Artikelen bij COM(2024)77 - “Jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen 2024”

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Inleiding

De eengemaakte markt van de EU, een van de grootste geïntegreerde markten ter wereld, vormt de kern van ons concurrentievermogen. Dankzij de ruim 440 miljoen consumenten en grote schaalvoordelen kon de EU uitgroeien tot het grootste handelsblok ter wereld — waarbij haar bedrijven een vierde van de wereldwijde uitvoer van diensten en een vijfde van de hightechgoederen voor hun rekening nemen1 — en een aantrekkelijke bestemming voor buitenlandse investeringen worden. Het stabiele macro-economische kader en de hoogwaardige infrastructuur ondersteunen een investeringsvriendelijk ondernemingsklimaat en zijn geworteld in en ondersteunen een sterk model van de sociale markteconomie.

De opeenvolging van recente crises heeft het belang van het versterken van de veerkracht van de eengemaakte markt onderstreept. De Commissie heeft belangrijke initiatieven genomen om de integriteit van de eengemaakte markt te behouden en de industriële basis van de EU te versterken tijdens de COVID-19-pandemie en na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. In deze uitdagende context en in het licht van de toenemende wereldwijde concurrentie streeft de Commissie ernaar de groene en de digitale transitie te combineren met een concurrerende en duurzame eengemaakte markt, waarbij niemand aan zijn lot wordt overgelaten. Een goed functionerende eengemaakte markt komt de consumenten ten goede dankzij lagere prijzen, meer keuze en gemeenschappelijke, goed beschermde rechten.

De EU beschikt over zeer sterke troeven om op voort te bouwen: hooggekwalificeerde ingenieurs, excellentie in onderzoek, hoogwaardige infrastructuur, een solide productiebasis, een sterke dienstensector, een concurrentievoordeel bij de ontwikkeling van schone technologieën, krachtige computers, kwantum- en transformatieve digitale technologieën, en natuurlijk de eengemaakte markt als springplank.

Niettemin wordt de Europese economie geconfronteerd met uitdagingen — zowel reeds lang bestaande als recentere — die verband houden met klimaatverandering, geopolitieke verschuivingen, technologische versnelling, hoge energieprijzen, demografie, tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden, strategische afhankelijkheden en oneerlijke internationale concurrentie.

In 2023 werd in de mededeling over 30 jaar eengemaakte markt2 besproken wat de volgende stappen zijn om de eengemaakte markt verder te verdiepen zodat het volledige potentieel ervan kan worden benut. Tegelijkertijd bood de mededeling over het concurrentievermogen op lange termijn3 een overzicht van de uitdagingen op het gebied van het concurrentievermogen en werd deze beoordeeld aan de hand van negen factoren die het concurrentievermogen stimuleren (zie figuur 1). Deze mededeling biedt een analyse van de eengemaakte markt en haar concurrentievermogen, gestructureerd aan de hand van deze negen factoren die het concurrentievermogen vergroten en de daarmee verband houdende kernprestatie-indicatoren (KPI’s). Ook worden er toekomstige prioriteiten vastgesteld en waar nodig maatregelen aanbevolen.

De Commissie draagt aldus bij tot een eerste jaarlijkse cyclus waarin de Raad, de Europese Raad en het Europees Parlement de vorderingen en de noodzakelijke maatregelen met betrekking tot de toekomst van de eengemaakte markt en het concurrentievermogen bespreken.


Figuur 1: Definitie van concurrentievermogen op basis van negen factoren


Bron: Mededeling over het concurrentievermogen op lange termijn (COM(2023) 168 final).


1. Een goed functionerende eengemaakte markt

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers4
KPI 1: Integratie in de eengemaakte marktIntegratie in de eengemaakte markt: handel ten opzichte van bbp.Stijgend26,3 % voor goederen (2022)
23,5 % voor goederen (2021)
7,5 % voor diensten (2022)
6,6 % voor diensten (2021)
KPI 2: Nalevingsachterstand (onjuist omgezette richtlijnen)Voor deze KPI wordt het aantal omgezette richtlijnen waarvoor de Commissie inbreukprocedures wegens onjuiste omzetting heeft ingeleid, gemeten.0,5 %1,2 % (2023)
1,3 % (2022)


De eengemaakte markt is een voorwaarde voor het concurrentievermogen op lange termijn. Een goed functionerende eengemaakte markt heeft de EU de afgelopen 30 jaar een sterke economische basis opgeleverd: een grote vraagpool, gediversifieerde bevoorradingsbronnen en mogelijkheden voor innovatie en opschaling van de productie, terwijl sterke sociale rechten en eerlijke arbeidsomstandigheden worden ondersteund. Het is een krachtig instrument gebleken voor het opbouwen van veerkrachtige toeleveringsketens en biedt zo nodig een geopolitieke hefboom.

De Commissie en de lidstaten hebben de belemmeringen voor de werking van de eengemaakte markt aangepakt. In 2023 hebben de lidstaten zich er via de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt toe verbonden om 301 niet-evenredige voorafgaande controles voor beroepen op te heffen. De taskforce heeft ook meer dan 170 procesgerelateerde belemmeringen voor wind- en zonne-energieprojecten onderzocht en heeft zich ertoe verbonden de helft daarvan weg te nemen. Deze doelstelling is al overschreden, aangezien 60 % van de bevestigde belemmeringen is aangepakt. Op basis van bewijsmateriaal van het Solvit-netwerk werd in 2023 een project gelanceerd om IBAN-gerelateerde discriminatie op de eengemaakte markt in de publieke sector en in de telecomsector aan te pakken.

Tijdens dit mandaat heeft de Commissie onmiddellijk handhavingsmaatregelen genomen wanneer de kernbeginselen van de vrije toegang tot de markten op het spel stonden of er discriminerende praktijken tegen niet-nationale exploitanten aan het licht kwamen. De Commissie heeft zich met name ingezet om schendingen van de EU-regels inzake overheidsaanbestedingen en betalingsachterstanden aan te pakken, om transparantie en efficiëntie te garanderen op de markten die door overheidsopdrachten worden ondersteund, en om de belangen van kmo’s te verdedigen. Preventieve instrumenten zoals de richtlijn transparantie op de eengemaakte markt en de beoordeling vooraf van nieuwe beperkingen in de nationale regelgeving voor professionele diensten zijn versterkt.

In de mededeling “30 jaar eengemaakte markt” worden concrete doelstellingen en initiatieven vastgesteld voor de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten op het gebied van de handhaving van de bestaande regels en het wegnemen van nationale belemmeringen, bijvoorbeeld in de dienstensector. De Commissie heeft zich ten doel gesteld de nalevingsachterstand terug te brengen tot 0,5 % (d.w.z. het maximale percentage onjuist omgezette richtlijnen). Het werkelijke percentage is in 2023 verbeterd tot 1,2 % (zie KPI 2) en de Commissie zal met de lidstaten blijven samenwerken om deze doelstelling te bereiken, aangezien aanzienlijke extra groei5 kan worden gerealiseerd door nationale belemmeringen aan te pakken, met name door een betere uitvoering van de overeengekomen regels.

Regeldruk en vereenvoudiging

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers6
KPI 17: Gemak van naleving van de regelgeving (druk van overheidsregulering)De perceptie van het bedrijfsleven als antwoord op de vraag: “Hoe gemakkelijk is het in uw land voor bedrijven om te voldoen aan overheidsvoorschriften en administratieve vereisten (bv. vergunningen, rapportage, wetgeving)? (1 = overdreven ingewikkeld; 7 = extreem gemakkelijk)” in het onderzoek voor de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum.Stijgend3,80 (2022)


64. (2021)


De regeldruk in de EU begint af te nemen (zie KPI 17), met name dankzij inspanningen op EU-niveau. In 2022 hebben de voorstellen van de Commissie 7,3 miljard EUR meer administratieve besparingen dan kosten opgeleverd7. In maart 2023 heeft de Commissie voorgesteld de formaliteiten voor vennootschappen die in meerdere lidstaten actief zijn, te vereenvoudigen en het gebruik van digitale instrumenten en processen in het vennootschapsrecht8 verder uit te breiden en te verbeteren.

De Commissie heeft ook de uitvoering9 van één digitale toegangspoort10, het vlaggenschip van de EU op het gebied van e-overheid, verlengd. Concreet zijn de lidstaten sinds december 2023 verplicht om nationale en grensoverschrijdende gebruikers onlinetoegang te bieden tot 21 soorten belangrijke procedures11. Het Informatiesysteem interne markt (IMI) verbindt 12 000 autoriteiten en vergemakkelijkt de uitwisseling voor 35 000 geregistreerde gebruikers op 20 beleidsterreinen en in alle EU-talen. Het aan het IMI-systeem gekoppelde portaal voor de aangifte van het vervoer over de weg12 stelt de wegvervoerssector in staat om een enkele uniforme detacheringsverklaring van een bestuurder digitaal in te dienen. Van februari 2022 tot en met december 2023 zijn via het portaal 33 miljoen detacheringsverklaringen ingediend. De Commissie heeft onlangs met een aanzienlijk aantal lidstaten overeenstemming bereikt over een vrijwillig elektronisch model voor de aangiften van detachering van werknemers en werkt aan een meertalig portaal voor dergelijke indieningen. Met de verordening interoperabel Europa13 wordt een gestructureerd samenwerkingsmechanisme tussen de lidstaten en de EU-instellingen ingesteld, dat de belemmeringen voor grensoverschrijdende en sectoroverschrijdende digitale overheidsdiensten vermindert14.

De Commissie heeft het “one in, one out”-beginsel en een verplichte concurrentievermogenstest ingevoerd, en de kmo-test voor de toetsing van nieuwe voorstellen versterkt. De Commissie heeft ook vooruitgang geboekt bij het bereiken van de doelstelling om de uit rapportageverplichtingen voortvloeiende lasten met 25 % te verminderen. Een eerste reeks van 41 initiatieven om dergelijke lasten te verminderen, werd gepresenteerd in het werkprogramma van de Commissie voor 202415. Zo zal de hervorming van het douanewetboek van de Unie naar verwachting ongeveer 2 miljard EUR aan kostenbesparingen opleveren. Met de herziening van de verordening betreffende de Europese statistiek zal nog eens 450 miljoen EUR worden bespaard16.

Bovendien werd op 17 oktober 2023 een verzoek om input gepubliceerd en de input van de belanghebbenden zal worden meegenomen bij de voorbereiding van rationaliseringsplannen door alle afdelingen van de Commissie. In 2024 zullen er verdere bijdragen komen vanuit het Fit for Future-platform, met aanbevelingen van de lidstaten en belanghebbenden voor vereenvoudiging en verlaging van de lasten, onder meer met betrekking tot de rapportageverplichtingen17. In het komende jaarlijkse lastenoverzicht zal verslag worden gedaan van de voortgang.

Meer in het algemeen moeten op EU-niveau en op het niveau van de lidstaten inspanningen worden geleverd om de uitvoering van de overeengekomen wetgeving verder te vereenvoudigen, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan ongerechtvaardigde overregulering en de cumulatieve gevolgen en het tijdschema van de uitvoering van de wetgeving aan bod moeten komen. Dit zou de nalevingskosten helpen verlagen en een grotere zichtbaarheid van investeringsbeslissingen garanderen.

Een gemoderniseerde eengemaakte markt

De EU heeft verschillende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat consumenten meer voordeel kunnen halen uit de eengemaakte markt. Het initiatief voor een universele oplader vereenvoudigt bijvoorbeeld al het leven van miljoenen Europeanen. De inspanningen om onrechtmatige groene claims aan te pakken of initiatieven inzake het recht op reparatie dragen ook bij tot het verlichten van de beperkingen voor de burgers en het bevorderen van een groenere economie.

