Artikelen bij COM(2020)797 - Eerste voortgangsverslag over de EU-strategie voor de veiligheidsunie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 9.12.2020

COM(2020) 797 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EMPTY

Eerste voortgangsverslag over de EU-strategie voor de veiligheidsunie


I    INLEIDING


Veiligheid is een van de zaken die de burger het meest zorgen baren. De recente golf van terroristische aanslagen op Europese bodem heeft de noodzaak van EU-optreden nog eens extra onderstreept. Op 24 juli 2020 heeft de Commissie een EU-strategie voor de veiligheidsunie 2020-2025 1 vastgesteld om haar optreden te richten op prioritaire gebieden waar de EU een meerwaarde kan geven aan nationale inspanningen. De strategie bouwt voort op de vooruitgang die eerder in het kader van de Europese Veiligheidsagenda 2015-2020 2 is geboekt. Ze biedt een nieuwe focus om ervoor te zorgen dat het veiligheidsbeleid van de Unie het veranderende dreigingslandschap weerspiegelt; dat het duurzame weerbaarheid op de lange termijn opbouwt; dat het de EU-instellingen en -agentschappen, de regeringen, de particuliere sector en de burger betrekt bij een samenlevingsbrede aanpak; en dat het de vele beleidsterreinen met een directe invloed op de veiligheid samenbrengt. De volledige eerbiediging van de grondrechten staat centraal in dit werk, aangezien de veiligheid van de Unie alleen kan worden gewaarborgd als iedereen erop kan vertrouwen dat zijn of haar grondrechten volledig worden geëerbiedigd.

De dreiging van transnationale terreurnetwerken doet ons nadrukkelijk beseffen dat een gecoördineerd EU-optreden onontbeerlijk is voor effectieve maatregelen ter bescherming van de Europeanen, onze gemeenschappelijke waarden en onze Europese levenswijze. De steeds complexere grens- en sectoroverschrijdende veiligheidsdreigingen maken nauwere samenwerking op het gebied van veiligheid op alle niveaus alsmaar belangrijker. Dit gaat op voor de georganiseerde misdaad of de drugshandel, maar ook voor de digitale wereld nu cyberaanvallen en cybercriminaliteit steeds vaker voorkomen. Al deze uitdagingen gelden ook buiten onze grenzen, met een duidelijk verband tussen interne en externe veiligheid. De COVID-19-crisis heeft de veiligheid van Europa sterk onder de aandacht gebracht en heeft de veerkracht van Europa's kritieke infrastructuur alsmede Europa's crisisparaatheid, strategische waardeketens en crisisbeheersingssystemen op de proef gesteld, net als de veerkracht van onze samenlevingen ten aanzien van manipulatieve inmenging en desinformatie.

De EU-strategie voor de veiligheidsunie bestaat uit vier strategische prioriteiten voor actie op EU-niveau: een toekomstbestendige veiligheidsomgeving, aanpak van veranderende dreigingen, bescherming van Europa tegen terrorisme en georganiseerde misdaad en een krachtig Europees veiligheidsecosysteem. Centraal in de strategie staat de uitvoering, die het kernthema van dit verslag is: uitvoering waarvoor de volledige betrokkenheid van de nationale autoriteiten in de frontlinie van veiligheid in de EU vereist is. Dit verslag is het eerste uitvoeringsverslag in het kader van de strategie, waarmee de Commissie haar belofte nakomt om regelmatig verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang 3 . Het bestrijkt de periode vanaf 31 oktober 2019, toen het laatste voortgangsverslag over de veiligheidsunie werd gepubliceerd in het kader van het vorige mandaat van de Commissie 4 .

II    EEN TOEKOMSTBESTENDIGE VEILIGHEIDSOMGEVING

1.Bescherming en weerbaarheid van kritieke infrastructuur

Het dagelijks leven van de burgers is afhankelijk van een steeds meer onderling verbonden en onderling afhankelijke fysieke en digitale infrastructuur. Deze infrastructuur is van vitaal belang voor het functioneren van de economie en de samenleving. Zonder betrouwbare energievoorziening, voorspelbaar transport, uitgebreide gezondheidssystemen of een digitaal gestuurd financieel netwerk zou onze huidige manier van leven niet mogelijk zijn. De COVID-19-pandemie heeft nog duidelijker aangetoond hoe belangrijk het is dat de weerbaarheid van kritieke sectoren en exploitanten wordt gewaarborgd. De EU heeft erkend dat het in het gemeenschappelijk belang is kritieke infrastructuur te beschermen tegen bedreigingen, of het nu gaat om natuurrampen dan wel door de mens veroorzaakte rampen of terroristische aanslagen. Het huidige dreigingsbeeld voor kritieke infrastructuren is breed. Het omvat: terrorisme, hybride acties, cyberaanvallen, incidenten met insiders; bedreigingen in verband met nieuwe en opkomende technologieën (zoals drones, 5G, artificiële intelligentie); uitdagingen in verband met de klimaatverandering; verstoring van toeleveringsketens; en inmenging in verkiezingen. Onze huidige regels moeten worden gemoderniseerd en uitgebreid 5 . Zij moeten het accent verleggen van bescherming naar veerkracht, zodat er meer samenhang en consistentie komt in de sectorale dekking en de aandacht wordt toegespitst op kritieke entiteiten die essentiële diensten leveren.

Dit wordt het doel van de komende voorstellen om fysieke en digitale infrastructuren veerkrachtiger te maken. De algemene doelstelling is de paraatheid op nationaal en EU-niveau te vergroten door robuuste capaciteiten voor het voorkomen en opsporen van, het reageren op en het beperken van bedreigingen op te bouwen, en voorbereid zijn om in crisissituaties op te treden. De bestaande wetgeving heeft het risicobeheer in kritieke sectoren kunnen uitbreiden en verbeteren; dit moet worden opgevoerd. Een belangrijke doelstelling van de herziene richtlijn kritieke infrastructuur is het bevorderen van een hoog gemeenschappelijk niveau van veerkracht in een voldoende groot scala aan sleutelsectoren. Evenzo zal de actualisering van de richtlijn cyberbeveiliging (NIS-richtlijn) gericht zijn op meer samenhang bij de identificatie van "aanbieders van essentiële diensten'' door de lidstaten 6 . Meer in het algemeen zijn de capaciteiten op het gebied van cyberbeveiliging in de lidstaten, ondanks de aanzienlijke vooruitgang, nog steeds ongelijk. Daarom zal er bij de herziening naar worden gestreefd de cyberbeveiliging algemeen te bevorderen 7 . Dit zal leiden tot een betere en coherentere aanpak van de veerkracht van fysieke en digitale infrastructuur.

Terwijl er wordt gewerkt aan dit coherentere kader, vullen sectorale initiatieven die gericht zijn op specifieke kwetsbaarheden dit werk aan. De specifieke uitdagingen voor de energiesector op het gebied van cyberbeveiliging worden nu aangepakt op basis van de aanbeveling van de Commissie van 2019 8 , waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van de sector, zoals de realtimevereisten, het risico van cascade-effecten en de combinatie van oude systemen met nieuwe technologieën. Er wordt gewerkt aan een speciale netcode voor cyberbeveiliging voor grensoverschrijdende elektriciteitsstromen en aan de cyberbeveiliging en bescherming van de veerkracht van kritieke energie-infrastructuur. Het thematisch netwerk voor de bescherming van kritieke energie-infrastructuur werd opnieuw gelanceerd, met een hernieuwde focus en doelstellingen. Het netwerk kwam voor het eerst bijeen in juni 2020 met meer dan 100 online deelnemers. Het biedt een platform voor de bevordering van grensoverschrijdende samenwerking tussen exploitanten en eigenaren van kritieke energie-infrastructuur in de energiesector.

Om een gemeenschappelijk uitgangspunt voor de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van risicoparaatheid in de elektriciteitssector te bieden, stelde het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit in september 2020 het meest relevante regionale scenario voor een elektriciteitscrisis op, zoals bepaald in de risicoparaatheidsverordening 9 . Dit scenario omvat naast (cyber)aanvallen ook pandemieën en extreme weersomstandigheden. De lidstaten zullen nationale crisisscenario's en risicoparaatheidsplannen opstellen om elektriciteitscrises te voorkomen en te beperken (de eerste ontwerpen worden in april 2021 verwacht). Om bij te dragen aan dit proces werd in juni 2020 een reeks goede praktijken gepubliceerd 10 . Dit document is gebaseerd op een nauwgezette monitoring van het effect van de COVID-19-pandemie op de energiesector via de coördinatiegroepen voor elektriciteit, gas en olie, alsook de Groep Europese regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid en de EU-groep van offshore-autoriteiten.

