Artikelen bij COM(2023)660 - Wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 wat betreft het toepassingsgebied van de voorschriften voor benchmarks, het gebruik in de Unie van benchmarks aangeboden door een in derde land gevestigde beheerder, en bepaalde verslaggevingsverplichtingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 2016/1011

Verordening (EU) nr. 2016/1011 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

(a)het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis.    De titels II, III, IV en VI zijn uitsluitend van toepassing ten aanzien van cruciale benchmarks, significante benchmarks, EU-klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks.”;

(b)in lid 2 worden de punten g) en e) geschrapt.

(2) In artikel 3 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

(a)punt 22 bis wordt geschrapt;

(b)punt 27 wordt geschrapt.

(3) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 5, tweede alinea, wordt de laatste zin geschrapt;

(b)lid 6 wordt geschrapt.

(4) Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 5, eerste alinea, wordt de laatste zin geschrapt;

(b)lid 6 wordt geschrapt.

(5) Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 3, eerste alinea, wordt de laatste zin geschrapt;

(b)lid 4 wordt geschrapt.

(6) Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 5, tweede alinea, wordt de laatste zin geschrapt;

(b)lid 6 wordt geschrapt.

(7) In Titel III wordt de titel van Hoofdstuk 2 vervangen door:

“Rentebenchmarks”.

(8) Artikel 18 bis wordt geschrapt.

(9) Aan artikel 19 bis wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

“4.    Beheerders zonder vergunning of registratie krachtens artikel 34 mogen:

a) geen EU-klimaattransitiebenchmarks of op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks aanbieden;

b) in de naam van de benchmarks die zij voor gebruik in de Unie beschikbaar stellen of in de juridische of marketingdocumentatie voor die benchmarks, niet aangeven of suggereren dat de benchmarks die zij beschikbaar stellen, de voorwaarden in acht nemen die van toepassing zijn op het aanbieden van EU-klimaattransitiebenchmarks of op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks.”.

(10) Artikel 19 quinquies wordt geschrapt.

(11) Artikel 24 wordt vervangen door:

“Artikel 24

Significante benchmarks

1. Een benchmark die geen cruciale benchmark is, is significant wanneer aan een van deze beide voorwaarden is voldaan:

a) de benchmark wordt in de Unie binnen een combinatie van benchmarks direct of indirect als referentie gebruikt voor financiële instrumenten of financiële overeenkomsten of voor het meten van de prestatie van beleggingsfondsen met een totale gemiddelde waarde van ten minste 50 miljard EUR op basis van alle looptijden van de benchmark, indien van toepassing, over een periode van zes maanden, of

b) de benchmark is als significant aangemerkt overeenkomstig de in de leden 3, 4 en 5 vastgestelde procedure of de in lid 6 vastgestelde procedure.

2. Een beheerder geeft de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van vestiging of, indien hij in een derde land is gevestigd, ESMA onmiddellijk kennis wanneer een of meer van de benchmarks van die beheerder de in lid 1, punt a), genoemde drempel overschrijdt. Na ontvangst van die kennisgeving maakt de bevoegde autoriteit of ESMA, naargelang het geval, een verklaring bekend op haar website, waarin wordt verklaard dat die benchmark significant is.

Een beheerder verschaft, op verzoek, de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van vestiging of, indien hij in een derde land is gevestigd, ESMA informatie over de vraag of de in lid 1, punt a), genoemde drempel daadwerkelijk is overschreden.

Wanneer een bevoegde autoriteit of, in het geval van een in derde land gevestigde beheerder, ESMA duidelijke en aantoonbare gronden heeft om te oordelen dat een benchmark de in lid 1, punt a), genoemde drempel overschrijdt, kan zij een kennisgeving doen waarin dat feit wordt vermeld. Die kennisgeving brengt voor de benchmarkbeheerder dezelfde verplichtingen met zich als een in lid 2 bedoelde kennisgeving. Ten minste tien werkdagen vóór de publicatie van die kennisgeving stelt de bevoegde autoriteit of ESMA de beheerder van de betrokken benchmark in kennis van haar bevindingen, en nodigt zij die beheerder uit eventuele opmerkingen te maken.

