Artikelen bij COM(2023)667 - Versterking van de Europese bestuurlijke ruimte (ComPAct) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)667 - Versterking van de Europese bestuurlijke ruimte (ComPAct). |
---|---|
document | COM(2023)667 |
datum | 25 oktober 2023 |
In een snel evoluerende wereld met complexe economische, sociale, technologische en ecologische veranderingen waarin de transities elkaar in snel tempo opvolgen, zijn kwalitatief hoogwaardige overheidsdiensten essentieel1 voor goed bestuur en voor de effectiviteit van het optreden van de EU en de lidstaten. De overheidssector moet actiegericht zijn, nieuwe uitdagingen aanpakken en het vertrouwen van het publiek versterken. Naast het opvangen van ernstige externe schokken zoals de COVID-19-pandemie en de Russische agressie tegen Oekraïne, is het voor de EU van het grootste belang om klimaat- en milieuproblemen te blijven aanpakken, veerkrachtige en duurzame economieën en eerlijke samenlevingen op te bouwen, het concurrentievermogen van de EU-economie op lange termijn te bevorderen2, vorm te geven aan de digitale transformatie van diensten en de werkomgeving, de democratie te bevorderen en een sterke rol te spelen in de wereld.
Voor de uitvoering van deze beleidsagenda zijn kwaliteitsvolle, capabele, innovatieve en veerkrachtige overheidsdiensten op alle niveaus in de lidstaten noodzakelijk. Overheidsdiensten zetten EU-beleid en EU-wetgeving om in goed ontworpen, plaatsgebonden, op feiten gebaseerde en toekomstbestendige binnenlandse acties die klaar zijn voor het digitale tijdperk. Zij ontwerpen en implementeren beleid dat cruciaal is voor het streven naar klimaatneutraliteit en de uitvoering van de duurzaamheidsagenda 2030. Zij spelen een sleutelrol bij het gereedmaken van de EU voor het digitale tijdperk door te zorgen voor naadloze, veilige en interoperabele digitale overheidsdiensten voor een volledig functionerende eengemaakte markt, de toepassing van digitale vaardigheden in de hele samenleving te waarborgen, de uitrol van opkomende technologieën te stimuleren en de verantwoordingsplicht bij en het publieke toezicht op het gebruik ervan te versterken. De overheid, de particuliere sector, de sociale partners en de onderwijsinstellingen stimuleren het concurrentievermogen van de beroepsbevolking en het bedrijfsleven door de vaardigheden van de toekomst te bevorderen3.
Overheidsdiensten op centraal, regionaal en lokaal niveau zijn verantwoordelijk voor een gezond en duurzaam beheer van de Europese en nationale begrotingen. Zij innen overheidsgelden en -inkomsten en voeren ongeveer een derde van de EU-begroting rechtstreeks uit, waaronder het Cohesiefonds, NextGenerationEU en het belangrijkste onderdeel daarvan, de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF). Overheidsdiensten zijn cruciaal bij het ontwerpen en uitvoeren van hervormingen en investeringen in het kader van de nationale herstel- en veerkrachtplannen, en van regionale ontwikkelingsstrategieën die een effectief gebruik van het Cohesiefonds ondersteunen. Overheidsdiensten beheren de overheidssector, die verantwoordelijk is voor 51,5 % van het bbp van de EU4, werk biedt aan ongeveer 21 % van de EU-beroepsbevolking5, 19,8 % van de totale bruto toegevoegde waarde van de EU uitmaakt6 en elk jaar via overheidsopdrachten voor werken en leveringen een markt creëert met een waarde van ongeveer 670 miljard EUR7.
Overheden spelen een sleutelrol bij het bevorderen van groei in alle regio’s8. De kwaliteit van overheidsinstellingen op regionaal en lokaal niveau is een voorwaarde voor plaatsgebonden beleid, regionaal concurrentievermogen en aantrekkelijkheid voor investeringen9. Dit is belangrijk om ontwikkelingsvallen te vermijden, vooral in minder ontwikkelde en overgangsregio’s.
Overheidsdiensten zijn essentieel voor democratisch bestuur en voor het handhaven van de rechtsstaat. Overheidsdiensten moeten het vertrouwen van het publiek behouden en vergroten en de democratie handhaven10 door middel van strenge normen op het gebied van integriteit, transparantie, verantwoordingsplicht en het voorkomen en bestrijden van corruptie11. Zij staan in voor een participatieve beleidsvorming, de kwaliteit, inclusiviteit en nabijheid van diensten12 en passende regelgevingskaders waarbij gebruik wordt gemaakt van de best beschikbare wetenschappelijke kennis en gegevens, waaronder een ethisch gebruik van AI en andere digitale technologieën, en waarbij de duurzaamheid van de overheidsfinanciën wordt gewaarborgd. Goed functionerende overheidsdiensten voorzien in de behoeften van (in het bijzonder de meest kwetsbare) mensen, en bedrijven door resterende belemmeringen weg te nemen, de administratieve lasten te verminderen en de werking van de eengemaakte markt en de toepassing van de vier fundamentele vrijheden daarvan uit te diepen.
De kwaliteitsnormen van de overheidsdiensten van de lidstaten zijn ook een referentiepunt voor de uitbreidingslanden, die hun wetten en praktijken afstemmen op die van de EU en voor vergelijkbare uitdagingen staan, zoals de dubbele transitie en de demografische veranderingen. Net als de rechtsstaat is een goed openbaar bestuur al een fundamenteel vereiste voor toetreding.
De doeltreffendheid van de overheid in de hele EU moet worden verbeterd13. De overheidsdiensten slaagden er over het algemeen in om tijdens de COVID-19-crisis de kritieke functies te behouden14, maar deze crisis heeft wel de tekortkomingen in de digitale paraatheid, de inconsistenties in de strategische planning en de crisisbeheersingscapaciteiten blootgelegd. Er blijven grote verschillen tussen de lidstaten bestaan wat betreft de kwaliteit van de diensten en de beleidsvorming15. Via het Europees Semester, met name in de specifieke bijlage over openbaar bestuur in de landenverslagen, is de Commissie steeds meer aandacht gaan besteden aan de kwaliteit van het openbaar bestuur.
Door een betere uitvoering van het EU-beleid en betere administratieve prestaties kunnen de belastingbetalers en bedrijven in de EU jaarlijks miljarden euro’s besparen. De lidstaten zouden jaarlijks 64,2 miljard EUR kunnen besparen door hun administratieve prestaties te verbeteren. Bedrijven zouden op EU-niveau jaarlijks 2,2 miljard EUR kunnen besparen als de administratieve procedures en kosten om een bedrijf op te richten, zouden worden afgestemd op die van de best presterende lidstaten16. In een recente Eurobarometer-enquête17 gaven Europeanen aan te verwachten dat overheidsdiensten minder bureaucratisch worden (48 %), sneller diensten verlenen (47 %), transparanter zijn en dichter bij de mensen staan. Zij zien de Commissie ook als een middel om beter te reageren op crises en als een belangrijke facilitator van samenwerking en kennisuitwisseling om overheidsdiensten efficiënter en effectiever te maken.
Overheidsdiensten moeten niet alleen op veranderingen inspelen, maar er ook op anticiperen18. Daarom moeten zij hun vermogen versterken om overheidsbreed te plannen, om hun werkmethoden aan te passen aan snelle technologische veranderingen en om de beleidsvorming en op de burgers gerichte dienstverlening voortdurend te evalueren en te innoveren19. Tegelijkertijd moeten overheidsdiensten, naast de lopende strategische planning voor de meerjarenbegroting of de programmering van de structuur- en cohesiefondsen van de EU, toekomstgerichte activiteiten en capaciteiten bevorderen, zoals strategische prognoses in samenwerking met universiteiten, onderzoekers en specifieke denktanks.
Overheidsdiensten ondervinden steeds meer problemen bij het verzekeren van een professioneel en stabiel personeelsbestand20. Slechts één op zeven Europeanen ziet de overheid als een aantrekkelijke werkgever21. Minder ontwikkelde regionale en lokale overheidsdiensten met minder personeel ondervinden nog meer moeilijkheden om talent aan te trekken. Uit demografische gegevens blijkt dat de vergrijzing in verschillende lidstaten in de komende tien jaar tot grote pensioneringsgolven in hun overheidsdiensten zal leiden. Vanwege de specifieke vereisten en langdurige aanwervingsprocedures bij overheidsdiensten komen hun continuïteit, stabiliteit, aanpassingsvermogen en goede prestaties ernstig in gevaar. In sommige lidstaten is er weinig volwassenenonderwijs, waardoor de pool van geschoolde arbeidskrachten waaruit overheden kunnen putten, beperkt is22. Bovendien vermindert het uitbesteden van expertise het vermogen van overheidsdiensten om te leren en ervaring op te doen om complexere taken te beheren.
De Commissie is zich bewust van deze uitdagingen en heeft een reeks instrumenten ingezet om de transformatie van het overheidsapparaat van de lidstaten te ondersteunen23. De RRF ondersteunt een reeks hervormingen en investeringen om de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidsdiensten op alle niveaus te verbeteren24. Het instrument voor technische ondersteuning (TSI)25 biedt expertise om een breed scala aan hervormingen te ontwerpen en uit te voeren. Daarnaast helpt de Commissie de lidstaten door middel van landen- en thematische analyses, capaciteitsopbouw, begeleiding en het faciliteren van intercollegiale uitwisseling26. Het instrument voor technische bijstand en informatie-uitwisseling van de Commissie27 ondersteunt de overheidsdiensten van de lidstaten bij de toepassing en handhaving van EU-wetgeving en de uitwisseling van goede praktijken in de EU.
