Artikelen bij COM(2024)952 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)952 - .
document COM(2024)952
datum 26 november 2024

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie in Frankrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 126, lid 7,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 126 VWEU moeten de lidstaten buitensporige overheidstekorten vermijden.

(2) Het stabiliteits- en groeipact (SGP) is gebaseerd op de doelstelling van gezonde overheidsfinanciën als middel ter versterking van de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een sterke, duurzame en inclusieve groei die berust op financiële stabiliteit, waarbij tegelijk de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie voor duurzame groei en werkgelegenheid wordt ondersteund.

(3) Op 30 april 2024 is het hervormde EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat Verordening (EU) 2024/1263 van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad1. Daarnaast omvat het Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten2 en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten3.

(4) Op 26 juli 2024 heeft de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 6, VWEU besloten dat er in Frankrijk een buitensporig tekort bestond wegens niet-naleving van het tekortcriterium4.

(5) Overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad moet de Raad een aanbeveling vaststellen gericht tot de betrokken lidstaat opdat deze binnen een bepaalde termijn een einde maakt aan de buitensporigtekortsituatie. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad moet in deze aanbeveling ook een termijn van ten hoogste zes maanden worden bepaald waarbinnen de betrokken lidstaat effectieve maatregelen moet treffen om het buitensporige tekort te corrigeren. Die termijn kan worden teruggebracht tot drie maanden indien de ernst van de situatie dit rechtvaardigt. Voorts moet de Raad in zijn aanbeveling de lidstaat verzoeken een correctief netto-uitgavenpad5 uit te voeren om te waarborgen dat het algemene overheidstekort binnen de in de aanbeveling bepaalde termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp wordt gebracht en gehandhaafd. Indien de procedure bij buitensporige tekorten is ingesteld op grond van het tekortcriterium, geldt als benchmark voor het correctieve netto-uitgavenpad een minimale jaarlijkse structurele aanpassing van ten minste 0,5 % van het bbp voor de jaren waarin het overheidstekort de referentiewaarde naar verwachting zal overschrijden. De Commissie kan tijdens een overgangsperiode in 2025, 2026 en 2027 de benchmark aanpassen aan de stijging van de rentebetalingen bij de vaststelling van het voorgestelde correctieve uitgavenpad voor die jaren, rekening houdend met overweging 23 van Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad.

(6) Met het oog op de indiening van het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn overeenkomstig artikel 11 en artikel 36, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2024/1263 werd er in het besluit van de Raad van 26 juli 2024 rekening mee gehouden dat de volgende stap in de buitensporigtekortprocedure, namelijk de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad op grond van artikel 126, lid 7, VWEU inzake de correctie van het buitensporige tekort, zou samenvallen met het advies van de Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen van de lidstaten van de eurozone op grond van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 473/2013. Deze aanpak maakt het mogelijk te zorgen voor samenhang tussen de begrotingseisen in het kader van de buitensporigtekortprocedure en het aanpassingstraject in de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn. Dit tijdschema is buitengewoon en houdt verband met de overgang naar het nieuwe kader. Het schept derhalve geen precedent.

(7) Het reële bbp in Frankrijk is in 2023 met 0,9 % toegenomen. Volgens de najaarsprognoses 2024 van de Commissie zal de economie in 2024 naar verwachting met 1,1 % groeien als gevolg van een hoge bijdrage van de netto-uitvoer aan de groei en een sterke versnelling van de particuliere consumptie. Verwacht wordt dat het reële bbp in 2025 met 0,8 % zal stijgen, aangezien het begrotingsaanpassingspakket ter vermindering van het overheidstekort waarschijnlijk zal wegen op de groei, ondanks een soepeler monetair beleid. Het werkloosheidspercentage zou in 2024 op 7,4 % en in 2025 op 7,5 % uitkomen. In 2024 zal de inflatie naar verwachting dalen van 5,7 % in 2023 tot 2,4 %, om op 1,9 % uit te komen in 2025.

(8) Volgens de op 22 oktober 2024 door Eurostat gevalideerde gegevens6 bedroeg het overheidstekort in Frankrijk 5,5 % van het bbp in 2023. In de najaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt uitgegaan van een overheidstekort van 6,2 % van het bbp in 2024 en 5,3 % van het bbp in 2025, dus boven de referentiewaarde in beide jaren. Het structurele tekort zal naar verwachting uitkomen op 6,1 % van het bbp in 2024 en 1,1 procentpunt dalen in 2025.