3. Een bevoegde autoriteit kan, na raadpleging van ESMA overeenkomstig lid 4 en rekening houdende met het advies van ESMA, een benchmark die door een in de Unie gevestigde beheerder wordt aangeboden en die niet aan de voorwaarde uit lid 1, punt a), voldoet, als significant aanmerken wanneer die benchmark aan alle volgende voorwaarden voldoet:

a) voor de benchmark zijn er weinig of geen passende marktgestuurde substituten;

b) indien de benchmark niet langer wordt aangeboden of indien deze wordt aangeboden op basis van inputgegevens die niet langer volledig representatief zijn voor de onderliggende markt of economische realiteit of op basis van onbetrouwbare inputgegevens, zou dit significante en negatieve gevolgen hebben voor de marktintegriteit, de financiële stabiliteit, de consumenten, de reële economie of de financiering van huishoudens en ondernemingen in de lidstaat van die autoriteit;

c) de benchmark is niet door een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat aangewezen.

Wanneer een bevoegde autoriteit tot de conclusie komt dat een benchmark aan de in de eerste alinea bepaalde criteria voldoet, stelt de bevoegde autoriteit een ontwerpbesluit op om de benchmark als significant aan te merken en geeft zij de betrokken beheerder en, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de beheerder kennis van het ontwerpbesluit. De betrokken bevoegde autoriteit raadpleegt ook ESMA over het ontwerpbesluit.

De betrokken beheerders en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de beheerder hebben vanaf de datum van de kennisgeving van het ontwerpbesluit van de aanmerkende bevoegde autoriteit vijftien werkdagen de tijd om schriftelijk opmerkingen te maken. De betrokken aanmerkende bevoegde autoriteit stelt ESMA in kennis van de ontvangen opmerkingen en houdt terdege rekening met die opmerkingen voordat zij een eindbesluit vaststelt.

De aanmerkende bevoegde autoriteit geeft ESMA kennis van haar besluit en maakt het besluit, samen met de redenen waarom dat besluit is genomen en de gevolgen van deze aanmerking, onverwijld op haar website bekend.

4. Wanneer ESMA door een bevoegde autoriteit wordt geraadpleegd over de voorgenomen aanmerking van een benchmark als significant overeenkomstig lid 3, eerste alinea, brengt zij binnen drie maanden een advies uit dat rekening houdt met de volgende factoren, in het licht van de specifieke kenmerken van de betrokken benchmark:

a) de vraag of de raadplegende bevoegde autoriteit haar beoordeling dat de in lid 3, eerste alinea, genoemde voorwaarden vervuld zijn, voldoende heeft onderbouwd;

b) de vraag of er, indien de benchmark niet langer wordt aangeboden of indien deze wordt aangeboden op basis van inputgegevens die niet langer volledig representatief zijn voor de onderliggende markt of economische realiteit of die onbetrouwbaar zijn, significante en negatieve gevolgen zouden zijn voor de marktintegriteit, de financiële stabiliteit, de consumenten, de reële economie of de financiering van huishoudens en ondernemingen in andere lidstaten dan de lidstaat van de raadplegende bevoegde autoriteit.

Voor de toepassing van punt b) houdt ESMA, in voorkomend geval, afdoende rekening met de informatie die de raadplegende autoriteit overeenkomstig lid 3, derde alinea, heeft verschaft.

5. Wanneer ESMA tot de bevinding komt dat een benchmark in meer dan één lidstaat aan de voorwaarden van lid 3, eerste alinea, punten a) tot en met c), voldoet, stelt zij de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten daarvan in kennis. Zij komen overeen wie van hen de betrokken benchmark als significante benchmark aanmerkt.

Wanneer bevoegde autoriteiten het niet eens geraken over de in de eerste lid bedoelde kwestie, leggen zij de zaak aan ESMA voor, die dat meningsverschil beslecht overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

6. De ESMA kan, op verzoek van een bevoegde autoriteit, een benchmark die door een in een derde land gevestigde beheerder wordt aangeboden en die niet aan de drempel uit lid 1, punt a), voldoet, als significant aanmerken wanneer die benchmark aan alle volgende voorwaarden voldoet:

a) voor de benchmark zijn er weinig of geen passende marktgestuurde substituten;

b) indien de benchmark niet meer zou worden aangeboden of indien deze zou worden aangeboden op basis van inputgegevens die niet meer volledig representatief zijn voor de onderliggende markt of economische realiteit of die onbetrouwbaar zijn, zou dit significante en negatieve gevolgen hebben voor de marktintegriteit, de financiële stabiliteit, de consumenten, de reële economie of de financiering van huishoudens en ondernemingen in een of meer lidstaten.