De Commissie werkt voortdurend samen met vergelijkbare overheidsdiensten, met name via twee complementaire netwerken, de deskundigengroep inzake openbaar bestuur28 en het Netwerk van Europese overheidsdiensten (EUPAN)29, die tot doel hebben kennis en praktijken uit te wisselen. Deze samenwerking werd versterkt door regelmatige bijeenkomsten van de deskundigengroep en frequentere informele ministersbijeenkomsten, die hebben geleid tot conclusies over de gemeenschappelijke uitdagingen waarmee overheidsdiensten worden geconfronteerd, met name de conclusies van de informele ministersbijeenkomst in Lissabon30 en de Verklaring van Straatsburg31. De uitwisselingen hebben betrekking op verschillende belangrijke gebieden, zoals het vergroten van de aantrekkelijkheid van overheidsdiensten in het algemeen en het opvijzelen van hun imago als moderne werkgever, de digitale en groene transformatie, capaciteitsopbouw in het openbaar bestuur op alle niveaus of de bevordering van synergieën tussen projecten die worden uitgevoerd in het kader van het TSI, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere door de EU of nationaal gefinancierde programma’s.
RRF-steun voor hervormingen en investeringen in overheidsdiensten
Met een geraamd budget van 1,8 miljard EUR staat de modernisering van overheidsdiensten centraal in verschillende herstel- en veerkrachtplannen. De belangrijkste hervormingen en investeringen hebben onder meer betrekking op digitalisering van de overheid, cyberbeveiliging (Bulgarije, Tsjechië, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Italië, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije), rechtsstelsels en de kwaliteit van het wetgevingsproces (Bulgarije, Griekenland, Spanje, Cyprus, Tsjechië, Kroatië, Letland, Italië, Malta, Slowakije, Roemenië), corruptiebestrijding en bescherming van klokkenluiders (Estland, Griekenland, Cyprus, Kroatië, Spanje, Finland, Luxemburg, Letland, Roemenië, Slowakije).
Uit de ervaring met EU-programma’s, waaronder het TSI, en de eerdergenoemde conclusies van de informele ministersbijeenkomsten van het EUPAN, is gebleken dat de lidstaten belangstelling hebben voor een bredere en diepgaandere samenwerking onderling en met de Commissie. Daarom stelt de Commissie in deze mededeling een reeks maatregelen voor (hierna “ComPAct” genoemd) om de overheidsdiensten van de lidstaten beter te helpen zich voor te bereiden op de benodigde hervormingen en te anticiperen op toekomstige trends, waarbij rekening wordt gehouden met een aantal gemeenschappelijke beginselen van openbaar bestuur.
Versterking van de Europese administratieve ruimte
Ondanks de grote verscheidenheid aan institutionele structuren en rechtstradities hebben de overheidsdiensten van de lidstaten een aantal waarden, taken en concepten van goed bestuur gemeen32 en vormen zij een Europese bestuurlijke ruimte33.
De kwaliteit van het openbaar bestuur wordt ondersteund door een reeks gemeenschappelijke overkoepelende beginselen34:
- Strategische visie en leiderschap waarmee wordt gezorgd voor bekwaamheid, veerkracht en een duurzaam vertrouwen van het publiek.
- Coherente, anticiperende, empirisch onderbouwde, participatieve, digitale en inclusieve beleidsvorming.
- Een onpartijdig, professioneel, op verdiensten gebaseerd, coöperatief en effectief ambtenarenapparaat dat onder goede werkomstandigheden functioneert.
- Hoogwaardige, innovatieve, mensgerichte en toegankelijke openbare diensten.
- Subsidiariteit, coördinatie, verantwoording, openheid van het openbaar bestuur, integriteit en toezicht op bestuurlijke processen.
- Gezonde en houdbare overheidsfinanciën, ondersteund door geïntegreerde en uitgebreide systemen voor overheidsboekhouding op transactiebasis.
Met de ComPAct wil de Commissie de Europese administratieve ruimte versterken door deze beginselen te bevorderen en meer ondersteuning te bieden voor de administratieve modernisering van de lidstaten. De ComPAct respecteert de bevoegdheid en de specifieke kenmerken van de lidstaten en doet hieraan niet af. De acties zullen worden gefinancierd binnen de bestaande financieringsmechanismen van de EU en via bestaande samenwerkingsnetwerken. De ComPAct zal optimaal gebruikmaken van de ervaring die reeds is opgedaan met EU-programma’s, waaronder het TSI en de bestaande uitwisselingen in het kader van de deskundigengroep van de Commissie voor openbaar bestuur en governance en het EUPAN, en zal overheden op alle niveaus in de lidstaten nieuwe en betere mogelijkheden bieden om samen te werken en van elkaar te leren. In de ComPAct wordt ook nader ingegaan op de ervaring die de Commissie heeft opgedaan met haar strategieën op het gebied van HR, digitalisering en vergroening35.
De ComPAct is een antwoord op verzoeken van de lidstaten36, het Europees Parlement37 en het Comité van de Regio’s38 aan de Commissie om de samenwerking en de beleidsdialoog te bevorderen en de capaciteit en de kwaliteit van de overheidsdiensten op centraal, regionaal en lokaal niveau in Europa te helpen verbeteren.
De ComPAct zal ook de uitbreidingslanden van de EU helpen bij hun inspanningen om te bouwen aan betere overheidsdiensten door hen de kans te bieden meer betrokken te zijn bij intercollegiale uitwisselingen en intercollegiaal leren. Dit kan ook worden gedaan door de toegang tot het TSI voor uitbreidingslanden te vergemakkelijken.
Versnelde integratie: Deelname van uitbreidingslanden als waarnemers aan TSI-projecten
Het ontwikkelen van een professioneel en goed presterend openbaar bestuur is een van de grondbeginselen voor toetreding tot de EU. In het kader van een initiatief voor “versnelde integratie” kunnen kandidaat-landen van de EU nu deelnemen aan projecten van verschillende lidstaten om gemeenschappelijke problemen samen aan te pakken. Albanië neemt bijvoorbeeld als waarnemer deel aan een project met Portugal, Spanje en Nederland over het beheer van betere burgerparticipatie en opkomende technologieën. Bosnië en Herzegovina en Moldavië zijn waarnemers in een project met Estland over strategisch en duurzaam beleid voor overheidsopdrachten.
De ComPAct bestaat uit drie pijlers:
- Pijler 1. De vaardighedenagenda voor de overheid
De administratieve samenwerking tussen overheidsdiensten op alle niveaus bevorderen om hun personeel te helpen ontwikkelen met het oog op de huidige en toekomstige uitdagingen.
- Pijler 2. Capaciteit voor Europa’s digitale decennium
De capaciteit van overheidsdiensten voor hun digitale transformatie versterken.
- Pijler 3. Capaciteit om het voortouw te nemen bij de groene transitie
De capaciteit van overheidsdiensten versterken om het voortouw te nemen bij de groene transitie en veerkracht op te bouwen.
Pijler 1. De vaardighedenagenda voor de overheid
Arbeidsmarkten ondergaan structurele veranderingen, met name als gevolg van demografische veranderingen39 en de dubbele transitie. Tegen deze achtergrond hebben overheidsdiensten te maken met een hevige strijd om talent, vooral op gebieden die nieuwe vaardigheden, kennis en competenties vereisen. De digitale transformatie vereist ook een aanzienlijke toename van de deelname van ambtenaren aan volwasseneneducatie40, alsmede een heroverweging van werkprocessen om het potentieel van automatisering, gegevens en interoperabiliteit te benutten. Dit moet ertoe leiden dat er wordt nagedacht over nieuwe manieren van samenwerking met de particuliere sector, met name met start-ups en kmo’s41. Het voortouw nemen bij de groene transitie vereist een multidisciplinaire aanpak bij de beleidsvorming, sterke coördinatie- en planningscapaciteiten op alle overheidsniveaus en sterke communicatievaardigheden. Deze veranderende behoeften van en eisen aan het personeel, evenals de evolutie van de werkplek, vereisen gerichte acties om een aantrekkelijke werkomgeving te creëren. De dialoog met de sociale partners op zowel centraal als regionaal niveau helpt een bevorderlijk klimaat te creëren om deze verschillende uitdagingen aan te pakken.
De vaardighedenagenda voor de overheid zal de lidstaten ondersteunen bij hun inspanningen om veerkrachtige, aantrekkelijke, transparante en goed presterende overheidsdiensten uit te bouwen door hen uit te rusten met een breed scala aan instrumenten om hun personeel bij en om te scholen. Deze agenda zal een aanvulling vormen op maatregelen die worden uitgevoerd in het kader van de herstel- en veerkrachtplannen, waar de digitalisering van overheidsdiensten vaak gepaard gaat met digitale bijscholing, onder meer om de vaardigheden op het gebied van gegevensanalyse, AI en cyberbeveiliging te verbeteren. Sommige herstel- en veerkrachtplannen bevatten hervormingen die gericht zijn op het oprichten van competentiecentra voor ambtenaren en het verbeteren van het personeelsbeheer in overheidsdiensten.