De groeiende en geavanceerde afhankelijkheid van digitale processen bij de levering van financiële diensten vraagt ook om een verhoging van het niveau van cyberbeveiliging in de financiële sector. Hoewel de beveiliging van ICT-systemen wordt erkend als een integraal onderdeel van het risicobeheer voor financiële entiteiten, is dit nog niet volledig weerspiegeld in de EU-regelgeving inzake financiële diensten. Op 24 september 2020 keurde de Commissie haar strategie voor het digitale geldwezen ( 11 ) goed met als duidelijke doelstelling het aanpakken van uitdagingen en risico's die verbonden zijn aan de digitale transformatie alsmede het bevorderen van de veerkracht, gegevensbescherming en passend prudentieel toezicht. Dit omvatte een wetgevingsvoorstel over digitale operationele veerkracht 12 om ervoor te zorgen dat er voorzorgsmaatregelen worden genomen om cyberaanvallen en andere risico's te beperken 13 . Dit initiatief draagt bij tot een sterke en levendige Europese digitale financiële sector. Het versterkt zo het vermogen van Europa om zijn open strategische autonomie op het gebied van financiële diensten te vergroten en, bij uitbreiding, zijn vermogen om het financiële stelsel te reguleren en er toezicht op te houden teneinde de financiële stabiliteit van Europa te beschermen.

Tijdens grootschalige noodsituaties vereist de hoge mate van onderlinge afhankelijkheid tussen sectoren en landen een gecoördineerd optreden om te zorgen voor een snelle en doeltreffende reactie evenals een betere preventie van en paraatheid voor soortgelijke situaties in de toekomst. Bij de herziening van het besluit betreffende het EU-mechanisme voor civiele bescherming 14 heeft de Commissie voorgesteld 15 om doelstellingen inzake rampbestendigheid te ontwikkelen en een planning op het gebied van rampbestendigheid op te stellen met een sterkere nadruk op het opbouwen van sectoroverschrijdende weerbaarheid op langere termijn tegen grensoverschrijdende rampen. De voorgestelde nieuwe aanpak voor het opbouwen van weerbaarheid vormt een aanvulling op de werkzaamheden op het gebied van risicobeheer bij rampen op nationaal niveau. Op 26 november bereikte de Raad overeenstemming over een onderhandelingsmandaat om de rampenpreventie, -paraatheid en -respons te versterken op basis van het voorstel van de Commissie van 2 juni 2020 16 .

De COVID-19-pandemie heeft het effect van de gezondheidscrisis op de veiligheid in de EU en de rest van de wereld aangetoond en heeft de noodzaak onderstreept om de paraatheids- en responsplanning voor epidemieën en andere ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid te versterken. In het pakket van de Commissie van 11 november 2020 inzake 'Bouwen aan een Europese gezondheidsunie: de veerkracht van de EU versterken' zijn de volgende stappen in de aanpak van grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid beschreven. Dit zou een versterkt kader opleveren voor grensoverschrijdende samenwerking tegen alle gezondheidsbedreigingen. Het pakket omvatte drie wetgevingsvoorstellen: de wetgeving inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid verbeteren en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) alsmede het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) versterken. Samen zullen deze voorstellen een robuust en kosteneffectief kader scheppen om de EU en de lidstaten een veiligere basis te bieden bij het reageren op toekomstige gezondheidscrises.

Een belangrijk element voor de bescherming van essentiële digitale activa op nationaal en EU-niveau is het aanbieden van een kanaal voor veilige communicatie ten behoeve van kritieke infrastructuren. Dit wordt ondersteund door de ontwikkeling van een netwerkinfrastructuur voor veilige en veerkrachtige overheidssatellietcommunicatie als onderdeel van het EU-ruimtevaartprogramma.


2.Cyberbeveiliging

De voordelen van digitale transformatie zijn duidelijk, maar dat geldt ook voor het feit dat deze transformatie onvermijdelijk gepaard gaat met een toename van potentiële kwetsbaarheden 17 . Kritieke infrastructuur is vaak het doelwit van steeds geavanceerdere cyberaanvallen 18 . Cyberbeveiliging moet daarom niet alleen de zorg zijn van beleidsmakers, maar van iedereen die online werkt of communiceert.

Om het vertrouwen in en de veiligheid van digitale producten, processen en diensten te vergroten, is op grond van de cyberbeveiligingsverordening van juni 2019 een EU-kader voor de certificering van cyberbeveiliging tot stand gebracht. De Commissie heeft het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa) verzocht om twee regelingen voor cyberbeveiligingscertificering op te stellen. De voorbereiding daarvan vlot goed. Bij deze werkzaamheden zijn ook nationale cyberbeveiligingscertificeringsautoriteiten, bedrijven, consumenten, accreditatie-, normalisatie- en certificeringsinstanties alsmede het Europees Comité voor gegevensbescherming betrokken.

Een van deze regelingen is een clouddienstenregeling ter ondersteuning van een veilige en vertrouwde markt voor clouddiensten.  Dit is een sleutelelement in de Europese datastrategie die in februari 2020 werd goedgekeurd 19 . Ze zou een gemeenschappelijke veiligheidsbasis voor clouddiensten in alle sectoren creëren, voortbouwend op de grootste gemene deler van bestaande (Europese en internationale) normen, regelingen en praktijken. Dit zal een sleutelelement zijn in het vrije verkeer van gegevens in de EU 20 . De regeling zal ook de invoering van cloudtechnologieën bevorderen door gebruikers, met name het midden- en kleinbedrijf en overheidsinstanties, op een begrijpelijke manier gerust te stellen over het veiligheidsniveau bij het gebruik van de cloud.

Zoals in de EU-strategie voor de veiligheidsunie wordt benadrukt, kunnen de gevolgen van systemische en wijdverbreide verstoringen bijzonder ernstig zijn, gezien de lopende uitrol van 5G-infrastructuur in de hele EU en de mogelijke afhankelijkheid van veel kritieke diensten van 5G-netwerken. Het resultaat is een gezamenlijke inspanning van de lidstaten om adequate veiligheidsmaatregelen te ontwikkelen en in te voeren. Naar aanleiding van de aanbeveling van de Commissie over de cyberbeveiliging van 5G-netwerken van maart 2019 21 , hebben de lidstaten nationale risicobeoordelingen uitgevoerd. Deze zijn vertaald in een gecoördineerd EU-risicobeoordelingsverslag 22 waarin de uitdagingen op het gebied van de beveiliging van 5G-netwerken worden geïdentificeerd.  Op basis hiervan heeft de NIS-samenwerkingsgroep 23 op 29 januari 2020 de EU-toolbox voor risicobeperkende maatregelen 24  gepubliceerd, waarin de noodzakelijke strategische en technische maatregelen worden uiteengezet. De toolbox omvat maatregelen om de beveiligingseisen voor exploitanten van een mobiel netwerk aan te scherpen, de diversiteit van leveranciers voor individuele exploitanten van een mobiel netwerk te waarborgen, het risicoprofiel van leveranciers te beoordelen en beperkingen toe te passen voor leveranciers die als risicovol worden beschouwd. De Commissie zal de uitvoering van de toolbox ondersteunen en daarbij ten volle gebruik maken van haar bevoegdheden en de middelen die haar ter beschikking staan 25 , met inbegrip van telecom- en cyberbeveiligingsregels; coördinatie op het gebied van standaardisatie en EU-brede certificering; en het EU-kader voor directe buitenlandse investeringen 26 .

De NIS-samenwerkingsgroep publiceerde in juli 2020 een voortgangsverslag over de uitvoering van toolboxmaatregelen 27 . Hierin werd opgemerkt dat een grote meerderheid van de lidstaten de in de toolbox aanbevolen maatregelen al heeft goedgekeurd of bezig is met de uitvoering ervan. Maatregelen waarvan de uitvoering minder vergevorderd was, waren onder meer het beperken van het risico van afhankelijkheid van risicovolle leveranciers en de ontwikkeling van op meerdere leveranciers gebaseerde strategieën op zowel nationaal als bedrijfsniveau.

In de loop van de laatste maanden hebben EU-instellingen en lidstaten gereageerd op het toegenomen cyberbeveiligingsrisico als gevolg van de COVID-19-crisis door de uitwisseling van informatie te intensiveren en het niveau van paraatheid voor een mogelijke cybercrisis te verhogen. De EU-samenwerking werd geïntensiveerd in belangrijke fora (de NIS-samenwerkingsgroep en het CSIRT-netwerk), alsook door middel van nieuwe vormen van coördinatie en instrumenten voor het delen van informatie 28 . In september 2020 vond een tweede table-top Blueprint Operational Level Exercise (Blue OLEx) 29 plaats, waar ook het 'Cyber Crisis Liaison Organisation Network' (CyCLONe) van lidstaten werd gelanceerd. CyCLONe zal de blauwdruk voor snelle reacties op noodsituaties bij grootschalige, grensoverschrijdende cyberincidenten of -crises verder uitvoeren 30 .

