid van de meest kwetsbare en laagst geschoolde werknemers. Het EFG voorziet in medefinanciering van actieve arbeidsmarktmaatregelen die de lidstaten nemen om ontslagen werknemers te helpen zich om te scholen en een nieuwe baan te vinden. Het EFG biedt een aanvulling op nationale arbeidsmarktmaatregelen wanneer situaties van plotseling collectief ontslag de openbare diensten voor arbeidsvoorziening onder buitengewone druk zetten. Het kan zorgen voor meer gepersonaliseerde en doelgerichte bijstand aan de meest kwetsbare werknemers.
Teneinde doelmatiger te reageren op de wereldwijde financiële en economische crisis werden de regels voor het EFG eerst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 546/20092 en sinds januari
2014 bij Verordening (EU) nr. 1309/20133.
Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1309/2013 moet de Commissie om de twee jaar een kwantitatief en kwalitatief verslag bij het Europees Parlement en de Raad doen toekomen over de activiteiten van het EFG die de voorafgaande twee jaren zijn ondernomen. De verslagen moeten in hoofdzaak betrekking hebben op de door het EFG behaalde resultaten, waaronder met name informatie over:
de ingediende aanvragen;
de vastgestelde besluiten;
de gefinancierde acties, met aandacht voor hun complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de andere instrumenten van de Unie, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF);
•
de afsluiting van de verstrekte financiële bijdragen.
De verslagen moeten ook informatie verschaffen over verzoeken die werden afgewezen omdat er onvoldoende middelen waren of omdat ze niet in aanmerking kwamen. Artikel 19 bepaalt dat in de verslagen niet alle dossiers in de verschillende fasen van uitvoering dienen te worden behandeld, maar een analyse moet worden gegeven van de dossiers die tijdens de referentieperiode zijn afgesloten (in elk deel van het verslag komen verschillende dossiers aan bod).
Verordening (EG) nr. 1927/2006 van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz.
1), zoals gerectificeerd in PB L 48 van 22.2.2008, blz. 82, voor alle talen en in PB L 202 van 31.7.2008, blz. 74, voor de Engelse taal. Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009).
Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot
2
3
2. Overzicht van de activiteiten van het EFG in 2013 en 2014
In 2013 en 2014 ontving de Commissie 30 aanvragen voor bijdragen uit het EFG voor een totaal van 109 miljoen EUR. In punt 4.1 en tabel 1 zijn nadere bijzonderheden van de aanvragen opgenomen.
In 2013 en 2014 heeft de begrotingsautoriteit 28 besluiten vastgesteld tot toekenning van financiële steun uit het EFG voor een totaal bedrag van 114,4 miljoen EUR uit de begroting van het EFG voor 2013 en 2014. Punt 4.2 en de tabellen 2 en 3 bevatten details van de toegekende bijdragen.
De Commissie heeft in 2013 en 2014 in totaal 34 eindverslagen ontvangen over de uitvoering van de EFG-bijdragen. In punt 4.4 en tabel 4 worden de resultaten hiervan gepresenteerd. Gedurende de referentieperiode zijn er 34 EFG-bijdragen afgesloten die in eerdere jaren zijn toegekend (details in punt 4.6.4 en tabel 3 van de bijlage).
De technische bijstand die op initiatief van de Commissie werd verleend (artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1309/2013) wordt beschreven in punt 4.6.2 en in tabel 5.
Een externe dienstverlener heeft de evaluatie achteraf voor de periode 2007-2013 in twee fasen uitgevoerd (meer details in punt 4.7.4) en de verslagen terzake vervolgens aan de Commissie doen toekomen.
De Commissie heeft in 2011 haar voorstel voor een nieuwe EFG-verordening voor de periode 2014-2020 aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd4. Dit voorstel is door beide instellingen besproken en in december 2013 aangenomen, waardoor de lidstaten sinds januari 2014 volgens de nieuwe regels EFG-steun kunnen aanvragen (meer details in punt 4.5).
3. Follow-up van het jaarverslag 2012 over de activiteiten van het EFG
Met ingang van 1 mei 2009 gold er een tijdelijke 'crisisafwijking', waardoor de lidstaten hun aanvragen voor EFG-steun konden motiveren door te verwijzen naar de financiële en economische crisis. Deze afwijking verviel op 31 december 2011, omdat er in de Raad geen akkoord over de verlenging werd bereikt. Voor de resterende periode van de oorspronkelijke EFG-verordening, d.w.z. tot en met 31 december 2013, konden aanvragen voor EFG-steun niet meer worden gerechtvaardigd door de financiële en economische crisis, maar uitsluitend door structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen. Tegelijkertijd werd het medefinancieringspercentage teruggebracht tot de oorspronkelijke 50 % van de totale subsidiabele kosten.
In het kader van de nieuwe verordening voor de periode 2014-2020 kan opnieuw worden verwezen naar een financiële en economische crisis als motivering voor een EFG-aanvraag. Een andere belangrijke verandering in het kader van de nieuwe verordening is de opneming van nieuwe categorieën begunstigden, zoals tijdelijk personeel en uitzendkrachten, zelfstandigen en – tot het einde van 2017 – jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (not in employment, education or training - NEET’s).
4. Analyse van de activiteiten van het EFG in 2013 en 2014
4.1. Ontvangen aanvragen
In 2013 en 2014 ontving de Commissie 30 EFG-aanvragen5 (zie tabel 1). Deze werden ingediend door 10 lidstaten (België, Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen en Finland). De aanvragen, voor een totaalbedrag van 108 733 976 EUR uit het EFG, waren bestemd voor 28 390 werknemers die ontslagen werden als gevolg van structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de economische en financiële crisis. Alle 10 lidstaten hadden al eens eerder een aanvraag voor EFG-financiering ingediend.
De aanvragen van 2013 vielen nog onder Verordening (EG) nr. 546/2009, zodat de medefinanciering maximum 50 % kon bedragen en de crisis niet als criterium voor steunverlening kon worden gebruikt. De aanvragen van 2014 vielen daarentegen onder Verordening (EU) nr. 1309/2013, die een medefinanciering ten belope van 60 % toelaat en de mogelijkheid schept om zich te beroepen op de wereldwijde financiële en economische crisis als criterium voor steunverlening.
5
Tabel 1 – In 2013 en 2014 ontvangen
aanvragen
EFG-nr. Lidstaat Aanvraag | 1/2/2013 | a | Handel | 9 809 999 | 9 810 000 | 3 719 | 2 638 | |
EGF/2013/001 FI Nokia | Mobiele telefoons | |||||||
EGF/2013/002 BE Carsid | Metalen in primaire vorm | 2/4/2013 | a | Handel | 911 934 | 9 11 934 | 752 | 1 213 |
EGF/2013/003 DE First Solar | Machines, apparaten en werktuigen | 1 2/4/2013 | a | Handel | 2 305 357 | 2 305 357 | 875 | 2 635 |
EGF/2013/004 ES Bouwmaterialen Comunidad Valenciana | Bouwmaterialen | 22/5/2013 | b | Handel | 840 000 | 8 40 000 | 300 | 2 800 |
EGF/2013/006 PL Fiat Auto Poland | Automobielindustrie Metalen in primaire vorm | 29/7/2013 27/9/2013 | a | Handel | 1 259 609 | 1 259 610 | 777 | 1 621 |
EGF/2013/007 BE Henegouwen Staal (Duferco-NLMK) | b | Handel | 981 955 | 9 81 956 | 701 | 1 401 | ||
EGF/2013/008 ES Textiel Comunidad Valenciana | Textiel | 8/10/2013 | b | Handel | 839 999 | 8 40 000 | 300 | 2 800 |
EGF/2013/009 PL Zachem | Chemische stoffen | 9/10/2013 | a | Handel | 115 204 | 1 15 205 | 100 | 1 152 |
EGF/2013/010 ES Castilla y León | Schrijn- en timmerwerk | 5/12/2013 | b | Handel | 700 000 | 7 00 000 | 587 | 1 193 |
EGF/2013/011 BE Saint-Gobain Sekurit | Glas Automobielindustrie Luchtvaart | 19/12/2013 23/12/2013 20/12/2013 | c | Handel | 1 339 928 | 1 339 928 | 257 | 5 214 |
EGF/2013/012 BE Ford Genk | c | Handel | 570 945 | 5 70 945 | 479 | 1 192 | ||
EGF/2013/014 FR Air France | a | Handel | 25 937 813 | 25 937 813 | 3 886 | 6 675 | ||
EGF/2014/001 EL Nutriart | Voedingsmiddelen | 5/2/2014 | a | Crisis | 4 064 000 | 6 096 000 | 1 013 | 6 018 |
EGF/2014/002 NL Gelderland-Overijssel bouw | Bouw van gebouwen | 20/2/2014 | b | Crisis | 1 083 854 | 1 625 781 | 475 | 3 423 |
EGF/2014/003 ES Aragón eet- en drinkgelegenheden Eet- en drinkgelegenheden | 21/2/2014 25/3/2014 6/6/2014 | b | Crisis | 640 000 | 9 60 000 | 280 | 3 429 | |
EGF/2014/004 ES Comunidad Valenciana metaal | Metaalproducten Slachthuis | b | Crisis | 679 456 | 1 019 184 | 300 | 3 397 | |
EGF/2014/005 FR GAD | a | Crisis | 612 000 | 9 18 000 | 760 | 1 208 | ||
EGF/2014/006 FR PSA | Automobielindustrie | 25/4/2014 | a | Handel | 8 469 737 | 12 704 605 | 2 357 | 5 390 |
EGF/2014/007 IE Andersen Ireland | Juwelen | 1 6/5/2014 | c | Handel | 1 000 800 | 1 501 200 | 276 | 5 439 |
EGF/2014/008 FI STX Rauma | Scheepsbouw | 27/5/2014 | a | Handel | 951 200 | 1 426 800 | 565 | 2 525 |
EGF/2014/009 EL Sprider Stores | Detailhandel Huishoudapparaten | 6/6/2014 1 8/6/2014 | a | Crisis | 4 860 600 | 7 290 900 | 1 311 | 5 561 |
EGF/2014/010 IT Whirlpool | a | Crisis | 1 260 000 | 1 890 000 | 608 | 3 109 | ||
EGF/2014/011 BE Caterpillar | Machines, apparaten en werktuigen | 22/7/2014 | a | Handel | 815 236 | 1 222 854 | 630 | 1 941 |
EGF/2014/012 BE Arcelor Mittal | Metalen in primaire vorm | 22/7/2014 | a | Handel | 1 060 991 | 1 591 486 | 910 | 1 749 |
EGF/2014/013 EL Odyssefs Fokas | Detailhandel | 29/7/2014 | a | Crisis | 4 296 000 | 6 444 000 | 1 100 | 5 858 |
EGF/2014/014 DE Aleo Solar | Informaticaproducten, elektronische en optische producten Informatie en communicatie | 29/7/2014 4/9/2014 | a | Handel | 729 840 | 1 094 760 | 476 | 2 300 |
EGF/2014/015 EL Attica Uitgeverijen | b | Crisis | 2 497 800 | 3 746 700 | 705 | 5 314 | ||
EGF/2014/016 IE Lufthansa Technik | Reparatie en installatie van machines en apparaten | 1 9/9/2014 | c | Handel | 1 660 506 | 2 490 758 | 450 | 5 535 |
EGF/2014/017 FR Mory-Ducros | Opslag en vervoersondersteuning | 6/10/2014 | a | Crisis | 4 034 800 | 6 052 200 | 2 513 | 2 408 |
EGF/2014/018 EL Attica Omroepen | Programmatie- en omroepactiviteiten | 4/9/2014 | b | Crisis | 3 364 000 | 5 046 000 | 928 | 5 438 |
Totaal aantal aanvragen ontvangen in 2013-2014: 30 | 87 693 562 1 08 733 976 28 390 | |||||||
gemiddelde cijfers 2 923 119 3 624 466 946 3 352 | ||||||||
Gegevens op 31/12/2014 |
8
4.1.1. Ontvangen aanvragen per sector
De 30 aanvragen die de Commissie tijdens de verslagperiode heeft ontvangen, hebben betrekking op een breed scala van sectoren (24)6. Voor 10 sectoren kwam er voor de eerste keer een EFG-aanvraag. Deze sectoren waren: voedingsmiddelen, slachthuizen, chemische stoffen, glas, informaticaproducten, elektronische en optische producten, juwelen, opslag en vervoersondersteuning, luchtvaart, eet- en drinkgelegenheden, programmatie- en omroepactiviteiten, reparatie en installatie van machines, apparaten en werktuigen, en informatie en communicatie.