De acties in het kader van deze pijler sluiten aan bij de EU-vaardighedenagenda en de acties in het kader van het Europees Jaar van de Vaardigheden. Zij kunnen bijdragen aan het behalen van de EU-kerndoelstelling voor 2030 dat ten minste 60 % van alle volwassenen elk jaar aan een opleiding deelneemt en aan de nationale doelstellingen42. De acties in het kader van deze pijler zullen voornamelijk via het TSI worden uitgevoerd. De Commissie zal ook de samenwerking met collega-overheden stimuleren binnen de deskundigengroep voor openbaar bestuur en governance en het EUPAN-netwerk, het netwerk van directeuren van instituten en scholen voor openbaar bestuur (DISPA) en de Europese Bestuursschool. Andere relevante EU- en internationale netwerken en organen zullen hierbij worden betrokken.
1. Samenwerking tussen overheidsdiensten via uitwisseling (PACE)
De lidstaten hebben opgeroepen tot een “grotere mobiliteit van ambtenaren in Europa”43 en moedigen de samenwerking tussen overheden en de oprichting van praktijkgemeenschappen aan. Verschillende EU-instrumenten ondersteunen al sectorale uitwisselingen van ervaringen en wederzijds leren44.
Om de uitwisseling van ervaringen tussen de overheidsdiensten van de lidstaten verder te bevorderen en kennis en beste praktijken te delen, is de Commissie bereid haar steun aan de PACE te intensiveren en te consolideren. Deze laatste bouwt voort op een positieve ervaring, namelijk een proefuitwisselingsprogramma voor middenmanagers dat in 2021 door de lidstaten en de Commissie is opgezet als resultaat van een informele ministersbijeenkomst van het EUPAN onder het Portugese voorzitterschap45. Deze uitwisselingen zullen op vraaggestuurde basis specifieke organisatorische behoeften van de overheidsdiensten ondersteunen, zoals de uitvoering van hervormingen, de ontwikkeling van beleidsinitiatieven of de invoering van nieuwe managementbenaderingen. Zij zullen bijdragen tot de oprichting van een Europese gemeenschap van ambtenaren.
Uitwisselingen tussen de overheidsdiensten van de lidstaten
In het kader het vlaggenschipinitiatief PACE 2023 van het TSI46 nemen meer dan 300 ambtenaren deel aan meer dan 70 geplande uitwisselingen die door TAIEX worden gefaciliteerd. 18 lidstaten nemen deel aan de uitwisseling van ervaringen over nieuwe manieren van werken, het uitvoeren van groen beleid, het versterken van de digitalisering van de overheid, strategieën en modellen voor het aantrekken van talent en voor loopbaanontwikkeling, het moderniseren van hun personeelsadministratie, het bevorderen van leiderschap, leren van de organisatie, en over ethiek en corruptiebestrijding. De Commissie ondersteunt en draagt bij aan het delen van kennis en kan deelnemen als collega-overheid47. De uitwisselingen bouwen voort op eerdere bilaterale projecten en stellen de lidstaten in staat om de samenwerking uit te breiden en van elkaar te leren.
De Commissie zal:
- De PACE opschalen tot een jaarlijks uitwisselingsprogramma als onderdeel van het TSI, om de mobiliteit van Europese ambtenaren tussen de lidstaten te vergemakkelijken, met de steun en deelname van de Commissie. De PACE zal zorgen voor een gemeenschappelijk operationeel kader en adequate financiering voor gerichte uitwisselingen, waarbij de ambtenaren voor een bepaalde periode worden tewerkgesteld bij een andere overheidsdienst. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
De lidstaten worden aangemoedigd actief deel te nemen aan de PACE en andere EU-instrumenten voor intercollegiale uitwisseling door behoeften te prioriteren en te coördineren, uitwisselingen te organiseren en feedback te geven over manieren om verbeteringen aan te brengen. Zij kunnen de deelname aan uitwisselingen vergroten door hun ambtenaren te stimuleren om vreemde talen te leren.
2. Samenwerking op het gebied van opleiding en capaciteitsopbouw
Bijscholing en omscholing zijn enorme taken voor de overheid, gezien de naar schatting 9 miljoen ambtenaren in centrale, regionale en lokale overheden in de lidstaten en de ongeveer 41 miljoen werknemers in de publieke sector in de hele EU48. Nationale instituten, scholen voor bestuurskunde of specifieke opleidingsinstituten spelen in de meeste lidstaten een sleutelrol bij de ontwikkeling van de competenties en capaciteiten van ambtenaren om het overheidsbeleid in betere banen te leiden. Opleiding en capaciteitsopbouw worden vaak bemoeilijkt door een combinatie van scherpe concurrentie voor financiering, een hoge werklast en de schaarse beschikbaarheid van opleidingsmogelijkheden. Bovendien maakt de grote verscheidenheid aan nieuwe onderwerpen het moeilijk om alle aspecten op nationaal niveau te behandelen. Versterkte samenwerking tussen de nationale autoriteiten en de Commissie kan helpen een aantal van deze uitdagingen aan te pakken, evenals actieve uitwisselingen van goede praktijken met internationale partners.
Het EU-douaneopleidingsprogramma — Samen bouwen aan deskundigheid op het gebied van douanebeheer
In het kader van het douaneopleidingsprogramma erkennen de Commissie en de lidstaten in een partnerschapsovereenkomst de expertisecentra voor opleidingen over specifieke douanethema’s. De betrokken lidstaten geven jaarlijks opleidingen aan andere lidstaten, houden zich op de hoogte van het onderwerp en werken samen met opleiders en opleidingsafdelingen uit andere lidstaten. Sinds 2014 zijn er ongeveer 1 000 douanebeambten opgeleid en ongeveer 130 gemeenschappelijke leerevenementen georganiseerd.
De bevordering van e-learning over onderwerpen die verband houden met openbaar bestuur zal directe toegang voor alle ambtenaren in de lidstaten mogelijk maken en zal ook zelfstudie vergemakkelijken. Het bereik van de opleidingen en het opleidingsmateriaal zou aanzienlijk kunnen worden vergroot dankzij de vertaling in de EU-talen, waardoor een bredere toegang voor kleinere overheidsdiensten mogelijk wordt.
De Commissie heeft al mogelijkheden voor e-opleiding ontwikkeld, bijvoorbeeld op het gebied van interoperabiliteit, digitale transformatie, ondernemerschap, financiële en duurzaamheidscompetentie, leernetwerken49 en praktijkgemeenschappen50.
De Commissie zal:
- Een netwerk van expertisecentra opzetten voor thematische opleidingen voor ambtenaren in de hele EU. Het netwerk zal een gemeenschappelijke opleidingscatalogus opstellen en via de expertisecentra een opleidingsaanbod voor ambtenaren in de lidstaten mogelijk maken over specifieke thema’s zoals douane, rechtsstaat, corruptiepreventie en integriteit, groene transitie, innovatieve overheidsopdrachten, gebruik van wetenschappelijk bewijs bij beleidsvorming of AI. Dit model zal bijdragen tot het aanbieden van een grotere catalogus met opleidingen van hoge kwaliteit aan overheidsdiensten in de hele EU en tot de financiële duurzaamheid van opleidingen, en tegelijkertijd leiden tot een grotere efficiëntie van de investeringen. In deze context zal de Commissie de nationale opleidingsorganisaties verder ondersteunen bij de ontwikkeling van hun capaciteit om de opleidingsbehoeften te evalueren en hun opleidingsbeleid voor ambtenaren te versterken. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- Een EU-programma voor leiderschap in het openbaar bestuur opzetten dat gericht is op hogere kaderleden in de overheidsdiensten van de lidstaten. Een EU-brede aanpak waarbij gemeenschappelijke leerprogramma’s worden ontwikkeld, van elkaar wordt geleerd en goede praktijken worden gedeeld, zal managers in staat stellen beter voorbereid te zijn op de complexiteit van leiderschap in het openbaar bestuur, vooral omdat zij een cruciale rol spelen bij het bevorderen en uitvoeren van hervormingen in het openbaar bestuur, het benutten van talent en het aanjagen van innovatie. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- Op het platform van de EU Academy51 een rubriek voor openbaar bestuur ontwikkelen met specifieke opleidingen en opleidingsprogramma’s, variërend van horizontale opleidingen, zoals beleidsvorming, co-creatie en overlegmethoden om burgers te betrekken bij planning, rechtsstaat, corruptiepreventie, integriteit en projectbeheer tot meer gespecialiseerde opleidingen, zoals het beheer van de groene transitie, interoperabiliteit of cyberdreigingen. E-learningcursussen kunnen worden aangevuld met bestaand begeleidings- en opleidingsmateriaal van de Commissie over EU-onderwerpen en bevatten links naar nationale en internationale bronnen. (Vanaf het tweede kwartaal van 2024)
Het bredere gebruik van opleidingsmogelijkheden door de lidstaten kan worden aangevuld met middelen voor bijscholing en capaciteitsopbouw in het kader van het cohesiebeleid.