Er zijn beslissende regelgevende stappen gezet om een eengemaakte markt in de digitale sector te ontwikkelen, die voorziet in een uniforme reeks regels voor bedrijven om in de hele EU actief te zijn: de digitalemarktenverordening18 om te voorkomen dat poortwachterplatforms bedrijven en consumenten oneerlijke voorwaarden opleggen; de digitaledienstenverordening19 om ervoor te zorgen dat wat offline illegaal is, ook online illegaal is; de datagovernanceverordening20 om de beschikbaarheid van gegevens en het vertrouwen in het delen van gegevens te vergroten en technische obstakels voor het hergebruik van gegevens te overwinnen; de dataverordening21 om de regels inzake eerlijke toegang tot data te harmoniseren; en de AI-verordening om rechtszekerheid te bieden en de weg vrij te maken voor innovatie op het gebied van betrouwbare AI22.

Voorts zal als reactie op de verstoring van de eengemaakte markt als gevolg van de maatregelen in verband met COVID-19, het noodinstrument voor de eengemaakte markt23, dat is omgedoopt tot de wet inzake noodsituaties en veerkracht voor de interne markt (Imera)24, ervoor zorgen dat de eengemaakte markt blijft functioneren en dat zij burgers en bedrijven in kritieke situaties blijft ondersteunen.

Kmo’s en kleine midcapondernemingen

Het steunpakket voor kmo’s25 is bedoeld om kmo’s in staat te stellen te concurreren en te groeien. Zoals blijkt uit een recent onderzoek van de Commissie26, spelen de bedrijven die de kmo-definitie overschrijden — de zogenaamde kleine midcapondernemingen — een vitale rol in de EU-economie, met 6 % van de totale werkgelegenheid. Zij zijn prominent aanwezig in industriële ecosystemen die van cruciaal belang zijn voor het concurrentievermogen en de technologische soevereiniteit van de EU, zoals elektronica, lucht- en ruimtevaart en defensie, energie, energie-intensieve industrieën en gezondheidszorg. Ongeveer 20 % van alle kleine midcapondernemingen was drie jaar eerder kmo27. Vergeleken met kmo’s vertonen kleine midcapondernemingen meestal een hoger groeitempo en een hoger niveau van innovatie en digitalisering, maar ze hebben nog altijd te maken met bepaalde vergelijkbare uitdagingen, zoals administratieve lasten, waaronder de behoefte aan meer evenredigheid in nieuwe wetgeving en aan gerichte steun. Om een soepele overgang van kmo naar een kleine midcaponderneming mogelijk te maken, is het belangrijk om deze uitdagingen op een samenhangende manier aan te pakken.

In de algemene groepsvrijstellingsverordening28 en de richtsnoeren inzake risicofinanciering29 wordt reeds een definitie voor kleine midcapondernemingen gebruikt. Op basis van deze definitie zal de Commissie de resultaten voor zowel kmo’s als kleine midcapondernemingen in het kader van relevante financiële programma’s monitoren en waar nodig maatregelen nemen om de betrokkenheid van deze ondernemingen te versterken. Bovendien zal zij een bredere gegevensset over kleine midcapondernemingen ontwikkelen en de belemmeringen die de groei en de overgang van middelgrote ondernemingen naar kleine midcapondernemingen in de weg staan, grondiger evalueren, rekening houdend met de standpunten van het kmo-netwerk en andere belanghebbenden. Dit zal de basis vormen voor toekomstige beslissingen over de beste manier om een geharmoniseerde definitie van kleine midcapondernemingen voor horizontale doeleinden vast te stellen en om te bepalen op welke gebieden het relevant is om evenredige regelgevings-, financierings- of beleidsmaatregelen te formuleren.

Uitbreiding

In december 2023 heeft de Europese Raad de weg vrijgemaakt voor een uitbreiding van de Europese Unie en dus van de eengemaakte markt30. De Commissie is al bezig met de integratie van de kandidaat-lidstaten in de eengemaakte markt door hun vooruitgang bij de aanpassing aan het EU-recht te controleren, hen te helpen de noodzakelijke (en vaak ingrijpende) politieke en economische hervormingen door te voeren en hen voor te bereiden op de rechten en verplichtingen die het EU-lidmaatschap met zich meebrengt. De meeste kandidaat-lidstaten zijn nu geassocieerd met het programma voor de eengemaakte markt en het programma Digitaal Europa. Er is overeenstemming bereikt over stappenplannen voor de verbeterde uitvoering van de diepe en brede vrijhandelsruimten met Oekraïne en Moldavië voor de periode 2023-2024, teneinde deze landen verdere toegang tot de eengemaakte markt van de EU te bieden.

De eengemaakte markt vereist politieke verantwoordelijkheid en moet een gezamenlijke inspanning zijn, samen met alle spelers en op alle beleidsterreinen.

Voortbouwend op de in het kader van dit mandaat geboekte vooruitgang moeten de Commissie en de lidstaten de voltooiing en modernisering van de eengemaakte markt voortzetten, met name door de correcte uitvoering en de krachtige handhaving van het Unierecht op nationaal niveau te intensiveren, onder meer met betrekking tot kwesties die verband houden met overregulering. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, blijft de Commissie pleiten voor de oprichting van speciale nationale bureaus voor de eengemaakte markt, waarbij de lidstaten zorgen voor senior leidinggevenden en de noodzakelijke middelen. Deze bureaus, die een aanvulling vormen op andere instrumenten voor samenwerking, zouden met name kunnen bijdragen tot het wegnemen van de resterende belemmeringen voor diensten.

De uitvoering van de regels voor de eengemaakte markt moet worden gestroomlijnd door preventieve, samenwerkings- en corrigerende instrumenten te combineren. De lidstaten moeten de concrete doelstellingen met betrekking tot de naleving en omzetting van de richtlijnen verwezenlijken. Het Solvit-netwerk, de werkzaamheden in het kader van de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt en de speciale bureaus voor de eengemaakte markt kunnen belemmeringen voor de eengemaakte markt helpen wegnemen, waaronder voor diensten. Daartoe moeten voor deze werkzaamheden voldoende middelen worden uitgetrokken.

Het verminderen van de regeldruk moet op alle niveaus een prioriteit blijven. De hervormingen van de regelgeving en de ondersteuningsinstrumenten moeten met name gericht zijn op kmo’s en kleine midcapondernemingen.

Tegelijkertijd moeten de noodzakelijke voorbereidingen en hervormingen voor de uitbreiding worden voortgezet om een wederzijds voordelige integratie van de uitbreidingslanden in de Europese toeleveringsketens te waarborgen.

2. Toegang tot particulier kapitaal en particuliere investeringen

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers31
KPI 3: Particuliere investeringen als percentage van het bbpParticuliere investeringen houden rechtstreeks verband met de gemakkelijke toegang tot particulier kapitaal.Stijgend19,3 % (2022)
18,7 % (2021)
KPI 4: Durfkapitaalinvesteringen als percentage van het bbpVooruitgang op dit gebied is een goede indicator van de vooruitgang op het gebied van de toegang tot particulier kapitaal in het algemeen.Stijgend0,09 % (2022)
0,11 % (2021)


Particuliere investeringen in de EU hebben sinds de financiële crisis goed stand gehouden in vergelijking met andere internationale spelers. Verdieping van de kapitaalmarktenunie (KMU) is van essentieel belang om particuliere investeringen te ontsluiten en het concurrentievermogen van de EU te vergroten. De investeringen die nodig zijn om de groene en de digitale transitie te versnellen, de veerkracht te vergroten en het concurrentievermogen van de Unie te stimuleren, zullen in de eerste plaats afkomstig moeten zijn van de particuliere sector.

In het kader van dit mandaat zijn bijna alle van de 16 acties van het door de Commissie voorgestelde actieplan voor de kapitaalmarktenunie voor 2020 goedgekeurd of is er politieke overeenstemming over bereikt. Ondanks de verbeterde omstandigheden op de kapitaalmarkten in de EU zullen deze maatregelen alleen de kapitaalmarktenunie echter niet voltooien en blijft de beschikbaarheid van risicokapitaal, zoals durfkapitaal, ontoereikend voor het opschalen van innovatieve bedrijven en het financieren van toekomstige groei.

De EU-taxonomieverordening zal de financiering van ecologisch duurzame economische activiteiten verbeteren en de groene transitie stimuleren.

De financieringsvoorwaarden zijn in 2023 aanzienlijk aangescherpt, waardoor een uitdagender investeringsklimaat ontstond. De rentetarieven in het eurogebied zijn scherp gestegen, terwijl de kredietvoorwaarden voor nieuwe leningen of kredietlijnen strenger zijn geworden en binnen het eurogebied uiteenlopen32. De EIB33 meldt dat de beschikbaarheid van financiering een investeringsbelemmering vormt voor 44 % van de bedrijven in de EU.

De huidige omvang en diepte van de kapitaalmarkten van de EU blijven ontoereikend om de toekomstige groei van de EU te ondersteunen. Een diepere kapitaalmarktenunie zal ertoe bijdragen dat er meer spaar- en investeringscapaciteit wordt gemobiliseerd om de reële economie te financieren, de kosten van leningen te verlagen en investeringen in de eengemaakte markt te vergemakkelijken, hetgeen allemaal onmisbaar is voor een succesvolle dubbele transitie.

De beschikbaarheid van risicokapitaal (met name voor het opschalen van bedrijven) blijft beperkt. De beurskapitalisatie in de EU — uitgedrukt als percentage van het bbp — bedraagt minder dan de helft van die van de VS (ondanks hogere besparingen in de EU) en is lager dan die van Japan, China en het Verenigd Koninkrijk. Private-equity- en durfkapitaalinvesteringen in digitale en groene technologiebedrijven zijn sinds 2016 voortdurend toegenomen34. Het durfkapitaal bedroeg in 2022 0,09 % van het bbp (zie KPI 4), het dubbele van het niveau van 2018 (0,04 %), maar op jaarbasis lager en nog steeds maar een fractie van het niveau in de VS (0,75 %) en China (0,58 %).

Het aantal doorgroeiende ondernemingen in de EU bedraagt 38 % van dat in de VS, hoewel deze kloof kleiner wordt. Om de situatie te blijven verbeteren, hebben de EIB-groep en vijf lidstaten het European Tech Champions Initiative (ETCI)35 gelanceerd, een dakfondsstructuur die investeringen doet in grootschalige durfkapitaalfondsen voor innovatieve EU-bedrijven. Deze actie vormt een aanvulling op de door InvestEU gecreëerde financieringsmogelijkheden voor durfkapitaalfondsbeheerders in een later stadium, zoals de Europese opschalingsactie voor durfkapitaal, het EUIPO-fondsinitiatief.

Diepere en meer geïntegreerde kapitaalmarkten zijn van cruciaal belang voor de financiering van EU-ondernemingen en ter ondersteuning van de overgang naar een digitale en duurzame economie. De uitvoering van de maatregelen van het actieplan voor de kapitaalmarktenunie 2020 zal een positieve invloed hebben op de groei van de kapitaalmarkten in de EU, de toegang tot marktgebaseerde financieringsbronnen voor EU-ondernemingen verbeteren en het gemakkelijker en aantrekkelijker maken om in EU-ondernemingen te investeren.