4.1.2. Ontvangen aanvragen naar aangevraagd bedrag
Elke lidstaat die een aanvraag voor EFG-steun indient, moet een gecoördineerd pakket maatregelen uitwerken dat het best past bij het profiel van de werknemers op wie zij zijn gericht en het bedrag van de bijstand vaststellen dat van het EFG wordt verlangd. De EFG-verordening specificeert het maximumpercentage van de medefinanciering door de Commissie voor EFG-aanvragen7. Bij de evaluatie van een aanvraag door de diensten van de Commissie kunnen vragen rijzen die ertoe leiden dat de aanvragende lidstaat het voorgestelde pakket van individuele dienstverlening moet herzien, waardoor ook het gevraagde bedrag moet worden aangepast.
De in 2013 en 2014 aangevraagde EFG-bijdragen variëren van 115 205 EUR tot 25 937 813 EUR (gemiddeld 3 624 466 EUR).
4.1.3. Ontvangen aanvragen naar aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd
De maatregelen die voor medefinanciering door het EFG werden voorgelegd, waren gericht op 28 390 werknemers. Dat is ongeveer 76 % van het totale aantal ontslagen werknemers (ongeveer 37 000) waarvan de 10 lidstaten melding hebben gemaakt in de 30 ingediende aanvragen.
Het aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd varieerde van 50 tot 3 886. In 4 aanvragen werd steun aangevraagd voor meer dan 1 000 ontslagen werknemers en in 11 aanvragen voor minder dan 500 ontslagen werknemers. Het aantal ontslagen werknemers en het aantal werknemers voor wie EFG-steun werd aangevraagd kunnen verschillen doordat de aanvragende lidstaat kan beslissen slechts steun aan te vragen voor specifieke groepen werknemers, zoals werknemers die het buitengewoon moeilijk hebben om op de arbeidsmarkt te blijven en/of werknemers die het hardst hulp nodig hebben. Sommige ontslagen werknemers ontvangen eventueel andere dan EFG-steun en nog anderen vinden op eigen kracht een nieuwe baan of kiezen voor vervroegde uittreding, wat betekent dat er voor hen geen EFG-maatregelen worden aangevraagd.
4.1.4. Ontvangen aanvragen naar per werknemer aangevraagd bedrag
De lidstaten kunnen het pakket van individuele dienstverlening dat zij voor de betrokken ontslagen werknemers voorstellen binnen de grenzen van de verordening naar eigen goeddunken vaststellen. Het bedrag per getroffen werknemer kan daarom variëren afhankelijk van het aantal ontslagen, de situatie op de getroffen arbeidsmarkt, de individuele
Automobielsector (3), metalen in primaire vorm (3), machines en uitrusting (2), detailhandel (2), mobiele telefoons (1), bouwmaterialen (1), textiel (1), schrijn- en timmerwerk (1), luchtvervoer (1), voedingsmiddelen (1), bouw van gebouwen (1), eet- en drinkgelegenheden (1), metaalverwerkende sector (1), slachthuizen (1), juwelen (1), scheepsbouw (1), huishoudapparaten (1), informatie en communicatie (1), reparatie en installatie van machines, apparaten en werktuigen (1), programmatie- en omroepactiviteiten (1), chemische stoffen (1), glas (1), informaticaproducten en elektronische en optische producten (1) en opslag en vervoersondersteuning (1). Het maximale medefinancieringspercentage voor aanvragen die in 2013 werden ingediend was 50 %,
6
omstandigheden van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, de maatregelen die de desbetreffende lidstaten reeds hebben getroffen en de kosten van het verstrekken van de diensten in de desbetreffende lidstaat of regio. Dat verklaart waarom de bedragen die in 2013 en 2014 per werknemer werden voorgesteld, varieerden van ongeveer 1 152 EUR tot iets meer dan 6 675 EUR, met een gemiddelde van 3 352 EUR per werknemer.
4.1.5. Ontvangen aanvragen naar steunverleningscriterium
In de verslagperiode werden 19 aanvragen ingediend voor steun aan werknemers die ontslagen werden vanwege grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering, terwijl 11 aanvragen werden ingediend voor steun aan werknemers die ontslagen werden ingevolge de economische en financiële crisis. 4 van de handelsgerelateerde aanvragen werden gerechtvaardigd door uitzonderlijke omstandigheden.
4.2. Toegekende bijdragen
In 2013 en 2014 heeft de begrotingsautoriteit in 28 dossiers besloten de aanvraag van lidstaten goed te keuren om aan actieve arbeidsmarktmaatregelen EFG-financiering toe te kennen. Zie de tabellen 2 en 3 voor een overzicht van de toegekende bijdragen en een profiel van de betrokken werknemers. 9 van deze dossiers werden in 2013 ingediend en 11 werden in 2014 ingediend. De overige 8 werden in 2011 (4) en 2012 (4) ingediend. Op de 4 aanvragen uit 2011 was het hogere medefinancieringspercentage van 65 % ingevolge de crisis van toepassing. Voor de 13 aanvragen die in 2012 en 2013 werden ingediend, gold een medefinanciering ten belope van 50 % en voor de overige 11 aanvragen die in 2014 werden ingediend, gold een medefinancieringspercentage van 60 %.
De 28 toegekende bijdragen betroffen 27 610 ontslagen werknemers in 13 lidstaten, waarbij een totaalbedrag van 114 427 463 EUR werd betaald uit het EFG.
