Artikelen bij COM(2021)752 - Voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2021)752 - Voorlopige noodmaatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen.
document COM(2021)752 NLEN
datum 1 december 2021

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEPALING


Artikel 1

Onderwerp

Bij dit besluit worden voorlopige maatregelen ten gunste van Letland, Litouwen en Polen vastgesteld om deze landen te ondersteunen bij het beheer van de noodsituatie die het gevolg is van de acties van Belarus, welke leiden tot een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in de huidige context van instrumentalisering van migranten aan de buitengrenzen.

HOOFDSTUK II - NOODPROCEDURE VOOR MIGRATIE- EN ASIELBEHEER AAN DE BUITENGRENZEN VAN LETLAND, LITOUWEN EN POLEN


Artikel 2

Asielprocedure

1. In afwijking van artikel 6, lid 1, van de richtlijn asielprocedures kan de registratie van onderdanen van derde landen of staatlozen die in de nabijheid van de grens met Belarus zijn aangehouden of gevonden na een illegale binnenkomst of na zich bij een grensdoorlaatpost te hebben gemeld, uiterlijk vier weken nadat het verzoek is ingediend, plaatsvinden.

Letland, Litouwen en Polen geven voorrang aan de registratie van verzoeken van minderjarigen en hun familieleden.

2. In afwijking van artikel 25, lid 6, punt b), artikel 31, lid 8, en artikel 43, lid 1, punt b), van de richtlijn asielprocedures kunnen Letland, Litouwen en Polen aan hun grens of transitzones een besluit nemen over de ontvankelijkheid of, in een procedure op grond van artikel 31, lid 8, van die richtlijn, over de inhoud van alle overeenkomstig lid 1 geregistreerde verzoeken. De uitgangspunten en waarborgen van hoofdstuk II van de richtlijn asielprocedures zijn van toepassing.

3. Letland, Litouwen en Polen geven voorrang aan de behandeling van verzoeken die waarschijnlijk gegrond zijn of die door minderjarigen en hun familieleden worden ingediend.

4. Voor verzoekers wier gezondheidstoestand een ondersteuning vereist die niet adequaat kan worden gewaarborgd aan de grens of in transitzones, ook wanneer dit pas tijdens de procedure duidelijk wordt, is de grensprocedure niet langer van toepassing en deze verzoekers krijgen toegang tot het grondgebied zodat het verzoek kan worden onderzocht, zonder dat de procedure noodzakelijkerwijs opnieuw wordt ingeleid.

5. In afwijking van artikel 43, lid 2, van de richtlijn asielprocedures kan de termijn voor het verlenen van toegang tot het grondgebied worden verlengd tot 16 weken gedurende welke een besluit over het verzoek, met inbegrip van het beroep, wordt genomen.

6. In afwijking van artikel 46, leden 5 en 6, van de richtlijn asielprocedures kunnen Letland, Litouwen en Polen besluiten de regels van lid 6 van dat artikel toe te passen op alle besluiten over aanvragen die worden behandeld in een grensprocedure als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

Artikel 3

Materiële opvangvoorzieningen

In afwijking van Richtlijn 2013/33/EU kunnen Letland, Litouwen en Polen tijdelijk andere voorwaarden voor materiële opvangvoorzieningen vaststellen dan die van artikel 17 en 18 van Richtlijn 2013/33/EU met betrekking tot verzoekers die zijn aangehouden of gevonden in de nabijheid van de grens met Belarus na een illegale binnenkomst of na zich bij de grensdoorlaatposten te hebben gemeld en op wie de maatregelen van artikel 2, lid 1, van dit besluit van toepassing zijn, mits deze lidstaten voorzien in de basisbehoeften van de verzoekers, met name wat betreft voedsel, water, kleding, adequate medische zorg en tijdelijk onderdak dat is aangepast aan de seizoensgebonden weersomstandigheden, en met volledige eerbiediging van de menselijke waardigheid

Artikel 4

Terugkeerprocedure

1. Letland, Litouwen en Polen kunnen besluiten Richtlijn 2008/115/EG niet toe te passen ten aanzien van onderdanen van derde landen en staatlozen wier verzoek om internationale bescherming is afgewezen en waarop artikel 2 is toegepast.

2. Met betrekking tot de in lid 1 bedoelde onderdanen van derde landen en staatloze personen wordt door Letland, Litouwen en Polen:

a) het beginsel van non-refoulement geëerbiedigd en terdege rekening gehouden met het belang van het kind en het familie- en gezinsleven en de gezondheidstoestand van de betrokken onderdaan van een derde land, zoals bepaald in artikel 5 van Richtlijn 2008/115/EG (de terugkeerrichtlijn).

b) ervoor gezorgd dat hun behandeling en beschermingsniveau niet ongunstiger zijn dan bepaald in artikel 8, leden 4 en 5 (beperking van het gebruik van dwangmaatregelen), artikel 9, lid 2, punt a) (uitstel van verwijdering), artikel 14, lid 1, punten b) en d) (spoedeisende zorg en inachtneming van de behoeften van kwetsbare personen) en de artikelen 16 en 17 (omstandigheden van bewaring) van Richtlijn 2008/115/EG (de terugkeerrichtlijn).