Het is van cruciaal belang dat de lidstaten, particuliere belanghebbenden en de EU-instellingen blijven samenwerken aan de kapitaalmarktenunie, onder meer door grotere pools van particulier kapitaal, zoals pensioenfondsen, te waarborgen. De Commissie en de lidstaten moeten met name verdere inspanningen bevorderen om de directe toegang van ondernemingen en derden tot de kapitaalmarkten te vergroten, het aanbod van risico- en durfkapitaal in de EU te vergemakkelijken, startende ondernemingen te ondersteunen en de opschaling van bedrijven in Europa mogelijk te maken.


2. Overheidsinvesteringen en infrastructuur

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers36
KPI 5: Overheidsinvesteringen als percentage van het bbpOverheidsinvesteringen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling en de instandhouding van bedrijfsondersteunende infrastructuur zoals energie, vervoer of digitale connectiviteit.Stijgend3,2 % (2022)
3,2 % (2021)


De overheidsinvesteringen hebben zich hersteld van de lage niveaus na de financiële crisis. De fondsen voor het cohesiebeleid van de EU, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere programma’s hebben bijgedragen tot de financiering van de groene en de digitale transitie, terwijl tegelijkertijd gelijkwaardige concurrentievoorwaarden werden gehandhaafd en de convergentie in de gehele eengemaakte markt werd bevorderd. Er zijn echter meer en hogere strategische overheidsinvesteringen nodig, waaronder via meer innovatieve instrumenten die de risico’s van particuliere investeringen helpen verminderen, om particuliere financiering aan te trekken en de 650 miljard EUR37 te leveren die jaarlijks nodig is voor de dubbele transitie en voor de economische veerkracht van Europa.

De overheidsinvesteringen liggen met 3,3 % van het bbp net boven die van Groot-Brittannië (3,3 %) en iets lager dan die van de VS (3,6 %). Hoewel het grootste deel van de investeringsbehoeften voor de dubbele transitie gefinancierd zal worden door particuliere fondsen, blijft de rol van publieke investeringen van cruciaal belang, bijvoorbeeld door doelgericht gebruik te maken van financiële producten en door financiële bronnen te combineren om particuliere investeringen te stimuleren en de risico’s ervan te verminderen, investeringen in infrastructuur te ontsluiten en projecten te ondersteunen op gebieden van belang voor de economische veiligheid waar particuliere investeringen mogelijk ontbreken. EU-financiering blijft nodig om aan de financieringsbehoeften te voldoen en tegelijkertijd fragmentatie van de eengemaakte markt als gevolg van de uiteenlopende niveaus van nationale (tijdelijke) staatssteun te voorkomen, en om regionale verschillen te verkleinen.

Figuur 2: Overheidsinvestering


Bron: Europese Commissie, jaarlijkse macro-economische databank (Ameco).

Sinds 2021 is uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit ruim 222 miljard EUR uitbetaald, en uit de fondsen voor het cohesiebeleid is in de periode 2021-2024 192 miljard EUR uitbetaald38. InvestEU heeft 13,44 miljard EUR aan EU-garanties verstrekt en Horizon Europa heeft meer dan 24 miljard EUR voor wetenschap en innovatie beschikbaar gesteld.

Gerichtere instrumenten spelen ook een essentiële rol voor belangrijke sectoren door een combinatie van regelgevende maatregelen en, indien beschikbaar, het gebruik van EU- of nationale fondsen. De verordening voor een nettonulindustrie39, de chipverordening en de verordening kritieke grondstoffen versterken de binnenlandse productiecapaciteit van de EU en moedigen ondernemingen aan om het potentieel van de eengemaakte markt te benutten. De Europese chipverordening zal via 3,3 miljard EUR uit de EU-begroting investeringen van bijna 43 miljard EUR ondersteunen. Er is ruim 100 miljard EUR aan particuliere en overheidsinvesteringen aangekondigd in de toeleveringsketen van chips. Industriële allianties40, zoals de onlangs gelanceerde alliantie voor kritieke geneesmiddelen, vergemakkelijken een nauwere samenwerking in de toeleveringsketens van belangrijke technologieën, wat bijdraagt tot het concurrentievermogen van de EU.

De nieuwe Europese innovatieagenda41 biedt vitale aanwijzingen en ondersteunende maatregelen om de toegang tot financiering te vergemakkelijken, innovatie te bevorderen via testomgevingen voor regelgeving, innovatieve aanbestedingen en talentontwikkeling.

De belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) ondersteunen baanbrekende innovaties of infrastructuurprojecten op het gebied van kritieke technologieën. Tot op heden zijn zeven geïntegreerde IPCEI’s goedgekeurd42 voor een waarde van 27,9 miljard EUR aan nationale overheidssteun, waarmee meer dan 50 miljard EUR aan particuliere investeringen is vrijgemaakt.

Het Innovatiefonds, dat uit de inkomsten van het EU-emissiehandelssysteem wordt gefinancierd, ondersteunt innovatie in nettonultechnologieën en schaalt deze op naar volledige technologische en commerciële maturiteit, en wordt een belangrijk openbaar instrument voor de uitvoering van de EU-industriestrategie voor de Green Deal. Gezien het succes en de overinschrijving op grootschalige oproepen tot het indienen van voorstellen zal de Commissie proberen de begroting van het Innovatiefonds te maximaliseren door de middelen vervroegd ter beschikking te stellen.

Het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP)43 zal investeringen ondersteunen voor de ontwikkeling en de productie van kritieke technologieën in de sectoren schone technologie, digitale technologie, innovatie op het gebied van diepgaande technologie, en biotechnologie. STEP zal de financiering in het kader van bestaande programma’s kanaliseren en de projectontwikkelaars ondersteunen via een toekomstig soevereiniteitsportaal. Het investeringspotentieel van dit initiatief kan tientallen miljarden euro’s bedragen, afhankelijk van de herprogrammeringsbesluiten van de lidstaten.

Ook kan er meer worden gedaan via strategische overheidsopdrachten, die goed zijn voor ongeveer 14 % van het bbp van de EU. Momenteel wordt bij openbare aanbestedingen onvoldoende rekening gehouden met ecologische, sociale en innovatieve aspecten44. Nieuwe initiatieven, zoals de verordening voor een nettonulindustrie45, introduceren ecologische en sociale duurzaamheid en veerkrachtcriteria bij overheidsopdrachten. Dit zou er in het algemeen voor moeten zorgen dat er meer geleund wordt op niet-prijsaspecten bij de aanbesteding van goederen en diensten.

De verdere verdieping van de eengemaakte markt moet gepaard gaan met voortdurende overheidsinvesteringen op belangrijke prioritaire gebieden in alle lidstaten, onder meer op regionaal niveau via het cohesiebeleid, om samenhangende groei, concurrentievermogen en veerkracht te waarborgen en tegelijkertijd fragmentatie van de eengemaakte markt te voorkomen.

Om de groene en de digitale transitie te financieren, is een strategische combinatie van instrumenten nodig. Dit vereist een intensiever en innovatiever gebruik van financieringsbronnen op Europees niveau, om particuliere investeringen te stimuleren en de risico’s ervan te verminderen. Overheidsopdrachten moeten worden gebruikt om duurzaamheid, veerkracht, innovatie en maatschappelijk verantwoorde praktijken aan te moedigen en te belonen.


2. Onderzoek en innovatie

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers46
KPI 6: Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) als percentage van het bbpDe totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (publieke en particuliere).> 3 %
na 2030
2,2 % (2021)
2,3 % (2020)
KPI 7: Aantal octrooiaanvragen per miljoen inwonersOctrooien weerspiegelen het vermogen van een economie om kennis te benutten en wijzen op de concurrentievoorsprong die door innovatie kan worden bereikt.StijgendEOB-EU:
151,1 (2022)
151,75 (2021)


Europa is een wetenschappelijke grootmacht die een vijfde van de top 10 % meest geciteerde wetenschappelijke publicaties produceert. Dit vertaalt zich echter niet altijd in commercieel leiderschap (zie KPI 7), vaak vanwege de moeilijkheden bij het opschalen van bedrijfsactiviteiten in de EU. De inspanningen van Europa in het kader van het beginsel “van laboratorium naar fabricage” moeten beter worden ondersteund, zoals dat het geval is voor halfgeleiders via de Europese chipverordening, waarbij onderzoekssamenwerking wordt gefaciliteerd en ondersteuning wordt geboden via Horizon Europa of het programma Digitaal Europa.

Innovatie vormt de kern van een bloeiende en concurrerende economie, en het Europees innovatiescorebord 202347 wijst op een verbetering van de innovatieprestaties van de EU in heel Europa.

De investeringen in O&I (onderzoek en innovatie) van de EU zijn in twintig jaar tijd gestegen van 1,8 % van het bbp naar 2,2 % (zie KPI 6), maar zijn op jaarbasis gedaald en blijven onder de doelstelling van 3 %48 liggen, en zijn ongelijk verdeeld over de regio’s en de lidstaten. De investeringen in O&I blijven lager dan die in de VS (3,4 % van het bbp)49 en China (2,4 %), met name als gevolg van het tekort aan O&I in het bedrijfsleven50 en de stagnerende overheidsinvesteringen in O&O. Bovendien worden de efficiëntie en impact van deze investeringen belemmerd door aanhoudende structurele problemen in verschillende O&I-systemen, zoals zwakke banden tussen de wetenschap en het bedrijfsleven.

De EU is wereldleider in de ontwikkeling van technologieën die digitale en groene innovaties combineren, waarbij een groot deel van de octrooiactiviteiten van de EU is toegespitst op technologie op het gebied van klimaatverandering51. Het aandeel van de EU was in 2020 alleen op digitaal gebied 20 %, wat vergelijkbaar is met dat van de VS.

Om de marktkloof in Europa op het gebied van financiering voor doorgroeiende ondernemingen te helpen overbruggen, combineert de Europese Innovatieraad (EIC) subsidies en eigen vermogen ter ondersteuning van veelbelovende startende en doorgroeiende deeptech-ondernemingen. Er is al meer dan 1 miljard EUR aan investeringen in bijna 200 doorgroeiende deeptech-ondernemingen goedgekeurd. Daarnaast heeft het Europees Instituut voor innovatie en technologie geholpen bij het mobiliseren van nog eens 7,3 miljard EUR aan particuliere investeringen in startende ondernemingen in strategische sectoren zoals batterijen, waterstof of gezondheidszorg.

In het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit mobiliseren de lidstaten meer dan 47 miljard EUR aan O&I-investeringen en zullen zij, naast de 35 miljard EUR uit het cohesiebeleid, hervormingen in hun O&I-systemen doorvoeren.

Ondanks dit alles bedroeg de groei van de totale factorproductiviteit in de EU in de afgelopen dertig jaar minder dan de helft van die in de VS. Dit vraagt om een nog grotere focus op strategische technologieën (bv. schone technologieën, vervanging van kritieke grondstoffen, digitale technologieën, geavanceerde materialen, geavanceerde en schone productietechnologieën), met inbegrip van technologieën met potentieel voor tweeërlei gebruik.

Naast het verhogen van de EU-investeringen in onderzoek en innovatie zijn er maatregelen nodig om meer prioriteit te geven aan de onderzoeksinspanningen rond de behoeften van de EU op het gebied van het concurrentievermogen op de lange termijn en om de omzetting van onderzoeksresultaten naar praktische bedrijfstoepassingen te verbeteren.

Er zijn hervormingen nodig om de O&I-systemen te moderniseren en zo de impact van O&I-investeringen te vergroten. Het versterken van de banden tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen en het verbeteren van ondersteunende structuren voor het gebruik van de resultaten van onderzoek en innovatie door de industrie kunnen bijvoorbeeld een aantrekkelijke businesscase opleveren.