In de wereldwijde cyberspace komen cyberaanvallen en -bedreigingen vaak van buiten de EU. Om deze uitdagingen effectief het hoofd te bieden, werken de EU en de lidstaten samen om de internationale veiligheid en stabiliteit in cyberspace te bevorderen, verantwoord staatsgedrag aan te moedigen, de mondiale veerkracht te vergroten en het bewustzijn van cyberdreigingen en kwaadwillige cyberactiviteiten te vergroten, inclusief in samenwerking met internationale partners 31 . Op 30 april 2020 publiceerde de hoge vertegenwoordiger namens de EU een verklaring waarin kwaadwillig gedrag in cyberspace wordt veroordeeld en solidariteit met de slachtoffers wordt betuigd 32 .

Op 30 juli 2020 stelde de Raad de allereerste EU-cybersancties vast tegen zes personen en drie entiteiten die verantwoordelijk zijn voor of betrokken waren bij cyberaanvallen. Het gaat onder meer om de poging tot cyberaanval tegen de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OVCW) en de cyberaanvallen die algemeen bekend staan als WannaCry, NotPetya en Operation Cloud Hopper. Op 22 oktober 2020 legde de Raad sancties op aan twee andere personen en één entiteit die verantwoordelijk zijn voor of betrokken waren bij de cyberaanval tegen het Duitse federale parlement. Deze besluiten volgden op een voortdurende signalering door de EU en de lidstaten van de noodzaak om kwaadwillige cyberactiviteiten te voorkomen, te ontmoedigen, af te schrikken en erop te reageren, onder meer door gebruik te maken van de cybersanctieregeling van de EU als onderdeel van haar instrumentarium voor cyberdiplomatie in 2017 33 .

De onderhandelingen tussen de medewetgevers over nieuwe exportregels die de verkoop beperken van goederen voor cyberbewaking aan wereldwijde regimes die betrokken zijn bij de onderdrukking van mensenrechten 34 zijn ook gevorderd. Als deze regels eenmaal zijn vastgesteld, zullen ze leiden tot een meer verantwoordelijke, concurrerende en transparante handel in producten voor tweeërlei gebruik 35 . De voorgestelde wijzigingen, die noodzakelijk zijn geworden door de technologische ontwikkelingen en de toenemende veiligheidsrisico's, omvatten nieuwe criteria voor het verlenen of weigeren van uitvoervergunningen voor bepaalde producten.

3.Openbare ruimten beschermen

Zoals erkend in de EU-agenda voor terrorismebestrijding 36 blijft de bescherming van openbare ruimten door het opbouwen van weerbaarheid tegen veiligheidsdreigingen een cruciaal onderdeel van het werk aan een effectieve en echte veiligheidsunie. De Commissie werkt samen met een breed scala aan publieke en private belanghebbenden om richtsnoeren te ontwikkelen en praktische steun en financiering te bieden 37 . Dit gebeurt in overeenstemming met het Actieplan ter ondersteuning van de bescherming van openbare ruimten uit 2017 38 en de in 2019 vastgestelde goede praktijken ter ondersteuning van de bescherming van openbare ruimten 39 . Zoals uiteengezet in de EU-agenda voor terrorismebestrijding zal de Commissie haar steun aan lokale en regionale autoriteiten, die een sleutelrol spelen bij de bescherming van openbare ruimten en de voorkoming van radicalisering, intensiveren.  Dit omvat de opstelling van een EU-protocol inzake stedelijke beveiliging en veerkracht waarin de basisbeginselen en doelstellingen voor lokale autoriteiten op deze gebieden worden uiteengezet.

Omdat terroristische aanslagen steeds vaker gericht zijn tegen gebedshuizen, wordt bijzondere nadruk gelegd op de samenwerking tussen overheidsinstanties en religieuze leiders en congregaties om het veiligheidsbewustzijn te verbeteren en goede praktijken en opleidingen in gebedshuizen te helpen implementeren. Eenvoudige maatregelen kunnen het verschil maken tussen leven en dood. In oktober 2019 werd een synagoge in Halle getroffen door een terroristische aanslag. Een versterkte deur, een paniekknop en beveiligingscamera's hielpen levens te redden.

Om de verbetering van de veiligheid in openbare ruimten, met name in gebedshuizen, verder te ondersteunen, stelde de Commissie in 2020 20 miljoen EUR beschikbaar voor door belanghebbenden geleide projecten.

De Commissie werkt ook aan een reactie op opkomende risico's voor openbare ruimten, waaronder onbemande luchtvaartuigsystemen (UAS). Drones bieden heel wat economische en werkgelegenheidskansen, maar vormen tegelijk een aanzienlijk risico voor openbare ruimten, kritieke infrastructuren en andere gevoelige locaties, zoals gevangenissen. Recente EU-regels 40 op dit gebied beperken dit risico door de veiligheid van droneoperaties te verbeteren. Vanaf januari 2021 moeten exploitanten van drones zich ook bij nationale autoriteiten registreren. Deze regeling kan worden aangevuld met een regelgevend kader voor de U-space, Europa's systeem voor het beheer van onbemand verkeer 41 , om veiligere en meer beveiligde droneoperaties te garanderen. Samen zullen deze stappen het voor individuen moeilijker maken om met drones te vliegen in gebieden waar beperkingen gelden en zullen ze helpen bij het identificeren en vervolgen van overtreders.

De Commissie werkt ook aan de ondersteuning van rechtshandhavingsinstanties, exploitanten van kritieke infrastructuur, organisatoren van massa-evenementen en andere belanghebbenden om het niet-coöperatieve gebruik van drones tegen te gaan. Zo werkt zij samen met het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart aan de ontwikkeling van goede praktijken om belanghebbenden op de luchthaven te helpen reageren op ongeoorloofde drone-incidenten, vergemakkelijkt zij meer geharmoniseerde inspanningen op het gebied van het testen van tegenmaatregelen in de hele EU en stelt zij een praktisch handboek voor belanghebbenden op dat gericht is op de stedelijke context.

Een Europese digitale herfstschool voor de bescherming van openbare ruimten, georganiseerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie in oktober 2020, bracht meer dan 200 stedenbouwkundigen en publieke en particuliere beheerders van openbare ruimten bijeen. Tijdens de sessies werd een breed scala aan onderwerpen onderzocht, zoals hoe bescherming bieden tegen explosies en aanvallen door een ramvoertuig, het beperken van de dreiging die uitgaat van vijandige drones in stedelijke omgevingen en het gebruik van bewakings- en opsporingstechnologieën.

De Commissie is ook actief steun blijven verlenen aan het partnerschap inzake beveiliging in openbare ruimten, dat in januari 2019 werd gelanceerd in het kader van de EU-stedenagenda en dat zijn nieuwe actieplan 42 heeft gepubliceerd om de stedelijke beveiliging op verschillende bestuursniveaus aan te pakken. De acties omvatten het creëren van een kader voor een zelfbeoordelingsinstrument, aanbevelingen voor beleidsvorming, bestuur en financiering op verschillende niveaus, innovatie door middel van slimme oplossingen en technologieën, met inbegrip van het concept van beveiliging door ontwerp, preventie en sociale inclusie. Het partnerschap gaat nu de uitvoeringsfase in.

Via de vierde oproep van de stedelijke innovatieve acties werd ook steun verleend om de beveiliging in openbare ruimten op lokaal niveau te verbeteren. Drie steden zijn geselecteerd en testen nieuwe oplossingen voor stedelijke beveiliging (Piraeus in Griekenland, Tampere in Finland en Turijn in Italië) door middel van financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

Wat de respons betreft, heeft de Commissie ook een Europees kader ontwikkeld om de paraatheid voor en respons op incidenten met een zeer groot aantal brandwondenslachtoffers te verbeteren. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de totale Europese capaciteit op het gebied van brandwondenzorg om patiënten te behandelen door middel van samenwerking op EU-niveau.  Het Uniemechanisme voor civiele bescherming kan worden gebruikt om grote aantallen patiënten met ernstige brandwonden te helpen door toegang te bieden tot brandwondenbedden in gespecialiseerde behandelcentra en tot brandwondenexperts en medische evacuatiecapaciteit.

III    AANPAK VAN VERANDERENDE DREIGINGEN

1.Cybercriminaliteit

Tekortkomingen op het gebied van cyberbeveiliging worden vaak uitgebuit door criminelen. Dit is tijdens de COVID-19-crisis duidelijker dan ooit. Er is een toename geweest van 'klassieke' cybercriminaliteit met malware en ransomware (software die wordt gebruikt om persoons- en betalingsgegevens te stelen of slachtoffers te chanteren), evenals een wildgroei van nieuwe websites die gebruikers ertoe verleiden malware te installeren. Er zijn cyberaanvallen op gezondheidszorg- en onderzoeksinfrastructuur geweest waarbij ICT-systemen werden vergrendeld die alleen tegen betaling van losgeld of in ruil voor informatie over de ontwikkeling van vaccins konden worden ontgrendeld 43 . Er is ook een aanzienlijke toename vastgesteld van zowel het aantal gevallen van seksueel misbruik van kinderen als materiaal dat daarmee verband houdt 44 .

