Artikelen bij COM(2023)148 - Wijziging van de Verordeningen 2019/943 en 2019/942 en Richtlijnen 2018/2001 en 2019/944 om de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie te verbeteren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)148 - Wijziging van de Verordeningen 2019/943 en 2019/942 en Richtlijnen 2018/2001 en 2019/944 om de opzet van de ... |
---|---|
document | COM(2023)148 |
datum | 13 juni 2024 |
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit
Verordening (EU) 2019/943 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Punt b) wordt vervangen door:
“b) fundamentele beginselen vast te stellen voor goed functionerende, geïntegreerde elektriciteitsmarkten, waarbij niet-discriminerende markttoegang voor alle aanbieders van middelen en elektriciteitsafnemers mogelijk is, de ontwikkeling van termijnmarkten voor elektriciteit mogelijk wordt gemaakt om leveranciers en consumenten in staat te stellen zich tegen het risico van toekomstige volatiliteit van de elektriciteitsprijzen in te dekken of te beschermen, de consumenten mondig worden gemaakt, het concurrentievermogen op de mondiale markt wordt verzekerd, flexibiliteit wordt gestimuleerd door vraagrespons, energieopslag en andere flexibele oplossingen voor niet-fossiele energie, energie-efficiëntie wordt gegarandeerd, de aggregatie van decentrale vraag en aanbod mogelijk is en markt- en sectorintegratie en marktgebaseerde vergoeding van uit hernieuwbare bronnen opgewekte elektriciteit mogelijk worden gemaakt;”.
[b] Het volgende punt wordt toegevoegd:
“e) langetermijninvesteringen in de opwekking van hernieuwbare energie te ondersteunen en consumenten in staat te stellen hun energierekeningen minder afhankelijk te maken van schommelingen van de kortetermijnprijzen voor elektriciteit, met name de prijzen van fossiele brandstoffen op middellange tot lange termijn.”.
(2) Aan artikel 2 worden de volgende punten toegevoegd:
“(72) “piekuur”: een uur met het hoogste elektriciteitsverbruik in combinatie met een laag niveau van uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit, rekening houdend met zoneoverschrijdende uitwisselingen;
(73) “peak-shaving”: het vermogen van marktdeelnemers om het elektriciteitsverbruik tijdens piekuren te verminderen, zoals bepaald door de transmissiesysteembeheerder;
(74) “peak-shaving-product”: een marktgebaseerd product waarmee marktdeelnemers peak-shaving aan de transmissiesysteembeheerders kunnen verstrekken;
(75) “virtuele hub”: een niet-fysieke regio die meer dan één biedzone bestrijkt en waarvoor op grond van een methodologie een indexprijs wordt vastgesteld;
(76) “tweerichtingscontract ter verrekening van verschillen”: een contract dat wordt ondertekend tussen een beheerder van een elektriciteitsproductie-installatie en een tegenpartij, gewoonlijk een overheidsinstantie, waarmee zowel een minimumvergoedingsbescherming als een limiet voor een te hoge vergoeding wordt geboden; het contract is bedoeld om stimulansen voor de productie-installatie te behouden om de elektriciteitsmarkten efficiënt te exploiteren en eraan deel te nemen, en voldoet aan de beginselen van artikel 4, lid 2, en artikel 4, lid 3, eerste en derde alinea, van Richtlijn (EU) 2018/2001;
(77) “stroomafnameovereenkomst” of “PPA”: een contract waarbij een natuurlijke persoon of rechtspersoon ermee instemt elektriciteit op marktbasis van een elektriciteitsproducent af te nemen;
(78) “marktinkomsten”: gerealiseerde inkomsten die een elektriciteitsproducent ontvangt in ruil voor de verkoop en levering van elektriciteit in de Unie, ongeacht de contractuele vorm waarin die ruil plaatsvindt, en met uitzondering van door de lidstaten verleende steun;
(79) “specifiek meettoestel”: een apparaat dat verbonden is aan of ingebed is in een entiteit die vraagrespons- of flexibiliteitsdiensten verkoopt op de elektriciteitsmarkt of aan transmissie- en distributiesysteembeheerders;
(80) “flexibiliteit”: het vermogen van een elektriciteitssysteem om zich aan te passen aan de variabiliteit van productie- en verbruikspatronen en de beschikbaarheid van het net in de relevante markttijdsbestekken.”.
(3) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Lid 1 wordt vervangen door:
“1. De transmissiesysteembeheerders en de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders (NEMO’s), of een door hen aangewezen entiteit, organiseren gezamenlijk het beheer van de geïntegreerde day-ahead- en intradaymarkten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1222. De transmissiesysteembeheerders en de NEMO’s werken samen op Unieniveau of, wanneer zulks geschikter is, op regionale basis, teneinde maximale efficiëntie en doeltreffendheid van de day-ahead- en intraday-elektriciteitshandel in de Unie tot stand te brengen. De verplichting tot samenwerking laat de toepassing van de bepalingen van het mededingingsrecht van de Unie onverlet. In hun aan de elektriciteitshandel gerelateerde functies zijn de transmissiesysteembeheerders en de NEMO’s onderworpen aan regelgevend toezicht door de regulerende instanties overeenkomstig artikel 59 van Richtlijn (EU) 2019/944 en ACER overeenkomstig de artikelen 4 en 8 van Verordening (EU) 2019/942.”.
[b] Lid 2 wordt als volgt gewijzigd:
(i) Punt c) wordt vervangen door:
“c) zorgen ervoor dat alle marktdeelnemers over optimale mogelijkheden beschikken om op niet-discriminerende wijze en binnen een tijdsspanne die realtime zo dicht mogelijk benadert, door en binnen alle biedzones deel te nemen aan zoneoverschrijdende en intrazonale handel;”.
(ii) Het volgende punt c bis) wordt ingevoegd:
“c bis) zijn zodanig georganiseerd dat de liquiditeit tussen alle NEMO’s wordt gedeeld, zowel voor zoneoverschrijdende als voor intrazonale handel;”.
(4) De volgende artikelen 7 bis en 7 ter worden ingevoegd:
“Artikel 7 bis
Peak-shaving-product
1. Onverminderd artikel 40, leden 5 en 6, van de elektriciteitsrichtlijn mogen transmissiesysteembeheerders peak-shaving-producten aankopen om de vraag naar elektriciteit tijdens piekuren te verminderen.