Op EU-niveau zal de Commissie beleid blijven ontwikkelen en uitvoeren dat gericht is op de bevordering van innovatieve startende en doorgroeiende ondernemingen op het gebied van diepgaande technologie en groene technologie, onder meer door de capaciteiten van de Europese Innovatieraad op te bouwen.

2. Energie

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers52
KPI 8: Aandeel energie uit hernieuwbare bronnenOpwekking van hernieuwbare energie (zoals voorgesteld door de richtlijn hernieuwbare energie).45 % in
2030
23,02 (2022)
21,77 % (2021)
KPI 9: Elektriciteitsprijzen voor niet-huishoudelijke verbruikersDe elektriciteitsprijs voor industriële verbruikers geeft een goede indicatie van de betaalbaarheid van energie.Dalend en dan stabielVerbruiksschijf IC van de EU:53
0,21 EUR per kWh (eerste semester 2023)
0,18 EUR per kWh (eerste semester 2022)


De EU leidt de wereldwijde transitie naar een koolstofvrij energiesysteem. In 2022 lag de uitstoot van broeikasgassen 32,5 %54 lager dan in 1990, terwijl het bbp van de EU met 67 % steeg. Tegelijkertijd leidde de Russische oorlog in Oekraïne tot een energiecrisis die aanzienlijke gevolgen had voor huishoudens en voor het concurrentievermogen van de Europese industrie. Hoewel de energieprijzen inmiddels zijn gedaald, blijven ze duidelijk boven de eerdere langetermijntrends en voortdurend hoger dan in concurrerende regio’s. Meer onderling verbonden en geïntegreerde interne energiemarkten zullen de toegang tot betaalbare, overvloedige, betrouwbare en koolstofvrije energie helpen garanderen.

Van 2010 tot 2021 zijn de emissies van de industriële ecosystemen van de EU in totaal met 3 % gedaald. In dezelfde periode daalden de emissies van de energievoorzieningssector met 35 %55.

De elektriciteitsprijzen in de EU voor grote industrieën waren tot 2021 iets lager dan in Japan en het Verenigd Koninkrijk, zij het twee keer zo hoog als in de VS. Sinds 2021, en na de schok die werd veroorzaakt door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, is het prijsverschil met de VS groter geworden, ten koste van het concurrentievermogen van de EU56.

De hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de EU57 zal naar verwachting de invoering van schone energie versnellen doordat langetermijnovereenkomsten worden vergemakkelijkt die zowel voorspelbaarheid van de prijzen als zekerheid van de investeringen bieden, waardoor de kosten van energieopwekking op middellange termijn worden beperkt. De uitgaven van kmo’s voor energiebesparende technologieën zijn de afgelopen vijf jaar in alle industriële ecosystemen toegenomen, met name in de agrovoedingsindustrie, de textielindustrie, het toerisme, de lucht- en ruimtevaartindustrie en de defensie-industrie34. Geavanceerde productietechnologieën, zoals industriële robotica en additieve productie, kunnen verder helpen besparingen te realiseren.

De EU zal haar energiebehoefte massaal moeten elektrificeren. Dit vereist grote investeringen in koolstofarme technologieën. De investeringen binnen de EU in hernieuwbare energie zijn tussen 2015 en 2022 met 18,7 % per jaar gegroeid tot 38 miljard EUR per jaar. De nog grotere uitstroom van directe buitenlandse investeringen (92 miljard EUR) bevestigt de leidende positie van de EU-industrie op dit gebied34. Uit de effectbeoordeling van de mededeling over de klimaatdoelstelling voor Europa voor 2040 blijkt dat in 2040 voornamelijk hernieuwbare energie, aangevuld met kernenergie, voor meer dan 90 % van het elektriciteitsverbruik in de EU zal zorgen58. De Commissie heeft ook de Europese industriële alliantie voor kleine modulaire reactoren opgericht.

Het zal ook van essentieel belang zijn om nieuwe productiecentra voor koolstofarme energie te verbinden met nieuwe consumptiecentra. Het Europees actieplan voor netwerken is de eerste stap waarin verschillende acties worden beschreven om de uitrol van netwerken te versnellen en een snellere integratie van hernieuwbare energie te realiseren59. Het actieplan moet de basis vormen voor toekomstige brede acties om de ontwikkeling van een geïntegreerde Europese energie-infrastructuur te versnellen. Digitalisering staat ook centraal bij het nieuwe systeem voor het elektriciteitsnet60. Digitalisering, toegang tot gegevens en automatisering zijn nodig om alle (nieuwe) energiebronnen te integreren en het systeem te stabiliseren.

In aanvulling op de initiatieven voor de uitrol van het systeem zal de verordening voor een nettonulindustrie de productie van nettonultechnologieën in de EU versterken. Het Europees actieplan voor windenergie bevat aanbevelingen en toezeggingen ter ondersteuning van de productiecapaciteit voor windenergie in Europa61.

De herstel- en veerkrachtfaciliteit en REPowerEU spelen ook een belangrijke rol bij de versterking van de veerkracht, de veiligheid en de duurzaamheid van het energiesysteem van de EU, met name door investeringen in energie-efficiëntie en in hernieuwbare energie en netwerken, en dragen tegelijkertijd bij tot de bestrijding van energiearmoede.

In de afgelopen vijf jaar heeft de EU haar energiebeleidsinstrumentarium aanzienlijk bijgewerkt om de doelstellingen van de Europese Green Deal te bereiken, onder meer op het gebied van het industriële plan ervoor.

Maar er zal meer nodig zijn om de inzet van koolstofarme elektriciteit, de integratie ervan in energienetwerken en de toegenomen productie van nettonultechnologieën te vergemakkelijken. Dit alles is onmisbaar om de energieprijzen te verlagen en het concurrentievermogen van Europa te versterken.

De lidstaten moeten op deze gebieden bijdragen, bijvoorbeeld door de uitvoering van de actieplannen voor elektriciteitsnetwerken en windenergie, de richtlijn hernieuwbare energie en de werkzaamheden van SMET inzake vergunningen en de snelle uitvoering van de verordening voor een nettonulindustrie. De lidstaten moeten gebruikmaken van het STEP-initiatief om het potentieel van alle EU-instrumenten, met inbegrip van de EU-cohesiefondsen, te benutten en de ontwikkeling en productie van belangrijke strategische technologieën voor schone energie te ondersteunen.


2. Circulariteit

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers62
KPI 10: Percentage circulair materiaalgebruikHet percentage circulair materiaalgebruik meet het aandeel teruggewonnen materiaal dat naar de economie wordt teruggevoerd, in het totale materiaalgebruik. Doelstelling vastgesteld in het actieplan voor de circulaire economie: verdubbeling ten opzichte van 2020.23,4 % tegen
2030
11,5 % (2022)
11,7 % (2021)



Europa is langzaam op weg naar een meer circulaire economie. Sinds 2000 is de hulpbronnenproductiviteit van de EU-industrie63 met 37 % gestegen, wat duidt op een efficiënter gebruik van materialen in de EU-productie, maar de materiaalvoetafdruk van de EU64 is de afgelopen tien jaar stabiel gebleven65. Onlangs overeengekomen wetgeving zal, zodra deze is ingevoerd, de zakelijke argumenten voor circulariteit versterken.

Meer circulariteit in de economie betekent minder verbruik van grondstoffen, minder afval en minder afhankelijkheid. Het brengt ook een aanzienlijk potentieel met zich mee wat betreft het creëren van banen van hoge kwaliteit, met name in de sociale economie. De bio-economie heeft de potentie om bij te dragen tot meer circulariteit, bijvoorbeeld op het gebied van materialen voor batterijen.

Met 11,5 % is het gebruik van secundaire grondstoffen in 2022 minder dan de helft van de overeengekomen doelstelling voor 2030, wat wijst op een aanzienlijk onbenut potentieel (zie figuur 3 en KPI 10). Tegelijkertijd is de hulpbronnenproductiviteit van de EU-industrie in twintig jaar tijd met 37 %66 gestegen, waardoor deze inmiddels vergelijkbaar is met die van de VS en drie keer hoger is dan die van China.

Niet-duurzame consumptie en de daarmee samenhangende productie zijn belangrijke knelpunten voor circulariteit67. Slechts 20 % van de kmo’s gebruikt gerecycleerde materialen en slechts 11 % hanteert circulaire bedrijfsmodellen68.

Recentelijk aangenomen of politiek overeengekomen wetgeving vormt een sterk zakelijk argument voor meer circulariteit in de EU. Stroomopwaarts is in de verordening kritieke grondstoffen bepaald dat de recyclingcapaciteit van de Unie tegen 2030 25 % van het jaarlijkse verbruik van strategische grondstoffen in de Unie moet dekken. Op productniveau zal de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten het mogelijk maken specifieke circulariteitscriteria te formuleren voor productcategorieën die op de EU-markt worden gebracht69. Dit zal de fragmentatie van de eengemaakte markt als gevolg van uiteenlopende nationale voorschriften inzake duurzaamheid van producten helpen aanpakken. Het digitale productpaspoort zal het delen van informatie binnen de toeleveringsketens vergemakkelijken. Het markttoezicht zal worden versterkt om de tekortkomingen op het gebied van handhaving van de toepasselijke eisen inzake ecologisch ontwerp, met name voor ingevoerde producten, aan te pakken. Het EU-regelgevingskader voor batterijen70 draagt nu al bij tot circulaire waardeketens voor de productie van batterijen. Tegelijkertijd moeten nog enkele belemmeringen worden opgeheven om meer circulariteit te bevorderen, bijvoorbeeld met betrekking tot de definitie van afval. Op het niveau van de consument helpen de richtlijn betreffende het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie en de richtlijn groene claims de consument bij het herkennen van betrouwbare en duurzame producten.

Figuur 3: Percentage circulair materiaalgebruik (gebruik van secundaire materialen in % van het totale materiaalgebruik)


Bron: Eurostat.

Onlangs aangenomen wetgeving zal de circulariteit in de EU vergroten. Om de doeltreffendheid ervan te garanderen, moeten de lidstaten zich echter inspannen om het markttoezicht op productregelgevingsvereisten in verband met circulariteit te versterken. Bovendien zouden de lidstaten duurzaam materiaalverbruik kunnen bevorderen door het ondersteunen van het industriële gebruik van secundaire materialen (industriële symbiose tussen bedrijven) en platforms voor de deeleconomie waar vraag en aanbod van recycleerbaar/herbruikbaar afval op elkaar kunnen worden afgestemd. Bovendien is het belangrijk de circulaire economie te integreren door onderzoek en innovatie te stimuleren, de beroepsbevolking bij en om te scholen, en financieringsinstrumenten gericht te gebruiken.


2. Digitalisering

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers71
KPI 11: Digitale intensiteit in kmo’sAandeel EU-ondernemingen met ten minste een basisniveau van digitale intensiteit. Een basisniveau houdt het gebruik in van ten minste vier van de twaalf geselecteerde digitale technologieën (zoals het gebruik van AI-technologie; de verkoop via elektronische handel die ten minste 1 % van de totale omzet uitmaakt; enz.) zoals gedefinieerd in het beleidsprogramma voor het digitale decennium.90 % tegen
2030
69,30 % (2022)
61,36 % (2021)

KPI 12: Invoering van digitale technologieën door bedrijvenPercentage van de Europese ondernemingen dat gebruik heeft gemaakt van cloudcomputingdiensten, big data en/of artificiële intelligentie. Doelstelling vastgesteld in het beleidsprogramma voor het digitale decennium.75 % tegen
2030
Cloudcomputingdiensten: 34 % (2021)
Big data: 14 % (2020)
Artificiële intelligentie: 8 % (2021)


De uitrol en het gebruik van digitale technologieën en de algemene digitalisering van de economie zijn in belangrijke mate bepalend voor het concurrentievermogen en de soevereiniteit. Er bestaan inmiddels verschillende financieringsinstrumenten en wetgevingsinitiatieven om de digitalisering van bedrijven en het concurrentievermogen van de EU-sector voor informatie- en communicatietechnologie te verbeteren. Om de digitale transformatie te versnellen, de investeringstekorten aan te pakken en de digitale capaciteiten te versterken in overeenstemming met het beleidsprogramma voor het digitale decennium, zullen de collectieve inspanningen moeten worden voortgezet en versterkt.