Tabel 2 – Details van de in 2013 en 2014 toegekende bijdragen
EFG-nr. | Verordening Aanvraag | Datum van de aanvraag | Art. 1 Handel / Crisis Nationale bijdrage (in EUR) Toegekende bijdrage (in €) Aantal werknemers | voor wie steun wordt aangevraagd EFG-bedrag / | Datum van ondertekening door de begrotingsautoriteit | Datum van betaling (overschrijving) (Bank transfer) | |||||
EG F/2011/010 | AT | Gewijzigd Austria Tabak | Tabak | 20.12.2011 (buiteng. omst.) Handel 2 122 615 3 941 999 | 270 | 1 4 600 | 21.5.2013 | 1.7.2013 | |||
EG F/2011/016 EG F/2011/023 | IT IT | Gewijzigd Agile Gewijzigd Antonio Merloni SpA | ICT Huishoudapparaten | 30.12.2011 __29.12.2011 | a a | Crisis 1 986 640 3 689 474 Crisis 2 712 490 5 037 481 | 856 1 517 | 4 310 3 321 | 21.5.2013 1.7.2013 21.5.2013 1.7.2013 | ||
EG F/2011/025 EG F/2012/007 | IT IT | Gewijzigd Lombardia 2012 VDC Technologies | Elektronische apparatuur Consumentenelektronica | 30.12.2011 31.8.2012 | b a | Crisis 6 27 270 1 164 930 Handel 3 010 984 3 010 985 | 480 1 146 | 2 427 2 627 | 9.10.2013 16.4.2014 | 6.12.2013 2.6.2014 | |
EG F/2012/008 EGF/2012/010 | IT RO | 2012 De Tomaso Automobili from Italy 2012 Mechel | Automobielindustrie Metalen in primaire vorm | 5.11.2012 21.12.2012 | a a | Handel 2 594 672 2 594 672 Handel 3 571 149 3 571 150 | 1 010 1 000 | 2 569 3 571 | 9.10.2013 8.11.2013 25.9.2014 29.10.2014 | ||
EGF/2012/011 | DK | 2012 Vestas | Machines, apparaten en werktuigen 21.12.2012 | a | Handel 6 364 644 6 364 643 | 611 | 1 0 417 | 11.12.2013 | 19.2.2014 | ||
EG F/2013/001 EG F/2013/002 | FI BE | 2012 Nokia 2012 Carsid | Mobiele telefoons Metalen in primaire vorm | 1.2.2013 2.4.2013 | a a | Handel 9 809 999 9 810 000 Handel 9 11 934 911 934 | 3 719 752 | 2 638 1 213 | 11.12.2013 22.10.2014 | 18.2.2014 25.11.2014 | |
EG F/2013/003 EGF/2013/004 | DE ES | 2012 First Solar Machines, apparaten en werktuigen 12.4.2013 2012 Comunidad Valenciana bouwmaterialen Bouwmaterialen 22.5.2013 | a b | Handel 2 305 357 2 305 357 Handel 8 40 000 840 000 | 875__ 300 | 2 635 2 800 | 11.12.2013 182.2014 20.11.2013 6.12.2013 | ||||
EGF/2013/006 EG F/2013/008 | PL ES | 2013 Fiat Auto Poland 2012 Textiel Comunidad Valenciana | Automobielindustrie Textiel | 29.7.2013 8.102013 | a b | Handel 1 259 609 1 259 610 Handel 8 39 999 840 000 | 300 | 1 621 2 800 | 17.12.2014 11.3.2014 | 4.3.2015 11.4.2014 | |
EGF/2013/010 EGF/2013/012 | ES BE | 2012 Castilla y León 2012 Ford Genk | Schrijn- en timmerwerk Automobielindustrie | 23.12.2013 | b c | Handel 7 00 000 700 000 Handel 5 70 945 570 945 | 587__ 479 | 1 193 1 192 | 22.10.2014 25.11.2014 | ||
EG F/2013/014 EG F/2014/001 | FR EL | 2012 Air France 2014-2020 Nutriart | Luchtvaart Voedingsmiddelen | 20122013 5.2.2014 | a a | Handel 2 5 937 813 25 937 813 Crisis 4 064 000 6 096 000 | 3 886 1 013 | 6 675 6 018 | 17.12.2014 25.9.2014 | 25.2.2015 6.10.2014 | |
EG F/2014/002 EG F/2014/003 | NL ES | 2014-2020 Gelderland en Overijssel, afdeling 18 2014-2020 Aragón eet- en drinkgelegenheden | Bouw van gebouwen Eet- en drinkgelegenheden | 20.2.2014 21.2.2014 | b b | Crisis 1 083 854 1 625 781 Crisis 6 40 000 960 000 | 475 280 | 3 423 3 429 | 22.10.2014 22.10.2014 | 28.10.2014 29.10.2014 | |
EG F/2014/004 | ES | 2014-2020 Comunidad Valenciana metaal | Metaalproducten | 25.3.2014 | b | Crisis 6 79 456 1 019 184 | 300 | 3 397 | 22.10.2014 | 29.10.2014 | |
EG F/2014/005 EG F/2014/006 | FR FR | 2014-2020 GAD 2014-2020 PSA | Slachthuis Automobielindustrie | 6.6.2014 25.4.2014 | a a | Crisis 6 12 000 918 000 Handel 8 469 737 12 704 605 | 760 2 357 | 1 208 5 390 | 26.11.2014 22.10.2014 | 16.12.2014 5.11.2014 | |
EG F/2014/007 | IE | 2014-2020 Andersen Ireland | Juwelen | 16.5.2014 | c | Handel 1 000 800 1 501 200 | 276 | 5 439 | 26.11.2014 | 16.12.2014 | |
EG F/2014/008 | FI | 2014-2020 STX Rauma | Scheepsbouw | 27.5.2014 | a | Handel 9 51 200 1 426 800 | 565 | 2 525 | 26.11.2014 | 16.12.2014 | |
EG F/2014/009 | EL | 2014-2020 Sprider Stores | Detailhandel | 6.6.2014 | a | Crisis 4 860 600 7 290 900 | 1 311 | 5 561 | 26.11.2014 | 16.12.2014 | |
EG F/2014/010 | IT | 2014-2020 Whirlpool | Huishoudapparaten | 18.6.2014 | a | Crisis 1 260 000 1 890 000 | 608 | 3 109 | 17.12.2014 | 25.2.2015 | |
EG F/2014/013 | EL | 2014-2020 Odyssefs Fokas | Detailhandel | 29.7.2014 | a | Crisis 4 296 000 6 444 000 | 1 100 | 5 858 | 17.12.2014 | 25.2.2015 | |
Totaal aantal besluiten en | betalingen uit de begroting van 2013-14: 28 | 94 083 766114 427 463 | 27 610 | ||||||||
a = 18 b = 7 c = 3 | Handel = | ||||||||||
17 Crisis = 11 3 360 134 4 086 695 | 9861 | 3 999 | Gemiddelde cijfers |
11
Tabel 3 – In 2013 en 2014 toegekende EFG-bijdragen: profiel van de werknemers (met uitzondering van NEET’s)8
AT IT
Austria Tabak Agile
68%
62%
17% 38%
253 94% 762 89%
6% 11%
17% 1%
74% 73%
24 __9%
211 25%
0 0% 9 1%
0 0,0%
43 5,0%
0 0,0%
0 0,0%
69 6,0%
7 0,7%
4 0,4%
N/A -
38 1,0%
0 0,0%
EGF/2011/023 IT
EGF/2011/025 IT
EGF/2012/007 IT
EGF/2012/008 IT
Antonio Merloni
Lombardije
VDC Technologies
De Tomaso Automobili
480
100% 91% 98% 98%
70% 454
60 190
%
92% 89
88% 120
30%
40%
8%
12%
96%
4% 1% 0% 3%
0
___0
___0
___0
9
2
30
0
0% 0% 0% 0%
1%
0%
1%
0%
87%
193
13%
5%
38%
11%
2 0% 8 2%
1__0%
0 0%
99%
100%
97%
7
1
32
94% 62% 89%
22
EGF/2012/010
RO
Mechel
611
611
__66%
100% 82%
728
394
73%
272
27% 36% 37%
999
596
100%
0% 2% 5%
879
518
88% 112
85% 88
89% 385
11% 14% 10%
0
0%
EGF/2012/011 EGF/2013/001
DK FI
Vestas Nokia
64% 63%
98% 95%
0% 0%
939
752
80%
740
2%
723
595
79%
157
21%
EGF/2013/003 DE
First Solar
667
208
36
___2
___5
___9
___6
2
1
7
37
32
___6
308
4% 1% 2% 2% 1% 1% 0% 0% 3% 9% 3% 1% 0% 1% 1% 5% 5% 1%
1%
45 5,1%
0 0,0%
0 0,0%
0 0,0%
17 2,9%
7 1,5%
0__0,0%
0__0,0%
0
0
0
Comunidad Valenciana bouwmaterialen Textiel Comunidad Valenciana
48% 54%
89% 57%
11% 43%
97% 98%
10
6
3% 2%
81% 78%
18% 20%
0__0%
0 0%
EGF/2013/006
PL
Fiat Auto Poland
777
587
479
508
__72%
100%
__94%
__75%
100%
77%
175
23% 22% 16% 40% 34%
100% 100% 100% 100% 99%
0% 0% 0% 0% 1%
613
__ 426
470
79% 145
73% 142
98% __6
31% 2679
92% 41
19% 24%
1%
69%
8%
EGF/2013/010 ES
EGF/2013/012 BE
EGF/2013/014 FR
EGF/2014/001 EL
Castilla y León
Ford Genk
Air France
Nutriart
78% 84% 60% 66%
171
3% 0% 0% 0%
Gelderland-Overijssel bouw
562
85%
31%
47%
100%
440
93% 35
35% 183
86% 42
64% 273
7% 65% 14% 36%
0
0%
38%
1%
0%
356
75%
104
22% 8% 5%
18%
0 0%
0 0% 0__0%
1 0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
-
__ 0__0,0%
__ 0__0,0%
0 0,0%
0 0,0%
230 0,9%
ES ES FR
Aragón
Whirlpool
GAD
904
174
96
760
62%
99%
100%
106
___ 4
0
232
83% 92% 82%
22
15
133
PSA
___ 138
___ 565
761
__39%
__81%
__89%
100%
___36
80%
461
20% 74% 12% 85%
91% 222
99% 1
100% 0
100% 0
9% 1% 0% 0%
968
41% 1 387 91% 11
59% 8%
41% 1%
0 0%
0 0%
2 0%
0 0%
EGF/2014/007 IE
EGF/2014/008 FI
EGF/2014/009 EL
Andersen Ireland
STX Rauma
Sprider Stores
___ 171
___ 634
761
26% 88% 15%
102
___ 137
___ 565
761
___ 126
___ 322
720
57% 95%
EGF/2014/010 IT Whirlpool
EGF/2014/013 EL Odyssefs Fokas
Totaal aantal besluiten en betalingen uit de begroting voor 2013-2014: 28
608
600
35 475I
25 917
100% 100%
73%
17 790
69% 186
11% 535
69%8 127
89%
31%
24 983
83% 102
99% __ 8
96% 934
17% 1%
4%
18 573
85% __62
92% 39
71,7% 6 991
10% 7%
27,0%
0 0%
1 0%
45 0,2%
Sommige lidstaten hebben werknemers van meer dan 65 jaar opgenomen in de leeftijdsgroep van 55-64 jaar
bedrijven met een hoog aantal werknemers met een gezondheidsprobleem of een handicap kunnen bedrijven zijn die een speciaal beleid hebben om mensen met een handicap in dienst te nemen
Gegevens op 31/12/2014
Tijdens de referentieperiode werd nog een voorstel (EGF/2012/004 ES/Grupo Santana) goedgekeurd, maar omdat Spanje dat project vervolgens introk, is het niet in het verslag opgenomen.
12
84%
83%
67
1
BE
Cars d
12
29
0 0%
98%
96%
4%
875
4
0 0%
70%
76%
24%
0%
83%
13%
0
0%
8
4.2.1. Met behulp van EFGsteun gefi nanc ierde acties
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1309/2013 bepalen dat het EFG actieve ar be idsm ar kt m aatre gel en kan m edefinanc ieren om ontslagen werknemers weer aan het werk te helpen. Daarnaast bepalen deze verordeningen dat het EFG op initiatief van de betrokken li dstaat activiteiten ter implementatie van het fonds op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publi ci teit e n controle kan financieren.