3. Samenwerking op het gebied van bestuurlijke capaciteit op regionaal en lokaal niveau
Regionale en lokale overheden staan het dichtst bij de mensen en spelen een sleutelrol bij het verlenen van buurtvoorzieningen. Zij voeren 70 % van alle EU-wetgeving, 90 % van het beleid inzake klimaataanpassing en 65 % van de duurzameontwikkelingsdoelen uit52. Zij sturen de publieke innovatieagenda aan, plannen en implementeren investeringen met behulp van EU-fondsen door middel van plaatsgebonden oplossingen, ondervinden als eerste de gevolgen van klimaatverandering en hebben een voortrekkersrol op het gebied van civiele bescherming en sociale cohesie. Zij staan ook het dichtst bij de lokale behoeften en zorgen op het gebied van milieubescherming, huisvesting, mobiliteit, cultuur en onderwijs53.
Regionale en lokale overheden delen de meeste uitdagingen van de centrale overheden, maar hebben ook hun eigen specifieke kenmerken. De meeste lokale overheden zijn relatief klein, beschikken vaak over te weinig middelen en hebben onvoldoende deskundigen54. Voor een aantal verantwoordelijkheden is direct contact met mensen nodig. De beroepsmobiliteit en de toegang tot opleiding en kennis zijn meestal relatief beperkt, loopbanen zijn meestal langer en de pool van geschoolde arbeidskrachten is afhankelijk van het algemene niveau van lokale ontwikkeling en economische activiteit. Gezien deze beperkingen en de verschillen in sociaal-economische en geografische context hebben de regionale en lokale overheden specifieke ondersteuning nodig bij het ontwikkelen van beleid dat is afgestemd op de specifieke lokale omstandigheden en bij het ontwikkelen van strategieën op de juiste territoriale schaal om complexe problemen aan te pakken, zoals de interactie tussen stad en platteland, vergunningen, groene aanbestedingen, innovatie en andere drijvende krachten achter evenwichtige lokale ontwikkeling. De beperkte capaciteit en vermogens van de overheidsdiensten van de lidstaten op regionaal en lokaal niveau kan ook een doeltreffend gebruik van beschikbare financiering belemmeren, waaronder financiering uit het cohesiebeleid.
De Commissie zal:
- De toegang van regionale en lokale entiteiten tot het TSI op vraaggestuurde basis blijven uitbreiden, onder meer via initiatieven zoals het TSI-vlaggenschipinitiatief “Overcoming barriers to regional development”55 (Hinderpalen voor regionale ontwikkeling wegnemen). (Vanaf het vierde kwartaal van 2023)
- Elk jaar een Dag van het Lokaal Bestuur organiseren in het kader van de Europese Week van Regio’s en Steden, medegeorganiseerd door de Commissie. Het evenement zal regionale en lokale overheden de gelegenheid bieden om hun specifieke bestuurlijke uitdagingen te bespreken. Het Comité van de Regio’s en EU-koepelorganisaties van regionale en lokale overheden zullen worden betrokken bij de discussies en het wederzijds leren. Tijdens het evenement zal worden vastgesteld op welke wijzen de Commissie regionale en lokale overheden specifiek en praktisch kan ondersteunen bij hun moderniseringsinspanningen en capaciteitsopbouw. Daarnaast zal de Commissie andere manieren onderzoeken om de oprichting van consortia en partnerschappen van lokale overheden te vergemakkelijken, die de competenties kunnen bundelen die nodig zijn om grootschalige projecten aan te pakken. (Vanaf het derde kwartaal van 2024)
- Haar onderzoek naar de beperkingen en mogelijkheden van de bestuurlijke capaciteit van de regionale en lokale overheden verdiepen; en gerichte studies en enquêtes uitvoeren, die als basis zullen dienen voor de volgende edities van het cohesieverslag. (Vanaf het derde kwartaal van 2024)
4. Hulpmiddelen voor personeelsbeheer bij de overheid
Om een stabiele capaciteit en professionaliteit te garanderen, moeten overheidsdiensten anticiperen op de langetermijnontwikkeling van hun personeelsbestand en op de vaardigheden die zij van hun personeel zullen verlangen. Planning van het personeelsbestand, systematische analyse van HR-gegevens en anticipatie op functieprofielen zijn echter nog relatief beperkt. Een referentiecatalogus van competentiekaders, het “kernvaardighedenpaspoort”, zou helpen om aan deze behoeften te voldoen en de aanpak van werving en loopbaanontwikkeling te verbeteren.
Het “paspoort” zal gebaseerd zijn op bestaande EU- en nationale competentiekaders56, zoals beleidsvorming, fondsenbeheer, overheidsopdrachten, belastingen, douane, interoperabiliteit van de publieke sector en projectbeheer. Het zal worden uitgebreid naar nieuwe gebieden57 zoals digitale vaardigheden, ondernemerschapsvaardigheden, leiderschapsvaardigheden, vermogensbeheer en innovatie.
Het beleidsvormingscompetentiemodel “Innovatieve beleidsvorming”
Dit competentiekader is ontwikkeld door de Commissie en omvat transversale competenties die relevant zijn voor beleidsmakers gedurende de hele beleidscyclus. Het schetst een toekomstgericht perspectief voor verschillende rollen in beleidsvorming. Er zijn 36 competenties, die zijn onderverdeeld in 7 clusters: adviseren op politiek niveau, innoveren, werken met feiten, toekomstgericht werken, het bij beleid betrekken van burgers en belanghebbenden, samenwerken en communiceren. Dit kader vormt een aanvulling op het kader voor onderzoekers (“Science for policy” (“Wetenschap voor beleid”)), waarvan de competenties zijn onderverdeeld in 5 clusters: inzicht in beleid, deelname aan beleidsvorming, communicatie, bij het beleid betrekken van burgers en belanghebbenden en samenwerking.
De Commissie heeft op basis van bestaande competentiekaders verschillende instrumenten ontwikkeld om de vereiste vaardigheden voor verschillende competentiegebieden te beoordelen en zal nagaan of de lidstaten behoefte hebben aan soortgelijke instrumenten.
Bovendien hebben overheidsdiensten gegevens en thematische informatie nodig om hun opleidingsbehoeften en de ontwikkeling van competenties beter te onderbouwen. Vergelijkende gegevens over openbaar bestuur zijn nog steeds relatief beperkt.
De Commissie zal:
- Een “kernvaardighedenpaspoort” ontwikkelen dat van toepassing is op functies en rollen in overheidsdiensten, met inbegrip van leiderschapsvaardigheden. Het “paspoort” zal de overheidsdiensten helpen om een modern en geavanceerd beleid te ontwikkelen om hun personele middelen te ontwikkelen, zich voor te bereiden op toekomstige behoeften aan vaardigheden en de mobiliteit van ambtenaren binnen de EU te bevorderen. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- De lidstaten bij de modernisering van hun personeelsbeleid ondersteunen met begeleiding en proefprojecten om competentiekaders en instrumenten van personeelsbeleid (bijvoorbeeld om vaardigheidstekorten in hun personeelsbestand vast te stellen) over te dragen naar hun organisatorische context. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- De Quality of Public Administration Toolbox58 (Toolbox voor kwalitatief hoogwaardig openbaar bestuur) bijwerken en uitbreiden om de modernisering van overheidsdiensten te begeleiden. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- Methoden ontwikkelen voor relevante indicatoren voor het openbaar bestuur, bestaande instrumenten voor gegevensproductie helpen verbeteren, EU-brede studies uitvoeren over relevante onderwerpen zoals de aantrekkelijkheid van de overheid, de effecten van de demografische veranderingen en de toekomst van banen bij de overheid. De Commissie zal op een portaalsite van overheidsdiensten een breed scala aan gegevens en informatie over de status en prestaties van de overheidsdiensten in de hele EU promoten. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
Pijler 2. Capaciteit voor Europa’s digitale decennium
Het digitale decennium bevat de doelstellingen dat uiterlijk in 2030 100 % van de belangrijkste overheidsdiensten online toegankelijk zijn voor mensen en bedrijven, en dat iedereen online toegang heeft tot zijn medisch dossier en tot een veilige elektronische identificatie (eID) die in de hele EU wordt erkend. Daarbij wordt rekening gehouden met de behoeften van mensen die geen onbeperkte toegang hebben tot digitale diensten of die beperkt zijn in hun mogelijkheden. Digitalisering van administratieve procedures, het treffen van technische voorbereidingen om tegen 2026 Europese portemonnees voor digitale identiteit te kunnen verstrekken, meer geautomatiseerde uitwisseling van bewijs en informatie59 om gebruikersgerichte digitale overheidsdiensten te verlenen en het verbeteren van de digitale vaardigheden van het personeel zijn belangrijke voorwaarden voor overheidsdiensten om deze doelstellingen te halen. Overheden kunnen efficiëntiewinsten tussen 439 miljoen en 1,3 miljard EUR per jaar boeken door het gebruik van digitale overheidsdiensten tegen 2030 met 80 % te verhogen60. Het verbeteren van de grensoverschrijdende interoperabiliteit van digitale overheidsdiensten kan efficiëntiewinsten opleveren tot 6,3 miljoen EUR voor particulieren en tussen 5,7 en 19,2 miljard EUR voor bedrijven61. De doelstellingen van het digitale decennium begeleiden overheidsdiensten bij hun eigen digitale transformatie en ondersteunen hun aanpassing aan technologische veranderingen.