ESMA stelt, vóór het aanwijzingsbesluit en zo spoedig mogelijk, de beheerder van de benchmark in kennis van haar voornemen en nodigt die beheerder uit om ESMA binnen vijftien werkdagen een met redenen omklede verklaring te verschaffen met daarin alle informatie die relevant is voor de beoordeling wat betreft de aanmerking van de benchmark als significant.

In voorkomend geval nodigt ESMA, zo spoedig mogelijk, de bevoegde autoriteit van de jurisdictie waar de beheerder is gevestigd, uit om alle informatie te verschaffen die relevant is voor de beoordeling wat betreft de aanmerking van de benchmark.

ESMA onderbouwt haar aanmerkingsbesluit, rekening houdende met de vraag of er voldoende bewijs voorhanden is dat de voorwaarden uit de eerste alinea van dit lid zijn vervuld, in het licht van de specifieke kenmerken van de betrokken benchmark.

ESMA maakt haar met redenen omklede besluit bekend op haar website en stelt de verzoekende bevoegde autoriteit of autoriteiten onverwijld daarvan in kennis.

7. De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 49 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot nadere bepaling van de berekeningsmethode die moet worden gebruikt om de in lid 1, punt a), van dit artikel genoemde drempel te bepalen in het licht van ontwikkelingen op het gebied van markt, prijzen en regelgeving.”.


(12) Het volgende artikel 24 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 24 bis

Verplichtingen voor beheerders van significante benchmarks

(1) Binnen zestig werkdagen na de in artikel 24, lid 2, bedoelde kennisgeving doet de beheerder van een benchmark die aan het in lid 1, punt a), van dat artikel genoemde criterium voldoet, bij de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van vestiging een aanvraag voor een vergunning of registratie. Wanneer die beheerder in een derde land is gevestigd, en behoudens wanneer de betrokken benchmark onder een overeenkomstig artikel 30 vastgesteld gelijkwaardigheidsbesluit valt, doet die beheerder binnen zestig werkdagen na de in artikel 24, lid 2, bedoelde kennisgeving een aanvraag voor een van deze beide:

(a)erkenning door ESMA overeenkomstig de procedure van artikel 32;

(b)bekrachtiging overeenkomstig de procedure van artikel 33.

(2) Binnen zestig werkdagen na een in artikel 24, lid 3, bedoelde aanmerking doet de beheerder van de betrokken benchmark, tenzij die beheerder reeds over een vergunning of registratie beschikt, overeenkomstig artikel 34 een aanvraag voor een vergunning of registratie bij de aanmerkende bevoegde autoriteit.

(3) Binnen zestig werkdagen na een in artikel 24, lid 6, bedoelde aanmerking, doet de beheerder van de betrokken benchmark, tenzij de betrokken benchmark onder een overeenkomstig artikel 30 vastgesteld gelijkwaardigheidsbesluit valt, een aanvraag voor een van deze beide:

(a) erkenning door ESMA overeenkomstig de procedure van artikel 32;

(b)bekrachtiging overeenkomstig de procedure van artikel 33.

(4) ESMA of bevoegde autoriteiten maken van de hun op grond van deze verordening toevertrouwde toezicht- en sanctiebevoegdheden gebruik om ervoor te zorgen dat de betrokken beheerders hun verplichtingen nakomen.

(5) De bevoegde autoriteit of ESMA doet een openbare kennisgeving dat een significante benchmark die door een beheerder wordt aangeboden, niet aan deze verordening voldoet en dat gebruikers van het gebruik van die benchmark moeten afzien, wanneer een van de volgende voorwaarden is vervuld:

(a)binnen zestig werkdagen na de in artikel 24, lid 2, bedoelde kennisgeving, na de in artikel 24, lid 3, bedoelde aanmerking of na de in artikel 24, lid 6, bedoelde aanmerking heeft de betrokken beheerder geen procedures ingeleid om lid 2 van dit artikel in acht te nemen;

(b)de procedures voor vergunningverlening, registratie, erkenning of erkenning leverden een negatief resultaat op;

(c)ESMA heeft de registratie van de beheerder overeenkomstig artikel 31 ingetrokken;

(d)ESMA heeft de registratie van de beheerder overeenkomstig artikel 34, lid 6, ingetrokken of geschorst;

(e)de bekrachtiging van de betrokken beheerder is afgelopen;

(f)de bevoegde autoriteit heeft de vergunning of de registratie van de betrokken beheerder ingetrokken of geschorst.