2. Transmissiesysteembeheerders die een peak-shaving-product willen aankopen, dienen bij de regulerende instantie van de betrokken lidstaat een voorstel in waarin de dimensionering en de voorwaarden voor de aankoop van het peak-shaving-product worden uiteengezet. Het voorstel van de transmissiesysteembeheerder moet voldoen aan de volgende eisen:
(a) de dimensionering van het peak-shaving-product is gebaseerd op een analyse van de behoefte aan een aanvullende dienst om de voorzieningszekerheid te waarborgen. Bij de analyse wordt rekening gehouden met een betrouwbaarheidsnorm of de objectieve en transparante netstabiliteitscriteria die door de regulerende instantie zijn goedgekeurd. Bij de dimensionering wordt rekening gehouden met de prognose van de vraag, de prognose van uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit en de prognose van andere flexibiliteitsbronnen in het systeem. De dimensionering van het peak-shaving-product wordt beperkt om ervoor te zorgen dat de verwachte voordelen van het product niet groter zijn dan de geraamde kosten;
(b) de aankoop van een peak-shaving-product wordt gebaseerd op objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria en beperkt tot vraagrespons;
(c) de aankoop van het peak-shaving-product vindt plaats door middel van een concurrerende biedprocedure, waarbij de selectie gebaseerd is op de laagste kosten van het voldoen aan vooraf vastgestelde technische en milieucriteria;
(d) contracten voor een peak-shaving-product worden niet meer dan twee dagen vóór de activering ervan gesloten en de contracttermijn bedraagt ten hoogste één dag;
(e) de activering van het peak-shaving-product mag niet leiden tot een vermindering van de zoneoverschrijdende capaciteit;
(f) de activering van het peak-shaving-product vindt plaats na de sluiting van de day-aheadmarkt en vóór de start van de balanceringsmarkt;
(g) het peak-shaving-product impliceert niet dat met de elektriciteitsopwekking achter het meetpunt wordt begonnen.
3. De werkelijke vermindering van het verbruik als gevolg van de activering van een peak-shaving-product wordt gemeten aan de hand van een uitgangswaarde die het verwachte elektriciteitsverbruik weergeeft zonder dat het peak-shaving-product wordt geactiveerd. De transmissiesysteembeheerders ontwikkelen daarvoor in overleg met de marktdeelnemers een methodologie en dienen deze in bij de regulerende instantie.
4. De regulerende instanties keuren het overeenkomstig de leden 2 en 3 ingediende voorstel van de transmissiesysteembeheerders voor de aankoop van een peak-shaving-product goed of verzoeken de transmissiesysteembeheerders het voorstel te wijzigen wanneer het niet aan de in deze leden vastgestelde eisen voldoet.
Artikel 7 - ter Specifiek meettoestel
1. De lidstaten staan transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders toe gegevens van specifieke meettoestellen te gebruiken voor de waarneembaarheid en afwikkeling van vraagrespons- en flexibiliteitsdiensten, met inbegrip van opslagsystemen.2. De lidstaten stellen eisen vast voor een specifiek gegevensvalideringsproces voor specifieke meettoestellen om de kwaliteit van de respectieve gegevens te controleren en te waarborgen.”.
5) Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 1 wordt vervangen door:
“De NEMO’s staan de marktdeelnemers toe energie te verhandelen binnen een tijdsspanne die zo dicht mogelijk realtime benadert, en ten minste tot de gate-sluitingstijden van de zoneoverschrijdende intradaymarkt. Uiterlijk op 1 januari 2028 is de gate-sluitingstijd van de zoneoverschrijdende intradaymarkt ten vroegste 30 minuten vóór realtime.”.
(b) Lid 3 wordt vervangen door:
“De NEMO’s voorzien in producten die kunnen worden verhandeld op de day-ahead- en intradaymarkten en die zo klein van omvang zijn, met een minimale omvang van de bieding van 100 kW of minder, dat doeltreffende deelname van vraagrespons, energieopslag en kleinschalige hernieuwbare bronnen mogelijk is, ook rechtstreeks door afnemers.”.
(6) Artikel 9 wordt vervangen door:
“Artikel 9
Termijnmarkten
1. Uiterlijk op 1 december 2024 dient het ENTSB voor elektriciteit, na raadpleging van ESMA, bij ACER een voorstel in voor de oprichting van regionale virtuele hubs voor de termijnmarkt. In dit voorstel:
(a) wordt de geografische reikwijdte van de virtuele hubs voor de termijnmarkt bepaald, met inbegrip van de biedzones die deze hubs vormen, teneinde de prijscorrelatie tussen de referentieprijzen en de prijzen van de biedzones die virtuele hubs vormen, te maximaliseren;
(b) wordt een methodologie opgenomen voor de berekening van de referentieprijzen voor de virtuele hubs voor de termijnmarkt, teneinde de correlaties tussen de referentieprijs en de prijzen van de biedzones die een virtuele hub vormen, te maximaliseren. Een dergelijke methodologie is van toepassing op alle virtuele hubs en gebaseerd op vooraf vastgestelde objectieve criteria;
(c) wordt een definitie opgenomen van financiële langetermijnrechten betreffende transmissie van biedzones naar de virtuele hubs voor de termijnmarkt;
(d) worden de handelsmogelijkheden voor indekkingsproducten die naar de virtuele hubs voor de termijnmarkt verwijzen, en voor langetermijnrechten betreffende transmissie van biedzones naar virtuele hubs gemaximaliseerd.
2. Binnen zes maanden na ontvangst van het voorstel voor de oprichting van de regionale virtuele hubs voor de termijnmarkt wordt het voorstel door ACER geëvalueerd en goedgekeurd of gewijzigd. In dat laatste geval raadpleegt ACER het ENTSB voor elektriciteit voordat de wijzigingen worden aangenomen. Het aangenomen voorstel wordt op de website van ACER gepubliceerd.
3. Het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform krijgt een rechtsvorm als vermeld in bijlage II bij Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad.
4. Op het centrale toewijzingsplatform:
(a) kunnen langetermijnrechten betreffende transmissie tussen elke biedzone en virtuele hub worden verhandeld. Wanneer een biedzone geen deel uitmaakt van een virtuele hub, kan zij financiële langetermijnrechten betreffende transmissie toekennen aan een virtuele hub of andere biedzones die deel uitmaken van dezelfde capaciteitsberekeningsregio;
(b) wordt zoneoverschrijdende capaciteit op lange termijn regelmatig en op transparante, marktgebaseerde en niet-discriminerende wijze toegewezen. De frequentie van de toewijzing van de zoneoverschrijdende capaciteit op lange termijn draagt bij aan de efficiënte werking van de termijnmarkt;
(c) kunnen financiële transmissierechten worden verhandeld, die de houders ervan in staat stellen zich tegen positieve en negatieve prijsspreads in te dekken en die frequente looptijden hebben – tot ten minste drie jaar vooruit.
5. Indien een regulerende instantie van oordeel is dat er onvoldoende indekkingsmogelijkheden voor marktdeelnemers zijn, en na raadpleging van de desbetreffende bevoegde autoriteiten op de financiële markten indien de termijnmarkten betrekking hebben op financiële instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 15, kan zij van elektriciteitsbeurzen of transmissiesysteembeheerders verlangen dat zij aanvullende maatregelen treffen, zoals market-makingactiviteiten, om de liquiditeit van de termijnmarkt te verbeteren. Mits aan het mededingingsrecht van de Unie, Richtlijn (EU) 2014/65 en de Verordeningen (EU) nrs. 648/2012 en 600/2014 wordt voldaan, kunnen de marktbeheerders vrijelijk termijngerichte indekkingsproducten, waaronder termijngerichte indekkingsproducten voor de lange termijn, ontwikkelen, teneinde de marktdeelnemers, waaronder de eigenaren van elektriciteitsproductie-installaties die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, passende mogelijkheden te bieden zich in te dekken tegen financiële risico’s als gevolg van prijsschommelingen. De lidstaten vereisen niet dat dergelijke indekkingsactiviteiten kunnen worden beperkt tot handel binnen een lidstaat of biedzone.”.