Artikel 5

Specifieke waarborgen

1. Bij de toepassing van dit besluit informeren Letland, Litouwen en Polen onderdanen van derde landen of staatloze personen naar behoren en in een taal die de onderdaan van een derde land begrijpt of redelijkerwijs geacht wordt te begrijpen, over de toegepaste maatregelen, de speciale punten die toegankelijk zijn voor de registratie en indiening van een verzoek om internationale bescherming, met name het dichtstbijzijnde punt waar zij een verzoek om internationale bescherming kunnen indienen, de mogelijkheid om het besluit over het verzoek aan te vechten en de duur van de maatregelen.

2. Letland, Litouwen en Polen passen de artikelen 2, 3, 4 en 5 niet langer toe dan strikt noodzakelijk is om de door Belarus veroorzaakte noodsituatie aan te pakken, en in geen geval langer dan de in artikel 10 vastgestelde termijn.

HOOFDSTUK III - OPERATIONELE ONDERSTEUNING


Artikel 6

Operationele ondersteuning door het Europees Grens- en kustwachtagentschap

1. Op een verzoek om steun van Letland, Litouwen of Polen verleent of verhoogt het Europees Grens- en kustwachtagentschap zijn operationele ondersteuning aan Letland, Litouwen en Polen op het gebied van grensbeheer en terugkeer door het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht in te zetten, in voorkomend geval onder meer door te putten uit het bestand van 1 500 personeelsleden van de snel inzetbare reserve, en door middel van technische uitrusting en het bieden van andere relevante ondersteuning.

2. De uitvoerend directeur van het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) kan een snelle grensinterventie starten overeenkomstig artikel 39, lid 5, van Verordening (EU) 2019/1896 of een terugkeerinterventie overeenkomstig artikel 53 van die verordening.

3. Overeenkomstig hun respectieve verzoek ondersteunt het Agentschap Letland, Litouwen en Polen door middel van de volgende activiteiten:

a) het inzetten van het permanente korps via grensbeheerteams en relevante technische uitrusting (patrouillewagens, transportvoertuigen, helikopters, voertuigen met warmtecamera’s, camera’s enz.) ter ondersteuning van het grenstoezicht, met name met betrekking tot de volgende activiteiten:

–grensbewaking;

–grenscontroles;

–opsporing van grensoverschrijdende criminaliteit;

–rapportage;

–vertolking;

–de identificatie van minderjarigen en andere kwetsbare migranten en hulp bij het waarborgen van een correcte doorverwijzing.

b) het inzetten van het permanente korps via grensbeheerteams en relevante technische uitrusting ter ondersteuning van de terugkeer van onderdanen van derde landen die geen verzoek om internationale bescherming hebben ingediend of wier recht om op het grondgebied te blijven is geëindigd, met name door bijstand te verlenen bij:

–activiteiten voorafgaand aan de terugkeer, met inbegrip van begeleiding bij terugkeer en ondersteuning van de samenwerking met derde landen door het organiseren van identificatiemissies en het aanbieden van videoconferentiediensten voor identificatie-interviews;

–vrijwillige terugkeer;

–terugkeeroperaties met commerciële vluchten en chartervluchten, met inbegrip van het begeleiden van terugkeerders naar het derde land van herkomst en, in voorkomend geval, activiteiten na terugkeer in derde landen.

c) het inzetten van het permanente korps via de ondersteuningsteams voor migratiebeheer ter ondersteuning van de identificatie van migranten, met inbegrip van screening op nationaliteit en controle van reisdocumenten, met name door:

–het bieden van ondersteuning bij debriefingactiviteiten en toepassen van gemeenschappelijke risico-indicatoren om personen te identificeren die mogelijk banden hebben met terrorisme en meer informatie te verzamelen over routes, facilitators en werkwijzen;

–het bieden van ondersteuning met Eurodac-apparatuur en personeel ter ondersteuning van de registratie en het nemen van vingerafdrukken van migranten;

–het geven van voorrang aan de behandeling van alle verzoeken van de drie betrokken lidstaten aan de Fusion Services van Eurosur, met name met betrekking tot:

·monitoring van het luchtverkeer om toezicht te houden op vluchten die vanuit verschillende plaatsen van vertrek in Belarus aankomen;

·het zorgen voor regelmatige monitoring met op maat gemaakte diensten voor inlichtingen uit beeldmateriaal, met inbegrip van satellietbeelden, die de aangrenzende gebieden vóór de grens van Belarus bestrijken, zodat de situatie kan worden beoordeeld, en die ook verder weg gelegen gebieden vóór de grens bestrijken die relevant zijn voor een beter inzicht in mogelijke bedreigingen voor de veiligheid van ingezette personeelsleden en technische uitrusting;

·het verlenen van een op maat gesneden multifunctionele bewakingsdienst vanuit de lucht, indien beschikbaar en noodzakelijk, die het Belarussische grondgebied langs de grens beslaat, hetzij met een regionale aanpak die Letland, Litouwen en Polen bestrijkt, hetzij ter ondersteuning van een specifieke lidstaat of specifieke lidstaten en die de mogelijkheid biedt ’s nachts te surveilleren.

d) het bieden van monitoring van socialemediaplatforms om tijdig groepen potentiele migranten op te merken en te reageren op alle mogelijke massale bewegingen in de richting van de grenzen van de EU;

e) het bieden van op maat gemaakte risicoanalyseproducten;

f) andere specifieke steun, naargelang het geval.