Ondanks de sterke punten van de EU op specifieke gebieden van digitale technologie, zoals geavanceerde productietechnologieën en apparatuur voor de productie van halfgeleiders, is het aandeel van de EU op de wereldwijde markt voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) de afgelopen tien jaar drastisch gedaald, van 21,8 % in 2013 tot 11,3 % in 2022, terwijl het aandeel van de VS is gestegen van 26,8 % tot 36 %72.

Het beleidsprogramma voor het digitale decennium73 is een systeem van gezamenlijk bestuur tussen de EU en de nationale autoriteiten ter ondersteuning van de verwezenlijking van concrete doelstellingen en streefcijfers voor 2030. Zij richten zich op vier gebieden: digitale vaardigheden; digitale infrastructuur; de digitalisering van bedrijven, onder meer door het gebruik van geavanceerde technologieën zoals artificiële intelligentie (AI), clouddiensten en analyse van big data; en de digitalisering van overheidsdiensten. In het eerste verslag over de staat van het digitale decennium74 wordt benadrukt dat de collectieve inspanningen moeten worden opgevoerd en verdiept om onze ambities op het gebied van halfgeleiders, geavanceerde digitale vaardigheden en de digitale transformatie van Europese bedrijven te verwezenlijken.

Verschillende EU-financieringsinstrumenten ondersteunen de versterking van de digitale capaciteiten, infrastructuur en de vaardigheden die nodig zijn voor de digitale transitie. Zo heeft DIGITAL (met Horizon Europa) ertoe bijgedragen dat de EU wereldwijd toonaangevend is op het gebied van high-performance computing en biedt het strategische financiering ter ondersteuning van projecten op het gebied van artificiële intelligentie, geavanceerde digitale vaardigheden, cyberbeveiliging en de uitrol van digitale oplossingen voor overheidsdiensten en bedrijven.

De ontwrichtende opkomst van generatieve AI creëert een unieke kans in een markt die naar verwachting tussen 2023 en 2030 met meer dan 24,4 % per jaar zal groeien75. Om innovatie op het gebied van AI te stimuleren, biedt de AI-verordening een stabiel, voorspelbaar en evenredig rechtskader voor AI-ontwikkelaars, waardoor het vertrouwen onder burgers en bedrijven in AI-toepassingen wordt bevorderd en daardoor de acceptatie ervan in de EU wordt gestimuleerd.

Bovendien zal het innovatiepakket ter ondersteuning van startende ondernemingen en kmo’s op het gebied van artificiële intelligentie76, ter aanvulling op het regelgevingskader, Europa tot een innovatieve grootmacht voor betrouwbare AI maken. Voortbouwend op zijn wereldwijd toonaangevende infrastructuur voor high-performance computing (EuroHPC) zet Europa “AI-fabrieken” op waarbinnen de belangrijkste bestanddelen van AI — data, computing, algoritmen en talent — worden samengebracht en die dienen als een éénloketsysteem voor startende AI-ondernemingen om grote AI-modellen te trainen en te ontwikkelen. Bovendien verbindt het startende AI-ondernemingen en onderzoekers met industriële gebruikers, waardoor innovatieve toepassingen van generatieve AI in de veertien industriële ecosystemen van Europa worden gestimuleerd.

Er zijn al andere beleidsmaatregelen van de EU in gang gezet om binnenlandse capaciteit op te bouwen voor andere transversale digitale technologieën, en deze spitsten zich toe op het verminderen van strategische afhankelijkheden met betrekking tot chips en clouddiensten77. De chipverordening zal de productiecapaciteit van de EU78 vergroten, met als doel dat tegen 2030 ten minste 20 % van de waarde van de wereldwijde productie van hoogwaardige halfgeleiders in Europa wordt geproduceerd. De belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) op het gebied van micro-elektronica en cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie mobiliseren grote bedrijven en startende ondernemingen om te investeren in belangrijke, innovatieve industriële capaciteiten79 en om een interoperabel en openlijk toegankelijk Europees ecosysteem voor gegevensverwerking te ontwikkelen.

De invoering van digitale technologieën door bedrijven in de EU kan de arbeidsproductiviteit in de hele economie aanzienlijk verhogen. In 2022 had 69 % van de kmo’s in de EU ten minste een basisniveau van digitale intensiteit, in vergelijking met de doelstelling van 90 % van het digitale decennium 2030 (zie KPI 11). Het aandeel van de EU-ondernemingen met 10 of meer werknemers dat digitale technologieën heeft ingevoerd, bedroeg 14 % voor big data in 2020, 34 % voor cloud en 8 % voor AI in 2021, vergeleken met het streefcijfer voor 2030 dat 75 % van de bedrijven ten minste één van deze technologieën gebruikt (zie KPI 12). Startende ondernemingen in de digitale technologie zijn zeer actief in de meeste industriële ecosystemen, waarbij gezondheidszorg, mobiliteit en culturele en creatieve industrieën het grootste aandeel aantrekken34. Veel van deze startende ondernemingen bieden digitale basisoplossingen zoals onlinemarktplaatsen of -softwarediensten, die bijdragen tot de transformatie van de ecosystemen.

De digitalisering van EU-ondernemingen, met name kmo’s, en overheidsdiensten gaat vooruit, maar blijft op sommige gebieden ver onder de streefcijfers en doelstellingen van het digitale decennium 2030. De EU en de lidstaten moeten het beleidsprogramma voor het digitale decennium volledig uitvoeren om dit aan te pakken.

De EU heeft al verschillende beleidsmaatregelen genomen om strategische afhankelijkheden te verminderen en het concurrentievermogen te bevorderen door meer te investeren in strategische technologieën, zoals halfgeleiders, clouddiensten, AI en high-performance computing. Om deze beleidsmaatregelen doeltreffender te maken, moeten de lidstaten hun strategieën voor de opbouw van industriële capaciteit op de desbetreffende gebieden afstemmen.


2. Onderwijs en vaardigheden

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers80
KPI 13: Jaarlijkse deelname van volwassenen aan onderwijs en opleiding (gemiddelde van mannen en vrouwen)Een grotere deelname aan opleidingen zal wijzen op goede vorderingen bij de ontwikkeling van vaardigheden voor duurzaam concurrentievermogen (doelstelling vastgesteld in de doelstellingen van de top van Porto, sociale pijler).60 % tegen
2030
37,4 % (2016)
Op basis van de enquête volwasseneneducatie, die in het verleden om de zes jaar is uitgevoerd.
KPI 14: Arbeidsparticipatie van volwassenenEen hogere arbeidsparticipatie draagt bij tot een sociaal duurzaam concurrentievermogen (doelstelling vastgesteld in de doelstellingen van de top van Porto, sociale pijler).78 % tegen
2030
74,6 % (2022)
73 % (2021)
KPI 15: ICT-specialisten (gemiddelde van vrouwen en mannen, % van de werkgelegenheid)Deze indicator, een van de doelstellingen van het beleidsprogramma voor het digitale decennium, meet de vooruitgang op weg naar een goed aangepast personeelsbestand dat gespecialiseerd is in de ontwikkeling en uitrol van digitale technologieën.20 miljoen tegen 2030 (d.w.z. ongeveer 10 % van de totale werkgelegenheid)

9,4 miljoen (2022)
8,9 miljoen (2021)

Percentage van de totale werkgelegenheid:
4,6 % (2022)
4,5 % (2021)
Kandidaat-KPI 15a: Gemiddelde testresultaten voor 15-jarigen (PISA)PISA is het “Programme for International Student Assessment” (programma voor internationale scholierenevaluatie) van de OESO. PISA meet in hoeverre 15-jarigen hun kennis en vaardigheden op het gebied van lezen, wiskunde en wetenschappen kunnen gebruiken om de uitdagingen van het echte leven aan te kunnen.

StijgendWiskunde:
474 (2022)
492 (2018)
Lezen:
475 (2022)
488 (2018)
Wetenschappen:
484 (2022)
488 (2018)

 


Met 74,6 % in 2022 ligt de EU op schema om haar doelstelling voor arbeidsparticipatie van 78 % tegen 2030 te bereiken. Toch kampt driekwart van de kmo’s momenteel met een tekort aan arbeidskrachten en vaardigheden. Er is een begin gemaakt met de aanpak van dit probleem aan de hand van het pact voor vaardigheden en van maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van de arbeidskrachten. De beschikbaarheid van hoogwaardige banen, het aanpakken van de genderkloof en het bevorderen van gelijke kansen voor iedereen zijn essentieel om personeel aan te trekken en te behouden. Geschoolde arbeidskrachten zijn een sleutelfactor voor het concurrentievermogen, in een context van voortdurende demografische veranderingen81.

De groene en de digitale transitie creëren een vraag naar nieuwe vaardigheden, waarvoor bij- en omscholing van de beroepsbevolking nodig is. Zo zal tussen de 35 % en 45 % van de beroepsbevolking in de sector van de renovatie van gebouwen een opleiding in energie-efficiëntie nodig hebben82. Er is veel vraag naar ICT-vaardigheden, hoewel de specifieke behoeften aanzienlijk variëren tussen ecosystemen (zie Figure 4). In 2022 waren er 9,4 miljoen ICT-specialisten, wat 4,6 % van de totale werkgelegenheid vertegenwoordigt en vooruitgang betekent op weg naar de doelstelling van 20 miljoen mensen in 2030 (zie KPI 15). Daar staat tegenover dat in de EU slechts ongeveer één op de drie volwassenen elk jaar aan leer- en onderwijsactiviteiten deelneemt (zie KPI 13). Bovendien zijn de gemiddelde scores van 15-jarigen voor alle vakken gedaald voor de EU in 2022 ten opzichte van 2018 en wordt de EU overtroffen door haar belangrijkste concurrenten. Dit suggereert dat Europa een probleem heeft met het bijbrengen van basisvaardigheden aan jonge mensen.

Figuur 4: % van de onlinevacatures waarvoor ten minste gemiddelde of geavanceerde digitale vaardigheden vereist zijn, EU-27


Bron: Analyse van de Technopolis Group op basis van gegevens van Cedefop Skillovate, voor het project “European Monitor of Industrial Ecosystems (EMI) 2023” (Europese monitor van industriële ecosystemen).