De snelle ontwikkeling van digitale technologieën en het gebruik ervan vereisen een actieve aanpassing van het rechtskader62: van het gebruik van digitale hulpmiddelen tot de beschikbaarheid en uitwisseling van gegevens en interoperabiliteit, en het ethisch gebruik van AI en andere digitale technologieën. Naast digitale bijscholing en omscholing moeten overheidsdiensten interoperabiliteit omarmen, gebruikmaken van de toegenomen beschikbaarheid van grote hoeveelheden gegevens, administratieve procedures digitaliseren en klaar zijn voor AI. Zij moeten ook hun samenwerking op het gebied van digitale governance in de EU versterken om oplossingen te delen en gezamenlijk te ontwikkelen, versnippering te voorkomen, middelen voor gegevensverwerking te bundelen en het delen van gegevens te verbeteren. Dit zou de digitale kloof verkleinen door openbare diensten inclusiever en toegankelijker te maken voor iedereen.
De acties in het kader van deze pijler zullen voornamelijk worden uitgevoerd via het TSI en andere financieringsmechanismen van de EU, zoals het programma Digitaal Europa, het programma voor de interne markt en de Connecting Europe Facility 2.
5. Een toekomstbestendige digitale overheid
Overheidsdiensten moeten digitale technologieën invoeren en tegelijkertijd hun manier van werken veranderen. Zij worden geacht op een vlotte en gebruiksvriendelijke manier diensten te verlenen voor mensen, bedrijven en hun eigen personeel. Dit houdt vaak een diepgaande (digitale) transformatie in om huidige processen te herontwerpen of beleid te veranderen, het dagelijks leven van mensen te vereenvoudigen en de bedrijfsomgeving te verbeteren door de bureaucratie te verminderen.
Door de handhaving van de digitale EU-wetgeving kunnen overheidsdiensten doeltreffender samenwerken, hun inspanningen afstemmen op EU-brede doelstellingen en veerkrachtigere en duurzamere digitale en gegevensinfrastructuren en -diensten tot stand brengen. De EU-wetgeving biedt een kader voor effectieve en veilige gegevensuitwisseling en interoperabiliteit tussen overheidsinstellingen. Een gestructureerd samenwerkingsmechanisme tussen de bureaus voor digitale transformatie van de lidstaten, gewoonlijk de Chief Information Officers, is cruciaal voor de interoperabiliteit van de overheidssector in de EU. Dit vergemakkelijkt gezamenlijke innovatieprojecten, maakt het hergebruik van beproefde technologieën mogelijk en vermindert de investeringskosten en -risico’s, waardoor gekoppelde digitale overheidsdiensten sneller en veiliger kunnen worden uitgerold63. Bovendien vereist de NIS 2-richtlijn64 dat overheidsdiensten passende en evenredige cyberbeveiligingsmaatregelen nemen en de veilige verlening van hun diensten waarborgen. In 2023 is binnen het programma Digitaal Europa 30 miljoen EUR toegewezen aan steun voor de uitvoering van EU-wetgeving inzake cyberbeveiliging en nationale cyberbeveiligingsstrategieën.
De Commissie houdt toezicht op de impact van de digitale transformatie op het openbaar bestuur in de hele EU door gegevens te verzamelen en te analyseren, uit bestaande of opkomende toezichtmechanismen65, en door bevindingen en aanbevelingen te delen. Zij bestudeert ook de impact, risico’s en mogelijkheden van AI en opkomende technologieën voor overheidsdiensten66.
Het TSI heeft al 180 digitale transformatiehervormingen in de lidstaten ondersteund om strategieën te ontwikkelen voor de invoering van nieuwe digitale technologieën, de digitale governance te versterken, prototypes te creëren of nieuwe oplossingen te testen. De digitale transformatie van overheidsdiensten wordt ook ondersteund door de herstel- en veerkrachtplannen, waarbij 37 % van de digitale uitgaven, of 53 miljard EUR, wordt besteed aan digitale overheidsdiensten en e-overheid. De hervormingen zijn gericht op de invoering en verbetering van e-overheidsoplossingen, zoals het uitrollen van de e-ID, het waarborgen van de interoperabiliteit van digitale overheidsplatformen en het verbeteren van gegevensverzameling en -beheer. De investeringen zijn gericht op het integreren van geavanceerde technologieën in overheidsprocessen en het versterken van de cyberbeveiliging. De geplande investeringen in het cohesiebeleid 2021‑2027 ter ondersteuning van de digitale transitie bedragen meer dan 39 miljard EUR. Dit bedrag omvat 11,2 miljard EUR voor digitale diensten en digitalisering van bedrijven en overheden.
De Commissie ondersteunt ook publiek-private samenwerking op basis van “GovTech” die innovatie in de publieke sector stimuleert en helpt overheidsdiensten toegankelijker, inclusiever en efficiënter te maken. Een kenniscentrum en een virtuele ruimte waar ervaringen worden getoond, bevordert de toepassing van opkomende technologieën, zoals virtuele werelden en Web 4.0, in de publieke sector (Public Sector Tech Watch)67. De Commissie cofinanciert voorzieningen voor het testen van en experimenteren met AI voor slimme steden en gemeenschappen via een vijfjarig project van 40 miljoen EUR dat gericht is op klimaat, milieu, mobiliteit en andere lokale infrastructuur.
Er kunnen betere synergieën tot stand worden gebracht tussen het verlenen van technische ondersteuning en de lopende acties voor de uitvoering van het digitale decennium. Daartoe zal de Commissie doorgaan met het delen van goede praktijken en het actief bevorderen van het proefdraaien en de uitrol in het kader van het TSI van modellen en prototypes die zijn ontwikkeld in het kader van diverse andere EU-programma’s (met name Horizon 2020 en Horizon Europa, het programma Digitaal Europa, Justitie).
De Commissie zal:
- Overheidsdiensten ondersteunen bij het uitvoeren van digitale en datagerelateerde wetgeving, het vergroten van hun bereidheid om AI-technologieën op een veilige en betrouwbare manier in hun activiteiten te integreren, het houden van toezicht op AI-technologieën, het versterken van cyberbeveiliging en het ontwerpen en uitvoeren van overheidsbeleid, onder andere ter ondersteuning van de convergentie van openbare aanbestedingspraktijken. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- Het duurzame en doeltreffende gebruik van opkomende technologieën door overheidsdiensten bevorderen, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van open normen of de ondersteuning van grensoverschrijdende overheidsdiensten met behulp van gedecentraliseerde technologieën zoals gedeeldgrootboektechnologie (bv. blockchain). (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
De lidstaten worden aangemoedigd gebruik te maken van bestaande en nieuwe mogelijkheden om hun digitale paraatheid te vergroten, onder meer door technische ondersteuning en deelname aan praktijkgemeenschappen. Zij worden ook aangemoedigd om deze mogelijkheden binnen hun overheidsdiensten te promoten en de veilige integratie van AI en andere digitale technologieën in hun activiteiten te ondersteunen. Het platform voor AI on demand zal met name de invoering van betrouwbare, ethische en transparante AI-technologieën door de industrie en de overheidssector ondersteunen. Daarnaast kunnen zij actief deelnemen aan bestaande en toekomstige Europese consortia voor digitale infrastructuur voor nieuwe trends en programma’s zoals virtuele werelden, taaltechnologieën en CitiVerses.
6. Kaders, richtlijnen en instrumenten voor digitale transformatie
In overeenstemming met aanvaarde waarden en beginselen op digitaal gebied,68 zoals het eenmaligheidsbeginsel en mensgerichtheid, wil de EU ervoor zorgen dat diensten zonder discriminatie toegankelijk zijn voor iedereen. Het vergroten van de interoperabiliteit is in dit opzicht essentieel, omdat daardoor de juridische, organisatorische, semantische en technische harmonisatie voor grensoverschrijdende gegevensuitwisseling mogelijk wordt, zoals aanbevolen door het Europese interoperabiliteitskader. Interoperabiliteit is ook cruciaal voor het wegnemen van belemmeringen voor de eengemaakte markt en het verlenen van onderling verbonden digitale overheidsdiensten. Er zijn specifieke interoperabele oplossingen ontwikkeld op verschillende gebieden69, zoals douane, overheidsopdrachten of wetgeving70. Verder heeft de Commissie specifieke acties voorgesteld om de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te verbeteren door verdere digitalisering71. Met haar deelname aan de living-in.eu-beweging moedigt de Commissie steden en gemeenschappen aan om gezamenlijk overeengekomen, interoperabele digitale oplossingen op te schalen om burgers en bedrijven beter geïnformeerde, innovatieve en hoogwaardige diensten te bieden.
De inspanningen voor interoperabiliteit zijn veelzijdig en omvatten de interconnectie van relevante infrastructuren, zoals cloudinfrastructuren, het aankomende wettelijke kader rond digitale identiteit, het voorzien in gemeenschappelijke specificaties voor Europese portemonnees voor digitale identiteit, en de dataruimten voor overheidsdiensten72.
Het technisch systeem voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel (Once-Only Technical System)
De Verordening inzake één digitale toegangspoort73 biedt het wettelijke kader voor het creëren van gemeenschappelijke Europese dataruimten voor overheidsdiensten om informatie op een betrouwbare manier te delen. Uiterlijk in december 2023 zullen de Commissie en de lidstaten een dataruimte tussen overheden opzetten, die bekend staat als het technisch systeem voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel. Het zal de grensoverschrijdende administratieve procedures voor het delen van gegevens en documenten die onder de digitale toegangspoort vallen, aanzienlijk vereenvoudigen en versnellen. Zo wordt het overal in de EU voor mensen gemakkelijker om te studeren, te verhuizen, te werken en met pensioen te gaan en voor bedrijven en kmo’s om zaken te doen. Het systeem zal overheidsinstanties in de hele EU met elkaar verbinden, zodat zij op verzoek van burgers of bedrijven officiële documenten en gegevens kunnen uitwisselen die nodig zijn voor deze administratieve procedures.