Voor een doeltreffende reactie op cybercriminaliteit is een sterk kader voor strafrechtelijk onderzoek en vervolging nodig. Een belangrijke eerste stap is de volledige omzetting en uitvoering van de richtlijn over aanvallen op informatiesystemen 45 . De Commissie volgt de acties van Bulgarije, Italië, Portugal en Slovenië na de inleiding van inbreukprocedures in 2019. Er moet ook vooruitgang worden geboekt bij de uitvoering van de richtlijn van 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen 46 . De gebieden waarop nog inspanningen nodig zijn, zijn onder meer preventie, materieel strafrecht, bijstand, ondersteuning en beschermingsmaatregelen voor minderjarige slachtoffers. Sinds 2018 heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen 25 lidstaten 47 .

Op 24 juli 2020 heeft de Commissie een EU-strategie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen 48 vastgesteld die tot doel heeft een effectieve EU-reactie te bieden op het misdrijf seksueel misbruik van kinderen.  Er is ook een specifieke uitdaging ontstaan, aangezien bepaalde onlinecommunicatiediensten, zoals webmail of berichtendiensten, vanaf 21 december 2020 onder het toepassingsgebied van de e-privacyrichtlijn en onder de herziene definities in het Europees wetboek voor elektronische communicatie vallen. Bijgevolg bestaat er een duidelijk risico dat aanbieders van diensten die vandaag bepaalde belangrijke vrijwillige activiteiten ondernemen met het oog op het opsporen, aanpakken en melden van online seksueel misbruik van kinderen daarmee zouden moeten stoppen. De Commissie heeft daarom een verordening 49 voorgesteld die toestaat dat deze vrijwilligersactiviteiten onder bepaalde voorwaarden worden voortgezet totdat een wettelijke oplossing voor de lange termijn is gevonden. De Commissie werkt aan een voorstel voor een dergelijke oplossing, dat naar verwachting in 2021 zal worden vastgesteld.

Het Europees netwerk van cyberbeveiligingscentra en het competentiecentrum voor innovatie en operaties hebben een COVID-19-cyberdefensiealliantie opgericht om innovatieve benaderingen voor de bestrijding van COVID-19-gerelateerde misdrijven te ontwikkelen. In april 2020 werd een speciaal COVID-platform van de Europese Innovatieraad 50 opgericht om het maatschappelijk middenveld, innovatoren, partners en investeerders in heel Europa met elkaar in contact te brengen teneinde innovatieve oplossingen te ontwikkelen.

Met het oog op een effectievere vervolging van misdrijven en gezien het belang van elektronische informatie en bewijzen in het strafrechtelijk onderzoek, moeten rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten snel toegang krijgen tot dergelijke informatie en bewijzen voor hun strafrechtelijk onderzoek. Dit werd erkend in de gezamenlijke verklaring van de EU-ministers van Binnenlandse Zaken van 13 november 2020 51 . Europol, Eurojust en het Europees justitieel netwerk publiceren op 1 december 2020 hun tweede 'SIRIUS EU Digital Evidence Situation Report'. In het verslag wordt gewezen op de toegenomen relevantie van elektronisch bewijsmateriaal in het strafrechtelijk onderzoek 52 . Het Europees Parlement heeft zijn standpunt over de voorstellen van de Commissie met betrekking tot grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal 53 vanaf april 2018 nog niet bepaald. De onderhandelingen tussen de medewetgevers moeten dus nog van start gaan. Vertragingen bij de goedkeuring van deze voorstellen belemmeren het werk van rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten en bemoeilijken de lopende inspanningen om via internationale onderhandelingen compatibele regels voor grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal vast te stellen 54 .

Op internationaal niveau neemt de Commissie namens de EU deel aan de lopende onderhandelingen over het tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit. Dit protocol zou de bevoegde rechtshandhavingsinstanties betere en verstrekkende instrumenten bieden voor grensoverschrijdende samenwerking bij het onderzoek naar en de vervolging van cybercriminaliteit en andere ernstige vormen van criminaliteit, met inbegrip van rechtstreekse samenwerking met dienstverleners. De meeste van deze verbeterde, versterkte manieren van samenwerking zullen berusten op de uitwisseling van persoonsgegevens. Daarom is het van essentieel belang dat het toekomstige protocol voorziet in passende waarborgen voor de gegevensbescherming, niet alleen vanuit het oogpunt van de grondrechten, maar ook om de rechtszekerheid, het wederzijdse vertrouwen en de doeltreffendheid van de operationele samenwerking op het gebied van rechtshandhaving te waarborgen.

De onderhandelingen zouden in 2021 moeten worden afgerond. Parallel hieraan onderhandelt de Commissie, naar aanleiding van het mandaat dat vorig jaar door de JBZ-Raad is ontvangen, over een overeenkomst tussen de EU en de VS over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal. Dit zou een aanvulling vormen op de voorgestelde interne EU-regels voor directe grensoverschrijdende samenwerking met dienstverleners, door wetsconflicten weg te nemen en te voorzien in gemeenschappelijke regels en waarborgen. De formele onderhandelingen gingen op 25 september 2019 van start. Er hebben al verschillende onderhandelingsrondes plaatsgevonden. Het resultaat van de onderhandelingen hangt echter grotendeels af van de vooruitgang die wordt geboekt met de interne regels voor elektronisch bewijsmateriaal.

Wat de bewaring en het gebruik van gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden betreft, werd het vorige arrest in de zaak-Tele2/Watson 55 van 2016 door de Commissie opgevolgd via deskundig overleg met relevante dienstverleners, politiële autoriteiten, justitiële autoriteiten, het maatschappelijk middenveld, gegevensbeschermingsautoriteiten, de academische wereld en EU-agentschappen. In de overwegingen werd ook rekening gehouden met een studie over de gegevensbewaringspraktijken van aanbieders van elektronische communicatiediensten en de behoeften en praktijken van rechtshandhavingsinstanties om toegang te krijgen tot gegevens, de identificatie van relevante technologische uitdagingen en een overzicht van de nationale wettelijke kaders. 56 Dit werk heeft duidelijk gemaakt dat rechtshandhavingsinstanties toegang moeten krijgen tot gegevens om hun taken effectiever te kunnen uitvoeren.

Op 6 oktober 2020 heeft het Hof van Justitie arresten gewezen 57 betreffende de nationale wetgeving van België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk inzake de bewaring en doorgifte van alsmede de toegang tot niet-inhoudelijke communicatiegegevens ten behoeve van de rechtshandhaving en nationale veiligheid. De Commissie zal de beschikbare opties beoordelen om ervoor te zorgen dat terroristen en andere criminelen kunnen worden geïdentificeerd en opgespoord, met inachtneming van het EU-recht zoals door het Hof van Justitie uitgelegd, ook met het oog op andere zaken die over dit onderwerp bij het Hof aanhangig zijn.

Een ander belangrijk element in de bestrijding van cybercriminaliteit is het werk om de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van gegevens met betrekking tot de registratie van internetdomeinnamen ("WHOIS-informatie") te garanderen, in overeenstemming met de inspanningen van de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). De besprekingen hebben tot doel ervoor te zorgen dat legitieme toegangvragende partijen, met inbegrip van rechtshandhavingsinstanties en cyberbeveiligingsoperatoren, efficiënte toegang krijgen tot generieke gegevens over de registratie van het topniveaudomein, met volledige inachtneming van de toepasselijke gegevensbeschermingsregels. De definitieve aanbevelingen voor een nieuw WHOIS-beleid werden op 10 augustus 2020 gepubliceerd en worden momenteel herzien, voordat de raad van bestuur van de ICANN een besluit neemt. De Commissie zal de conclusies van de herziening onderzoeken en zal nagaan in hoeverre daarin voldoende rekening is gehouden met gegevensbeschermingsoverwegingen en overwegingen van algemeen belang om rechtshandhavingsinstanties en cyberbeveiligingsoperatoren effectieve toegang te bieden.


2.Moderne rechtshandhaving

De technologie blijft bijna elke sector van de samenleving, met inbegrip van de beveiligingssector, veranderen. Rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten moeten zien bij te blijven. De integratie van artificiële intelligentie, big data en high-performance computing in het veiligheidsbeleid, zonder de effectieve bescherming van de grondrechten te verzwakken, is essentieel om de veiligheid en beveiliging te vergroten.