De maatregelen die werden goedgekeurd voor de 28 EFG - bij dragen die in 2013 en 2014 werden toegekend, hadden tot doel 27 610 ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt te re-integreren. De maatregelen bestonden voornamelijk uit:
• intensieve, geïndividualiseerde hulp bij het zoeken naar werk en casemanagement;
• verschillende vormen van beroe psop le id ings- , bij- en herscho li ngsm aatregelen;
• verschillende tijdelijke financiële stimulansen/toelagen voor de duur van de actieve maatregelen tot wanneer de werknemers daadwerkelijk opnieuw een baan hadden;
• mentoring tijdens de eerste fase in de nieuwe baan;
• andere soorten activiteiten zoals het bevorderen van ondernemerschap/het oprichten van bedrijven en eenmalige prikkels om opnieuw aan de slag te gaan, respectievelijk werknemers aan te werven.
Bij het samenstellen van de ste unpakketten hebben de lidstaten rekening gehouden met de achtergrond, de ervaring en het opleidingsniveau van de verschillende werknemers, hun mobiliteit en de huidige of verwachte kansen op een baan in de betrokken regio.
4.2.2. Complementariteit met door de str uctuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), gefinancierde acties
Het EFG is bedoeld om de inzetbaarheid te vergroten en te zorgen voor een snelle re-integratie van ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt door de toepassing van actieve arbei dsmarktm aatregelen. Als zodanig vormt het een aanvulling op het ESF, dat het belangrijkste EU - instru m ent is voor de bevordering van de werkgelegenheid. Algemeen genomen ligt de complementariteit van de twee fondsen in hun vermogen om de voornoemde kwesties vanuit twee verschillende tijdsperspectieven aan te pakken: terwijl het E FG op de behoeften toegesneden bijstand aan ontslagen werknemers verleent in reactie op specifieke, grootschalige gebeurtenissen die aanleiding geven tot massaontslagen, treedt het ESF op ter ondersteuning van strategische doelen op lange termijn (bijv. vergroting van het menselijk
kapitaal en het in goede banen leiden van veranderingen) via meerjarenprogramma’s waarvan
de middelen doorgaans niet meer kunnen worden herschikt voor maatregelen waarmee wordt gereageerd op crisissituaties als gevolg van massaontslagen. EFG - en ESF - m a atre g el en worden nu en dan gecombineerd om zowel op korte als op lange termijn oplossingen aan te reiken. Het beslissende criterium is de mate waarin de beschikbare instrumenten de betrokken werknemers echt kunnen helpen. De lidstaten bepalen welke instrumenten en acties het meest kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen en stellen er een planning voor vast.
De inhoud van het 'geco ördi neerde pakket van individuele dienstverlening' dat door het EFG wordt medegefinancierd, moet in evenwicht zijn met overige acties en moet deze aanvullen. De door het EFG medegefinancierde maatregelen kunnen een stuk verder gaan dan standaardvoorz ien ingen en -acties. De praktijk heeft geleerd dat de lidstaten dankzij het EFG ontslagen werknemers bijstand kunnen geven die beter op hun behoeften is afgestemd en intensiever is dan anders mogelijk zou zijn geweest, met inbegrip van maatregelen waartoe zij
normaal gezien geen toegang hebben (bijv. middelbaar of hoger onderwijs). Dankzij het EFG kunnen de lidstaten meer speciale aandacht besteden aan de meest kwetsbare werknemers, zoals lagergeschoolden en werknemers met een migrantenachtergrond, en kunnen zij de bijstand met een betere ratio adviseur/werknemer en/of gedurende een langere periode verlenen dan mogelijk zou zijn zonder EFG-steun. Dit vergroot de kans van de werknemers op een verbetering van hun situatie. Bij wijze van afwijking laat de nieuwe EFG-verordening tot het einde van 2017 toe dat de lidstaten in regio’s met een hoge jeugdwerkloosheid de steun uitbreiden naar jongeren die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's). Het is de bedoeling aldus bij te dragen tot de uitvoering van de jongerengarantie, die in april 2013 door de Raad is bekrachtigd9.
Alle lidstaten moeten de nodige regelingen treffen om elk risico van dubbele financiering uit financiële instrumenten van de EU te voorkomen, zoals bepaald in artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1309/2013.
4.3. Dossiers die niet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG voldeden
Noch de Commissie noch de begrotingsautoriteit heeft een aanvraag van de lidstaten voor EFG-financiering afgewezen.
4.4. Door het EFG behaalde resultaten
De voornaamste bron van informatie voor de door het EFG behaalde resultaten zijn de eindverslagen die de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1309/2013 indienen. Die verslagen worden aangevuld met informatie die de lidstaten rechtstreeks aan de Commissie en tijdens vergaderingen en conferenties meedelen.
De Commissie had eind 2014 eindverslagen ontvangen voor 34 door het EFG medegefinancierde dossiers, die werden uitgevoerd door 13 lidstaten vóór midden 201410.
Een samenvatting van de in 2013 en 2014 door deze lidstaten gemelde belangrijkste resultaten en gegevens is te vinden in dit punt en in tabel 4. 13 van de 34 dossiers waren ook in de evaluatie achteraf van het EFG opgenomen. Het doel van de evaluatie achteraf is het meten van de meerwaarde van het EFG en het effect op de ontslagen werknemers en de arbeidsmarkt (zie punt 4.7.4).
Tegen 31 december 2014 had de Commissie de eindverslagen ontvangen voor in totaal 91 EFG-dossiers, goed voor 68 % van het totale aantal ontvangen aanvragen (134).
Op basis van de informatie in de eindverslagen van de lidstaten kan worden geconcludeerd dat het EFG een toegevoegde waarde is voor wat de lidstaten anders hadden kunnen doen om de ontslagen werknemers aan een nieuwe baan te helpen en hen toe te laten zich op de arbeidsmarkt te herpositioneren. Dankzij het EFG kunnen de lidstaten aan meer ontslagen werknemers gedurende langere tijd maatregelen van een betere kwaliteit aanbieden dan mogelijk zou zijn zonder EFG-steun.
4.4.1. Samenvatting van de in 2013 en 2014 gemelde resultaten en goede praktijken
Uit de eindverslagen die door de 13 lidstaten zijn ingediend, is gebleken dat 7 656 werknemers (44,9 % van de 18 848 werknemers die EFG-steun kregen) aan het einde van de EFG-implementatieperiode een nieuwe baan hadden gevonden of als zelfstandigen aan de
9 Aanbeveling van de Raad van 22 april 2013 tot invoering van een jongerengarantie. Het aantal door het EFG ondersteunde NEET's mag niet groter zijn dan het aantal beoogde begunstigden.
10 Definitieve verslagen moeten zes maanden na het einde van de uitvoering worden ingediend.
slag waren gegaan. Dit is een goed resultaat, te meer omdat de werknemers die via door het EFG medegefinancierde maatregelen steun krijgen, doorgaans tot de groep werknemers behoren die het meest moeilijkheden op de arbeidsmarkt ondervindt. Ongeveer 6 % studeerde nog of volgde nog een opleiding en 39,1 % was nog altijd werkloos of was inactief om persoonlijke redenen. In tabel 4 worden de details getoond.
Net zoals in 2012 werden de resultaten met betrekking tot de re-integratie in het arbeidsproces beïnvloed door de verminderde absorptiecapaciteit van de plaatselijke en regionale arbeidsmarkten als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. Het re-integratiepercentage, dat wordt opgetekend aan het einde van de betreffende implementatieperiodes, is nochtans slechts een opname van de werkgelegenheidssituatie van de werknemers op het moment dat de gegevens werden verzameld. Het zegt niets over het soort werk en de kwaliteit van de baan die de betrokken werknemers hebben gevonden en kan op korte tijd sterk veranderen. Volgens de informatie die de Commissie van verschillende lidstaten heeft ontvangen, gaat het re-integratiepercentage vaak reeds enkele maanden na de indiening van de eindverslagen in stijgende lijn, en stijgt het verder op middellange termijn, vooral wanneer de op de behoeften toegesneden bijstand ook na de EFG-termijn wordt voortgezet, op kosten van de lidstaten zelf of met steun van het ESF. Hieruit blijkt dat de door het EFG medegefinancierde steun aanvullende positieve effecten op de langere termijn kan hebben.
4.4.2. Kwalitatieve beoordeling
De steunpakketten die de 13 lidstaten aan de ontslagen werknemers hebben aangeboden, omvatten heel wat individuele begeleiding bij het zoeken van een baan, outplacementdiensten en (her)kwalificatiemaatregelen. Aan de volgende twee categorieën maatregelen werd de grootste steun toegekend: opleiding en herscholing (ongeveer 56,5 miljoen EUR of 32 % van de totale individuele dienstverlening voor alle 34 dossiers) en financiële toelagen aan werknemers in het kader van beleidsmaatregelen voor een actieve arbeidsmarkt (ongeveer 68,5 miljoen EUR of 38,8 % van de totale individuele dienstverlening voor alle 34 dossiers). Sinds de EFG-verordening van 2013 in werking is getreden, mogen toelagen maximaal 35 % van de totale kosten uitmaken. Individuele begeleiding en de bevordering van ondernemerschap zijn andere courante maatregelen.
De kwalificatie- en opleidingsprogramma's waren afgestemd op de behoeften en wensen van de werknemers en op de behoeften van de lokale en regionale arbeidsmarkten. Er werd ook rekening gehouden met het potentieel van veelbelovende sectoren.