De Commissie zal:
- De verlening van volledig toegankelijke online administratieve diensten ondersteunen door gebruik te maken van de digitale toegangspoort, het e-overheidsinitiatief om het openbaar bestuur en de geautomatiseerde uitwisseling van bewijs te digitaliseren die worden beheerd met het technisch systeem voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel en de verificatie van de echtheid van bewijsmateriaal via het informatiesysteem interne markt74. De Commissie zal de interoperatie van gemeenschappelijke Europese dataruimten blijven vergemakkelijken en de grensoverschrijdende elektronische uitwisseling van informatie tussen overheidsdiensten blijven bevorderen. Dat is mogelijk dankzij het informatiesysteem interne markt en het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de sociale zekerheid. (Vanaf het vierde kwartaal van 2023)
- Instrumenten ontwikkelen voor meer interoperabiliteit en voor de verlening van naadloze diensten. De Commissie zou met name een Interoperable Europe Support Centre (ondersteuningscentrum Interoperabel Europa) kunnen oprichten, dat overheidsdiensten ondersteunt bij het opzetten van interoperabiliteitsbeoordelingen en het Europese interoperabiliteitskader promoot, alsook de specialisatie ervan, zoals het Europese interoperabiliteitskader voor slimme steden en gemeenten. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- Een overzicht publiceren van de financieringsmogelijkheden voor de digitale transformatie van overheidsdiensten en de synergieën daartussen. (Vanaf het vierde kwartaal van 2024)
- Het bundelen van cloudcapaciteiten tussen overheidsdiensten ondersteunen om hun technologische basis te bevorderen en hun verlening van overheidsdiensten te verbeteren75. Hiertoe zal de Commissie een open-source slim middlewareplatform aanschaffen, richtsnoeren publiceren voor de overheidsaanbesteding van clouddiensten en de interconnectie en interoperabiliteit van clouddiensten van overheidsdiensten bevorderen. (Vanaf het vierde kwartaal van 2024)
De lidstaten worden aangemoedigd gebruik te maken van mogelijkheden om hun digitale transformatie te ondersteunen, zoals het TSI en andere financieringsmechanismen van de EU, en van gerichte opleiding en instrumenten. Zij kunnen actief deelnemen aan de inspanningen van de Commissie om de grensoverschrijdende elektronische uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten te vergemakkelijken en hun interoperabiliteit te verbeteren. Zij kunnen ook gebruikmaken van de steun van de Commissie om hun rechtsstelsels te digitaliseren door middel van wetgeving, financiering, de ontwikkeling van IT-instrumenten en de bevordering van nationale coördinatie- en monitoringinstrumenten.
Pijler 3. Capaciteit om het voortouw te nemen bij de groene transitie
De EU heeft zich ertoe verbonden om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn en om het efficiënte gebruik van hulpbronnen te stimuleren en tegelijk te zorgen voor sociale rechtvaardigheid en inclusiviteit. Het snel koolstofvrij maken van de elektriciteitsproductie en het energieverbruik is een cruciale eerste mijlpaal, die moet worden aangevuld met meer ingrijpende veranderingen in sectoren als de bouw, het vervoer, de handel, de landbouw en het afval- en waterbeheer. Steden zijn van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen, aangezien zij 70 %-80 % van de broeikasgasemissies in de EU en 80 % van de EU-bevolking uitmaken. Door de klimaatverandering moet de bestendigheid van de infrastructuur worden vergroot, evenals de capaciteit om het hoofd te bieden aan uitdagingen zoals extreme weersomstandigheden, frequente natuurrampen, watertekorten enz. Deze zaken zullen naar verwachting een negatieve invloed hebben op de biodiversiteit, met ingrijpende gevolgen voor het milieu en daardoor ook voor de voedselproductie en koolstofputten.
Overheidsdiensten spelen een sleutelrol bij het scheppen van de voorwaarden voor economieën en samenlevingen om de ambitieuze klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 te halen en moeten het goede voorbeeld geven. Zij moeten de groene transitie integreren in alle beleidsterreinen en bestuursniveaus, op basis van geïntegreerde planning, degelijke evaluaties en effectbeoordelingen, en breed overleg om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft. Zij moeten de overheidsfinanciën aanpassen om de groene transitie en sociale rechtvaardigheid te ondersteunen via een passend belastingbeleid, groene overheidsopdrachten, duurzame financiering en investeringen die voldoen aan het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”. Zij moeten de systematische integratie van maatregelen ter ondersteuning van gezonde ecosystemen, groene infrastructuur en op de natuur gebaseerde oplossingen in publieke en particuliere besluiten bevorderen. Zij moeten zorgen voor voldoende capaciteit voor groene hervormingen en investeringen op alle overheidsniveaus76.
De acties in het kader van deze pijler zullen voornamelijk via het TSI worden uitgevoerd.
7. Vormgeving van de groene transitie
De Commissie zet zich er consequent voor in een alomvattend kader op te zetten voor de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering, milieubescherming en energie-efficiëntie in de EU. Zo biedt de Commissie samen met het Europees Milieuagentschap technische ondersteuning aan lidstaten op het gebied van evaluaties achteraf van beleid en maatregelen, en rapportage en monitoring van emissies. De Commissie ondersteunt de voorbereiding van nationale energie- en klimaatplannen en langetermijnstrategieën, de uitvoering van de rechtvaardige transitie, groen budgetteren en het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”. Zij bouwt capaciteit op voor het identificeren en delen van goede praktijken op het gebied van beleid en maatregelen77 voor het opzetten van klimaat- en energiedialogen op meerdere niveaus.
Overheidsdiensten moeten zorgen voor een doeltreffende uitvoering van transformatieve veranderingen in de energiesystemen. Gezien de opkomende bedreigingen voor de veiligheid en bestendigheid van kritieke energie-infrastructuren, hebben overheidsdiensten bovendien adequate capaciteit nodig om op noodsituaties te reageren. Daartoe moeten zij hun samenwerking verbeteren, met name door meer kennis en goede praktijken uit te wisselen, de analyse van intersectorale en grensoverschrijdende onderlinge afhankelijkheden te faciliteren en testoefeningen uit te voeren78. In bredere zin moeten zij meer werk maken van hervormingen op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, mobiliteit, de circulaire economie, biodiversiteit en op de natuur gebaseerde oplossingen, afval- en waterbeheer, luchtkwaliteit, klimaatrisicobeoordelingen en het opstellen van scenario’s, landgebruik en bosbouw.
De Commissie zal:
- De lidstaten ondersteunen bij het actualiseren van hun nationale strategieën en plannen voor aanpassing aan de klimaatverandering overeenkomstig de richtsnoeren79, en bij het nakomen van nieuwe verplichtingen, zoals die welke voortvloeien uit de herschikking van de energie-efficiëntierichtlijn. (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- De toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” bevorderen, met inbegrip van de toepassing van richtsnoeren voor klimaatbestendigheid en andere milieurelevante richtsnoeren. Dit zal bijdragen aan de opbouw van capaciteit en instrumenten voor groene overheidsbegrotingen, vergroening van overheidsinvesteringen en groene aanbestedingen (bijvoorbeeld door het gebruik te versterken van benaderingen die rekening houden met maatschappelijke en milieukosten en -baten op lange termijn, met inbegrip van de waarde van natuurlijk kapitaal, en gebruikmaken van criteria voor energie-efficiëntie). (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- Instrumenten en methoden voor de beoordeling van klimaatrisico’s en risicopreventie bevorderen, zoals sector- of beleidsspecifieke risicobeoordelingen (de nationale risicobeoordeling voor rampenbeheer in het kader van het EU-mechanisme voor civiele bescherming; macrofinanciële risicobeoordelingen) en lokale risicobeoordelingen (zoals in de Climate-Adapt toolbox). (Vanaf het eerste kwartaal van 2024)
- De lidstaten ondersteunen bij het ontwikkelen van capaciteit voor het plannen, ontwerpen en uitvoeren van maatregelen voor ecosysteemherstel en op de natuur gebaseerde oplossingen, als kosteneffectieve en milieuvriendelijke maatregelen om essentiële ecosysteemdiensten in stand te houden. (Vanaf het tweede kwartaal van 2024)
- De evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid80 gebruiken om de onderliggende oorzaken van inefficiënte uitvoering van milieuwetgeving en -beleid door de lidstaten vast te stellen teneinde ondersteunende maatregelen te ontwerpen ter verbetering van milieugovernance. [(Vanaf het tweede kwartaal van 2025)
8. Bevordering van de vergroening van de overheid
Overheidsdiensten moeten niet alleen de groene transitie vormgeven, maar ook op alle niveaus het goede voorbeeld geven door hun eigen organisatiebeheer aan te passen en het personeel beter bekend te maken met vergroening81. Vergroening van de overheid kan praktijken omvatten voor duurzaam gebruik van hulpbronnen en beheer van activa, waaronder klimaatbestendige gebouwen en werkruimten, minimumlevensduurnormen voor het gebruik van IT- en andere apparatuur, recycling, groene inkoop, vermindering van de eigen koolstofuitstoot en het gebruik van hernieuwbare energie. De herstel- en veerkrachtfaciliteit en het cohesiebeleid ondersteunen op grote schaal de energierenovatie van overheidsgebouwen en sommige lidstaten hebben in hun herstel- en veerkrachtplannen maatregelen opgenomen voor de vergroening van hun wagenpark en het bevorderen van flexibele manieren van werken voor ambtenaren.
