Artikelen bij COM(2021)377 - Wijziging van Verordening 2019/440 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2021)377 - Wijziging van Verordening 2019/440 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de ... |
---|---|
document | COM(2021)377 ![]() ![]() |
datum | 28 september 2021 |
Artikel 1
Artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) 2019/440 van de Raad wordt vervangen door:
1. De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld op grond van het uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko (“de visserijovereenkomst”), worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
Visserijcategorie | Vaartuigtype | Lidstaat | Vergunningen of quota |
1. Ambachtelijke pelagische visserij noord | Zegenvisserijvaartuigen < 150 brutotonnage (BT) | Spanje | 22 |
2. Ambachtelijke visserij noord | Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug < 40 BT | Spanje | 25 |
Portugal | 7 | ||
Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug ≥ 40 BT < 150 BT | Portugal | 3 | |
3. Ambachtelijke visserij zuid | Lijn en hengel < 150 BT per vaartuig Totaal ≤ 800 BT | Spanje | 10 |
4. Demersale visserij | Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug ≤ 150 BT | Spanje | 7 |
Portugal | 4 | ||
Trawlers ≤ 750 BT Totaal ≤ 3 000 BT | Spanje | 5 | |
Italië | 0 | ||
5. Tonijnvisserij | Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel | Spanje | 23 |
Frankrijk | 4 | ||
6. Industriële pelagische visserij | 85 000 ton (t) in 2019 90 000 t in 2020 100 000 t per jaar in 2021 en 2022 Indeling van de vaartuigen die mogen vissen: 10 vaartuigen ≥ 3 000 BT en < 7 765 BT 4 vaartuigen ≥ 150 BT en < 3 000 BT 4 vaartuigen < 150 BT | 2019: 85 000 t | |
Duitsland | 6 871,2 t | ||
Litouwen | 21 986,3 t | ||
Letland | 12 367,5 t | ||
Nederland | 26 102,4 t | ||
Ierland | 3 099,3 t | ||
Polen | 4 807,8 t | ||
Verenigd Koninkrijk | 4 807,8 t | ||
Spanje | 496,2 t | ||
Portugal | 1 652,2 t | ||
Frankrijk | 2 809,3 t | ||
2020: 90 000 t | |||
Duitsland | 7 275,4 t | ||
Litouwen | 23 279,6 t | ||
Letland | 13 095,0 t | ||
Nederland | 27 637,9 t | ||
Ierland | 3 281,6 t | ||
Polen | 5 090,6 t | ||
Verenigd Koninkrijk | 5 090,6 t | ||
Spanje | 525,4 t | ||
Portugal | 1 749,4 t | ||
Frankrijk | 2 974,5 t | ||
2021 en 2022: 100 000 t per jaar | |||
Duitsland | 8 568,4 t | ||
Litouwen | 27 417 t | ||
Letland | 15 422,3 t | ||
Nederland | 32 549,8 t | ||
Ierland | 3 864,9 t | ||
Polen | 5 995,4 t | ||
Spanje | 618,8 t | ||
Portugal | 2 060,3 t | ||
Frankrijk | 3 503,1 t |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.