(7) Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Lid 2 wordt vervangen door:
“2. De tariefmethodologieën reflecteren de vaste kosten van de transmissiesysteembeheerders en de distributiesysteembeheerders en houden rekening met zowel kapitaal- als operationele uitgaven, teneinde de transmissiesysteembeheerders en de distributiesysteembeheerders passende stimulansen op zowel lange als korte termijn, met inbegrip van anticiperende investeringen, te bieden om de efficiëntie, waaronder de energie-efficiëntie, te verbeteren, de marktintegratie en de voorzieningszekerheid te versterken, het gebruik van flexibiliteitsdiensten, toereikende investeringen, waaronder oplossingen om het bestaande netwerk te optimaliseren en de vraagrespons te vergemakkelijken, en verwante onderzoeksactiviteiten te ondersteunen, en innovatie in het belang van de consument te bevorderen op gebieden zoals digitalisering, flexibiliteitsdiensten en interconnectie.”.
[b] Lid 8 wordt vervangen door:
“8. De methodologieën inzake transmissie- en distributietarieven stimuleren de transmissie- en distributiesysteembeheerders tot de meest kostenefficiënte exploitatie en ontwikkeling van hun netten, inclusief door de aankoop van diensten. Daartoe nemen de regulerende instanties de relevante kosten in aanmerking en nemen zij deze op in de transmissie- en distributietarieven, en stellen zij prestatiedoelstellingen vast teneinde de transmissie- en distributiesysteembeheerders te stimuleren om de efficiëntie in hun netten te verbeteren, inclusief door middel van energie-efficiëntie, het gebruik van flexibiliteitsdiensten en de uitrol van slimme netten en intelligente bemetering.”.
[c] In lid 9 wordt punt f) vervangen door:
“f) methoden waarmee transparantie bij de vaststelling en de structuur van tarieven wordt gewaarborgd, met inbegrip van anticiperende investeringen;”.
[d] Aan lid 9 wordt het volgende punt i) toegevoegd:
“i) prikkels voor efficiënte investeringen in netten, met inbegrip van flexibiliteitsmiddelen en flexibele aansluitovereenkomsten.”.
(8) Artikel 19, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
[a] Punt b) wordt vervangen door:
“b) de zoneoverschrijdende capaciteit handhaven of vergroten door optimalisering van het gebruik van de bestaande interconnectoren, indien nodig door middel van gecoördineerde corrigerende acties; de kosten dekken die voortvloeien uit investeringen in het net die relevant zijn voor het reduceren van de interconnectiecongestie, of”.
[b] Het volgende punt c) wordt toegevoegd:
“c) beheerders van offshore-productie-installaties in een offshore-biedzone compenseren indien de toegang tot geïnterconnecteerde markten zodanig is beperkt dat een of meer transmissiesysteembeheerders onvoldoende capaciteit beschikbaar hebben gesteld op de interconnector of de kritische netwerkelementen die van invloed zijn op de capaciteit van de interconnector, waardoor de beheerder van de offshore-installatie zijn capaciteit voor elektriciteitsproductie niet naar de markt kan exporteren.”.
(9) Het volgende hoofdstuk III bis wordt ingevoegd:
“Hoofdstuk III bis
Specifieke investeringsprikkels om de decarbonisatiedoelstellingen van de Unie te verwezenlijken
Artikel 19 - bis Stroomafnameovereenkomsten
1. De lidstaten faciliteren stroomafnameovereenkomsten met het oog op de verwezenlijking van de in hun geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan vastgestelde doelstellingen inzake de dimensie decarbonisatie als bedoeld in artikel 4, punt a), van Verordening (EU) 2018/1999, met behoud van concurrerende en liquide elektriciteitsmarkten.2. De lidstaten zorgen er overeenkomstig de artikelen 107 en 108, VWEU voor dat instrumenten zoals garantieregelingen tegen marktprijzen, ter beperking van de financiële risico’s in verband met wanbetaling door afnemers in het kader van stroomafnameovereenkomsten, beschikbaar en toegankelijk zijn voor afnemers die geconfronteerd worden met toetredingsdrempels op de markt voor stroomafnameovereenkomsten en niet in financiële moeilijkheden verkeren. Daartoe houden de lidstaten rekening met instrumenten op Unieniveau. De lidstaten bepalen aan de hand van niet-discriminerende criteria op welke categorieën afnemers deze instrumenten gericht zijn.
3. Garantieregelingen voor door de lidstaten ondersteunde stroomafnameovereenkomsten bevatten bepalingen om te voorkomen dat de liquiditeit op de elektriciteitsmarkten afneemt en bieden geen steun voor de aankoop van elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen.
4. Bij het opstellen van de steunregelingen voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen staan de lidstaten de deelname toe van projecten waarbij een deel van de elektriciteit wordt gereserveerd voor verkoop via een stroomafnameovereenkomst of andere marktgebaseerde regelingen, en streven zij ernaar gebruik te maken van evaluatiecriteria om de toegang tot de markt voor stroomafnameovereenkomsten te stimuleren voor afnemers die geconfronteerd worden met toetredingsdrempels. Dergelijke evaluatiecriteria kunnen met name voorrang geven aan bieders die voor een deel van de productie in het kader van het project een ondertekende stroomafnameovereenkomst – of toezegging om een stroomafnameovereenkomst te ondertekenen – voorleggen van een of meer potentiële kopers die geconfronteerd worden met toetredingsdrempels op de markt voor stroomafnameovereenkomsten.
5. In stroomafnameovereenkomsten worden overeenkomstig artikel 14 de biedzone van levering en de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van zoneoverschrijdende transmissierechten in geval van een verandering van biedzone gespecificeerd.
6. In stroomafnameovereenkomsten worden overeenkomstig het mededingingsrecht van de Unie de voorwaarden gespecificeerd waaronder afnemers en producenten uit stroomafnameovereenkomsten mogen stappen, zoals eventuele toepasselijke uitstaptarieven en kennisgevingstermijnen.
Artikel 19 - ter Directe prijssteunregelingen voor nieuwe investeringen in elektriciteitsproductie
1. Directe prijssteunregelingen voor nieuwe investeringen in elektriciteitsproductie uit de in lid 2 genoemde bronnen nemen de vorm aan van een tweerichtingscontract ter verrekening van verschillen. Nieuwe investeringen in elektriciteitsproductie omvatten investeringen in nieuwe elektriciteitsproductie-installaties, investeringen die gericht zijn op het verhogen van de capaciteit van bestaande elektriciteitsproductie-installaties en investeringen die gericht zijn op het uitbreiden van bestaande elektriciteitsproductie-installaties of het verlengen van de levensduur ervan.2. Lid 1 is van toepassing op nieuwe investeringen in de productie van elektriciteit uit de volgende bronnen:
(a) windenergie;
(b) zonne-energie;
(c) geothermische energie;
(d) waterkracht zonder reservoir;
(e) kernenergie.