De EU beschikt over beleidsinstrumenten om deze uitdagingen aan te pakken83. Cohesiefinanciering en met name het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+)84 ondersteunt nationale investeringen in menselijk kapitaal. Door middel van het pact voor vaardigheden en de specifieke partnerschappen die in elk van de 14 industriële ecosystemen zijn vastgesteld, draagt de EU bij tot de vereiste bij- en omscholing van miljoenen werknemers in de industriële ecosystemen. 1 500 economische en sociale partners hebben toegezegd om tegen 2030 10 miljoen werknemers bij en om te scholen, waarvoor al meer dan 15 000 opleidingsprogramma’s zijn ontwikkeld. Bovendien ondersteunt de Commissie in het kader van de verordening voor een nettonulindustrie de oprichting van academies voor vaardigheden om de productie en installatie van nettonultechnologieën en de daarvoor benodigde grondstoffen op te schalen85. Het instrument voor technische ondersteuning helpt de lidstaten verder bij het ontwerpen en uitvoeren van structurele hervormingen om de bij- en omscholing van de bevolking te bevorderen en de vaardigheden van jongeren te verbeteren. Het “Talent Booster Mechanism”86 ondersteunt EU-regio’s die te maken hebben met een steeds sneller krimpende beroepsbevolking.

De mobiliteit van werknemers binnen de eengemaakte markt kan helpen om het tekort aan vaardigheden terug te dringen87. Tot nu toe betreft dit echter relatief weinig EU-werknemers (3,8 %88) en komt het veel vaker voor onder hoogopgeleiden. Slechts 14 % van de kmo’s in de EU (tegenover 30 % van de grote bedrijven) heeft geprobeerd personeel uit andere EU-lidstaten aan te werven89. Regelgevende of administratieve verplichtingen belemmeren vaak de arbeidsmobiliteit en er is behoefte aan vereenvoudiging. Wanneer EU-burgers voor werk verhuizen, worden ze geconfronteerd met verschillen in de registratiepraktijken bij lokale autoriteiten en de toegang tot de nationale IT-systemen90. Het erkenningspercentage van beroepskwalificaties voor toegang tot een gereglementeerd beroep in een andere lidstaat is in een overgroot deel van de lidstaten redelijk hoog, maar in bepaalde beroepen en landen blijven restrictieve kwalificatievereisten en langdurige procedures bestaan91. Om het aantrekken van werknemers uit derde landen te vergemakkelijken, omvat het “pakket mobiliteit van vaardigheden en talent”92 van de Commissie aanbevelingen aan de lidstaten over de manier waarop de erkenning van kwalificaties van onderdanen van derde landen kan worden vergemakkelijkt93, en een voorstel voor een verordening tot oprichting van een EU-talentenpool94.

Als vervolg op de top van de sociale partners in Val Duchesse, die plaatsvond op 31 januari 2024, zal de Commissie, in samenwerking met de sociale partners, tegen het voorjaar van 2024 met een actieplan komen om de tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden aan te pakken.

Een effectiever en gerichter gebruik van EU-fondsen voor investeringen in onderwijs en vaardigheden op nationaal niveau, bijvoorbeeld ter ondersteuning van acties in het kader van het pact voor vaardigheden en academies voor nettonulvaardigheden, kan vooruitgang helpen boeken bij het afstemmen van onderwijs en opleiding op de vraag naar vaardigheden.

Verder kan de mobiliteit van werknemers en dienstverleners worden vergemakkelijkt door middel van evenredige toegangsvereisten voor gereglementeerde beroepen, een soepelere erkenning van beroepskwalificaties en eenvoudigere en meer digitale registratiepraktijken voor burgers die naar een andere lidstaat verhuizen.


9. Handel en open strategische autonomie

KPIBeschrijvingDoelstellingRecentste EU-cijfers95
KPI 16: Handel met de rest van de wereld (als percentage van het bbp)Handel met de rest van de wereld (als percentage van het bbp).Stijgend17,6 % voor goederen (2022)
14,8 % voor goederen (2021)

7,7 % voor diensten (2022)
6,9 % voor diensten (2021)
Kandidaat-KPI 16a: De uitvoer van goederen en diensten als aandeel van de invoer van de rest van de wereld.De uitvoer van goederen en diensten van de EU, het VK, de VS, Japan en China als respectieve aandelen van de invoer van de rest van de wereld.Stabiel of stijgend16,2 % voor goederen (2022)
16,4 % voor goederen (2021)

33,1 % voor diensten (2022)
35,2 % voor diensten (2021)


Handel is van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van de EU op de lange termijn. Handel bevordert de efficiëntie en innovatie, en opent markten voor Europese marktdeelnemers. De EU put economische en politieke kracht uit haar positie als grootste handelaar en investeerder: zij is de grootste exporteur ter wereld, goed voor 16 % van de wereldwijde uitvoer. De EU is een voorvechter van en gedijt het beste bij open en op regels gebaseerde handel. Tegelijkertijd hebben de nieuwe risico’s die voortvloeien uit toegenomen geopolitieke spanningen, oneerlijke handelspraktijken en asymmetrische afhankelijkheden de EU ertoe gebracht nieuwe stappen te ondernemen om de diversificatie van het aanbod aan te moedigen door de handels- en investeringsbetrekkingen te verstevigen en de productiecapaciteit in kritieke gebieden te versterken. De EU maakt ook gebruik van haar handelsbeschermingsinstrumenten en vult het bijbehorende instrumentarium aan om een gelijk speelveld voor EU-bedrijven te verdedigen.

Handel is van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van de EU op de lange termijn. De handel in goederen en diensten met landen buiten de EU bedroeg in 2022 respectievelijk 18 % en 8 % van het bbp van de EU. De EU is wereldwijd de grootste exporteur (16 % van de invoer van alle landen, vergelijkbaar met China en aanzienlijk meer dan de VS). De EU presteert bijzonder sterk op het gebied van diensten (zie Figure 5 ) en van de uitvoer van hoogwaardige technologie (23 %), hoewel dat aandeel de afgelopen tien jaar geleidelijk is gedaald96. De EU domineert ook de wereldwijde uitvoer in verschillende productiesectoren, zoals chemische stoffen en de automobielmarkt (zie Figure 6), waar de laatste ontwikkelingen, met name de energiecrisis en de snelle groei van China op de markten voor schone technologie, echter hebben geleid tot verliezen aan marktaandeel. In feite zou een combinatie van pushfactoren (hogere energiekosten in de EU) en pullfactoren (zeer aantrekkelijke investeringsvoorwaarden in derde landen) een negatief effect kunnen hebben op de investeringen die in Europa nodig zijn voor een succesvolle groene en digitale transitie.

Figuur 5: Aandeel in de wereldwijde uitvoer: totaal (links); diensten (rechts)


Bron: Europese Commissie op basis van de WTO (Wereldhandelsorganisatie).

Figuur 6: Aandeel in de wereldwijde uitvoer: EU, China, VS (%): chemische stoffen (links); automobiel (rechts)


Bron: Europese Commissie op basis van de WTO.

De crisis van de COVID-19-pandemie en de Russische invasie van Oekraïne hebben de kwetsbaarheid van de eengemaakte markt ten aanzien van verstoringen in de toeleveringsketen aan het licht gebracht, waardoor doortastende maatregelen nodig waren, waaronder wederkerigheidsmaatregelen, gezamenlijke inkoop en een gediversifieerd aanbod97. Het EU-energieplatform heeft een sleutelrol gespeeld bij het bundelen van de vraag van de Europese kopers en het verzekeren van de gasvoorziening van Europa door de internationale producenten en leveranciers. Het platform zou kunnen worden gebruikt als blauwdruk voor het organiseren van de gezamenlijke aankoop van strategische grondstoffen, waaronder waterstof en kritieke grondstoffen.

De blootstelling van de EU aan China is de afgelopen twintig jaar toegenomen. Uit recente uitvoercontroles die China op gallium-, germanium- en kunstmatige grafietproducten heeft uitgevoerd, blijkt dat de grote economische afhankelijkheid van de invoer van één niet-EU-leverancier risico’s met zich meebrengt. In dit verband is de Commissie bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van haar strategie voor het verminderen van de risico’s ten aanzien van China.

In antwoord op het verzoek van de Europese Raad van oktober 2020 heeft de Commissie de strategische afhankelijkheden98 van de EU geïdentificeerd en is zij deze gaan aanpakken. Strategische afhankelijkheden vertegenwoordigen ongeveer 9,2 % van de totale invoer uit derde landen, met zwakke punten (“single points of failure”, SPOF’s)99 in 40 % van de geïdentificeerde gevallen. Belangrijke sectoren zoals de ruimtevaart en defensie zijn ook blootgesteld aan buitenlandse afhankelijkheden die een betere integratie van deze markten binnen de EU vereisen.

Verschillende niet-EU-landen hebben maatregelen genomen om hun eigen afhankelijkheid te verminderen en de kredietverlening en investeringen in strategische sectoren te stimuleren100. Met behulp van staatssubsidies ten gunste van staatsondernemingen, steunprogramma’s, publieke oriëntatiefondsen en handelspraktijken is China nu koploper op de markt voor schone technologie. De aangekondigde investeringen van China bedragen meer dan 280 miljard USD, wat leidt tot overcapaciteit en prijsdruk die de businesscase voor industrieën elders in gevaar kunnen brengen. Met de Inflation Reduction Act (IRA, wet inflatiebestrijding) hebben de VS hun inspanningen ter bestrijding van de klimaatverandering opgevoerd. De Amerikaanse aanpak is gebaseerd op subsidies om een binnenlandse productiebasis van nettonultechnologieën te creëren. Sommige elementen van de IRA, met name met betrekking tot discriminerende inhoud, assemblagevereisten en productiesubsidies, hebben aanleiding gegeven tot bezorgdheid bij de EU en andere internationale partners101. De IRA-belastingkredieten verhogen bijvoorbeeld het kostenvoordeel voor de binnenlandse productie van batterijpakken met 25 tot 30 % van de totale productiekosten102.

Om dergelijke uitdagingen aan te pakken, heeft de EU haar eigen instrumentarium ontwikkeld, waarin inspanningen worden gebundeld om het aanbod te diversifiëren en de binnenlandse capaciteit te vergroten103.

De Commissie blijft actief betrokken bij de bescherming en hervorming van de WTO om concurrentieverstoringen doeltreffender aan te pakken, waarbij de komende 13e Ministeriële Conferentie een belangrijke gelegenheid vormt. De Commissie heeft ook vrijhandelsovereenkomsten en economische partnerschapsovereenkomsten gesloten, zoals met Nieuw-Zeeland, Kenia en Chili, en is bezig met de onderhandelingen over andere overeenkomsten. Om de industriële samenwerking te versnellen, heeft de EU tegelijkertijd strategische partnerschappen op het gebied van grondstoffen gesloten met Canada, Oekraïne, Kazachstan, Namibië, Argentinië, Chili, de Democratische Republiek Congo, Zambia en Groenland. Deze partnerschappen faciliteren industriële projecten op het gebied van grondstoffen in niet-EU-landen met afnemers uit de EU104 en ondersteunen de ontwikkeling van duurzame waardeketens en lokale hoogwaardige banen. De partnerschappen met ontwikkelingslanden worden ondersteund door de bredere Global Gateway-strategie van de EU. De EU heeft ook vier digitale partnerschappen gesloten met Japan, Korea, Singapore en Canada, die zich met name richten op veilige 5G, cyberbeveiliging, kwantumcomputing en de weerbaarheid van de halfgeleiderindustrie105. De EU werkt ook samen met belangrijke partners106 aan bindende regels voor de digitale handel.

De EU heeft naast haar handelsbeschermingsinstrumenten ook een aantal nieuwe instrumenten aangenomen om te zorgen voor concurrentie op voet van gelijkheid107. De Commissie heeft met name een formeel onderzoek ingesteld naar subsidies voor uit China ingevoerde elektrische voertuigen op batterijen die tot verstoring van de concurrentie leiden108.