Uit de evaluatie achteraf, die in mei 2014 werd gepubliceerd11, blijkt dat het EFG een positieve bijdrage heeft geleverd bij de aanpak van belangrijke werkgelegenheids- en sociale problemen als gevolg van massaontslagen. Dankzij het EFG konden de lidstaten doortastender optreden in de door ontslagen getroffen regio's dan mogelijk zou zijn geweest zonder EFG-steun, zowel wat het aantal ondersteunde werknemers als wat het toepassingsgebied, de duur en de kwaliteit van de steun betreft. Uit de evaluatie blijkt ook dat de intensieve, op maat gesneden bijstand van het EFG tot betere resultaten leidt op het vlak van wedertewerkstelling dan de gestandaardiseerde pakketten van de nationale actieve arbeidsmarktmaatregelen. Dankzij het EFG werd het niet alleen mogelijk om meer intensieve steunpakketten voor ontslagen werknemers aan te bieden, maar konden de autoriteiten van sommige lidstaten steun bieden aan werknemers die gewoonlijk uit de boot vallen en steunmaatregelen ontwikkelen die anders onmogelijk zouden zijn geweest, wat bijdroeg tot de
Europese Commissie: Evaluatie achteraf van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (eerste fase)
11
ontwikkeling van beleidsmaatregelen op het gebied van herstructurering, arbeidsmarkt en beroepsopleiding.
een
Tabel 4 — In 2013 en 2014 ontvangen eindverslagen
overzicht van de resultaten
EGF/2010/017 EGF/2010/022 EGF/2010/025 EGF/2010/026 EGF/2010/027 EGF/2010/028 EGF/2010/029 EGF/2010/030 EGF/2010/031 EGF/2011/001 Machinebouw, LM Glasfiber Odense Steel Rohde Noord-Brabant, Overijssel, Zuid-Holland en Noord-Holland General Motors Niederösterreich-
xJk
EFG-nr. Aanvraag
Lidstaat
Sector (korte benaming)
EGF/2011/002 EGF/2011/0(1EGF/2011/004
Midden-Jutland
DK
Machines,
apparaten en
werktuigen
DK
Machines,
apparaten en
werktuigen
Shipyard
DK Scheepsbouw
PT Schoeisel
afdeling 18 afdeling 18 Utrecht,
afdeling 18
NL Drukkerijen
NL Drukkerijen
NL Drukkerijen
en Flevoland, afdeling 18
NL Drukkerijen
Belgium
BE Automobielindustrie
Oberösterreich
AT Vervoer te land
Trentino - Zuid-Tirol, bouw van
gebouwen
IT
Bouw van gebouwen
Arnsberg en Düsseldorf Automobielsector DE Automobielindustrie
EL Detailhandel
Datum van aanvraag 11/05/2010 07/07/2010 06/10/2010
Aantal werknemers voor wie de maatregelen bedoeld zijn 325 825 950
26/11/2010
20/12/2010
20/12/2010
20/12/2010
800
20/12/2010
20/12/2010
03/01/2011
07/02/2011
__ 643
528
09/02/2011
778
778
10/05/2011
Ingangsdatum van maatregelen Einddatum van maatregelen
Uiterste termijn voor eindrapport
Dossier afgesloten vóór 31/12/2014? (Art. 15, lid 2, va n de EFG-verordening)
RESULTATEN AAN HET EINDE VAN DE EFG-IMPLEMENTATIEPERIODE, GEBASEERD OP DE EINDRAPPORTEN VAN DE LIDSTATEN:
Bijgestane werknemers
% van de werknemers voor wie steun werd aangevraagd
__152
46,8%
401^
48,6%
568|
59,8%
616|
90,6%
146^
73,4%
188l
87,9%
626|
78,3%
477|
86,6%
2 832| __ 134)
99,9% 26,7%
160
30,3%
761|
97,8%
464
72,3%
Arbeidsmarktpositie van de werknemers die bijstand krijgen dankzij EFG-steun
(de in deze tabel aangegeven arbeidsmarktpositie van de werknemers beschrijft normaalgezien de situatie aan het eind van de implementatieperiode; in sommige gevallen beschrijft het echter de situatie
van enkele maanden
Aantal werknemers dat aan het eind van de EFG-implementatieperiode gere-integreerd is
in % waarvan:
als werknemers
59,9%
29,7%
41,9%
44,5%
73,3%
70,2%
66,3%
65,8%
0,0%
44,0%
21,3%
56,8%
51,7%
als zelfstandigen
109
10
191
267
124
8
382
290
414
230
10
0
Werknemers die onderwijs of opleiding volgen
3,3%
56
1,7%
275
2,1%
318
6,7%
253
0,0%
39
0,0%
56
0,0%
0,0%
163
0,0%
1,5%
73
0,0%
126
1,6%
0,0%
224
Werkloze of inactieve werknemers (*) (verschillende redenen)
211
317
in %
Arbeidsmarktpositie niet vermeld
36,8%
0
68,6% 01
56,0%
41,1%
48
26,7% 01
29,8%
0
33,7%
0
34,2%
0
0,0%
2 832!
54,5%
0
78,8% 01
41,7%
0
48,3%
0
0,0% 100,0%
0,0% 100,0%
0,0%| 100,0%
7,8% 1 100,0%
0,0% 100,0%
0,0% 100,0%
0,0%| 100,0%
0,0%| 100,0%
100,0% 1 100,0%
0,0% 100,0%
0,0% 100,0%
0,0% 1 100,0%
0,0% 100,0%
(*) inactief kan wijzen op verschillende persoonlijke redenen waarom mensen niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, zoals oppensioenstelling enz.
17
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
91
119
238
274
107
132
415
314
0
59
34
432
240
33
24
18
47
7
5
7
12
41
0
0
0
0
2
0
12
in %
in %
sTb
EG
EG
EGF/2011/011 EGF/2011/013 EGF/2011/014 EGF/2011/015 EGF/2011/016 EGF/2011/017 EGF/2011/018 EGF/2011/019
Nokia AstraZeneca Agile Aragón Bouw
EFG-nr. Aanvraag
Lidstaat
Sector (korte benaming)
EGF/2011/005 EGF/2011/006 EGF/2011/008 EGF/2011/009 EGF/2011/010
Norte-Centro Automobielsector
PT Automobielindustrie
Bouw van gebouwen Comunidad Valenciana
ES Bouw van gebouwen
Odense Steel Gelderland
Shipyard 2 Bouw (afdeling
41)
DK Scheepsbouw
NL Bouw van gebouwen
Austria Tabak Soziale Flextronics
Dienstleistungen
AT Tabak
AT
DK
Maatschappelijke Elektronische dienstverlening apparatuur
waarbij geen
onderdak wordt verschaft
RO Mobiele telefoons
SE Farmaceutica
IT ICT-diensten
ES Bouw van gebouwen
metaalproducten
Metaalproducten
Metaalproducten
Datum van aanvraag
Aantal werknemers voor wie de maatregelen bedoeld zijn
06/06/2011
01/07/2011
28/10/2011 15/12/2011
___ 999 516
20/12/2011 21/12/2011 21/12/2011
320 __ 1 050 303
22/12/2011 23/12/2011
1 904 ___ 987
30/12/2011 28/12/2011
28/12/2011
28/12/2011
Ingangsdatum van maatregelen Einddatum van maatregelen
Uiterste termijn voor eindrapport Dossier afgesloten vóór 31/12/2014? (Art. 15, lid 2, va n de EFG-verordening)
RESULTATEN AAN HET EINDE VAN DE EFG-IMPLEMENTATIEPERIODE, GEBASEERD OP DE EINDRAPPORTEN VAN DE LIDSTATEN:
Bijgestane werknemers
3221
44,4%
423|
37,2%
345]
62,7%
450|
103,4%
193
71,5%
225|
64,3%
671
43,8%
1 595]
112,6%
463
66,1%
485!
56,7%
320|
100,0%
366|
73,2%
454
100,9%
% van de werknemers voor wie steun werd aangevraagd
Arbeidsmarktpositie van de werknemers die bijstand krijgen dankzij EFG-steun
(de in deze tabel aangegeven arbeidsmarktpositie van de werknemers beschrijft normaalgezien de situatie aan het eind van de implementatieperiode; in sommige gevallen beschrijft het echter de situatie van enkele maanden later)
Aantal werknemers dat aan het eind van de EFG-implementatieperiode gere-integreerd is
in % waarvan:
32,0%
39,5%
59,1%
als werknemers
als zelfstandigen
Werknemers die onderwijs of opleiding volgen
69
145
34
4
22
0
83,1%
57,5%
332
42
0
38,7%
0,0%
63,1%
71,3%
37,9%
330
29,1%
28,7%
41,0%
72
92
21
0
13
0
170 16
0
0,0%
268
Werkloze of inactieve werknemers (*) (verschillende redenen)
1,2%
189
0,0%
256
5,2%
123
0,0%
76
19,2%
41
44,0%
39
0,0%
588
6,6%
24
0,0%
224
0,0%
261
Arbeidsmarktpositie niet vermeld
58,7%
26
60,5%
0|
35,7%
0
16,9%
0
21,2% 41
17,3%
0
0,0%
67
36,9% 01
0,0%
133
4,9% 2451
70,0% 3!
71,3%
0
59,0%
0
8,1%| 100,0%
0,0%| 100,0%
0,0% 100,0%
0,0%| 100,0%
2,1% 100,0%
0,0% 100,0%
100,0%| 100,0%
0,0% 100,0%
28,7% 100,0%
50,5% 100,0%
0,9%| 100,0%
0,0%| 100,0%
0,0% 100,0%
(*) inactief kan wijzen op verschillende persoonlijke redenen waarom mensen niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, zoals oppensioenstelling enz.