In de context van de Green Deal van de EU vereist het energie-efficiëntie-eerstbeginsel82 bijvoorbeeld dat er bij de plannings-, beleids- en investeringsbeslissingen in verband met energiesystemen en andere sectoren dan energie, rekening wordt gehouden met energie-efficiëntieoplossingen. In de richtlijn energie-efficiëntie worden doelstellingen vastgesteld voor de jaarlijkse vermindering van het energieverbruik voor alle overheidsdiensten, voor de renovatie van overheidsgebouwen en voor de eisen inzake energie- en hulpbronnenefficiëntie bij overheidsopdrachten.
Bovendien kunnen praktijken bevorderlijk zijn voor eerlijke handel en duurzaam voedsel en voor deelname aan projecten die biodiversiteit en duurzaamheid in stedelijke en niet-stedelijke contexten bevorderen; en milieuvriendelijk gedrag van hun werknemers aanmoedigen (bijvoorbeeld bij woon-werkverkeer of zakenreizen).
Het milieubeheer- en milieuauditsysteem van de EU (EMAS)
De Commissie heeft dit systeem opgezet om organisaties te helpen hun milieuprestaties te verbeteren door energie en andere hulpbronnen te besparen, waarbij de nadruk ligt op naleving van de wetgeving en bevordering van de participatie van het personeel. Het biedt een methode om hun milieueffecten te evalueren en te verminderen en een governancesysteem met onafhankelijke verificatie door derden voor een grotere geloofwaardigheid. 286 overheidsdiensten in heel Europa hebben al toegezegd om hun ecologische voetafdruk te verkleinen en zijn geregistreerd in het systeem.
De Commissie zal:
- Meer richtsnoeren ontwikkelen voor het gebruik van het milieubeheer- en milieuauditsysteem van de EU om vaart te zetten achter de verkleining van de ecologische voetafdruk van organisaties, en overheidsdiensten ondersteunen bij de invoering van het systeem. (Vanaf het vierde kwartaal van 2023)
- De toepassing van methoden voor de beoordeling van de koolstofvoetafdruk van organisaties bevorderen en ondersteunen; de uitwisseling van goede praktijken op het gebied van ecologische transitie vergemakkelijken. (Vanaf het tweede kwartaal van 2024)
- De toegang tot technische ondersteuning en begeleiding vergemakkelijken voor het koolstofvrij maken en verbeteren van de algehele duurzaamheid van gebouwen, alsook voor efficiënte verwarming in openbare gebouwen, met name op lokaal niveau. (Vanaf het tweede kwartaal van 2024)
Volgende stappen
De ComPAct stelt acties voor die geleidelijk moeten worden uitgevoerd, voornamelijk via het TSI en andere financieringsmechanismen van de EU, om het delen van kennis tussen overheidsdiensten in heel Europa te bevorderen en de toepassing te vergemakkelijken van beginselen die de kern vormen van de Europese integratie. De Commissie zal verslag uitbrengen over de uitvoering van de ComPAct in het kader van de TSI-rapportagevereisten. De geleerde lessen zullen de Commissie helpen om in de toekomst nog betere EU-instrumenten te ontwikkelen om overheidsdiensten te ondersteunen.
De lidstaten kunnen in hun eigen tempo en volgens hun eigen behoeften en institutionele setting deelnemen aan de ComPAct. Zij kunnen kiezen uit de door de ComPAct voorgestelde vraaggestuurde acties. De voorgestelde instrumenten, methoden, collegiale ondersteuning, ervaring en uitwisseling van praktijken zullen de overheidsdiensten helpen om te leren, te innoveren en de praktijken en prestaties te verbeteren.
De ComPAct zal een aanvulling vormen op en waarde toevoegen aan andere bestaande vormen van samenwerking tussen de EU-lidstaten, zoals het Netwerk van Europese overheidsdiensten (EUPAN), het Network of Directors of Institutes and Schools of Public Administration (netwerk van directeuren van instituten en scholen voor bestuurskunde – DISPA), en in internationale fora en tussen netwerken van deskundigen.
Het volledige potentieel van de ComPAct kan alleen worden benut door een sterke betrokkenheid van alle actoren en belanghebbenden van de Europese administratieve ruimte. Voor de uitvoering van de ComPAct zal de Commissie samenwerken met autoriteiten in de lidstaten die de ontwikkeling van het openbaar bestuur op verschillende niveaus beheren, instituten die opleidingen verzorgen, andere entiteiten voor zover nodig, evenals belanghebbenden zoals de sociale partners, de academische wereld en deskundigen. Deze voortdurende samenwerking zal ook van fundamenteel belang zijn om relevante thema’s en toekomstige acties te identificeren waar EU-steun aan overheidsdiensten een toegevoegde waarde kan bieden. De deskundigengroep van de Commissie voor openbaar bestuur en governance zal een belangrijk platform voor dialoog blijven. De Commissie blijft zich inzetten voor de politieke dialoog tijdens de ministersbijeenkomsten die onder het EU-voorzitterschap worden georganiseerd. De actieve betrokkenheid van de lidstaten en hun versterkte bereidheid om hun ervaringen met de hervorming van het openbaar bestuur te delen, van anderen te leren en anderen te ondersteunen, zullen van doorslaggevend belang zijn om de doelstellingen en ambitie van de ComPAct te verwezenlijken.
1 Europese Commissie, Strategisch prognoseverslag 2021.
2 COM(2023) 168 final, Concurrentievermogen van de EU op lange termijn:blik op de periode na 2030.
3 COM(2020) 274 final over de Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht.
4 Gegevens van Eurostat (2021).
5 Dit omvat gegevens uit de EU-arbeidskrachtenenquête voor openbaar bestuur, defensie, verplichte sociale verzekeringen, onderwijs en gezondheidszorg (2022).
6 Gegevens van Eurostat (2020).
7 Dit cijfer heeft betrekking op openbare aanbestedingen boven specifieke contractwaarden, gepubliceerd in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie (serie S): https://simap.ted.europa.eu/en_GB/web/simap/european-public-procurement
8 Europese Commissie, Achtste verslag inzake economische, sociale en territoriale cohesie.
9 COM(2023) 32 final, Het benutten van talent in Europa’s regio’s.
10 Actieplan voor Europese democratie.
11 Corruptiebestrijdingspakket.
12 Bijvoorbeeld door middel van centrale aanspreekpunten voor het verlenen van vergunningen voor hernieuwbare energiebronnen en netto-nulprojecten. COM(2023) 62 final over een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk.
13 Wereldbank, Index van de effectiviteit van de overheid.
14 OESO (2023), More resilient public administrations after COVID-19 (Veerkrachtigere overheidsdiensten na COVID-19). Verslag van het project van het instrument voor technische ondersteuning “Strengthening the resilience of public administrations after the COVID-19 crisis with CAF 2020” (Versterking van de veerkracht van overheidsdiensten na de COVID-19-crisis met CAF 2020).
15 EU-scorebord van de eengemaakte markt, EU-index van de digitale economie en maatschappij, Regulatory Policy Outlook van de OESO.
16 Europese Commissie, Report on the cost of underperformance in public administration (Verslag over de kosten van ondermaats presterende overheidsdiensten). Verschijnt binnenkort.
17 Speciale Eurobarometer 523, Understanding Europeans’ views on reform needs (Inzicht in de mening van de Europeanen over de hervormingsbehoeften) (April 2023).
18 De door Horizon Europa gesponsorde waarnemingspost voor innovatie in de overheidssector van de OESO biedt begeleiding en advies op maat met betrekking tot manieren waarop overheden innovatie kunnen ondersteunen, met inbegrip van anticiperende innovatiebenaderingen.
19 Europese Commissie, SWD(2022) 346 final, Supporting and connecting policymaking in the Member States with scientific research (Beleidsvorming in de lidstaten ondersteunen en verbinden met wetenschappelijk onderzoek).
20 OESO (2023), Strengthening the attractiveness of the public service in France:Towards a territorial approach (De overheidsdiensten in Frankrijk aantrekkelijker maken: Naar een territoriale aanpak).
21 Zie voetnoot 17 (Eurobarometer).
22 Kernthema van de Europese onderwijsruimte. Resolutie 2021/C 66/01 van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030).
23 Europees Parlement (2016), Public Sector Reform:How the EU budget is used to encourage it (Hervorming van de publieke sector: Hoe de EU-begroting wordt gebruikt om deze hervorming aan te moedigen).
24 Scorebord voor herstel en veerkracht.
25 Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning.
26 Europese Commissie, SWD(2021) 101 final, Ondersteuning van overheidsdiensten in de EU-lidstaten voor de uitvoering van hervormingen en de voorbereiding op de toekomst.
27 TAIEX.
28 Europese Commissie, C(2021) 9535 final, Setting up the group of experts on public administration and governance.
29 EUPAN – Netwerk van Europese overheidsdiensten.
30 Informal meeting of EU Public administration Ministers (2021) (Informele bijeenkomst van de EU-ministers van openbaar bestuur).
31 Strasbourg Declaration on the Common values and challenges of European Public Administrations (2022) (Verklaring van Straatsburg over de gemeenschappelijke waarden en uitdagingen van Europese overheidsdiensten).