3. Directe prijssteunregelingen in de vorm van tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen:
(a) zijn zodanig ontworpen dat de ontvangsten die worden geïnd wanneer de marktprijs boven de uitoefenprijs ligt, aan alle eindafnemers van elektriciteit worden uitgekeerd op basis van hun aandeel in het verbruik (dezelfde kosten / terugbetaling per verbruikte MWh);
(b) zorgen ervoor dat de verdeling van de ontvangsten over eindafnemers van elektriciteit zodanig wordt vormgegeven dat de prikkels voor consumenten om hun verbruik te verminderen of te verschuiven naar perioden waarin de elektriciteitsprijzen laag zijn, niet worden weggenomen en de mededinging tussen elektriciteitsleveranciers niet wordt ondermijnd.
Artikel 19 - quater Beoordeling van flexibiliteitsbehoeften
1. Uiterlijk op 1 januari 2025 en vervolgens om de twee jaar beoordeelt en rapporteert de regulerende instantie van elke lidstaat de behoefte aan flexibiliteit in het elektriciteitssysteem voor een periode van ten minste vijf jaar, met het oog op de noodzaak om op kosteneffectieve wijze de voorzieningszekerheid te verwezenlijken en het elektriciteitssysteem koolstofvrij te maken, rekening houdend met de integratie van verschillende sectoren. Het verslag is gebaseerd op de gegevens en analyses die de transmissie- en distributiesysteembeheerders van die lidstaat krachtens lid 2 hebben verstrekt, aan de hand van de methodologie van lid 3.2. Het verslag bevat een evaluatie van de behoefte aan flexibiliteit bij de integratie van uit hernieuwbare bronnen geproduceerde elektriciteit in het elektriciteitssysteem en houdt met name rekening met het potentieel van niet-fossiele flexibiliteit, zoals vraagrespons en opslag, om aan deze behoefte te voldoen, op zowel transmissie- als distributieniveau. In het verslag wordt onderscheid gemaakt tussen seizoensgebonden, dagelijkse en uurlijkse flexibiliteitsbehoeften.
3. De transmissie- en distributiesysteembeheerders van elke lidstaat verstrekken de voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag benodigde gegevens en analyses aan de regulerende instantie.
4. Het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit coördineren de transmissie- en distributiesysteembeheerders met betrekking tot de overeenkomstig lid 2 te verstrekken gegevens en analyses. Meer in het bijzonder:
(a) bepalen zij het soort en het formaat van de gegevens die de transmissie- en distributiesysteembeheerders aan de regulerende instanties verstrekken;
(b) ontwikkelen zij een methodologie voor de analyse van de flexibiliteitsbehoeften door de transmissie- en distributiesysteembeheerders, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met alle bestaande flexibiliteitsbronnen en geplande investeringen op interconnectie-, transmissie- en distributieniveau, alsook met de noodzaak om het elektriciteitssysteem koolstofvrij te maken.
5. Het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit werken nauw met elkaar samen bij het coördineren van transmissie- en distributiesysteembeheerders.
6. Uiterlijk op 1 maart 2024 dienen het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit gezamenlijk bij ACER een voorstel in over het soort en het formaat van de gegevens die bij de regulerende instanties moeten worden ingediend, alsook de in lid 3 bedoelde methodologie. Uiterlijk drie maanden na ontvangst van het voorstel wordt het door ACER goedgekeurd of gewijzigd. In het laatste geval raadpleegt ACER het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit voordat de wijzigingen worden aangenomen. Het aangenomen voorstel wordt op de website van ACER gepubliceerd.
7. De regulerende instanties dienen de in lid 1 bedoelde verslagen in bij ACER en publiceren deze. Uiterlijk twaalf maanden na ontvangst van de verslagen brengt ACER een verslag uit waarin deze verslagen worden geanalyseerd en aanbevelingen worden gedaan over aangelegenheden van grensoverschrijdend belang met betrekking tot de bevindingen van de regulerende instanties.
Artikel 19 - quinquies Indicatieve nationale doelstelling voor vraagrespons en opslag
Op basis van het verslag van de regulerende instantie krachtens artikel 19 quater, lid 1, stelt elke lidstaat een indicatieve nationale doelstelling voor vraagrespons en opslag vast. Deze indicatieve nationale doelstelling komt ook tot uiting in de geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen van de lidstaten met betrekking tot de dimensie “interne energiemarkt” overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 7 van Verordening (EU) 2018/1999 en in hun geïntegreerde tweejaarlijkse voortgangsverslagen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2018/1999.Artikel 19 - sexies Flexibiliteitssteunregelingen
1. Lidstaten die overeenkomstig artikel 21 een capaciteitsmechanisme toepassen, overwegen om de deelname van niet-fossiele flexibiliteit, zoals vraagrespons en opslag, te bevorderen door bij het opzetten van het capaciteitsmechanisme aanvullende criteria of kenmerken in te voeren.2. Wanneer de overeenkomstig lid 1 ingevoerde maatregelen ter bevordering van de deelname van niet-fossiele flexibiliteit, zoals vraagrespons en opslag, in capaciteitsmechanismen niet volstaan om aan de overeenkomstig lid 19 quinquies vastgestelde flexibiliteitsbehoeften te voldoen, kunnen de lidstaten flexibiliteitssteunregelingen toepassen in de vorm van betalingen voor de beschikbare capaciteit van niet-fossiele flexibiliteit, zoals vraagrespons en opslag.
3. Lidstaten die geen capaciteitsmechanisme toepassen, kunnen flexibiliteitssteunregelingen toepassen in de vorm van betalingen voor de beschikbare capaciteit van niet-fossiele flexibiliteit zoals vraagrespons en opslag.
Artikel 19 - septies Beginselen inzake de opzet van flexibiliteitssteunregelingen
De door de lidstaten overeenkomstig artikel 19 sexies, leden 2 en 3, toegepaste steunregeling voor niet-fossiele flexibiliteit zoals vraagrespons en opslag:(a) gaat niet verder dan wat nodig is om op kosteneffectieve wijze tegemoet te komen aan de vastgestelde flexibiliteitsbehoeften;
(b) blijft beperkt tot nieuwe investeringen in niet-fossiele flexibiliteit zoals vraagrespons en opslag;
(c) mag niet leiden tot elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen achter het meetpunt;
(d) selecteert capaciteitsaanbieders via een open, transparante, concurrerende, niet-discriminerende en kosteneffectieve procedure;
(e) voorkomt onnodige verstoringen van de efficiënte werking van de elektriciteitsmarkten, met inbegrip van het behoud van prikkels voor efficiënte exploitatie en prijssignalen, en vermijdt prijsschommelingen en marktrisico’s;
(f) biedt stimulansen voor een marktgebaseerde en op de markt afgestemde integratie in de elektriciteitsmarkt, waarbij onnodige verstoringen van de elektriciteitsmarkten worden vermeden en rekening wordt gehouden met mogelijke systeemintegratiekosten en netstabiliteit;
(g) voorziet in een minimumniveau van marktdeelname in termen van geactiveerde energie, waarbij de technische specificaties van opslag en vraagrespons in aanmerking worden genomen;
(h) voorziet in passende sancties voor capaciteitsaanbieders die het onder g) bedoelde minimumniveau van marktdeelname niet in acht nemen of geen prikkels voor efficiënte exploitatie en prijssignalen volgen;
(i) staat open voor grensoverschrijdende deelname.”.