18
metaalsector
ES
ES
103
167
204
374
111
87
0
1 007
330
184
93
105
186
183
107
83
944
181
n %
0,0%
0,0%
n %
n %
EFG-nr. | EGF/201 1/02oTeGF/2011/021 | EGF/2011/023 | EGF/2011/025 | EGF/201 l/oiël EGF/201 2/OOlTËGF/201 2/0021 EGF/201 2/00Ê | |||||
Aanvraag | Schoeisel, Comunidad Valenciana | Zalco | Antonio Merloni | Lombardije | Emilia- TalkTalk Romagna motorfietsen | Manroland | Nokia Salo | 34 aanvragen | |
Lidstaat | ES | NL | IT | IT IT IE | DE | FI | van 12 LS | ||
Sector (korte benaming) | Schoeisel | Metalen in primaire vorm | Huishoudapparatuur | Elektronische Motorfietsen Callcenters apparaten | Machines, apparaten en werktuigen | Mobiele telefoons | 33 508 | ||
Datum van aanvraag Ontslagen werknemers | 28/12/2011 876 | 28/12/2011 616 | 29/12/2011 1 517 | 30/12/20lï 30/12/2011 29/02/2012 529 1 502 592 | 04/05/2012 2 284 | 04/07/2012 1 000 | |||
Aantal werknemers voor wie de maatregelen bedoeld zijn | 876 | 616 | 1 517 | 480 | 502 432 | 2 103 | 1 000 | 25 218 | |
Ingangsdatum van maatregelen | 26/03/2012 02/01/2012 | 29/03/2012 | 01/03/20121 01/03/2012 07/09/2011 01/02/2012 | 29/02/2012 | |||||
Einddatum van maatregelen | 26/03/2014 | 02/02/2014 | 29/03/2014 01/03/20141 01/03/2014 28/02/2014 | 04/05/2014 | 04/07/2014 | ||||
Uiterste termijn voor eindrapport Dossier afgesloten vóór 31/12/2014? (Art. 15, lid 2, va n de EFG-verordening) | 26/09/2014 Nee | 02/07/2014 Nee | 29/09/2014 01/09/2014 01/09/2014 28/08/2014 Nee Nee Nee Nee | 04/11/2014 Nee | 04/11/2014 Nee | ||||
RESULTATEN AAN HET EINDE VAN DE EFG-IMPLEMENTATIEPERIODE, GEBASEERD OP DE EINDRAPPORTEN VAN DE LIDSTATEN: | |||||||||
Bijgestane werknemers | 423| 285| 1 3001 158 243| 432| 1 945^ | 829 | 18 848 | ||||||
% van de werknemers voor wie steun werd aangevraagd | 48,3% 46,3% 85,7% 32,9% 48,4% 100,0% 92,5% | 82,9% | 74,7% | ||||||
Arbeidsmarktpositie van de werknemers die bijstand krijgen dankzij EFG-steun (de in deze tabel aangegeven arbeidsmarktpositie van de werknemers beschrijft normaalgezien de situatie aan het eind van de implementatieperiode; | |||||||||
Aantal werknemers dat aan het eind van de EFG-implementatieperiode gere-integreerd is | 197 | 178 | 7 | 64 59 162 | 1 216 | 367 | 7 656 | ||
in % | 46,6% | 62,5% | 0,5% | 40,5% | 24,3% 37,5% | 62,5% | 44,3% | __ 44,9% | |
waarvan: | 189 8 | ||||||||
als werknemers | 172 7 60 | 59 162 1205 | 364 | 7 202 | |||||
als zelfstandigen | 6 0 4 | 0 0 11 | 3 | 454 | |||||
Werknemers die onderwijs of opleiding volgen | 0 13 0 0 | 184 74 23 | 104 | 667 | |||||
in % | 0,0% 4,6% 0,0% 0,0% | 75,7% 17,1% 1,2% | 12,5% | 6,0% | |||||
Werkloze of inactieve werknemers (*) (verschillende redenen) | 226 94 1 211 94 0 33 706 | 358 | 6 922 | ||||||
in % Arbeidsmarktpositie niet vermeld | 53,4% 33,0% 93,2% 59,5% | 0,0% 7,6% 3 6,3% 0 163 01 | 43,2% 0 | 39,1% 3 603 | |||||
in % | 0,0%| 0,0%| 63%| 0,0% | 0,0%j 37,7%] 00% | 0,0% | 10,1% | |||||
100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% | 100,0% | 100,0% | |||||||
(*) inactief kan wijzen op verschillende persoonlijke | redenen waarom mensen niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, zoals oppensioenstelling | enz. |
19
4.5. Programmeringsperiode 2014-2020 – de nieuwe EFG-verordening
Overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (de EFG-verordening) werd deze verordening in 2013 herzien ter voorbereiding van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020. Op basis van het voorstel van de Commissie hebben de Raad en het Europees Parlement ingestemd met de voortzetting van het EFG als instrument om te zorgen voor specifieke, eenmalige steun aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van belangrijke structurele veranderingen door de globalisering of de wereldwijde financiële en economische crisis. De nieuwe EFG-verordening (Verordening (EU) nr. 1309/2013) werd op 17 december 2014 vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad.
Onder de nieuwe verordening kan de crisis opnieuw als criterium voor steunverlening worden gebruikt, zodat een EFG-aanvraag kan worden gerechtvaardigd door de huidige of toekomstige economische en financiële crises. Daarnaast wordt het toepassingsgebied van het EFG uitgebreid, waardoor ook werknemers met een tijdelijk contract en zelfstandigen in aanmerking komen voor steun. Ter ondersteuning van de uitvoering van de jongerengarantie bevat de nieuwe verordening tot het einde van 2017 een afwijking waardoor in regio’s die in aanmerking komen voor het Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren ook voor NEET’s steun kan worden verkregen12. De nieuwe verordening beperkt bovendien de maatregelen uit hoofde van artikel 7, onder b) (bv. toelagen en premies) tot 35 % van de totale kosten, terwijl subsidies voor ondernemers maximaal 15 000 EUR per werknemer mogen bedragen. De nieuwe verordening voorziet ook in termijnen die de tijd tussen het indienen van de aanvragen en het besluit over de beschikbaarstelling door het Europees Parlement en de Raad moet verkorten.
4.6. Financieel verslag
4.6.1. Door het EFG bijgedragen fondsen
In 2013 en 2014 heeft de begrotingsautoriteit 28 bijdragen uit het EFG goedgekeurd voor een totaalbedrag van 114 427 463 EUR (zie tabel 2). Deze bijdragen kwamen uit de begrotingen voor 2013 en 2014; de vier meest recente bijdragen werden in december 2014 door de begrotingsautoriteit goedgekeurd en begin 2015 uitbetaald.
Krachtens artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 200613, dat het begrotingskader van het EFG tot eind 2013 bepaalt, mag het EFG wat de vastleggingskredieten betreft niet groter zijn dan een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR. Dit bedrag kan afkomstig zijn uit marges onder het totale uitgavenmaximum van het voorgaande jaar en/of uit geannuleerde vastleggingskredieten van de voorgaande twee jaren, met uitzondering van de kredieten voor rubriek 1B van het financieel kader. In 2013 werd 500 miljoen EUR in de reserve geplaatst. Voor de periode van 2014 tot en met 2020 legt artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad14 het jaarlijkse maximumbedrag voor het EFG vast op 150 miljoen EUR (prijzen van 2011). In 2014 betekende dit dat vastleggingskredieten voor een bedrag van 159 181 000 EUR van de EFG-reserve ter beschikking werden gesteld. De vastleggingskredieten voor de in beide jaren toegekende bijdragen werden, telkens als de
COM(2013) 144 final. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het
Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Werkgelegenheidsinitiatief
voor jongeren, 12.3.2013.
PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
12
begrotingsautoriteit een aanvraag had goedgekeurd, van de EFG-reserve naar het EFG-begrotingsonderdeel overgeschreven.
Wat betalingskredieten betreft werd aan het begin van 2013 en 2014 een som van 50 000 000 EUR aan betalingskredieten naar het EFG-begrotingsonderdeel overgeschreven. In 2013 was dit voldoende voor de toegekende bijdragen, die in totaal 35 748 557 EUR bedroegen. In 2014 liep het totale bedrag van de goedgekeurde aanvragen op tot 78 678 907 EUR, zodat er extra betalingskredieten nodig waren. Deze kwamen van bedragen die werden teruggevorderd bij lidstaten die in de afsluitingsfase aangaven dat zij de aan hen toegekende bedragen niet volledig hadden besteed.
4.6.2. Uitgaven voor technische bijstand
Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 kan op initiatief van de Commissie tot 0,35 % van het jaarlijks maximumbedrag (1,75 miljoen EUR in 2013) worden gebruikt in de vorm van technische bijstand voor activiteiten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de EFG-verordening, zoals voorbereiding, monitoring, voorlichting, het creëren van een kennisbasis, administratieve en technische ondersteuning en audit-, controle-en evaluatieactiviteiten. In artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 wordt het maximumbedrag dat op initiatief van de Commissie voor technische bijstand kan worden gebruikt teruggebracht tot 0,5 % van het gereduceerde totale bedrag (ongeveer 0,75 miljoen EUR in 2014). De begrotingsautoriteit heeft de voorstellen van de Commissie voor technische bijstand in 2013 en 2014 (respectievelijk 750 000 EUR15 en 330 000 EUR16) goedgekeurd.
Tabel 5 – Uitgaven voor
technische bijstand
in 2013 en 2014
Beschrijving | Aanvank elijke begroting voor 2013 (EUR) | Feitelijk e begrotin g voor 2013 (EUR) | Aanvank elijke begroting voor 2014 (EUR) | Feitelijke begroting voor 2014 (EUR) | Opmerking | ||||
Voorlichting (bijv. actualisering van de EFG-website in alle EU-talen, publicaties en audiovisuele activiteiten) | 80 000 | 28 000 | 20 000 | 6 364 | Laattijdige ontvangst van de fondsen heeft deelname aan de activiteiten van DG EMPL bemoeilijkt | ||||
Administratieve en technische bijstand: – twee vergaderingen van de deskundigengroep van EFG-contactpersonen – twee seminars over de tenuitvoerlegging van het EFG | 70 000 120 000 | 40 752 81 522 | 70 000 120 000 | 140 149 | Het combineren van de bijeenkomsten van contactpersonen met seminars verminderde de kosten. Slechts één seminar vond plaats in 2014 | ||||
Monitoring gegevensverzameling en Statistical Portrait of the EGF | 0 | 0 | 20 000 | 0 | Werkzaamheden van de Commissie | ||||
Creëren van een kennisbasis: | III I |
PB L 209 van 3.8.2013, blz. 16. PB L 292 van 8.10.2014, blz. 14.
standaardprocedures voor EFG-aanvragen en hun verwerking; | 80 000 | 79 739 | 100 000 | 100 000 | Integratie van het EFG in het | |
oprichting en rationalisering van een EFG-gegevensbank met | gemeenschappelijk systeem voor | |||||
informatie en cijfers van EFG- | gedeeld | |||||
dossiers | fondsenbeheer (SFC) | |||||
In 2013 was de | ||||||
offerte van de | ||||||
contractant lager | ||||||
Evaluatie | 400 000 | 326 611 | 0 | 0 | dan in de begroting was voorzien. De eerstvolgende evaluatie zal in 2015 plaatsvinden | |
Totaal | 750 000 | 556 624 | 330 000 | 246 513 |
4.6.3. Gemelde of afgesloten onregelmatigheden
In 2013 en 2014 kreeg de Commissie geen melding van onregelmatigheden in het kader van de EFG-verordeningen en werden er ook geen dossiers met betrekking tot EFG-gerelateerde onregelmatigheden afgesloten.