(9) Eind 2023 bedroeg de overheidsschuld 109,9 % van het bbp. Volgens de najaarsprognoses 2024 van de Commissie zal ze stijgen tot 112,7 % van het bbp eind 2024 en tot 115,3 % van het bbp eind 2025, waardoor ze boven de referentiewaarde van 60 % van het bbp blijft.

(10) Op 31 oktober 2024 heeft Frankrijk overeenkomstig artikel 11 en artikel 36, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2024/1263 zijn eerste budgettair-structurele plan voor de middellange termijn ingediend. Het plan bestrijkt de periode 2025-2029 en voorziet in een over zeven jaar gespreide begrotingsaanpassing. In de aanbeveling van de Raad tot goedkeuring van het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn van Frankrijk voor de jaren 2025 tot en met 2029 en tot goedkeuring van een reeks hervormings- en investeringstoezeggingen in het plan die aan een verlenging van de aanpassingsperiode ten grondslag liggen, wordt een netto-uitgavenpad aanbevolen dat rekening houdt met alle noodzakelijke vereisten van een correctief pad en dat moet worden aanbevolen als het correctieve netto-uitgavenpad in het kader van de buitensporigtekortprocedure. Het correctieve netto-uitgavenpad is derhalve in overeenstemming met een minimale jaarlijkse structurele aanpassing van ten minste 0,5 % van het bbp als benchmark voor de jaren waarin het overheidstekort naar verwachting de referentiewaarde zal overschrijden, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad.

(11) Op basis van het netto-uitgavenpad (de enige operationele variabele voor nalevingsmonitoring) dat is vastgesteld in de aanbeveling van de Raad tot goedkeuring van het plan van Frankrijk en in deze aanbeveling, en op basis van het kader van de Europese Commissie voor de prognose van de overheidsschuld op middellange termijn en de najaarsprognoses 2024, zal het overheidstekort naar verwachting dalen van 6,2 % van het bbp in 2024 tot 2,5 % tegen 2031. Op basis van de aannamen in zijn plan verwacht Frankrijk dat het tekort al eerder, in 2029, onder de referentiewaarde voor het tekort van 3 % zal dalen.

(12) Op basis van het aan te bevelen correctieve netto-uitgavenpad, het kader van de Europese Commissie voor de prognose van de overheidsschuld op middellange termijn en de najaarsprognoses 2024, zou de overheidsschuld stijgen van 112,7 % van het bbp eind 2024 tot 121,6 % eind 2029.

(13) Maatregelen ter consolidering van de begroting moeten een duurzame verbetering van het buitensporig tekort bewerkstelligen en er tegelijkertijd op gericht zijn de kwaliteit van de openbare financiën te bevorderen, de investeringen op peil te houden en het groeipotentieel van de economie te versterken. Hervormingen van budgettaire en bredere economische aard (met inbegrip van de hervormingen die ten grondslag liggen aan de verlenging van de aanpassingsperiode, zoals gespecificeerd in bijlage II bij de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad tot goedkeuring van het plan voor de middellange termijn van Frankrijk7) moeten het groei- en veerkrachtpotentieel van de economie op duurzame wijze verbeteren en de houdbaarheid van de begroting ondersteunen,

BEVEELT AAN:

(1) dat Frankrijk ervoor zorgt dat het nominale groeipercentage van de netto-uitgaven de in bijlage I vastgestelde maxima niet overschrijdt.

(2) Frankrijk zou dus tegen 2029 een einde aan de buitensporigtekortsituatie moeten maken.

(3) De Raad stelt 30 april 2025 vast als termijn voor Frankrijk om effectief gevolg aan zijn aanbevelingen te geven en de nodige maatregelen te presenteren samen met zijn jaarlijkse voortgangsverslag 2025, dat overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2024/1263 bij de Commissie moet worden ingediend. Daarna moet Frankrijk ten minste om de zes maanden en totdat het buitensporige tekort volledig is gecorrigeerd, verslag uitbrengen over de bij de uitvoering van deze aanbeveling gemaakte vorderingen.

Deze aanbeveling is gericht tot Frankrijk.

BIJLAGE I

Maximale groeipercentages van de netto-uitgaven
(jaarlijkse en cumulatieve groeipercentages, in nominale termen)

Frankrijk

Jaar20252026202720282029
Groeipercentage

(%)
Per jaar0,01,41,41,41,3
Cumulatief (*)3,85,36,78,29,6

(*) De cumulatieve groeipercentages worden berekend op basis van het referentiejaar 2023.