32 In het kader van het EUPAN uitgevoerde studie van het Zweeds Agentschap voor Openbaar Bestuur (2023), Good administration in European countries (Goed bestuur in Europese landen).
33 Term die wordt gebruikt om een toenemende convergentie van administratieve praktijken tussen de lidstaten aan te duiden, die is gebaseerd op gedeelde waarden en beginselen en waarbij wordt gestreefd naar gemeenschappelijke normen en werkwijzen.
34 Gebaseerd op de beginselen van openbaar bestuur, SIGMA (samenwerking EU-OESO). Wordt herzien in 2023.
35 Europese Commissie, C(2022) 2229 final, Een nieuwe HR-strategie voor de Commissie; C(2022) 4388 final, Digitale strategie van de Europese Commissie; Europese Commissie, C(2022) 2230 final, Vergroening van de Europese Commissie.
36 Zie voetnoot 31 (Verklaring van Straatsburg).
37 Europees Parlement (2019), Resolutie over de evaluatie van de benutting van de EU-begroting voor de hervorming van de publieke sector.
38 Comité van de Regio’s (2019), Verbetering van de bestuurlijke capaciteit van lokale en regionale overheden om investeringen en structurele hervormingen in 2021-2027 kracht bij te zetten.
39 Europese Commissie, COM(2023) 577 final, Demografische veranderingen in Europa:een instrumentarium voor actie.
40 Eurostat, arbeidskrachtenenquête 2021.
41 Zie bijvoorbeeld het Europese GovTech-platform.
42 Commission welcomes Member States’ targets for a more social Europe by 2030 (De Commissie is ingenomen met de doelstellingen van de lidstaten voor een socialer Europa tegen 2030).
43 Zie voetnoot 31 (Verklaring van Straatsburg).
44 In sectoren zoals douane en belastingen (Common Learning Event Programme) (Programma voor gemeenschappelijke leeractiviteiten), werkgelegenheid bij de overheid (Europees netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening), het beheer van het EFRO, het Cohesiefonds en het Fonds voor een rechtvaardige transitie (REGIO Peer2Peer +), de uitvoering van de wetgeving van de eengemaakte markt (Informatiesysteem interne markt), de uitvoering van de datastrategie en AI (European Digital Innovation Hubs Working Group on AI in public administrations) (Europese werkgroep digitale-innovatiehubs voor AI in overheidsdiensten), onderzoek en innovatie (Mutual learning exercises on R&I policy challenges) (Wederzijdse leerervaringen op het gebied van beleidsuitdagingen op het gebied van O&I), officiële publicaties (European Forum of Official Gazettes) (Europees forum van officiële publicaties).
45Zie voetnoot 30 (informele bijeenkomst van de ministers van openbaar bestuur).
46 Vlaggenschipinitiatief PACE 2023.
47 Via het budget voor administratieve uitgaven.
48 Het aantal ambtenaren van centrale, regionale en lokale overheden wordt geschat op basis van nationale rapporten. Dit aantal is niet gebaseerd op een geharmoniseerde methode voor de reikwijdte van openbaar bestuur. Het overheidspersoneel wordt berekend aan de hand van Eurostatgegevens uit de EU-arbeidskrachtenenquête (2022).
49 Zoals het Kennisnetwerk op het gebied van Europese civiele bescherming.
50 Zoals het Public Buyers Community Platform (Platform voor overheidsinkopers).
51 EU Academy.
52 Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s — De Green Deal in partnerschap met de lokale en regionale overheden.
53 De uitgaven van de lokale overheden in de EU in deze sectoren bedroegen in 2021 respectievelijk 71 % (milieubescherming), 70 % (huisvesting en gemeenschapsvoorzieningen), 53 % (recreatie, cultuur en religie) en 36 % (onderwijs) van de totale uitgaven van de overheid.
54 69 % van de gemeenten gaf aan een gebrek te hebben aan deskundigen met vaardigheden op het gebied van milieu- en klimaatbeoordeling en aan personeel met technische deskundigheid en engineeringexpertise. EIB Municipalities Survey 2022-2023 (EIB-enquête voor gemeenten 2022-2023).
55 TSI 2024 flagship- Overcoming barriers to regional development (Vlaggenschip van het TSI 2024 — Hinderpalen voor regionale ontwikkeling wegnemen).
56 Overeenkomstige volgorde: Competence frameworks for policymakers and researchers (Competentiekaders voor beleidsmakers en onderzoekers), EU Competency Framework for the management and implementation of the ERDF and Cohesion Fund (Europees competentiekader voor het beheer en de uitvoering van het EFRO en het Cohesiefonds), Europees competentiekader voor aanbestedingsprofessionals, EU Competency Framework for Taxation (Europees competentiekader voor belastingen), EU Customs Competency Framework (Europees competentiekader voor de douane), Public Sector Interoperability (Interoperabiliteit van de overheidssector) en Project management methodology (Methodologie van projectbeheer).
57 Rekening houdend met het digitalecompetentiekader voor burgers, het Europees kader voor ondernemerschapscompetentie en het Europees competentiekader voor duurzaamheid.
58 Quality of Public administration Toolbox (2017 edition) (Toolbox voor kwalitatief hoogwaardig openbaar bestuur (editie 2017).
59 Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1463 van de Commissie tot vaststelling van technische en operationele specificaties voor het technisch systeem voor de grensoverschrijdende geautomatiseerde uitwisseling van bewijs en de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel.
60 Zie voetnoot 16 (Report on the cost of underperformance in public administration (Verslag over de kosten van ondermaats presterende overheidsdiensten)).
61 Europese Commissie, SWD(2022) 721 final, Impact Assessment Report for the Interoperable Europe Act proposal (Effectbeoordelingsverslag voor het voorstel voor een verordening Interoperabel Europa).
62 Het digitale regelgevingskader omvat de voorgestelde dataverordening, de richtlijn inzake open data en de bijbehorende uitvoeringsverordening inzake hoogwaardige datasets, de datagovernanceverordening, de voorgestelde wet op de artificiële intelligentie, de voorgestelde verordening interoperabel Europa, de digitalemarktenverordening en de digitaledienstenverordening.
63 Europese Commissie, COM/2022/710 final, Een versterkt beleid inzake de interoperabiliteit van de overheidssector.
64 Richtlijn (EU) 2022/2555 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie
65 Na recente werkzaamheden met betrekking tot het vormgeven van het toezicht op interoperabiliteit en digitale transformatie en het identificeren van mogelijkheden voor het stroomlijnen van Europees toezicht op digitaal beleid door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie.
66 Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, AI Watch.European landscape on the use of Artificial Intelligence by the Public Sector (AI Watch. Europees landschap op het gebied van het gebruik van kunstmatige intelligentie door de publieke sector), European Landscape on the Use of Blockchain Technology by the Public Sector (Europees landschap op het gebied van het gebruik van blockchaintechnologie door de publieke sector) en Next generation virtual worlds:opportunities, challenges, and policy implications (Virtuele werelden van de volgende generatie: kansen, uitdagingen en implicaties voor het beleid).
67 Zie JoinUp.
68 Verklaring van Berlijn over de digitale samenleving en een op waarden gebaseerde digitale overheid.
69 Joinup-platform.
70 De EU-éénloketomgeving voor de douane stroomlijnt de elektronische uitwisseling van documenten en informatie die nodig is voor de inklaring van goederen; de dataruimte voor overheidsopdrachten biedt een uitgebreider overzicht van overheidsopdrachten in de EU; identificatieregelingen zoals EU-wetgeving of identificatiecodes voor jurisprudentie, voor grensoverschrijdende uitwisselingen op juridisch gebied.
71 Europese Commissie, COM(2023) 501 final, Digitalisering bij de coördinatie van de sociale zekerheid:het vrije verkeer op de eengemaakte markt vergemakkelijken.
72 Europese Commissie, SWD(2022) 45 final, Gemeenschappelijke Europese dataruimten.
73 Verordening (EU) 2018/1724 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012.
74 Momenteel ondersteunt het systeem 95 administratieve samenwerkingsprocedures op 19 verschillende beleidsterreinen die verband houden met de eengemaakte markt.
75 Aangekondigd in de Europese datastrategie en herhaald in de verklaring van de 27 lidstaten over de opbouw van clouddiensten van de volgende generatie cloud voor ondernemingen en de overheidssector in de EU.
76 Verschillende lidstaten hebben maatregelen in het kader van het herstel- en veerkrachtplan die gericht zijn op groene budgettering, groene belastingen en groene overheidsopdrachten.
77 Europees platform voor de aanpassing aan de klimaatverandering; EU-missievoor klimaatneutrale en slimme steden; burgemeestersconvenant; platforms voor klimaat- en energiedialoog.
78 De stresstests van entiteiten die kritieke infrastructuur in de energiesector exploiteren overeenkomstig Aanbeveling 2023/C20/01 van de Raad moeten eind 2023 zijn afgerond.
79 Guidelines on Member States’s adaptation strategies and plans (Richtsnoeren voor de aanpassingsstrategieën en -plannen van de lidstaten).
80 Evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid.
81 Europese Commissie, C(2022) 2230 final, Vergroening van de Europese Commissie.
82 Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie en Richtlijn (EU) 2023/1791 van het Europees Parlement en de Raad betreffende energie-efficiëntie.
NL NL