(10) In artikel 37, lid 1, wordt punt a) vervangen door:
“a) het uitvoeren van een gecoördineerde capaciteitsberekening overeenkomstig de methoden die zijn ontwikkeld conform de op grond van artikel 18, lid 5, van Verordening (EG) nr. 714/2009 vastgestelde richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing op de langere termijn, richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer en richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering;”.
(11) Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Het volgende lid 4 bis wordt toegevoegd:
“4 bis. De transmissiesysteembeheerders publiceren op duidelijke en transparante wijze informatie over de capaciteit die beschikbaar is voor nieuwe aansluitingen in hun respectieve dekkingsgebieden, ook in overbelaste gebieden waar flexibele energieopslagaansluitingen kunnen worden ondergebracht, en actualiseren die informatie regelmatig, ten minste om de drie maanden.
De transmissiesysteembeheerders verstrekken de systeemgebruikers ook duidelijke en transparante informatie over de status en behandeling van hun aansluitingsverzoeken. Zij verstrekken deze informatie binnen drie maanden na de indiening van het verzoek.”.
(12) Aan artikel 57 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:
“3. Distributiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders werken met elkaar samen om op consistente wijze informatie te publiceren over de capaciteit die beschikbaar is voor nieuwe aansluitingen in hun respectieve dekkingsgebieden en om ontwikkelaars van nieuwe energieprojecten en andere potentiële netgebruikers op voldoende gedetailleerde wijze zichtbaarheid te geven.”.
(13) In artikel 59, lid 1, wordt punt b) vervangen door:
“b) voorschriften voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer krachtens artikel 6 van Richtlijn (EU) 2019/944 en de artikelen 7 tot en met 10, 13 tot en met 17, 19 en 35 tot en met 37 van deze verordening, met inbegrip van voorschriften voor methoden en processen voor day-ahead-, intraday- en langetermijncapaciteitsberekening, netwerkmodellen, biedzoneconfiguratie, redispatching en compensatiehandel, handelsalgoritmen, eenvormige day-ahead- of eenvormige intradaykoppeling, inclusief de mogelijkheid om door één entiteit te worden geëxploiteerd, de vastheid van toegewezen zoneoverschrijdende capaciteit, verdeling van congestieontvangsten, de toewijzing van financiële langetermijnrechten betreffende transmissie door het centrale toewijzingsplatform, risicoafdekking bij zoneoverschrijdende transmissie, nominatieprocedures, en terugwinning van kosten voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer;”.
(14) Het volgende artikel 69 bis wordt toegevoegd:
“Artikel 69 bis
Interactie met de financiële wetgeving van de Unie
Deze verordening laat Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 648/2012 en Verordening (EU) nr. 600/2014 onverlet wanneer marktdeelnemers of marktbeheerders activiteiten uitoefenen die verband houden met financiële instrumenten, met name in de zin van artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU.”.
(15) In bijlage I wordt punt 1.2 vervangen door:
“1.2. De gecoördineerde capaciteitsberekening wordt uitgevoerd voor alle tijdsbestekken voor toewijzing.”.
Artikel 2
Wijzigingen van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit
Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
[a] De punten 8 en 49 worden vervangen door:
“8) “actieve afnemer”: een eindafnemer, of een groep gezamenlijk optredende eindafnemers, die op eigen terrein binnen afgebakende grenzen opgewekte of op andere terreinen in dezelfde biedzone zelfopgewekte of gedeelde elektriciteit verbruikt of opslaat, of die zelfopgewekte elektriciteit verkoopt of deelneemt aan flexibiliteits- of energie-efficiëntieregelingen, mits die activiteiten niet zijn belangrijkste commerciële of professionele activiteit vormen;”.
“49) “niet-frequentiegerelateerde ondersteunende dienst”: een dienst die wordt gebruikt door een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor spanningsregeling in stationaire toestand, snelle blindstroominjecties, inertie voor plaatselijke netstabiliteit, kortsluitstroom, blackstartmogelijkheden, inzetbaarheid in eilandbedrijf en peak-shaving;”.
[b] De volgende punten worden toegevoegd:
“15 bis) “elektriciteitsleveringscontract met een vaste looptijd en een vaste prijs”: een elektriciteitsleveringscontract tussen een leverancier en een eindafnemer dat dezelfde contractuele voorwaarden garandeert, inclusief de prijs, hoewel de vaste prijs een flexibel element kan bevatten met bijvoorbeeld piek- en dalprijsvariaties;”.
“10 bis) “delen van energie”: de zelfconsumptie door actieve afnemers van hernieuwbare energie:
(a) die offsite of op gemeenschappelijke locaties wordt opgewekt of opgeslagen door een faciliteit die zij geheel of gedeeltelijk bezitten, leasen of huren, of
(b) waarop het recht al dan niet gratis aan hen is overgedragen door een andere actieve afnemer;
10 ter) “peer-to-peerhandel in hernieuwbare energie”: peer-to-peerhandel zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Richtlijn (EU) 2018/2001;”.
“24 bis) “noodleverancier”: een leverancier die door een lidstaat wordt aangewezen om de elektriciteitslevering aan afnemers over te nemen van een leverancier die zijn activiteiten heeft gestaakt;”.
(2) Artikel 4 wordt vervangen door:
“Artikel 4
Vrije keuze van leverancier
De lidstaten zien erop toe dat alle afnemers vrij zijn om elektriciteit te kopen bij de leverancier van hun keuze. De lidstaten zien erop toe dat alle afnemers vrij zijn om op hetzelfde moment over meer dan één elektriciteitsleveringscontract te beschikken, en dat afnemers daarom recht hebben op meer dan één meet- en factureringspunt voor het centrale aansluitpunt voor hun terrein.”.
(3) Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
[a] De titel wordt vervangen door:
“Het recht op een contract op basis van een dynamische elektriciteitsprijs met een vaste looptijd en een vaste prijs”.
[b] Lid 1 wordt vervangen door:
“1. De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale regelgevingskader leveranciers in staat stelt contracten met een vaste looptijd en een vaste prijs en contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs aan te bieden. De lidstaten zorgen ervoor dat eindafnemers bij wie een slimme meter is geïnstalleerd, kunnen verzoeken om een contract op basis van een dynamische elektriciteitsprijs, en dat alle eindafnemers kunnen verzoeken om een elektriciteitsprijscontract met een vaste looptijd van ten minste één jaar en een vaste prijs, met ten minste één leverancier en met elke leverancier die meer dan 200 000 eindafnemers heeft.”.