Artikel 7

Operationele ondersteuning door het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken

Op een verzoek om steun van Letland, Litouwen of Polen geeft het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) voorrang aan het beschikbaar stellen van de nodige operationele steun, met name door middel van de volgende activiteiten:

a) het inzetten van asielondersteuningsteams;

b) het registreren van verzoeken om internationale bescherming;

c) het faciliteren van een eerste analyse van asielaanvragen;

d) het voeren van een persoonlijk onderhoud met verzoekers over hun verzoeken en de omstandigheden van hun aankomst;

e) het ondersteunen van een passende identificatie en beoordeling van kwetsbare verzoekers;

f) het ondersteunen van het beheer, het ontwerp en de invoering van passende normen voor opvangvoorzieningen;

g) het verstrekken van de eventueel benodigde informatie en specifieke bijstand aan verzoekers of potentiële verzoekers om internationale bescherming;

h) het verstrekken van expertise, met name op het gebied van tolk- en vertaaldiensten, nauwkeurige en actuele informatie over landen van herkomst en kennis van de behandeling en het beheer van asielzaken;

i) het verstrekken van opleiding aan personeel van bevoegde of andere autoriteiten;

j) andere specifieke steun, naargelang het geval.

Artikel 8

Operationele ondersteuning door Europol

Op een verzoek om steun van Letland, Litouwen of Polen geeft Europol voorrang aan het beschikbaar stellen van de nodige operationele steun door middel van de volgende activiteiten:

a) het inzetten van deskundigen om gegevens te vergelijken met gegevens in databanken bij Europol, de snelle en veilige uitwisseling van informatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken en operationele analyses te ondersteunen;

b) het leveren van op maat gemaakte analyseproducten, zoals dreigingsevaluaties, strategische en operationele analyses en situatieverslagen;

c) het ondersteunen van de lidstaten bij de bestrijding van migrantensmokkel en daarmee verband houdende misdrijven die worden gefaciliteerd, bevorderd of gepleegd met behulp van het internet en de activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt m), van Verordening (EU) 2016/794.

d) andere specifieke steun, naargelang het geval en waar nodig.

HOOFDSTUK IV - SLOTBEPALINGEN


Artikel 9

Samenwerking en evaluatie

1. De Commissie, de relevante agentschappen van de Europese Unie en Letland, Litouwen en Polen werken nauw samen en informeren elkaar regelmatig over de uitvoering van dit besluit. Letland, Litouwen en Polen blijven via het EU-netwerk voor paraatheid en crisisbeheer in verband met migratie rapporteren over alle relevante gegevens, met inbegrip van statistieken die relevant zijn voor de uitvoering van dit besluit.

2. Letland, Litouwen en Polen zorgen voor nauwe samenwerking met de UNHCR en relevante partnerorganisaties om de voorwaarden vast te stellen voor steun aan verzoekers in de huidige noodsituatie, overeenkomstig de voorschriften van dit besluit, de richtlijn asielprocedures en de richtlijn opvangvoorzieningen.

3. De Commissie monitort en evalueert, in samenwerking met Letland, Litouwen en Polen, de situatie voortdurend, en stelt, in voorkomend geval, voor dit besluit in te trekken of te verlengen door middel van een voorstel voor een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 78, lid 3, VWEU. Daartoe verstrekken Letland, Litouwen en Polen de Commissie de specifieke informatie die zij nodig heeft om deze evaluatie uit te voeren en voor het voorstel tot intrekking of verlenging, alsmede alle andere informatie waarom de Commissie kan verzoeken.

Artikel 10

Inwerkingtreding en toepassing

1. Dit besluit treedt in werking op de [...] dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. Onverminderd artikel 9 is het van toepassing tot zes maanden na de inwerkingtreding ervan.

3. Dit besluit is van toepassing op alle onderdanen van derde landen die met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit op het grondgebied van Letland, Litouwen of Polen aankomen, alsmede op onderdanen van derde landen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit reeds op het grondgebied van Letland, Litouwen of Polen verbleven als gevolg van de acties van het Belarussische regime en wier verzoek om internationale bescherming niet is geregistreerd of ten aanzien van wie de terugkeerprocedure nog niet is ingeleid.

4. Dit besluit blijft van toepassing op verzoekers van wie het verzoek om internationale bescherming overeenkomstig de bepalingen van dit besluit is geregistreerd, totdat een definitief besluit over hun verzoek is genomen of totdat de betrokken onderdanen van derde landen worden teruggezonden overeenkomstig artikel 4.