Bovendien heeft de EU ook de Strategie voor economische veiligheid van de EU aangenomen. De Commissie reageert op geïdentificeerde risico’s door maatregelen voor te stellen ter bevordering van het concurrentievermogen van de EU, ter bescherming van de economische veiligheid van de EU en ter verdere versterking van de samenwerking door partnerschappen aan te gaan met een groot aantal landen. De Commissie heeft in januari 2024 een pakket voorstellen voor de uitvoering van deze strategie goedgekeurd109.

De EU moet een moderner netwerk van handelsovereenkomsten, partnerschappen en allianties opbouwen en tegelijkertijd blijven werken aan de versterking van de multilaterale samenwerking en de open handel.

Tegelijkertijd kan ons verbeterde arsenaal aan handelsbeschermingsinstrumenten de economische veiligheid en veerkracht vergroten. De EU moet waar nodig handelsbescherming inzetten om de eengemaakte markt te beschermen en voortdurend werken aan het beoordelen en aanpakken van risico’s voor de economische veiligheid in een complexe omgeving.

De Commissie en de lidstaten moeten: 1) actief toezicht houden op de veerkracht van strategische toeleveringsketens en deelnemen aan de risicobeoordelingen waarin in het kader van de strategie voor economische veiligheid is voorzien; 2) strategieën op het gebied van toeleveringsketens op één lijn brengen en industriële capaciteit opbouwen op gebieden van strategisch belang, waarbij gebruik wordt gemaakt van de synergieën van gecoördineerde actie, met name via de Raad voor halfgeleiders, de Raad voor kritieke grondstoffen en het platform voor nettonultechnologie in Europa; en 3) diversificatie bevorderen via samenwerking tussen de industriële spelers uit Europa en de partnerlanden in projecten die verband houden met de door de EU opgezette partnerschappen op het gebied van grondstoffen en de digitale partnerschappen.


Conclusies

In een snel veranderende en uitdagende wereldwijde geopolitieke context blijft de eengemaakte markt de sterkste troef van de EU. Deze mededeling herinnert ons eraan dat de eengemaakte markt geen statische verwezenlijking is. De gezondheid van de eengemaakte markt en het concurrentievermogen van onze economieën zijn afhankelijk van onze gezamenlijke en voortdurende inspanningen om er aandacht aan te besteden en ervoor te zorgen dat de eengemaakte markt in overeenstemming blijft met de economische realiteit.

De afgelopen jaren heeft de EU de eengemaakte markt gemoderniseerd door haar digitale ruimte te organiseren en te voorzien in een reeks uniforme regels voor bedrijven om in de hele EU online actief te zijn. De EU zet zich ook in voor een meer circulaire economie, die bedrijven zakelijke kansen biedt en besparingen voor consumenten oplevert.

Bovendien heeft de EU zich ingespannen om belemmeringen voor investeringen weg te nemen. De Commissie heeft een beslissend initiatief genomen om de rapportagelast te verminderen. EU-instrumenten ondersteunen investeringen in de groene en de digitale transitie. Het pact voor vaardigheden en de maatregelen ter bevordering van de arbeidsmobiliteit zijn bedoeld om te reageren op tekorten aan vaardigheden. Nieuwe maatregelen, zoals de chipverordening, de verordening voor een nettonulindustrie of de verordening kritieke grondstoffen, zullen productieprojecten op het gebied van de technologieën van de toekomst versnellen en de kwetsbaarheden in de toeleveringsketen aanpakken.

In deze mededeling worden gebieden geïdentificeerd waarop het wereldwijde concurrentievermogen van de EU kan worden gehandhaafd en verbeterd, met name:

- Specifieke inspanningen om de uitvoering van de overeengekomen regels te verbeteren en te vereenvoudigen, onder meer door het vermijden van overregulering, om het zakendoen en het ondernemerschap in Europa te vergemakkelijken.

- De Commissie en de lidstaten moeten meer inspanningen doen om de energiekosten aan te pakken, door de versnelde invoering van koolstofarme energie en investeringen in infrastructuur, zoals netten en grensoverschrijdende koppelingen.

- De Commissie en de lidstaten moeten prioriteit blijven geven aan de totstandbrenging van een echte en diepgaande kapitaalmarktenunie, om de toegang tot particuliere financiering te vergemakkelijken, niet in de laatste plaats tot risico- en durfkapitaal, en om de opschaling van bedrijven in Europa mogelijk te maken.

- Voortdurende overheidsinvesteringen zijn nodig om Europa’s concurrentievoordeel op belangrijke prioritaire gebieden te verzekeren, in het licht van het succes van NextGenerationEU en REPowerEU. De tijdige uitvoering van EU-fondsen, zoals instrumenten van het cohesiebeleid, kan bijdragen tot gelijke concurrentievoorwaarden en de regionale convergentie in de eengemaakte markt bevorderen, onder meer door meer te investeren in strategische technologiegebieden die onder het STEP vallen.

- Er moeten maatregelen worden genomen om de prioriteit van de onderzoeksinspanningen te vergroten en de omzetting van de onderzoeksresultaten naar praktische bedrijfstoepassingen te versterken.

- Om ervoor te zorgen dat EU-ondernemingen kunnen blijven gedijen in digitale sectoren, sectoren voor schone technologie en andere strategische sectoren, moet de EU eerlijke en open handel blijven bevorderen en handelsbeschermingsinstrumenten gebruiken om de eengemaakte markt te beschermen wanneer dat nodig is.

- Er moet meer aandacht gaan naar de tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten in de context van bredere demografische trends, met name via inspanningen op het gebied van onderwijs en opleiding, maar ook door de mobiliteit van vaardigheden en talent binnen en naar de EU te vergemakkelijken.

Tegen deze achtergrond worden in deze mededeling gebieden en richtingen uiteengezet voor de verwezenlijking van de drijfveren die in de langetermijnstrategie voor het concurrentievermogen zijn overeengekomen en om te werken aan de daarin en in de mededeling “30 jaar eengemaakte markt” vastgestelde doelstellingen.

Deze discussie zal worden voortgezet en zal cruciale bijdragen opleveren met de publicatie van het aanstaande verslag op hoog niveau van Enrico Letta over de toekomst van de eengemaakte markt en het verslag van Mario Draghi over de toekomst van het Europese concurrentievermogen.

In afwachting van deze bijdragen nodigt de Commissie de Raad, de Europese Raad en het Europees Parlement uit om de huidige situatie en de vooruitzichten voor vooruitgang op de eengemaakte markt en het concurrentievermogen te bespreken in het licht van dit verslag.

1 Zie het Scorebord van de eengemaakte markt (Economic resilience | Single Market Scoreboard (europa.eu), handelsgedeelte).

2 30 jaar eengemaakte markt, van 16 maart 2023, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52023DC0162.

3 Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030, 16 maart 2023, https://commission.europa.eu/system/files/2023-03/Communication_Long-term-competitiveness.pdf.

4 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

5 Mapping the Cost of Non-Europe 2019-24 (De kosten van een niet-verenigd Europa in kaart gebracht, 2019-2024), studie van de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement, 2019 (ook aangehaald in de mededeling “30 jaar eengemaakte markt”).

https://www.europarl.europa.eu/thinktank/nl/document/EPRS_STU(2019)631745.

6 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

7 Jaarlijks lastenoverzicht 2022, https://commission.europa.eu/system/files/2023-09/ABS_20230912_0.pdf.

8 Richtlijn voor de verdere uitbreiding en verbetering van het gebruik van digitale instrumenten en processen in het vennootschapsrecht — alle documenten — Europese Commissie (europa.eu).

9 COM(2023) 534 final.

10 https://single-market-economy.ec.europa.eu/single-market/single-digital-gateway_en.

11 Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1724.

12 https://www.postingdeclaration.eu/landing.

13 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_23_5730.

14 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52022DC0710.

15 Werkprogramma van de Commissie voor 2024 — Europese Commissie (europa.eu).

16 https://commission.europa.eu/system/files/2023-10/Factsheet_CWP_Burdens_10.pdf.

17 Drie van de acht voor 2024 geplande adviezen hebben betrekking op rapportageverplichtingen, waaronder het automatiseren van duurzaamheidsrapportage; maatregelen en methodologie om onnodige rapportageverplichtingen te voorkomen, en de verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector.

18 Verordening (EU) 2022/1925.

19 Verordening (EU) 2022/2065.

20 Verordening (EU) 2022/868.

21 Dataverordening | De digitale toekomst van Europa vormgeven (europa.eu).

22 https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/policies/regulatory-framework-ai.

23 Single market emergency instrument — European Commission (europa.eu). De medewetgevers hebben op 1 februari 2024 overeenstemming bereikt, en de verwachting is dat het noodinstrument voor de eengemaakte markt tijdens deze zittingsperiode zal worden aangenomen.

24 SMEI / Imera: Raad en Parlement bereiken voorlopig akkoord over crisisparaatheid — Consilium (europa.eu).

25 Steunpakket voor kleine en middelgrote ondernemingen (europa.eu). Zie ook bijlage 3A bij dit verslag inzake de beleidstracker voor het steunpakket voor kmo’s.

26 Study to map, measure and portray the EU mid-cap landscape — https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/ad5fdad5-6a33-11ed-b14f-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-277396461.

27 https://www.esri.ie/system/files/publications/BKMNEXT429.pdf.

28 https://eur-lex.europa.eu/NL/legal-content/summary/general-block-exemption-regulation.html.

29 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv%3AOJ.C_.2021.508.01.0001.01.ENG&toc=OJ%3AC%3A2021%3A508%3ATOC.

30 De Europese Raad heeft besloten onderhandelingen met Oekraïne en Moldavië te openen, toetredingsonderhandelingen met Bosnië en Herzegovina te openen zodra de vereiste mate van naleving is bereikt, en Georgië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen: europeancouncilconclusions-14-15-12-2023-en.pdf (europa.eu).

31 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

32 Zie bijvoorbeeld de aanbeveling van de Raad over het economisch beleid in de eurozone, COM(2023) 903 final.

33 Investeringsenquête 2023 van de EIB: Overzicht van de Europese Unie.

34 European Monitor of Industrial Ecosystems (EMI), SWD(2024) 77 final.

35 Op 13 februari 2023, aanvankelijk door de EIB-groep met bijdragen van Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en België.

36 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

37 De totale aanvullende investeringen die nodig zijn om de doelstellingen van de dubbele transitie te verwezenlijken, zijn geschat op ongeveer 650 miljard EUR per jaar voor 2022-2030. https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/strategic-planning/strategic-foresight/2022-strategic-foresight-report_nl#:~:text=It%20is%20estimated%2C%20at%20lower,regions%20in%20Europe%20and%20beyond https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/qanda_23_3194.

38 Open Data Portal for the European Structural Investment Funds – European Commission | Data | European Structural and Investment Funds (europa.eu).

39 Verordening voor een nettonulindustrie (europa.eu).

40 Industriële allianties — Europese Commissie (europa.eu).

41 https://research-and-innovation.ec.europa.eu/strategy/support-policy-making/shaping-eu-research-and-innovation-policy/new-european-innovation-agenda_en.

42 Twee op het gebied van batterijen, twee op het gebied van halfgeleiders, twee op het gebied van waterstofecosystemen en één op het gebied van cloud- en edgecomputingtechnologieën. Zie ook bijlage 2 bij SWD(2024) 78 final.

43 COM(2023) 335 final.

44 https://www.eca.europa.eu/nl/publications/SR-2023-28 De door de Europese Commissie uitgebrachte richtsnoeren “Sociaal kopen” kunnen overheidsdiensten helpen bij de toepassing van dergelijke criteria, https://ec.europa.eu/docsroom/documents/45767.