[c] Het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:
“1 bis. Voordat een contract wordt gesloten of verlengd, ontvangen eindafnemers een in het oog springende samenvatting van de belangrijkste contractuele voorwaarden in beknopte en eenvoudige taal. Deze samenvatting bevat in ieder geval informatie over de totale prijs, promoties, aanvullende diensten en kortingen, alsook de in artikel 10, lid 3, punten a), b), d), e) en f), bedoelde rechten. De Commissie verstrekt in dit verband richtsnoeren.”.
[d] Lid 2 wordt vervangen door:
“2. De lidstaten zorgen ervoor dat eindafnemers door de leveranciers volledig geïnformeerd worden over de mogelijkheden, kosten en risico’s van contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs, en dat leveranciers de eindafnemers dienovereenkomstig informeren, onder meer betreffende de noodzaak om een passende elektriciteitsmeter te laten installeren. De regulerende instanties monitoren de marktontwikkelingen en beoordelen de risico’s die de nieuwe producten en diensten met zich mee kunnen brengen, en pakken gevallen van misbruik aan.”.
(4) De volgende artikelen worden ingevoegd:
“Artikel 15 bis
Recht op het delen van energie
1. Alle huishoudens, kleine en middelgrote ondernemingen en overheidsorganen hebben het recht om als actieve afnemers deel te nemen aan het delen van energie.
(a) Actieve afnemers hebben het recht om onderling hernieuwbare energie te delen op basis van particuliere overeenkomsten of via een juridische entiteit.
(b) Actieve afnemers kunnen een beroep doen op een derde partij die eigenaar is van of het beheer voert over de installatie of exploitatie, met inbegrip van meting en onderhoud, van een faciliteit voor opslag of opwekking van hernieuwbare energie, teneinde het delen van energie te vergemakkelijken, waarbij die derde partij niet als actieve afnemer wordt beschouwd.
(c) De lidstaten zorgen ervoor dat actieve afnemers die deelnemen aan het delen van energie:
(d) de gedeelde elektriciteit mogen verrekenen met hun totale gemeten verbruik binnen een tijdsbestek dat niet langer is dan de onbalansvereffeningsperiode en onverminderd de toepasselijke belastingen, heffingen en nettarieven;
(e) alle consumentenrechten en -verplichtingen genieten als eindafnemers uit hoofde van deze richtlijn, behalve wanneer energie wordt gedeeld tussen huishoudens met een geïnstalleerde capaciteit tot 10,8 kW en tot 50 kW voor appartementsgebouwen die gebruikmaken van peer-to-peerhandelsovereenkomsten;
(f) toegang hebben tot modelcontracten met eerlijke en transparante voorwaarden voor peer-to-peer-handelsovereenkomsten tussen huishoudens en voor leasing-, huur- of investeringsovereenkomsten met betrekking tot faciliteiten voor opslag of opwekking van hernieuwbare energie met het oog op het delen van energie. In geval van conflicten over dergelijke overeenkomsten hebben eindafnemers overeenkomstig artikel 26 toegang tot buitengerechtelijke geschillenbeslechting;
(g) niet oneerlijk of discriminerend worden behandeld door marktdeelnemers of hun balanceringsverantwoordelijken;
(h) in kennis worden gesteld van de mogelijkheid van wijzigingen in biedzones overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2019/943 en van het feit dat het recht om energie te delen beperkt is tot één en dezelfde biedzone.
(i) De lidstaten zorgen ervoor dat de betrokken transmissie- of distributiesysteembeheerders of andere aangewezen instanties:
(j) minstens eenmaal per maand overeenkomstig artikel 23 meetgegevens in verband met de gedeelde elektriciteit monitoren, verzamelen, valideren en aan de relevante eindafnemers en marktdeelnemers meedelen;
(k) voorzien in een relevant contactpunt dat regelingen voor het delen van energie registreert, informatie over relevante meetpunten en veranderingen van locatie en deelname in ontvangst neemt en, in voorkomend geval, op duidelijke en transparante wijze en tijdig berekeningsmethoden valideert.
2. De lidstaten nemen passende, niet-discriminerende maatregelen om ervoor te zorgen dat energiearme en kwetsbare huishoudens toegang hebben tot regelingen voor het delen van energie. Die maatregelen kunnen financiële steunmaatregelen of productietoewijzingsquota omvatten.”.
“Artikel 18 bis
Risicobeheer door de leverancier
1. De nationale regelgevende instanties zien erop toe dat leveranciers over passende afdekkingsstrategieën beschikken en deze uitvoeren om het risico van veranderingen in de groothandel in elektriciteit voor de economische levensvatbaarheid van hun contracten met afnemers te beperken, waarbij de liquiditeit op en de prijssignalen van kortetermijnmarkten in stand worden gehouden.
2. Afdekkingsstrategieën van leveranciers kunnen het gebruik van stroomafnameovereenkomsten omvatten. Wanneer er voldoende ontwikkelde markten voor stroomafnameovereenkomsten bestaan die daadwerkelijke mededinging mogelijk maken, kunnen de lidstaten eisen dat een deel van de risico’s die leveranciers lopen als gevolg van veranderingen in de groothandelsprijzen voor elektriciteit, wordt gedekt door stroomafnameovereenkomsten voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die overeenkomen met de duur van hun risico aan de consumentenzijde, met inachtneming van het mededingingsrecht van de Unie.
3. De lidstaten streven ernaar de toegankelijkheid van afdekkingsproducten voor energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschappen te waarborgen.”.
(5) De volgende artikelen XX worden ingevoegd:
“Artikel 27 bis
Noodleverancier
1. De lidstaten wijzen, ten minste voor huishoudelijke afnemers, noodleveranciers aan. Noodleveranciers worden aangewezen volgens een eerlijke, open, transparante en niet-discriminerende procedure.
2. Eindafnemers die aan noodleveranciers worden overgedragen, verliezen hun rechten als afnemer – in het bijzonder de in de artikelen 4, 10, 11, 12, 14, 18 en 26 vastgestelde rechten – niet.
3. De lidstaten zien erop toe dat noodleveranciers de algemene voorwaarden onmiddellijk aan de overgedragen afnemers meedelen en dat de dienstverlening aan die afnemers gedurende ten minste zes maanden ononderbroken wordt voortgezet.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat eindafnemers informatie krijgen en aangemoedigd worden om op een marktgebaseerd aanbod over te stappen.
5. De lidstaten kunnen van de noodleverancier eisen dat hij elektriciteit levert aan huishoudelijke afnemers die geen marktgebaseerde aanbiedingen ontvangen. In dergelijke gevallen zijn de in artikel 5 vastgestelde voorwaarden van toepassing.”.