Bevoegde autoriteiten stellen ESMA onverwijld in kennis van alle openbare kennisgevingen die zijn gedaan. ESMA maakt alle openbare kennisgevingen die zijn gedaan, op haar website bekend. ESMA of de bevoegde autoriteit verwijdert de openbare kennisgeving onverwijld zodra de redenen waarom die kennisgeving is gedaan, niet langer geldig is.”.

(13) In titel III wordt hoofdstuk 6 geschrapt.

(14) Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

(a)de titel wordt vervangen door:

“Gebruik van significante benchmarks, EU-klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks”;

(b)lid 1 wordt vervangen door:

   “1.    Een ondertoezichtstaande entiteit voegt geen nieuwe referenties naar een significante benchmark of een combinatie van dit soort benchmarks in de Unie toe wanneer die benchmark of combinatie van benchmarks het voorwerp uitmaakt van een openbare kennisgeving door ESMA of een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 24 bis, lid 5. Een ondertoezichtstaande entiteit voegt geen nieuwe referenties naar een EU-klimaattransitiebenchmark of een op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmark of een combinatie van die benchmarks in de Unie toe wanneer de beheerder van die benchmarks niet is opgenomen in het in artikel 36 bedoelde register.

Ondertoezichtstaande entiteiten raadplegen regelmatig het Europees centraal toegangspunt (ESAP) als bedoeld in artikel 28 bis, of het ESMA-register als bedoeld in artikel 36, om de wettelijke status na te gaan van de beheerders van significante benchmarks, EU-klimaattransitiebenchmarks of op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks die zij voornemens zijn te gebruiken.

In afwijking van de eerste alinea kunnen ESMA of de bevoegde autoriteit, naargelang het geval, het gebruik van een benchmark die het voorwerp uitmaakt van een openbare kennisgeving overeenkomstig artikel 24 bis, lid 5, toestaan voor een periode van zes maanden na de bekendmaking van die openbare kennisgeving, eenmaal verlengbaar, wanneer zulks noodzakelijk is om ernstige marktverstoringen te vermijden.”;

(c)een nieuw lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. Een ondertoezichtstaande entiteit die in bestaande financiële overeenkomsten of financiële instrumenten gebruikmaakt van een benchmark die het voorwerp uitmaakt van een openbare kennisgeving op grond van artikel 24 bis, lid 5, vervangt die benchmark door een passend alternatief binnen zes maanden na de bekendmaking van die kennisgeving, of doet een verklaring uitgaan en maakt deze op haar website bekend waarin zij cliënten in kennis stelt van het feit dat het aan een passend alternatief ontbreekt.”.

(15) Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 1 wordt geschrapt;

(b)de leden 2 en 3 worden vervangen door:

“2.    Een in een derde land gevestigde beheerder die voornemens is erkenning te verkrijgen in de zin van artikel 24 bis, leden 1 en 3, voldoet aan de in deze verordening gestelde vereisten, met uitzondering van artikel 11, lid 4, en de artikelen 16, 20, 21 en 23. De in een derde land gevestigde beheerder kan aan die voorwaarde voldoen door, naargelang het geval, de IOSCO-beginselen voor financiële benchmarks of de IOSCO-beginselen voor PRA’s toe te passen, op voorwaarde dat die toepassing gelijkwaardig is aan de naleving van deze verordening, met uitzondering van artikel 11, lid 4, en de artikelen 16, 20, 21 en 23.

   Wanneer moet worden bepaald of de in het eerste lid bedoelde voorwaarde is vervuld en de inachtneming van de IOSCO-beginselen voor financiële benchmarks of de IOSCO-beginselen voor PRA’s, naargelang het geval, moet worden beoordeeld, kan ESMA rekening houden met:

(a)een beoordeling van de in een derde land gevestigde beheerder door een onafhankelijke externe auditor;

(b)een certificering door de bevoegde autoriteit van het derde land waar die beheerder is gevestigd.

   Wanneer en voor zover een beheerder in staat is aan te tonen dat een benchmark die deze aanbiedt, een benchmark op basis van gereguleerde gegevens of een grondstoffenbenchmark is die niet is gebaseerd op informatie aangeleverd door contribuanten waarvan de meerderheid ondertoezichtstaande entiteiten zijn, is de beheerder niet verplicht de voorwaarden in acht te nemen die, overeenkomstig artikel 17 en artikel 19, lid 1, niet van toepassing zijn op het aanbieden van benchmarks op basis van gereguleerde gegevens en grondstoffenbenchmarks.