45 https://single-market-economy.ec.europa.eu/industry/sustainability/net-zero-industry-act_en.

46 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

47 https://op.europa.eu/en/web/eu-law-and-publications/publication-detail/-/publication/04797497-25de-11ee-a2d3-01aa75ed71a1.

48 Concurrentievermogen van de EU op de lange termijn: blik op de periode na 2030 | Europese Commissie (europa.eu).

49 De totale O&O-uitgaven (als percentage van het bbp) en de totale octrooiaanvragen (PCT, per miljoen inwoners) lagen beide in de afgelopen decennia ongeveer 25 tot 40 % lager dan in de VS.

50 Eén reden voor het lagere O&O-investeringspercentage van het bedrijfsleven in de EU, vergeleken met dat van de VS, is toe te schrijven aan structurele verschillen in het sectorprofiel van de bedrijfsinvesteringen in O&O. Zowel de VS als China vertonen bijzonder hoge O&O-investeringen in snelgroeiende sectoren zoals de IT/ICT en aanverwante diensten, en op gezondheidsgerelateerde gebieden (met name de VS). In vergelijking hiermee is de EU toonaangevend op het gebied van O&O-investeringen in de automobielsector en beschikt zij over een bredere industriële portefeuille die investeert in O&O, onder meer in industrieën die groene technologieën ontwikkelen en toepassen, voor het koolstofvrij maken van de economie en voor de circulaire economie. Voor meer informatie, zie het EU-scorebord voor industriële O&O-investeringen in 2023, Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Publicatiebureau van de Europese Unie, 2023,

https://data.europa.eu/doi/10.2760/506189.

51 Investeringsenquête 2023 van de EIB: Overzicht van de Europese Unie.

52 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 77-78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

53 De verbruiksschijf IC verwijst naar middelgrote consumenten met een jaarlijks verbruik tussen 500 MWh en 2 000 MWh en biedt een maatstaf voor de betaalbaarheid.

54 Voortgangsverslag inzake klimaatactie (2023) — COM(2023) 650 final.

55 Eurostat, luchtemissierekeningen, broeikasgassen per NACE Rev. 2-activiteit, kwartaalgegevens.

56 Zie bijvoorbeeld de economische vooruitzichten najaar 2023 van Orgalim.

57 Hervorming van de EU-elektriciteitsmarkt (europa.eu).

58 Bovendien heeft de alliantie voor kernenergie van de lidstaten aangekondigd dat zij voornemens is om tegen 2050 een capaciteit van 150 GW aan kernenergie te bereiken.

59 COM(2023) 757 final.

60 COM(2022) 552 final.

61 COM(2023) 669 final.

62 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

63 Dit is de relatie tussen de omvang van de binnenlandse economie en het gebruik van binnenlandse natuurlijke hulpbronnen.

64 Dit is de totale hoeveelheid grondstoffen die door ingezetenen wordt verbruikt: dit omvat materialen die in de productie in de EU worden gebruikt, inclusief materialen die in de invoer zijn verwerkt en exclusief materialen die in de uitvoer zijn verwerkt.

65 De materiële voetafdruk van Europa (europa.eu).

66 Eurostat: Material flow accounts and resource productivity — Statistic Explained (europa.eu).

67 Conditions and pathways for sustainable and circular consumption in Europe — European Environment Agency (europa.eu).

68 Zie het onderzoek naar industriële ecosystemen in bijlage 6.

69 Verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (COM(2022) 142 final).

70 Verordening (EU) 2023/1542.

71 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

72 ICT global market share worldwide 2023 | Statista (Aandeel in de ICT-wereldmarkt per land, 2023).

73 Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022.

74 https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/2023-report-state-digital-decade Het is een alomvattend kader dat alle acties op het gebied van digitaal met een benadering van het industriebeleid begeleidt en coördineert. In het kader worden met name de doelstellingen van het digitale decennium vastgesteld en de verwezenlijking ervan bewaakt, als meetbare doelstellingen voor connectiviteit, digitale vaardigheden, digitale bedrijfsvoering en digitale overheidsdiensten.

75 Association for Computing Machinery, TechBriefs, zomer 2023/nummer 8 -3626110 (acm.org).

76 Commission launches AI innovation package to support Artificial Intelligence start-ups and SMEs | Shaping Europe’s digital future (europa.eu) (De Commissie lanceert het innovatiepakket voor artificiële intelligentie ter ondersteuning van startende ondernemingen en kmo’s op het gebied van artificiële intelligentie: de digitale toekomst van Europa vormgeven).

77 SWD(2021) 352 final, “Strategic dependencies and capacities, accompanying the update to the 2020 New Industrial Strategy: Building a stronger Single Market for Europe’s recovery” (Strategische afhankelijkheden en capaciteiten, begeleidend bij de actualisering van de nieuwe industriestrategie van 2020: een sterkere eengemaakte markt tot stand brengen voor het herstel van Europa).

78 Er zijn al 14 nieuwe fabrieken gepland die in 2030 operationeel zullen zijn.

79 Met inbegrip van kritische grondstoffen, apparatuur, wafers, onderzoek, voorproductie en ontwerp.

80 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

81 Mededeling “Demografische veranderingen in Europa: een toolbox voor actie” (COM(2023) 577 final).

82 ETUC, “Skills and Quality Jobs in Construction”: 230630_-_jtc_study_report_may_2023.pdf (ituc-csi.org).

83 Zo helpt het Leerlab over investeringen in kwaliteitsonderwijs en -opleiding de lidstaten bij het vaststellen van beleidsmaatregelen die bijzonder effectief zijn bij het verbeteren van basisvaardigheden en geavanceerde vaardigheden.

84 Voor de programmeringsperiode 2021-2027 zouden de ESF+-investeringen in onderwijs en vaardigheden ruim 42 miljard EUR moeten bedragen (totale begroting), waarvan ruim 15 miljoen EUR bestemd is voor volwasseneneducatie. De nationale plannen voor het gebruik van de middelen van het ESF+ of de herstel- en veerkrachtfaciliteit omvatten vele activiteiten voor de omscholing van de beroepsbevolking; voor ongeveer de helft van de lidstaten omvatten de plannen ook maatregelen voor regelingen voor individuele leerrekeningen, ter uitvoering van een aanbeveling van de Raad van juni 2022.

85 De academies voor vaardigheden ontwikkelen leerprogramma’s die worden aangeboden aan onderwijs- en opleidingsaanbieders in de lidstaten. Op basis van het bestaande model in de batterijensector streven de academies ernaar om binnen drie jaar na hun oprichting elk 100 000 leerlingen op te leiden. Bovendien zal de Academie voor cyberbeveiligingsvaardigheden bestaande initiatieven op het gebied van cybervaardigheden samenbrengen en de coördinatie ervan verbeteren, met het oog op het wegwerken van het tekort aan cyberbeveiligingsprofessionals Cyber Skills Academy | Digital Skills and Jobs Platform (europa.eu) (Academie voor cyberbeveiligingsvaardigheden: platform voor digitale vaardigheden en banen).

86 harnessing-talents-regions_en.pdf (europa.eu).

87 Europese Commissie (2023), Werkgelegenheids- en sociale ontwikkelingen in Europa 2023.

88 Labour mobility and matching across borders | Single Market Scoreboard (europa.eu) (Arbeidsmobiliteit en arbeidsbemiddeling over de grenzen heen: scorebord van de eengemaakte markt). Bovendien lijkt het erop dat slechts 17 % van de EU-burgers ooit in een ander land dan hun eigen land heeft gewoond of gewerkt (zie Europese Commissie (2022), Eurobarometer 528 “Intra-EU mobility after pandemic” (Mobiliteit binnen de EU na de pandemie)).

89 Europese Commissie (2023), Flash Eurobarometer 537 “Kmo’s en een tekort aan vakkrachten”.

90 Flash Eurobarometer 529 over het Europees Jaar van de Vaardigheden: Verslag over tekorten aan vaardigheden, strategieën om arbeidskrachten aan te trekken en vast te houden binnen kleine en middelgrote ondernemingen.

91 Access to Services and Services Markets | Single Market Scoreboard (europa.eu) (Toegang tot diensten en dienstenmarkten: Scorebord van de eengemaakte markt).

92 Mededeling over de mobiliteit van vaardigheden en talent, COM(2023) 715 final.

93 C(2023) 7700 final.

94 COM(2023) 716 final.

95 Dit zijn de gegevens die in december 2023 beschikbaar waren. Bijlage 1 “Overview of Key Performance Indicators (KPIs) on long-term competitiveness” (Overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) voor het concurrentievermogen op de lange termijn) bij SWD(2024) 78 final bevat informatie over trends op langere termijn.

96 Economic resilience | Single Market Scoreboard (europa.eu) (Arbeidsmobiliteit en arbeidsbemiddeling over de grenzen heen: scorebord van de eengemaakte markt).

97 REPowerEU (europa.eu).

98 Directoraat-generaal Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf, Europese Commissie; SWD(2021) 352 final, “Strategic dependencies and capacities” (Strategische afhankelijkheden en capaciteiten); SWD(2022) 40 final, “EU strategic dependencies and capacities: second stage of in-depth review” (Strategische afhankelijkheden en capaciteiten van de EU: tweede fase van de grondige evaluaties); Single Market Economic Papers, nr. 14 An enhanced methodology to monitor the EU’s strategic dependencies and vulnerabilities — European Commission (europa.eu) (Een verbeterde methodologie om de strategische afhankelijkheden en kwetsbaarheden van de EU te monitoren).

99 Het risico van SPOF’s hangt af van twee productkenmerken: 1) het bestaan van een centraal knooppunt in de wereldhandelsnetwerken voor dat product; en 2) een hoge concentratie van de wereldwijde uitvoer in één land. Het berekende risico van wereldwijde SPOF’s wordt verkregen door deze twee indicatoren te combineren. Voor nadere bijzonderheden, zie blz. 18 van de Single Market Economic Papers, nr. 14 (verwijzing hierboven).

100 Bijlage 5 bij deze mededeling bevat een overzicht van de weerbaarheidsmaatregelen van belangrijke internationale partners (SWD(2024) 78 final).

101 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_23_5245.

102 Deloitte (2023), “Sustainability & Climate IRA and the net-zero race — How EU industrial policy should respond”, blz. 11.

103 Dit omvat onder meer de inspanningen die zijn ondernomen in het kader van het Green Deal-plan voor de industrie, met inbegrip van de verordening voor een nettonulindustrie, het tijdelijke crisis- en transitiekader.

104 In verband met het strategische partnerschap met Kazachstan hebben bedrijven uit de EU en Kazachstan bijvoorbeeld een samenwerking tot stand gebracht voor het terugwinnen van zeldzame aardmetalen uit afval van uraniummijnen, voor geofysische verkenning vanuit de lucht en voor de duurzame verwerking van twee wolfraamafzettingen in Kazachstan, soms met behulp van EU- en EBWO-financiering.

105 Digital Partnerships | Shaping Europe’s digital future (europa.eu) (Digitale partnerschappen: de digitale toekomst van Europa vormgeven).

106 De onderhandelingen met Japan zijn afgerond en die met Zuid-Korea en Singapore zijn nog steeds gaande.

107 De EU heeft bijvoorbeeld de EU-verordening inzake buitenlandse subsidies, de verordening inzake de screening van buitenlandse directe investeringen, het antidwanginstrument en het instrument voor internationale overheidsopdrachten aangenomen.

108 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_23_4752.

109 New tools to reinforce the EU’s economic security — European Commission (europa.eu) (Nieuwe instrumenten om de economische veiligheid van de EU te versterken).

NL NL