“Artikel 28 bis
Bescherming tegen afsluiting voor kwetsbare afnemers
De lidstaten zorgen ervoor dat kwetsbare afnemers worden beschermd tegen afsluiting van de elektriciteitstoevoer. Dit gebeurt in het kader van het begrip “kwetsbare afnemers” krachtens artikel 28, lid 1, van deze richtlijn en onverminderd de maatregelen van artikel 10, lid 11.”.
(6) In artikel 27 wordt lid 1 vervangen door:
“1. De lidstaten waarborgen dat alle huishoudelijke afnemers en, indien zij dat dienstig achten, kleine ondernemingen, aanspraak kunnen maken op universele dienstverlening, dat wil zeggen het recht op levering van elektriciteit van een bepaalde kwaliteit tegen concurrerende, eenvoudig en duidelijk vergelijkbare, doorzichtige en niet-discriminerende prijzen op hun grondgebied. Om de universele dienstverlening te waarborgen, verplichten de lidstaten distributiesysteembeheerders om afnemers op hun net aan te sluiten overeenkomstig de voorwaarden en tarieven die zijn vastgesteld volgens de procedure van artikel 59, lid 7. Deze richtlijn weerhoudt de lidstaten er niet van om de marktpositie van de huishoudelijke afnemers en kleine en middelgrote niet-huishoudelijke afnemers te versterken door de mogelijkheden voor de vrijwillige gezamenlijke vertegenwoordiging voor die groep afnemers te bevorderen.”.
(7) In artikel 31 wordt lid 3 vervangen door:
“3. De distributiesysteembeheerder verstrekt de systeemgebruikers de informatie die zij voor efficiënte toegang tot het systeem, inclusief gebruik ervan, nodig hebben. De distributiesysteembeheerder publiceert met name op duidelijke en transparante wijze informatie over de capaciteit die beschikbaar is voor nieuwe aansluitingen in zijn dekkingsgebied, ook in overbelaste gebieden waar flexibele energieopslagaansluitingen kunnen worden ondergebracht, en actualiseert die informatie regelmatig, ten minste om de drie maanden.
De distributiesysteembeheerders verstrekken de systeemgebruikers ook duidelijke en transparante informatie over de status en behandeling van hun aansluitingsverzoeken. Zij verstrekken deze informatie binnen drie maanden na de indiening van het verzoek.”.
(8) Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Na lid 6 wordt een nieuw lid toegevoegd:
“De eisen van de leden 5 en 6 zijn niet van toepassing op het overeenkomstig artikel 7 bis van Verordening (EU) 2019/943 verkregen peak-shaving-product.”.
(9) Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Lid 1, punt c), wordt vervangen door:
“c) er in nauwe samenwerking met de andere regulerende instanties voor zorgen dat het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform, het ENTSB voor elektriciteit en de EU-DSB-entiteit hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn, Verordening (EU) 2019/943, de op grond van de artikelen 59 tot en met 61 van Verordening (EU) 2019/943 vastgestelde netwerkcodes en richtsnoeren, en ander toepasselijk Unierecht, onder meer wat betreft grensoverschrijdende kwesties, evenals de besluiten van ACER, naleven, en gezamenlijk de niet-naleving door het centrale toewijzingsplatform, het ENTSB voor elektriciteit en de EU-DSB-entiteit van hun respectieve verplichtingen vaststellen; indien de regulerende instanties er niet in zijn geslaagd overeenstemming te bereiken binnen een periode van vier maanden na het begin van de raadplegingen met het oog op de gezamenlijke vaststelling van niet-naleving, wordt de kwestie ingevolge artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 voor een beslissing aan ACER voorgelegd;”.
[b] Lid 1, punt z), wordt vervangen door:
“z) De regulerende instantie heeft de volgende taken: uitoefenen van toezicht op het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen voor en beperkingen voor het verbruik van zelfopgewekte elektriciteit en energiegemeenschappen van burgers, onder meer in verband met de aansluiting van flexibele gedistribueerde energieproductie binnen een redelijke termijn overeenkomstig artikel 58, punt d).”.
[c] Lid 4 wordt vervangen door:
“4. De regulerende instantie die is gevestigd in de lidstaat waar het centrale toewijzingsplatform, het ENTSB voor elektriciteit of de EU-DSB-entiteit is gevestigd, heeft de bevoegdheid om effectieve, evenredige en afschrikkende sancties aan deze entiteiten op te leggen wanneer zij hun verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn, Verordening (EU) 2019/943 of enig toepasselijk juridisch bindend besluit van de regulerende instantie of ACER niet naleven, of om voor te stellen een bevoegde rechtbank dergelijke sancties te laten opleggen.”.
(10) Het volgende artikel 66 bis wordt ingevoegd:
“Artikel 66 bis
Toegang tot betaalbare energie tijdens een elektriciteitsprijscrisis
1. De Commissie kan bij besluit een regionale of Uniebrede elektriciteitsprijscrisis afkondigen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
(a) zeer hoge prijzen op de groothandelsmarkten voor elektriciteit – ten minste tweeënhalf maal zo hoog als de gemiddelde prijs van de voorgaande vijf jaar – die naar verwachting minstens zes maanden zullen aanhouden;
(b) een sterke stijging van de detailhandelsprijzen voor elektriciteit van ten minste 70 %, die naar verwachting minstens zes maanden zal aanhouden, en
(c) de stijging van de elektriciteitsprijzen heeft negatieve gevolgen voor de economie als geheel.
2. De Commissie specificeert in haar besluit waarbij een elektriciteitsprijscrisis op regionaal of Unieniveau wordt afgekondigd, de geldigheidsduur van dat besluit, die maximaal één jaar bedraagt.
3. Wanneer de Commissie krachtens lid 1 een besluit heeft vastgesteld, kunnen de lidstaten voor de geldigheidsduur van dat besluit gericht overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van elektriciteit aan kleine en middelgrote ondernemingen toepassen. Dergelijk overheidsingrijpen:
(a) blijft beperkt tot 70 % van het verbruik van de begunstigde in dezelfde periode van het voorgaande jaar en blijft de begunstigde stimuleren om zijn vraag te verminderen;
(b) voldoet aan de voorwaarden van artikel 5, leden 4 en 7;
(c) voldoet in voorkomend geval aan de voorwaarden van lid 4.
4. Wanneer de Commissie krachtens lid 1 een besluit heeft vastgesteld, kunnen de lidstaten voor de geldigheidsduur van dat besluit, in afwijking van artikel 5, lid 7, punt c), wanneer zij uit hoofde van artikel 5, lid 6, of lid 3, van dit artikel gericht overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van elektriciteit toepast, bij wijze van uitzondering tijdelijk een prijs voor de levering van elektriciteit vaststellen die onder de kostprijs ligt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
(a) de voor huishoudens vastgestelde prijs geldt slechts voor maximaal 80 % van het mediane verbruik van huishoudens en blijft huishoudens stimuleren om hun vraag te verminderen;
(b) er is geen sprake van discriminatie tussen leveranciers;
(c) leveranciers worden vergoed voor leveringen onder de kostprijs, en
(d) alle leveranciers kunnen op voet van gelijkheid voor de levering van elektriciteit een prijs aanbieden die lager ligt dan de kostprijs.”.