4.6.4. Afsluiting van de financiële bijdragen van het EFG
De procedures voor het afsluiten van financiële bijdragen van het EFG in 2013 en 2014 zijn vastgesteld in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013. 34 dossiers die tussen 2009 en 2013 ten uitvoer werden gelegd, werden in 2013 en 2014 afgesloten. De dossiers zijn opgenomen in tabel 3 van de bijlage.
EFG-dossiers worden afgesloten wanneer het eindverslag door de Commissie is goedgekeurd, alle resterende betalingen zijn vereffend en geen verdere actie moet worden ondernomen door de lidstaat of de Commissie, behalve de verplichting tot het bijhouden van alle bewijsstukken voor een periode van drie jaar voor het geval dat de Commissie of de Rekenkamer deze nodig hebben (artikel 21, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1309/2013).
Het gemiddelde begrotingsuitvoeringspercentage van de afgesloten dossiers was 49,8 %, met grote verschillen gaande van 0 % tot een volledige begrotingsabsorptie. In het kader van deze 34 dossiers moest in totaal 67,1 miljoen EUR aan niet-bestede middelen aan de Commissie worden terugbetaald (50,2 % van de EFG-bijdragen aan deze dossiers).
Er zijn diverse redenen waarom de lidstaten de toegekende EFG-bijdragen niet volledig hebben benut. Ook al worden de lidstaten herhaaldelijk aangemoedigd realistische budgettaire schattingen te maken voor de gecoördineerde pakketten van individuele dienstverlening, toch kan er een gebrek zijn aan accurate en zaakkundige planning. Er kan in de oorspronkelijke berekeningen een te grote veiligheidsmarge zijn ingebouwd, die uiteindelijk onnodig was. Het aantal werknemers dat van de voorgestelde maatregel wil profiteren kan in de planningsfase zijn overschat. Bepaalde werknemers kiezen voor goedkopere in plaats van duurdere maatregelen of voor kortere in plaats van langdurige bijstand of vinden sneller dan verwacht een nieuwe baan. Andere redenen voor onderbesteding zijn het laat opstarten van maatregelen of het niet flexibel herschikken van financieringsmiddelen tussen verschillende begrotingsposten bij de implementatie van het pakket van individuele dienstverlening.
De Commissie heeft veel moeite gedaan om de lidstaten met behulp van informatieverstrekking, begeleiding en de organisatie van specifieke seminars te helpen om de middelen optimaal te gebruiken. Niettemin zijn de terugvorderingspercentages aan het einde van de implementatiefase hardnekkig hoog gebleven. Het oorspronkelijke
terugvorderingspercentage van meer dan 60 % voor de eerste dossiers is afgenomen tot 50,2 %, maar er is nog veel ruimte voor verbetering.
Naarmate meer ervaring wordt opgedaan, zal het waarschijnlijk gemakkelijker worden om voor de verlengde periode van 24 maanden een nauwkeurige begroting op te stellen en beter in te schatten hoeveel werknemers zullen deelnemen. Er is ook vooruitgang geboekt met betrekking tot de tijd die nodig is om de EFG-financiering te doen toekomen, de capaciteiten van de verschillende coördinatie- en implementatiestructuren zijn erop vooruit gegaan en de kwaliteit van de communicatie tussen het nationale en het regionale/lokale niveau is verbeterd. De lidstaten maken beter gebruik van de mogelijkheid om hun begrotingen te herzien en uitgaven te herschikken tussen de verschillende maatregelen en/of uitgaven voor de implementatie. Tot slot doen de EU-instellingen ook aanzienlijke inspanningen om de procedures voor de besluitvorming en de uitbetaling van de EFG-middelen te versnellen, zodat de beschikbare tijd en middelen optimaal kunnen worden benut. In de nieuwe EFG-verordening zijn er strikte termijnen vastgesteld voor de beoordeling en goedkeuring van EFG-aanvragen, zodat middelen sneller beschikbaar worden. Met instemming van de Commissie kunnen de lidstaten in de loop van de tenuitvoerlegging hun begroting ook herschikken en nieuwe subsidiabele maatregelen toevoegen.
4.6.5. Andere terugbetalingen
Er waren in 2013 en 2014 geen andere terugbetalingen.
4.7. Technische bijstand van de Commissie
4.7.1. Voorlichting en publiciteit
Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 dient de Commissie in alle talen van de Gemeenschap een internetsite op te zetten die informatie verschaft over het EFG, een leidraad geeft voor de indiening van aanvragen, actuele informatie biedt over ingewilligde en afgewezen aanvragen en de rol van de begrotingsautoriteit belicht.
De internetsite van het EFG17 werd in 2013 en 2014 in overeenstemming met de vereisten geactualiseerd en met relevante informatie aangevuld. In 2013 werden 72 418 pagina’s opgevraagd en in 2014 werden 38 753 pagina's opgevraagd; het aantal individuele bezoekers bedroeg 52 968 in 2013 en 28 994 in 201418.
4.7.2. Vergaderingen met de nationale autoriteiten en belanghebbenden van het EFG
De 11e, 12e, 13e en 14e vergaderingen van de Deskundigengroep van contactpersonen van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, bestaande uit de nationale contactpersonen voor het EFG, vonden zowel in 2013 als in 2014 plaats in Brussel in de maanden maart en oktober. Een deel van elke vergadering was gewijd aan de bespreking van
ec.europa.eu/egf - beschikbaar in alle 23 EU-talen, met inbegrip van het Iers.
In 2014 werd een deel van het internetverkeer niet geregistreerd ten gevolge van de regelgeving inzake cookies. Bezoekers van de website die de vraag over het gebruik van cookies niet beantwoorden of niet instemmen met het gebruik ervan worden niet meegeteld als bezoekers.
het voorstel van de Commissie voor een EFG-verordening voor het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, de onderhandelingen over het voorstel in het Europees Parlement en de Raad en de verdere uitvoering ervan. Tevens werden de leden geïnformeerd over de evaluatie achteraf van het EFG voor de periode 2007-2013 en werden er nog een aantal andere agendapunten besproken.
Tijdens de twee netwerkseminars in 2013 en 2014 werden de nieuwe EFG-verordening en de gevolgen daarvan voor de aanvragers behandeld. Beide kenden een grote opkomst van vertegenwoordigers van de lidstaten die betrokken zijn bij de implementatie van EFG-dossiers.
4.7.3. Het creëren van een kennisbank – de EFG-gegevensbank en standaardprocedures voor EFG-aanvragen
Om de kwantitatieve gegevens van EFG-dossiers voor statistische doeleinden te registreren, hebben de diensten van de Commissie in 2013 en 2014 de EFG-gegevensbank verbeterd en verschillende formulieren aangepast om dossiergegevens in de gegevensbank in te voeren. Zo is het voor de lidstaten gemakkelijker geworden om aanvragen op te stellen en in te dienen en voor de Commissie om de gegevens en cijfers van EFG-dossiers te analyseren, aggregeren en vergelijken. De voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van een nieuw elektronisch aanvraagformulier is volgens schema begonnen in november 2013. Daarbij werd rekening gehouden met de eerdere voorbereidende werkzaamheden door externe deskundigen in 2011, die uit het budget voor technische bijstand voor 2011 werden gefinancierd.
In 2014 heeft de Commissie geprobeerd de zaken verder te vereenvoudigen door het EFG te doen aansluiten bij het elektronisch communicatiesysteem van de Commissie en de lidstaten, het gemeenschappelijk systeem voor gedeeld fondsenbeheer (SFC). In de toekomst zullen de lidstaten dit systeem gebruiken om aanvragen in te dienen via een geleide online aanvraagprocedure. Dit zou moeten leiden tot juistere en volledigere aanvragen, terwijl het de Commissie gemakkelijker maakt om haar voorstellen op te stellen en de EFG-resultaten te rapporteren. Dankzij de verbeterde procedure zal er minder tijd verlopen tussen het ogenblik waarop een lidstaat een aanvraag opstelt en het ogenblik waarop het voorstel dat door de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad wordt ingediend, wordt goedgekeurd.
4.7.4. Evaluatie achteraf van het EFG voor de programmeringsperiode 2007-2013
In de eerste fase van de evaluatie achteraf (overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006) zijn 33 dossiers geëvalueerd. Dit zijn de dossiers waarvan de Commissie de definitieve uitvoeringsverslagen ten laatste op 20 september 2012 heeft ontvangen. Tijdens de laatste fase van de evaluatie achteraf werd een nieuwe reeks van 25 EFG-dossiers geanalyseerd. De eindverslagen van deze dossiers werden eind december 2013 ontvangen. Het resultaat van de eerste fase van de evaluatie achteraf werd in mei 2014 gepresenteerd, en het resultaat van de tweede fase werd in mei 2015 aan de Commissie voorgelegd. Een lijst van de dossiers die tijdens beide fasen van de evaluatie achteraf onderzocht werd, is te vinden in tabel 4 van de bijlage.
5. Trends
Nu het EFG steeds meer aanvragen behandelt, zijn er ook meer gegevens beschikbaar om trends in de aanvragen in kaart te brengen en een overzicht te krijgen van de koers die de activiteiten van het fonds nemen. De in de onderstaande grafieken en de bijlage opgenomen
gegevens hebben betrekking op de 134 aanvragen die door de lidstaten in de periode 2007-2014 werden ingediend19. Tot dusver werden aanvragen ingediend voor een totaal bedrag van 561,1 miljoen EUR met het oog op bijstand aan 122 121 werknemers (volgens de schatting van de lidstaten).