3. Een in een derde land gevestigde beheerder die voornemens is erkenning te verkrijgen, heeft een wettelijke vertegenwoordiger. De wettelijke vertegenwoordiger is een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon en is uitdrukkelijk door die beheerder aangewezen om namens die beheerder te handelen ten aanzien van de verplichtingen van de beheerder op grond van deze verordening. De wettelijke vertegenwoordiger vervult, samen met de beheerder, de toezichtfunctie met betrekking tot het aanbieden van benchmarks door de beheerder op grond van deze verordening en is in dat verband verantwoording verschuldigd aan ESMA.”;

(c)in lid 5 wordt de eerste alinea vervangen door:

“Een in een derde land gevestigde beheerder die voornemens is erkenning te verkrijgen als bedoeld in lid 2, dient een aanvraag tot erkenning in bij ESMA. De beheerder die een aanvraag indient, verschaft alle informatie die noodzakelijk is om ten genoegen van ESMA aan te tonen dat hij, op het tijdstip van erkenning, alle noodzakelijke regelingen had opgezet om te voldoen aan de voorwaarden van lid 2 ten aanzien van zijn benchmark of benchmarks die overeenkomstig artikel 24 zijn aangemerkt. Indien van toepassing, vermeldt de beheerder die een aanvraag indient, de bevoegde autoriteit in het derde land die met het toezicht op deze beheerder is belast.

Binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag beoordeelt ESMA of de aanvraag volledig is en stelt zij de aanvrager dienovereenkomstig in kennis. Wanneer de aanvraag onvolledig is, dient de aanvrager de aanvullende informatie in waar ESMA om vraagt. De in deze alinea bedoelde termijn is van toepassing vanaf de datum waarop de aanvrager deze aanvullende informatie heeft verstrekt.”.

(16) Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 1 wordt vervangen door:

   “1.    Een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die voornemens is als beheerder op te treden, dient bij de krachtens artikel 40 aangewezen bevoegde autoriteit van de lidstaat van vestiging van die persoon een aanvraag in om het volgende te verkrijgen:

(a)een vergunning wanneer deze persoon indices aanbiedt of voornemens is aan te bieden die worden gebruikt of bedoeld zijn om te worden gebruikt als cruciale benchmarks, als significante benchmarks, als EU-klimaattransitiebenchmarks of als op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks;

(b)een registratie wanneer deze persoon een ondertoezichtstaande entiteit niet zijnde een beheerder is die indices aanbiedt of voornemens is aan te bieden die worden gebruikt of bedoeld zijn om te worden gebruikt als significante benchmarks, als EU-klimaattransitiebenchmarks of als op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks benchmarks, op voorwaarde dat de activiteit van het aanbieden van een benchmark niet wordt verhinderd door de sectorale discipline die op de ondertoezichtstaande entiteit van toepassing is en dat geen van de aangeboden indices als een cruciale benchmark zou kwalificeren.”;

(b)lid 3 wordt vervangen door:

“3. De in lid 1 bedoelde aanvraag wordt ingediend binnen dertig werkdagen na een overeenkomst die een ondertoezichtstaande entiteit is aangegaan om een door de aanvrager aangeboden index als referentie te gebruiken voor een financieel instrument of een financiële overeenkomst of om de prestatie van een beleggingsfonds te meten, of binnen de in de artikel 24 bis, leden 2 en 3, genoemde termijnen, naargelang het geval.”.

(17) In artikel 36, lid 1, worden de volgende punten e) tot en met j) toegevoegd:

“e)    de benchmarks die het voorwerp uitmaken van een door ESMA of een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 24, lid 2, bekendgemaakte verklaring, en de hyperlinks naar die verklaringen;

f) de benchmarks die het voorwerp van aanmerkingen door bevoegde autoriteiten uitmaken en waarvan aan ESMA overeenkomstig artikel 24, lid 4, is kennisgegeven, en de hyperlinks naar die verklaringen;

g) de benchmarks die het voorwerp van aanmerkingen door ESMA uitmaken, en de hyperlinks naar die verklaringen;

h) de benchmarks die het voorwerp uitmaken van openbare kennisgevingen door ESMA of bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 24 bis, lid 5, en de hyperlinks naar die openbare kennisgevingen;

i) de lijst van EU-klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks die voor gebruik in de Unie beschikbaar zijn;

j) de lijst van cruciale benchmarks.”.