(11) In artikel 71 wordt lid 1 vervangen door:
“1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2020 aan artikel 2, punten 8 en 49, de artikelen 3 en 5, artikel 6, leden 2 en 3, artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 2, punten j) en l), artikel 9, lid 2, artikel 10, leden 2 tot en met 12, artikel 11, leden 3 en 4, de artikelen 12 tot en met 24, de artikelen 26, 28 en 29, artikel 31, leden 1, 2 en 4 tot en met 10, de artikelen 32 tot en met 34 en 36, artikel 38, lid 2, de artikelen 40 en 42, artikel 46, lid 2, punt d), de artikelen 51 en 54, de artikelen 57 en 58, artikel 59, lid 1, punten a), b), en d) tot en met y), artikel 59, leden 2 en 3, artikel 59, leden 5 tot en met 10, de artikelen 61 tot en met 63, artikel 70, punten 1 tot en met 3, punt 5, b), en punt 6, en de bijlagen I en II te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
De lidstaten doen echter de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk:
a) op 31 december 2019 aan artikel 70, punt 5, a), te voldoen;
b) op 25 oktober 2020 aan artikel 70, punt 4, te voldoen.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aan artikel 2, punten 10 bis, 10 ter, 15 bis en 24 bis, artikel 4, artikel 11, leden 1, 1 bis en 2, artikel 15 bis, artikel 18 bis, artikel 27, lid 1, artikel 27 bis, artikel 28 bis, artikel 31, lid 3, artikel 40, lid 7, artikel 59, lid 1, punten c) en z), artikel 59, lid 4, en artikel 66 bis te voldoen.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. De regels voor deze verwijzing en de formulering van deze vermelding worden vastgesteld door de lidstaten.”.
Artikel 3
Wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen
Richtlijn (EU) 2018/2001 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 4, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:
[a] De tweede alinea wordt vervangen door:
“Daartoe wordt in het kader van directe prijssteunregelingen steun verleend in de vorm van een marktpremie, die onder meer geleidelijk of vast kan zijn. Deze zin is niet van toepassing op steun voor elektriciteit uit de in artikel 19 ter, lid 2, van Verordening (EU) 2019/944 genoemde hernieuwbare bronnen, die onder artikel 19 ter, lid 1, van die verordening valt.”.
(2) In artikel 36 wordt lid 1 vervangen door:
“1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2021 aan de artikelen 2 tot en met 13, de artikelen 15 tot en met 31, artikel 37 en bijlagen II, III en V tot en met IX te voldoen. De lidstaten doen echter de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] aan artikel 4, lid 3, tweede alinea, te voldoen.
Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. De regels voor deze verwijzing en de formulering van deze vermelding worden vastgesteld door de lidstaten.”.
Artikel 4
Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators
Verordening (EU) 2019/942 wordt als volgt gewijzigd:
(1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
[a] Punt a) wordt vervangen door:
“a) brengt advies uit en doet aanbevelingen aan transmissiesysteembeheerders, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit, het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform, regionale coördinatiecentra en benoemde elektriciteitsmarktbeheerders, over goedkeuringen van de methoden en voorwaarden overeenkomstig artikel 4, lid 4, en artikel 5, leden 2, 3 en 4; over de in artikel 5, lid 7, bedoelde herziening van de biedzones; over de in artikel 6, lid 1, bedoelde technische aangelegenheden; over arbitrage tussen regulators overeenkomstig artikel 6, lid 10; over taken in verband met regionale coördinatiecentra bedoeld in artikel 7, lid 2, punt a); over goedkeuringen en wijzigingen van methoden en berekeningen en technische specificaties als bedoeld in artikel 9, lid 1; over goedkeuringen en wijzigingen van methoden als bedoeld in artikel 9, lid 3; over de artikel 10 bedoelde vrijstellingen; over infrastructuur als bedoeld in artikel 11, punt d); over kwesties ten aanzien van de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt krachtens artikel 12;”.
[b] Punt d) wordt vervangen door:
“d) neemt individuele beslissingen over het verstrekken van informatie overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 7, lid 2, punt b), en artikel 8, punt c); over goedkeuringen van de methoden en voorwaarden overeenkomstig artikel 4, lid 4, en artikel 5, leden 2, 3 en 4; over de in artikel 5, lid 7, bedoelde herziening van de biedzones; over de in artikel 6, lid 1, bedoelde technische aangelegenheden; over arbitrage tussen regulators overeenkomstig artikel 6, lid 10; over taken in verband met regionale coördinatiecentra bedoeld in artikel 7, lid 2, punt a); over goedkeuringen en wijzigingen van methoden en berekeningen en technische specificaties als bedoeld in artikel 9, lid 1; over goedkeuringen en wijzigingen van methoden als bedoeld in artikel 9, lid 3; over de artikel 10 bedoelde vrijstellingen; over infrastructuur als bedoeld in artikel 11, punt d); over kwesties ten aanzien van de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt krachtens artikel 12; over goedkeuringen en wijzigingen van voorstellen van het ENTSB voor elektriciteit met betrekking tot de regionale virtuele hubs krachtens artikel 5, lid 9; over goedkeuringen en wijzigingen van voorstellen van het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit in verband met de methode betreffende de krachtens artikel 5, lid 10, te verstrekken gegevens en analyses inzake de flexibiliteitsbehoeften;”.
(2) Aan artikel 3, lid 2, wordt de volgende vierde alinea toegevoegd:
“Dit lid is ook van toepassing op het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform.”.
(3) Aan artikel 4 wordt het volgende lid 9 toegevoegd:
“9. De leden 6, 7 en 8 zijn ook van toepassing op het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform.”.
(4) Aan artikel 5, lid 8, wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:
“ACER oefent toezicht uit op het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform.”.
(5) Aan artikel 5 wordt het volgende lid 9 toegevoegd:
“9. ACER keurt het voorstel van het ENTSB voor elektriciteit inzake de oprichting van de regionale virtuele hubs voor de termijnmarkt goed en wijzigt dit zo nodig, op grond van artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943.”.
(6) Aan artikel 5 wordt het volgende lid 10 toegevoegd:
“10. ACER keurt het gezamenlijke voorstel van het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit in verband met de methode voor de krachtens artikel 19 sexies, lid 5, van Verordening (EU) 2019/943 te verstrekken gegevens en analyses inzake de flexibiliteitsbehoeften goed en wijzigt dit zo nodig.”.
(7) Aan artikel 15 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:
“5. ACER brengt een verslag uit waarin de nationale beoordelingen van de flexibiliteitsbehoeften worden geanalyseerd en aanbevelingen worden gedaan over aangelegenheden van grensoverschrijdend belang met betrekking tot de bevindingen van de regulerende instanties overeenkomstig artikel 19 sexies, lid 6, van Verordening (EU) 2019/943.”.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de [xxx] dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.