De Commissie werkt aan een aantal belangrijke werkterreinen 58 . Op 25 november 2020 stelde de Commissie de Datagovernanceverordening voor 59 , een kader voor het vergemakkelijken van de uitwisseling en het hergebruik van persoonsgegevens en niet-persoonsgegevens voor innovatie- en ontwikkelingsdoeleinden.  Dit heeft betrekking op de uitwisseling van gegevens tussen bedrijfsorganisaties en overheidsinstanties via virtuele of fysieke sectorale dataruimten. Het zou nationale rechtshandhavingsinstanties toegang geven tot gegevens die in andere dataruimten worden gehost voor hun eigen innovatiedoeleinden. Tegelijkertijd zou de toegang tot gegevens die in het bezit zijn van nationale rechtshandhavings- en veiligheidsinstanties niet worden toegestaan, tenzij dit op grond van EU- of nationale wetgeving is toegestaan. Nationale rechtshandhavingsinstanties kunnen er ook baat bij hebben als individuele betrokkenen hun gegevens vrijwillig ter beschikking stellen voor het algemeen belang, uitsluitend met het oog op wetenschappelijk onderzoek.  

Er wordt ook gewerkt aan de voorbereiding van een nieuw initiatief op het gebied van artificiële intelligentie (AI), naar aanleiding van de publicatie van het Witboek over artificiële intelligentie 60 . In het witboek wordt erkend dat AI-technologie mogelijkheden biedt om de veiligheid en het welzijn van de burgers en de samenleving als geheel te verbeteren, maar worden ook een aantal risico's geïdentificeerd, zoals cyberdreigingen, persoonlijke-veiligheidsrisico's of het verlies van connectiviteit. De deelnemers aan de openbare raadpleging maakten zich vooral zorgen over het feit dat AI grondrechten zou kunnen schenden en over het risico dat AI tot discriminerende resultaten zou kunnen leiden 61 . In de mededeling 'Vertrouwen kweken in mensgerichte kunstmatige intelligentie' 62 heeft de Commissie benadrukt dat AI-systemen bestand moeten worden gemaakt tegen zowel openlijke aanvallen als meer subtiele pogingen om data of algoritmen te manipuleren en dat er maatregelen moeten worden genomen om dit risico te beperken.

Versleuteling speelt een fundamentele rol bij het waarborgen van een sterke cyberbeveiliging en de effectieve bescherming van grondrechten, zoals het recht op privacy, met inbegrip van de vertrouwelijkheid van communicatie, en de bescherming van persoonsgegevens, en bij het waarborgen van vertrouwen in diensten en producten op basis van versleutelingstechnologieën, zoals digitale identiteitsoplossingen. Versleuteling kan echter ook worden gebruikt om criminaliteit te verbergen voor rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten, waardoor het moeilijk is om misdrijven te onderzoeken, op te sporen en te vervolgen. De lidstaten in de Raad hebben aangedrongen op oplossingen die rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten in staat stellen op legale wijze toegang te krijgen tot digitaal bewijsmateriaal, met volledige eerbiediging van het recht op privacy, gegevensbescherming en een eerlijk proces 63 . De Commissie zal met de lidstaten samenwerken om wettelijke, operationele en technische oplossingen te vinden voor legale toegang tot elektronische informatie in versleutelde omgevingen die de veiligheid van communicatie waarborgen.

Praktische stappen die aan de gang zijn, omvatten een ontcijferingsplatform bij Europol om rechtshandhavingsinstanties te helpen op een legale wijze toegang te krijgen tot versleutelde informatie op apparaten die in de loop van een strafrechtelijk onderzoek in beslag zijn genomen 64 . De Europese groep voor opleiding in verband met cybercriminaliteit heeft proefopleidingsmodules ontwikkeld die zullen dienen als input voor de werkzaamheden van het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol). Er is een netwerk van versleutelingsexpertisepunten van de lidstaten opgezet om beste praktijken en expertise uit te wisselen en om de ontwikkeling van een instrumentarium van technische en praktische instrumenten te ondersteunen.

Het digitaal systeem voor de uitwisseling van elektronisch bewijsmateriaal (eEDES) zal een instrument bieden voor een veilige, snelle en efficiënte grensoverschrijdende uitwisseling van Europese onderzoeksbevelen, verzoeken om wederzijdse bijstand en digitaal bewijsmateriaal. Het moet geleidelijk worden verrijkt en uitgebreid tot andere instrumenten voor justitiële samenwerking in strafzaken. Het toekomstige toepassingsgebied ervan zal worden vastgesteld in een wetgevingsvoorstel over de digitalisering van procedures voor justitiële samenwerking dat voor 2021 is gepland 65 .

3.Bestrijding van illegale online-inhoud

Radicalisering die leidt tot gewelddadig extremisme en terrorisme is een multidimensionaal en grensoverschrijdend fenomeen dat de snelle groei van het internet heeft weten te benutten. Het internet wordt nog steeds gebruikt om kwetsbare personen te radicaliseren en te rekruteren. In juli heeft de Eenheid voor de melding van internetuitingen van Europol 2 000 links naar terroristische inhoud verwijderd – waaronder handleidingen en tutorials over hoe een aanslag moet worden uitgevoerd. Het bewijs van de rol van het internet bij de radicalisering van de personen die betrokken waren bij aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk en bij het maken van 'reclame' voor hun misdaden, onderstreept de noodzaak van een duidelijk wetgevingskader om de verspreiding van terroristische online-inhoud te voorkomen, met behoud van doeltreffende waarborgen voor de bescherming van de grondrechten. De onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Raad over de voorgestelde verordening terroristische online-inhoud 66 zijn de afgelopen weken geïntensiveerd. De afronding van deze onderhandelingen met de vaststelling van met name het nieuwe en doeltreffende operationele instrument verwijderingsbevel voor de grensoverschrijdende verwijdering van terroristische inhoud binnen een uur of minder na ontvangst van een dergelijk bevel is van cruciaal belang voor de aanpak van terroristische inhoud, met inbegrip van inhoud die bijdraagt tot radicalisering.

Het EU-internetforum blijft ondertussen fungeren als katalysator voor actie en biedt een essentieel platform dat de lidstaten en het bedrijfsleven samenbrengt om de verspreiding van terroristische online-inhoud te voorkomen en radicaliserende boodschappen tegen te gaan. Het forum werkt aan de ontwikkeling van een referentielijst van verboden symbolen en groepen in de lidstaten, die zou kunnen dienen als uitgangspunt voor het beleid van het platform inzake het modereren van inhoud.

Het EU-internetforum heeft zijn activiteiten uitgebreid tot online seksueel misbruik van kinderen. Het forum zal een gemeenschappelijke ruimte bieden om beste praktijken uit te wisselen en obstakels te identificeren waarmee zowel particuliere als publieke actoren worden geconfronteerd, teneinde het wederzijdse begrip te vergroten en samen oplossingen te vinden. Het maakt ook politieke coördinatie op hoog niveau mogelijk om de efficiëntie en effectiviteit van het optreden te maximaliseren. In het kader van het EU-internetforum is een proces met technische deskundigen opgezet bestaande uit de academische wereld, het bedrijfsleven, de overheid en maatschappelijke organisaties, om mogelijke technische oplossingen voor het opsporen en melden van seksueel misbruik van kinderen in end-to-end versleutelde elektronische communicatie in kaart te brengen en voorlopig te beoordelen. Dergelijke technische oplossingen mogen versleuteling niet verzwakken. Deze aanpak vormt een aanvulling op andere elementen van de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen, zowel online als offline, zoals hierboven beschreven.

De Commissie is ook doorgegaan met het delen van de deskundigheid en ervaring van de EU in het kader van het onafhankelijke adviescomité van het onlangs opgerichte wereldwijd internetforum ter bestrijding van terrorisme en als co-lead, samen met Microsoft, van de Crisis Response Working Group. Samen met Europol is de Commissie de lidstaten blijven steunen bij de uitvoering van het EU-crisisprotocol. De EU-eenheid voor de melding van internetuitingen organiseerde op 23 november 2020 een tweede tabletop-oefening om richtsnoeren op te stellen ter verbetering van de operationele respons en realtime coördinatie tussen de lidstaten en aanbieders van onlinediensten.  

In juni 2020 publiceerde de Commissie de resultaten van de recentste monitoringexercitie van de uitvoering van de gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet 67 . Hieruit bleek dat IT-bedrijven gemiddeld 90 % van de gemelde inhoud binnen 24 uur beoordelen en 71 % van de als illegale haatzaaiende uitlating beschouwde inhoud verwijderen. Er werden echter ook tekortkomingen in de transparantie en de terugkoppeling naar de gebruikers vastgesteld.  De uitvoering van de gedragscode in de afgelopen vier jaar werd ook meegenomen in beschouwingen over de manier waarop illegale online-inhoud moet worden aangepakt en tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting moet worden beschermd in het komende voorstel voor een wet inzake digitale diensten. In de toespraak over de Staat van de Unie 2020 kondigde voorzitter Von der Leyen ook aan dat de Commissie eind 2021 zal voorstellen om de lijst van EU-misdrijven uit hoofde van artikel 83, lid 1, VWEU uit te breiden tot haatmisdrijven en haatzaaiende taal 68 .