(18) In artikel 41, lid 1, worden de volgende punten k) en l) toegevoegd:

“k)    een benchmark als significant aanmerken overeenkomstig artikel 24, lid 3;

l) in het geval van redelijke gronden voor vermoedens van een inbreuk op een van de in hoofdstuk 3 bis bepaalde verplichtingen: eisen dat een beheerder voor een periode van maximaal twaalf maanden stopt met:

i) het aanbieden van EU-klimaattransitiebenchmarks of op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks;

ii) het in de naam van de door hen voor gebruik in de Unie beschikbaar gestelde benchmarks of in de juridische of marketingdocumentatie voor die benchmarks gebruiken van “EU-klimaattransitiebenchmarks” of “op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks”;

iii) het in de naam van de door hen voor gebruik in de Unie beschikbaar gestelde benchmarks of in de juridische of marketingdocumentatie voor die benchmarks aangeven dat de voorwaarden voor het aanbieden van dit soort benchmarks in acht worden genomen.”.

(19) Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 1 wordt punt a) vervangen door:

“a) inbreuken op de artikelen 4 tot en met 16, de artikelen 19 bis, 19 ter, 19 quater en 21, de artikelen 23 tot en met 29 of artikel 34 wanneer die artikelen van toepassing zijn; en”;

(b)lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt g), i), wordt vervangen door:

“i)    voor inbreuken op de artikelen 4 tot en met 10, artikel 11, lid 1, punten a), b), c) en e), op artikel 11, leden 2 en 3, op de artikelen 12 tot en met 16, artikel 21, op de artikelen 23 tot en met 29 en op artikel 34: 500 000 EUR, of in de lidstaten waar de euro niet de officiële valuta is, de overeenkomstige waarde in de nationale valuta op 31 december 2023; of”;

ii) punt h), i), wordt vervangen door:

“i)    voor inbreuken op de artikelen 4 tot en met 10, op artikel 11, lid 1, punten  a), b), c) en e), op artikel 11, leden 2 en 3, op de artikelen 12 tot en met 16, op artikel 21, op de artikelen 23 tot en met 29 en op artikel 34: 1 000 000 EUR of, in de lidstaten waar de euro niet de officiële valuta is, de overeenkomstige waarde in de nationale valuta op 31 december 2023, of 10 % van hun totale jaaromzet overeenkomstig de laatst beschikbare door het bestuursorgaan goedgekeurde jaarrekening, afhankelijk van welk bedrag het hoogst is; of”;

(20) Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

(a)de leden 2 en 3 worden vervangen door:

“2.    De in artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 2 bis, artikel 19 bis, lid 2, artikel 19 quater, lid 1, artikel 20, lid 6, artikel 24, lid 7, artikel 27, lid 2 ter, artikel 33, lid 7, artikel 51, lid 6, en artikel 54, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 30 juni 2024. De Commissie stelt uiterlijk 31 december 2028 een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 2 bis, artikel 19 bis, lid 2, artikel 19 quater, lid 1, artikel 20, lid 6, artikel 24, lid 7, artikel 27, lid 2 ter, artikel 30, lid 2 bis, artikel 30, lid 3 bis, artikel 33, lid 7, artikel 48 decies, lid 10, artikel 48 terdecies, lid 3, artikel 51, lid 6, en artikel 54, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”;

(b)lid 6 wordt vervangen door:

“6.    Een overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 2 bis, artikel 19 bis, lid 2, artikel 19 quater, lid 1, artikel 20, lid 6, artikel 24, lid 7, artikel 27, lid 2 ter, artikel 30, lid 2 bis, artikel 30, lid 3 bis, artikel 33, lid 7, artikel 48 decies, lid 10, artikel 48 terdecies, lid 3, artikel 51, lid 6, of artikel 54, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en aan de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zal maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.”.

(21) In artikel 51 wordt het volgende lid 4 quater ingevoegd:

“4 quater. Bevoegde autoriteiten en ESMA zien erop toe dat benchmarkbeheerders die op [PO please insert the date = date of application of this amending Regulation] over een vergunning, registratie, bekrachtiging of erkenning beschikten, uiterlijk [PO please insert the date = date of application of this amending Regulation + two years] kunnen gebruikmaken van een vereenvoudigde procedure voor het indienen van een aanvraag tot vergunning, registratie, erkenning of bekrachtiging overeenkomstig artikel 24 bis, leden 1, 2 of 3, naargelang het geval.”.

Artikel 2 - Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2026.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.