Het aantal aanvragen loopt op tot 149 indien rekening wordt gehouden met de 15 door de aanvragende lidstaten ingetrokken dossiers. Er wordt in de statistieken echter geen rekening gehouden met ingetrokken dossiers.
19
Grafiek 1: Aantal aanvragen ontvangen in de periode 2007-2014
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 2014 | Totaal | |
Crisisgerelateerd | ------- | ----- | 23 | 23 | 19 | ----- | ------ 11 | ________76J |
Handelsgerelateerd | 8 | 5 | 5 | 6 | 5 | 10 | 12 7 | 58 |
Totaal | 8 | 5 | 28 | 29 | 24 | 10 | 12T 18 | 134 |
% van totaal | 6% | 4% | 21% | 22% | 18% | 7% | 9% 13% | 100% |
Gegevens op 31/12/2014 |
De in 2009 doorgevoerde wijziging van de EFG-verordening, waardoor de crisis kon gelden als motivering voor een aanvraag, had een aanzienlijke impact op het aantal door de Commissie ontvangen aanvragen: vanaf mei 2009 (toen de desbetreffende wijziging van kracht werd) tot eind 2011 was er een aanzienlijke stijging van het aantal aanvragen. In de periode 2007-2014 waren er 76 crisisgerelateerde en 58 handelsgerelateerde aanvragen. 82 % van de aanvragen die de Commissie tussen mei 2009 en eind 2011 ontving, betrof de wereldwijde financiële en economische crisis.
Zoals blijkt in tabel 2 in de bijlage is Spanje de lidstaat die het grootste aantal aanvragen voor EFG-financiering heeft ingediend (20 aanvragen), gevolgd door Nederland (16 aanvragen), Italië (12 aanvragen) en Denemarken (10 aanvragen). Op 31 augustus 2014 hadden 8 lidstaten nog geen EFG-steun aangevraagd: Estland, Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Slowakije, het Verenigd Koninkrijk en Kroatië (dat pas op 1 juli 2013 tot de EU is toegetreden).
Grafiek 2: Bedragen aan EFG-steun die per lidstaat werden aangevraagd, 2007-2014
II.— | ||||||||||||
0 FR IE DK IT ES DE NL AT EL BE SE FI PT RO LT PL SI BG MT CZ EE CY LV LU HU SK UK HR |
Tijdens de periode 2007-2014 hebben 20 lidstaten het EFG in totaal om een bedrag van 561,1 miljoen EUR verzocht (zie ook de overzichtstabel in de bijlage). Frankrijk vroeg het grootste bedrag aan medefinanciering uit het EFG aan (84,6 miljoen EUR voor 7 aanvragen), gevolgd door Ierland (67,3 miljoen EUR voor 9 aanvragen), Denemarken (63,7 miljoen EUR voor 10 aanvragen) en Italië (62,5 miljoen EUR voor 12 aanvragen).
Grafiek 3: Aantal werknemers voor wie steun werd aangevraagd per lidstaat (2007-2014)
I | ||||||||||
III. | ||||||||||
mini... | ||||||||||
0 FR ES IT DE IE NL BE DK EL FI PT SE LT SI RO AT PL MT BG CZ EE CY LV LU HU SK UK HR |
Frankrijk is de lidstaat die voor het grootste aantal ontslagen werknemers steun van het EFG heeft aangevraagd (15 454 werknemers voor 7 aanvragen), gevolgd door Spanje (14 863 werknemers voor 20 aanvragen), Italië (13 367 werknemers voor 12 aanvragen) en Duitsland (11 957 werknemers voor 9 aanvragen). Voor de 13 andere landen varieerde het aantal van net iets meer dan 1 800 voor Polen tot net iets meer dan 11 000 voor Ierland. In elk van de drie resterende lidstaten die aanvragen hebben ingediend, hadden de aanvragen betrekking op minder dan 1 000 werknemers.
Grafiek 4: Aantal aanvragen per sector (NACE Rev.
2) voor de periode 2007-2014
Van 2007 tot 2014 heeft het EFG aanvragen ontvangen voor ontslagen werknemers in 45 sectoren (zie ook de tabel in de bijlage). De meeste van de betrokken sectoren situeerden zich in de be- en verwerkende industrie, maar ook de bouw- en de dienstensector waren vertegenwoordigd. De meeste aanvragen betroffen 4 sectoren uit de be- en verwerkende industrie: de automobielsector (20 aanvragen of 15 % van het totaal), gevolgd door machines, apparaten en werktuigen (13 aanvragen of 10 % van het totaal), de textielsector (11 aanvragen of 8 % van het totaal) en drukkerijen (9 aanvragen of elk 7 % van het totaal).
Ongeveer 6 % (8 aanvragen) had betrekking op werknemers in de bouwsector in brede zin, waaronder de bouw van gebouwen, gespecialiseerde bouwwerkzaamheden en activiteiten van architecten en ingenieurs. Wanneer ook toeleverende sectoren zoals bouwmaterialen, schrijnen timmerwerk en keramiek worden meegerekend, komt dit op 13 aanvragen of ongeveer 10 %. Voor meer dan de helft van de sectoren (28 van de 45 sectoren) ontving het EFG slechts 1 aanvraag.
Grafiek 5: Aantal werknemers per sector (NACE Rev.
2) voor wie steun werd aangevraagd, 2007-2014
Mobiele telefoons
Textiel
Machines, apparaten en werktuigen
Bouw van gebouwen
Detailhandel
Metaal in primaire vorm
Drukkerijen
Kleding
Luchtvaart
Huishoudapparaten
Vervoer en opslag
Computers
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
Scheepsbouw
Elektronische apparaten
Voedingsmiddelen
Keramische producten
Schoeisel
Metaalproducten
Consumentenelektronica
Schrijn- en timmerwerk
Groothandel
Uitzending van radio- en televisieprogramma's
ICT-diensten
Kristalglas
Reparatie en onderhoud van lucht- en ruimtevaartuigen
Informatie en communicatie
Farmaceutica
Meubilair
Uitgeverijen
Architecten en ingenieurs
Vervoer over land
Motorfietsen
Informatica-, elektronische en optische producten
Reparatie en installatie van machines
Callcenters
Maatschappelijke dienstverlening
Natuursteen
Bouwmaterialen
Eet- en drinkgelegenheden
Juwelen
Tabak
Chemische stoffen
20 lidstaten hebben 134 aanvragen ingediend en steun gevraagd voor in totaal 122 121 ontslagen werknemers. De betrokken sectoren waren in de eerste plaats de automobielindustrie, waar voor bijna 29 000 werknemers steun werd aangevraagd (23,0 % van het totaal in de ingediende aanvragen), gevolgd door de sector van mobiele telefoons (bijna 12 000 werknemers voor wie steun werd aangevraagd of 9,4 % van het totaal in de ingediende aanvragen), de textielsector (iets meer dan 11 500 werknemers voor wie steun werd aangevraagd of 9,2 % van het totaal in de ingediende aanvragen), en de sector machines,
apparaten en werktuigen (bijna 10 000 werknemers voor wie steun werd aangevraagd of 8,0 % van het totaal in de ingediende aanvragen).
Grafiek 6: Gemiddeld EFG-bedrag dat elke lidstaat per werknemer heeft aangevraagd, 2007-2014
Grafiek 6 geeft het gemiddelde bedrag aan EFG-steun per werknemer weer. Het gemiddelde voor de 122 121 werknemers van de 20 lidstaten bedroeg 4 060 EUR. Het bedrag van de EFG-steun per werknemer was het hoogst in Oostenrijk en Denemarken met respectievelijk ongeveer 14 000 EUR en 10 000 EUR. In Litouwen, Slovenië en Tsjechië daarentegen werd minder dan 1 000 EUR steun per werknemer gevraagd.
6.
Conclusie
De ontwikkelingen wijzen op een toenemend aantal sectoren waarvoor aanvragen zijn ingediend: in deze verslagperiode kwamen er 10 nieuwe sectoren bij. De lidstaten hebben alsmaar meer ervaring verworven met het selecteren van de meest geschikte maatregelen, het efficiënt programmeren van hun bijstand voor ontslagen werknemers en het gebruik van het EFG om nieuwe maatregelen te testen. Zij maken ook steeds vaker gebruik van de mogelijkheid om de middelen tijdens de implementatie van het project te herschikken om de beschikbare bijdragen zo goed mogelijk te benutten.
Doordat er in de Raad geen gekwalificeerde meerderheid kon worden bereikt, kon de tijdelijke 'crisisafwijking' niet worden verlengd tot na eind 2011. Daardoor waren de mogelijkheden voor EU-steun aan werknemers in 2012 en 2013 beperkt, hoewel vele landen nog steeds zwaar te lijden hadden onder de crisis.
Van 2012 tot eind 2013 bleven de lidstaten steun verlenen aan werknemers die werden ontslagen als gevolg van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen. Door de nieuwe EFG-verordening (Verordening (EU) nr. 1309/2013) werd het criterium van de economische en financiële crisis echter opnieuw ingevoerd. De nieuwe verordening heeft ook de categorieën van in aanmerking komende werknemers uitgebreid tot zelfstandigen en tijdelijk personeel en, bij wijze van afwijking tot het einde van 2017, jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's). Deze wijzigingen breiden het toepassingsgebied van
de EFG-steun uit. Door het nieuwe gestroomlijnde tijdschema voor de goedkeuring van aanvragen kunnen de steunmaatregelen voor werknemers sneller worden uitgevoerd.
Indien het EFG ten volle benut wordt, op een manier die complementair is met de andere beschikbare instrumenten en in overleg met de belangrijkste belanghebbenden, kunnen werknemers die in aanmerking komen voor EFG-steun gepersonaliseerde bijstand krijgen die is afgestemd op hun specifieke profiel. Dit zal hun kansen op de arbeidsmarkt op de middellange en langere termijn verbeteren, naarmate de markten verder van de crisis herstellen.