4.Hybride bedreigingen

Gezien de veranderende aard van hybride bedreigingen heeft de Raad in juli 2019 de Horizontale Groep versterking van weerbaarheid en bestrijding van hybride bedreigingen opgericht. De belangrijkste doelstelling is het ondersteunen van de strategische en horizontale coördinatie tussen de lidstaten op het gebied van de veerkracht van staten en samenlevingen, het verbeteren van de strategische communicatie en het bestrijden van desinformatie. De werkzaamheden hebben onder meer betrekking op de follow-up van de analyses van de hybride risico's 69 en specifiek op hybride bedreigingen en desinformatie in de partnerlanden van het nabuurschap. De activiteiten van de horizontale groep zijn gepresenteerd in een jaarverslag dat op 14 september 2020 is aangenomen.

In december 2019 heeft de Raad Conclusies over extra inspanningen ter versterking van de weerbaarheid en bestrijding van hybride dreigingen 70 aangenomen. Daarin wordt opgeroepen tot een alomvattende veiligheidsbenadering voor de aanpak van hybride bedreigingen, met een meer strategische, gecoördineerde en coherente werkwijze in alle relevante beleidssectoren. In juli 2020 vonden twee belangrijke vervolgstappen plaats. Eerst hebben de diensten van de Commissie en de EDEO de maatregelen en documenten met betrekking tot de EU-reactie op hybride bedreigingen geïnventariseerd 71 . Dit heeft geleid tot een algemene inventaris van maatregelen tegen bedreigingen op EU-niveau en bijbehorende beleidsdocumenten. Deze dient als uitgangspunt voor het creëren van een beperkt online-platform als een “éénloketsysteem” voor alle maatregelen tegen hybride bedreigingen, beleids- en wetgevingsdocumenten en relevante studies. Ten tweede is in het meest recente jaarverslag over de bestrijding van hybride bedreigingen 72 gekeken naar de uitvoering op het gebied van situationeel bewustzijn, de opbouw van veerkracht, paraatheid en crisisrespons alsmede internationale samenwerking, en met name samenwerking tussen de EU en de NAVO, bij de bestrijding van hybride bedreigingen. In het verslag wordt opgemerkt dat er enige vooruitgang is geboekt wat betreft de coördinatie op EU-niveau. Gezien de huidige ongekende omvang en diversiteit van hybride bedreigingen zijn echter verdere stappen op het niveau van de EU-aanpak nodig om de externe en interne dimensie in een naadloze stroom te integreren en de inspanningen van de lidstaten ter bestrijding van hybride bedreigingen te ondersteunen en hun veerkracht te versterken.

Tegelijkertijd wordt gewerkt aan de uitvoering van de maatregelen die in de nieuwe veiligheidsstrategie zijn vastgelegd om hybride overwegingen in de beleidsvorming te integreren, een beperkt online-platform te ontwikkelen, op EU-niveau sectorale uitgangsposities voor weerbaarheid vast te stellen en informatiestromen te stroomlijnen om het situationeel bewustzijn verder te vergroten 73 . Daarmee wordt voortgebouwd op de EU-Fusiecel voor analyse van hybride bedreigingen (HFC), opgericht binnen het Inlichtingen- en situatiecentrum van de EU (EU-Intcen), dat het belangrijkste contactpunt van de EU voor de beoordeling van hybride bedreigingen blijft. Het heeft nu meer dan 180 schriftelijke verslagen over hybride en cyberdreigingen opgesteld. Een van de HFC-projecten is de analyse van trends op het gebied van hybride bedreigingen 74 , die gegevens oplevert over onderwerpen als: terugkerende analyse van de activiteiten van nieuwe actoren die hybride bedreigingen ontwikkelen; buitenlandse inlichtingenactiviteiten tegen de lidstaten, instellingen, partners en belangen van de EU; en statelijke en niet-statelijke actoren die gebruikmaken van de COVID-19-pandemie om hybride bedreigingen te ontwikkelen.

De samenwerking tussen de EU en de NAVO (binnen het uitgebreide kader van de gezamenlijke verklaringen van Warschau en Brussel van 2016 en 2018) is verder geïntensiveerd, zoals benadrukt in het vijfde voortgangsverslag van juni 2020, met interactie tussen het personeel en concrete resultaten op het gebied van hybride bedreigingen, cyberdefensie en capaciteitsopbouw 75 . Het is van cruciaal belang om voor alle sectoren een enkele methode te ontwikkelen voor de opbouw van weerbaarheid tegen hybride bedreigingen teneinde het risico van gefragmenteerde en overlappende beleidslijnen, instrumenten en acties aan te pakken. Ook het Europees Centrum voor de bestrijding van hybride bedreigingen in Helsinki was bij deze samenwerking betrokken. De samenwerking met de NAVO is tijdens de COVID-19-crisis geïntensiveerd, onder meer op het gebied van pandemiegerelateerde desinformatie en het aanpakken van vijandige informatieactiviteiten.

Over het algemeen heeft de COVID-19-pandemie de snel veranderende risico's van desinformatie en het reële risico voor het leven van mensen aan het licht gebracht 76 . Op 10 juni 2020 hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger een gezamenlijke mededeling over COVID-19 en desinformatie 77 aangenomen om te wijzen op de specifieke risico's van desinformatie in verband met COVID-19 en de maatregelen die moeten worden genomen. Dit hield in dat grote onlineplatforms beleid moeten ontwikkelen om de dreiging aan te pakken, dat het optreden van de platforms intensiever moet worden gemonitord en dat er specifiek moet worden samengewerkt via het door de EDEO beheerde systeem voor snelle waarschuwingen. De pandemie heeft geleid tot meer inspanningen om desinformatie aan te pakken en tot meer publieke bewustwording. In de eerste helft van 2020 heeft EUvsDisinfo, de publiek toegankelijke database met gevallen van desinformatie, 1 963 nieuwe gevallen van pro-Kremlindesinformatie toegevoegd, waarvan bijna een derde verband houdt met de COVID-19-infodemie. Van half maart tot eind april 2020 werd de website dagelijks door meer dan 10 000 mensen bezocht en ten opzichte van dezelfde periode in 2019 groeide het totale aantal bezoekers met 400 %. De reactie van de EU omvatte gerichte communicatiecampagnes 78 en de verstrekking van feitelijke informatie over de pandemie.

De geleerde lessen zijn meegenomen in de ontwikkeling van het actieplan voor Europese democratie dat op 2 december 2020 werd aangenomen 79 . Hierin worden de belangrijkste stappen uiteengezet om de veerkracht van het democratische weefsel van de EU te versterken door het bevorderen van vrije en eerlijke verkiezingen, het aanpakken van de spanningen die gepaard gaan met vrije en onafhankelijke media en het bestrijden van desinformatie. Dit laatste aspect bouwt voort op het actieplan tegen desinformatie van 2018 80 als basis voor meer actie van de EU in de aanpak van desinformatie en voor de manier waarop de belangrijkste belanghebbenden in het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector kunnen worden betrokken. In het actieplan wordt ook vooruitgeblikt naar de volgende stap met de praktijkcode betreffende desinformatie, na de evaluatie van de doeltreffendheid van de code in september 2020 81 . De code is een belangrijke en noodzakelijke stap geweest in de richting van een transparanter en verantwoordelijker ecosysteem van onlineplatforms, maar zou effectiever zijn met meer uniforme definities, een consistentere uitvoering en meer actie om specifieke gebieden, zoals 'micro-targeting', aan te pakken. Een ander belangrijk instrument dat nu ter beschikking staat van de EU is het Europees Waarnemingscentrum voor digitale media, dat in juni 2020 operationeel werd. Het brengt de belangrijkste belanghebbenden die aan desinformatie werken samen, inclusief factcheckers en academische onderzoekers.

IV    EUROPEANEN BESCHERMEN TEGEN TERRORISME EN GEORGANISEERDE MISDAAD

1.Terrorisme en radicalisering

Recente aanslagen hebben eens te meer aangetoond dat de terroristische dreiging in de EU groot blijft. De moord op een leraar in Conflans-Sainte-Honorine op 16 oktober 2020 werd gevolgd door de moord op drie mensen in de basiliek Notre-Dame van Nice op 29 oktober. Bij een terroristische aanslag in Wenen op 2 november 2020 kwamen 4 mensen om het leven en raakten 23 personen gewond. Op 13 november nam de Raad een gezamenlijke verklaring van de EU-ministers van Binnenlandse Zaken aan over de recente terroristische aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk. 82 Deze recente jihadistische aanslagen komen bovenop de toenemende dreiging van gewelddadige rechtse extremisten en andere vormen van terrorisme.

