Artikelen bij COM(2024)78 - EU-standpunt in de 231e bijeenkomst van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) met betrekking tot het voorgenomen amendement van bijlage 13 - Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)78 - EU-standpunt in de 231e bijeenkomst van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) met betrekking tot ... |
---|---|
document | COM(2024)78 |
datum | 11 maart 2024 |
Artikel 1
(1) Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 231e of een latere bijeenkomst van de ICAO-Raad is dat het voorgestelde amendement van bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago — Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen in zijn geheel moet worden gesteund.
(2) Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen, mits de ICAO-Raad het voorgestelde amendement van bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago — Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen, zoals bedoeld in lid 1, zonder ingrijpende wijzigingen vaststelt, is dat in antwoord op de respectieve ICAO-staatsbrief geen afkeuring moet worden geregistreerd, maar moet worden gemeld dat de vastgestelde maatregel zal worden nageleefd. Als de Uniewetgeving na de beoogde toepassingsdatum van de nieuwe SARP’s van die SARP’s zou afwijken, moet de ICAO overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag van Chicago in kennis worden gesteld van een verschil met die specifieke SARP’s.
In geval de wetgeving van de Unie verschilt van de normen in bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago, dient de Commissie te zijner tijd en ten minste twee maanden vóór een door de ICAO vastgestelde termijn voor kennisgeving van verschillen, ter bespreking en goedkeuring bij de Raad een voorbereidend document in met het standpunt van de Unie over de gedetailleerde verschillen die de lidstaten namens de Unie aan de ICAO moeten meedelen.
Artikel 2
Het in artikel 1, lid 1, genoemde standpunt moet worden uitgedrukt door de gezamenlijk in het belang van de Unie optredende lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-raad.
Het in artikel 1, lid 2, bedoelde standpunt moet tot uiting worden gebracht door alle lidstaten van de Unie die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.