Om de lidstaten verder te ondersteunen in de strijd tegen terrorisme en radicalisering neemt de Commissie vandaag een Agenda inzake terrorismebestrijding voor de EU 83 aan. Deze agenda bouwt voort op bestaande beleidslijnen en instrumenten en zal het EU-kader versterken om nog beter te kunnen anticiperen op dreigingen en risico's, radicalisering en gewelddadig extremisme te voorkomen en mensen en infrastructuren te beschermen, onder meer door beveiliging van de buitengrenzen en een doeltreffende follow-up na aanslagen. In de agenda wordt ook aangegeven hoe de rechtshandhaving en justitiële samenwerking, het gebruik van technologieën en de uitwisseling van relevante informatie in de hele EU kunnen worden verbeterd, ook door degenen die de controles aan de buitengrenzen uitvoeren. De uitvoering en handhaving van wetgeving blijft van cruciaal belang.


Preventie is de sleutel tot de bestrijding van terrorisme. De inspanningen van de EU op het gebied van preventie van radicalisering bouwen voort op de solide ervaring die tot dusver is opgedaan bij de ondersteuning van eerstelijnswerkers en beleidsmakers. Op 24 november nam de Commissie een nieuw actieplan voor integratie en inclusie 84 aan. In de strijd tegen radicalisering is het van cruciaal belang om harder te werken aan het samenbrengen van gemeenschappen. Een meer samenhangende en inclusieve samenleving kan de verspreiding van extremistische ideologieën die kunnen leiden tot terrorisme en gewelddadig extremisme helpen voorkomen. De steun aan het netwerk voor voorlichting over radicalisering omvat een extra contract van 30 miljoen EUR in januari 2020 voor de komende vier jaar voor hulp aan praktijkmensen in het veld, evenals extra steun voor beleidsmakers en onderzoekers. Deze en andere instrumenten, zoals het EU-internetforum, zullen de Commissie in staat stellen de in de strategische oriëntaties voor 2021 genoemde prioritaire acties inzake een gecoördineerde EU-aanpak van de preventie van radicalisering, die samen met de lidstaten zijn ontwikkeld, aan te pakken. Zij worden aangevuld met acties in de agenda inzake terrorismebestrijding om extremistische ideologieën op het internet te bestrijden, de inspanningen in gevangenissen en op het gebied van rehabilitatie en re-integratie, ook van buitenlandse terroristische strijders, op te voeren, de steun aan lokale actoren te versterken en veerkrachtigere gemeenschappen op te bouwen.

De in maart 2017 aangenomen richtlijn inzake terrorismebestrijding 85 is het belangrijkste strafrechtelijke instrument op EU-niveau om terrorisme te bestrijden. In de richtlijn zijn minimumnormen voor het definiëren van terroristische en met terrorisme verband houdende misdrijven en voor sancties vastgesteld en krijgen slachtoffers van terrorisme recht op bescherming, ondersteuning en bijstand. Op 30 september 2020 keurde de Commissie een verslag 86 goed waarin de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om aan de richtlijn te voldoen, worden geëvalueerd. De conclusie is dat de omzetting in nationaal recht de strafrechtelijke aanpak van terrorisme door de lidstaten en de rechten van slachtoffers van terrorisme heeft helpen versterken, maar dat er nog steeds lacunes bestaan. Zo stellen niet alle lidstaten in hun nationale wetgeving alle in de richtlijn genoemde strafbare feiten strafbaar als terroristische misdrijven. Ook zijn de bepalingen inzake de strafbaarstelling van reizen voor terroristische doeleinden, de aanpak van de financiering van terrorisme en de steun aan slachtoffers niet door alle lidstaten omgezet in nationaal recht. Een evaluatieverslag over de richtlijn wordt in 2021 goedgekeurd.

De EU blijft de lidstaten ondersteunen om de regels uit te voeren en om terroristen af te snijden van de middelen die ze nodig hebben om aan te vallen. De verordening over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven die in juni 2019 87 werd aangenomen, gaat op 1 februari 2021 in. Om de nationale autoriteiten en de particuliere sector te helpen bij de uitvoering van de verordening, heeft de Commissie in juni 2020 een reeks richtsnoeren gepubliceerd 88 . Daarnaast heeft de Commissie in juni 2020 een programma opgesteld 89 om de output, de resultaten en het effect van de verordening te monitoren.

In november 2019 heeft de Commissie de lidstaten verzocht om de uitvoering van het Actieplan van 2017 ter verbetering van de paraatheid bij veiligheidsrisico's op chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair ("CBRN") gebied te beoordelen 90 . De algemene conclusie was dat de meeste acties zijn uitgevoerd. Begin 2020 heeft de Commissie in samenwerking met nationale deskundigen een lijst van tot bezorgdheid aanleiding gevende stoffen met een hoog risico opgesteld. Dit was de basis voor samenwerking met fabrikanten van apparatuur met het oog op het verbeteren van de detectiemogelijkheden. Onlangs heeft de Commissie laten onderzoeken in hoeverre het haalbaar is om de toegang tot een aantal van deze chemische stoffen te beperken. Er wordt ook gewerkt in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Daarnaast wordt met de lidstaten gesproken over extra CBRN-responscapaciteit op het gebied van decontaminatie, detectie, bewaking, monitoring en de aanleg van voorraden.

Op 12 oktober 2020 heeft de Raad besloten de sanctieregeling tegen de verspreiding en het gebruik van chemische wapens met één jaar te verlengen 91 , waardoor de EU beperkende maatregelen kan opleggen aan personen en entiteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en het gebruik van chemische wapens. Op 14 oktober 2020 heeft de Raad beperkende maatregelen vastgesteld tegen zes personen en één entiteit die betrokken waren bij de moordaanslag op Alexei Navalny, die op 20 augustus 2020 in Rusland werd vergiftigd met een neurotoxisch middel van de novitsjokgroep 92 .

Financiële informatie is ook van cruciaal belang voor de identificatie van terroristische netwerken, aangezien terroristen voor hun reizen, opleidingen en uitrusting afhankelijk zijn van financiële middelen. Verder is de bestrijding van terrorismefinanciering essentieel voor antiterreuronderzoeken. Tot de belangrijkste punten behoren het ten volle benutten van bestaande instrumenten en inlichtingen, het naar behoren implementeren van internationaal overeengekomen normen en het aanpakken van veranderende uitdagingen van opkomende technologieën en socialemediaplatforms 93 (zie hieronder).

Het transportnet was en is nog steeds een doelwit voor terrorisme. De inspanningen van de EU omvatten een op risicobeoordeling gebaseerde aanpak om de luchtvaartsector te beschermen 94 . Conflictgebieden vormen een ernstig risico voor de burgerluchtvaart en het delen van informatie en risicobeoordelingen is van wezenlijk belang om de risico's te beperken 95 . Het EU-informatiewaarschuwingssysteem voor de risicobeoordeling van conflictgebieden wordt erkend als beste praktijk en internationale normen voor informatie-uitwisseling zijn opgenomen in de EU-wetgeving 96 . Op basis van de ervaring die is opgedaan op het gebied van de burgerluchtvaart heeft de Commissie de op risicobeoordeling gebaseerde aanpak uitgebreid tot andere vervoerswijzen. De uitvoering van het EU-actieplan voor spoorwegveiligheid 97 vlot goed, mede dankzij de expertise van het EU-platform voor spoorwegpassagiers, een door de Commissie opgerichte speciale deskundigengroep. Op maritiem gebied is de op risicobeoordeling gebaseerde aanpak bekend en wordt deze toegepast. De Commissie werkt samen met de lidstaten en belanghebbenden om de veiligheid van passagiers te verbeteren. Dit is opgenomen in de EU-strategie voor maritieme veiligheid en het bijbehorende actieplan, dat in 2018 is herzien en ook een veiligheids- en defensiedimensie bevat. Dit wordt uiteengezet in het laatste uitvoeringsverslag, dat op 23 oktober 2020 werd goedgekeurd en gepubliceerd 98 .

Europol ondersteunt de lidstaten bij onderzoeken die verband houden met terrorisme via het Europees Centrum voor terrorismebestrijding (ECTC). Het aantal aan het ECTC gerichte verzoeken van lidstaten om operationele steun bleef toenemen en het ECTC maakt nu deel uit van bijna elk grootschalig antiterreuronderzoek. In 2019 heeft Europol in totaal 632 verschillende operaties op het gebied van terrorismebestrijding ondersteund. De waardering van onderzoekers van de lidstaten voor dit werk is toegenomen: de tevredenheidscore ging van 8/10 in 2018 naar 9,1/10 in 2019. In 2019 heeft het ECTC in totaal 18 actiedagen gecoördineerd 99 .

Eurojust ondersteunde ook 116 onderzoeken naar terrorisme in 2019 en 2020. De huidige werkzaamheden zullen leiden tot een wetgevingsvoorstel over de uitwisseling van digitale grensoverschrijdende terrorismezaken om het in 2019 gelanceerde gerechtelijk register voor terrorismebestrijding te ontwikkelen 100 , alsmede tot uitbreiding van de werkzaamheden met betrekking tot rechts- en links-extremistische groeperingen.

Op 30 juli 2020 heeft de Raad de EU-lijst van personen, groepen en entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen ter bestrijding van terrorisme het laatst geactualiseerd. De recentste lijst bevat 14 personen en 21 entiteiten. Op dezelfde dag heeft de Raad beperkende maatregelen opgelegd aan één persoon in het kader van de ISIL (Da'esh)/Al-Qaida-sanctieregeling voor terrorismebestrijding. Momenteel staan er vijf personen autonoom op de lijst van deze regeling, die op 19 oktober 2020 met één jaar werd verlengd. 101

Een belangrijk onderdeel van het terrorismebestrijdingsbeleid betreft de dreiging die uitgaat van buitenlandse terroristische strijdersdie zich momenteel in Syrië en Irak bevinden. Met volledige eerbiediging van de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten voor deze kwesties, is de Commissie van oordeel dat steun en samenwerking op EU-niveau de lidstaten helpt bij het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen: de vervolging van personen die terroristische misdrijven hebben gepleegd, het voorkomen van onopgemerkte toegang tot het Schengengebied en de re-integratie en rehabilitatie van teruggekeerde buitenlandse terroristische strijders. De Commissie werkt bijvoorbeeld nauw samen met de lidstaten en belangrijkste partnerlanden om ervoor te zorgen dat slagveldinformatie wordt gedeeld en effectief wordt gebruikt voor identificatie, opsporing aan de grenzen van de EU en vervolging. Uit het door Eurojust gepubliceerde memorandum over slagveldgegevens van 2020 102 blijkt dat deze gegevens kunnen helpen om terrorismeverdachten voor het gerecht te brengen, al is het erg moeilijk om deze gegevens te verkrijgen en ervoor te zorgen dat ze aan de criteria voor toelaatbaar bewijs voldoen.

De Commissie faciliteert ook een dialoog met de lidstaten en humanitaire actoren om een alomvattend en feitelijk overzicht te geven van de situatie in de kampen in Noordoost-Syrië waar familieleden van Europese buitenlandse terroristische strijders zich bevinden. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de situatie van kinderen in de Syrische kampen. De Commissie helpt de lidstaten ook om ervaringen uit te wisselen over nationale maatregelen en mechanismen teneinde de rehabilitatie en re-integratie van terugkerende buitenlandse terroristische strijders, evenals kinderen, beter te beheren. Het netwerk voor voorlichting over radicalisering voert ook studiebezoeken uit en geeft advies op maat om beter om te gaan met de uitdagingen van veroordeelde terugkeerders, met name na hun vrijlating uit de gevangenis, en met de rol van het gezin en lokale gemeenschappen bij re-integratie-inspanningen.

Op terrorismebestrijding gebaseerde partnerschappen en samenwerking met derde landen en partners in de nabuurschap van de EU zijn ook van essentieel belang om de veiligheid binnen de EU te verbeteren en de interne en externe dimensies van het EU-veiligheidsbeleid beter op elkaar af te stemmen.  De Raad heeft opgeroepen tot een verdere versterking van de externe inzet van de EU voor terrorismebestrijding 103 met focus op de Westelijke Balkan, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, de Sahel, de Hoorn van Afrika en Azië. Bij deze werkzaamheden wordt ten volle gebruik gemaakt van instrumenten voor extern optreden, met inbegrip van dialogen op hoog niveau inzake terrorismebestrijding en het netwerk van 17 in EU-delegaties ingezette terrorismebestrijdings-/veiligheidsdeskundigen 104 , dat steun is blijven verlenen, hetgeen de samenwerking heeft vergemakkelijkt en de capaciteitsopbouw heeft bevorderd. Momenteel wordt nagedacht over de mogelijkheid om dit netwerk te versterken en uit te breiden.

Het gezamenlijke actieplan van 2018 inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan en de bijbehorende bilaterale overeenkomsten die in 2019 met elke partner zijn ondertekend 105 bieden een focus op een regio die van groot belang is voor gemeenschappelijke veiligheidsdoelstellingen en voor de bescherming van mensen die in de EU wonen. Tijdens het Ministerieel forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken van 22 oktober 2020 hebben de EU en de partners van de Westelijke Balkan herbevestigd dat zij zich ertoe verbinden de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan na 2020 uit te voeren. 106 De samenwerking met de Westelijke Balkan omvat het beheer van de lopende terugkeer van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinsleden evenals een verdere integratie in de antiradicaliseringsactiviteiten. De EU overlegt ook regelmatig over terrorismebestrijding met het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Centraal-Azië 107 . De samenwerking met  Centraal-Azië heeft zich gericht op het aanpakken van chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen.  Het gemengd samenwerkingscomité EU/Samenwerkingsraad van de Golf kwam op 25 juni 2020 bijeen en behandelde onder meer de bestrijding van radicalisering, terrorismefinanciering en het witwassen van geld, alsook cyberbeveiliging en samenwerking met Europol. Eind 2019 heeft de EU met de NAVO samengewerkt aan de allereerste audit van chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen in een van de Golfstaten. Eind 2019 was in totaal ongeveer 465 miljoen EUR besteed aan lopende projecten op het gebied van terrorismebestrijding en de preventie van gewelddadig extremisme buiten de EU, een stijging van 15 % ten opzichte van het voorgaande jaar.

De EU is ook de samenwerking met de Verenigde Naties op het gebied van terrorismebestrijding 108 blijven verdiepen, in het bijzonder met het Bureau van de Verenigde Naties voor terrorismebestrijding en het uitvoerend directoraat van het Comité terrorismebestrijding, onder meer door middel van jaarlijkse dialogen op hoog niveau en recentelijk door actieve deelname aan de virtuele VN-week voor terrorismebestrijding in de zomer van 2020. De Commissie heeft ook de beraadslagingen over een herziening van de definitie van terroristische misdrijven in het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme op de voet gevolgd en heeft een nauwe afstemming op de definities in het EU-recht aangemoedigd. De goede samenwerking tussen de NAVO en de EU op het gebied van terrorismebestrijding en chemische, biologische, radiologische en nucleaire materialen is voortgezet, waarbij informatie over capaciteitsopbouw wordt uitgewisseld om dubbel werk te voorkomen en complementariteit te waarborgen.

2.Bestrijding van georganiseerde misdaad

De georganiseerde misdaad neemt toe, wordt steeds meer grensoverschrijdend en gaat online.


Europol, dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (Socta 2017)

Het optreden van de Commissie omvatte de strijd tegen drugs, illegale vuurwapens, financiële criminaliteit, illegale invoer van cultuurgoederen, mensenhandel of milieucriminaliteit, waarbij steun werd verleend aan rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten van de lidstaten en aan partners in nabuurschapslanden. Ook de samenwerking met derde landen, met name in de nabuurschap zoals de Westelijke Balkan, en internationale organisaties, waaronder het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) 109 , was van groot belang. 110

In 2019 ontving en verwerkte het Europees centrum tegen zware en georganiseerde criminaliteit bijna 55 000 operationele bijdragen, wat 12 % meer is dan in 2018.  Wat het aantal gesteunde operaties betreft, heeft het centrum in 726 gevallen steun verleend aan landen 111 . Het EU-wetgevingskader inzake georganiseerde misdaad 112 tracht de wetgeving van de lidstaten inzake de strafbaarstelling van strafbare feiten die verband houden met deelname aan een criminele organisatie te harmoniseren en voorziet in sancties voor deze strafbare feiten. Het is van cruciaal belang dat dit wetgevingskader in alle lidstaten volledig wordt omgezet. De Commissie is een studie gestart om na te gaan hoe deze wetgeving kan worden verbeterd. Verdere stappen voor de intensivering van de strijd tegen de georganiseerde misdaad in de EU zullen worden gebundeld in de EU-agenda voor de aanpak van de georganiseerde misdaad, die in het eerste kwartaal van 2021 zal worden goedgekeurd.

De bevriezing en confiscatie van opbrengsten van misdrijven behoren tot de meest doeltreffende middelen om de georganiseerde misdaad te bestrijden. Het nieuwe European Financial and Economic Crime Centre (EFECC), dat in juni 2020 bij Europol is opgericht, zal de operationele steun aan lidstaten en EU-organen op het gebied van financiële en economische criminaliteit versterken en het systematische gebruik van financiële onderzoeken bevorderen.  Ter ondersteuning van de inspanningen van de EU om criminele vermogensbestanddelen doeltreffender te identificeren, bevriezen en confisqueren, heeft de Raad in juni 2020 conclusies aangenomen over het intensiveren van financiële onderzoeken ter bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit. 113 In 2021 zal de Commissie de wetgeving inzake bevriezing en confiscatie van de opbrengsten van misdrijven 114 en inzake bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen herzien. 115

De bestrijding van de georganiseerde misdaad heeft waarborgen nodig om ervoor te zorgen dat rechtshandhavingsinstanties doeltreffend kunnen werken binnen essentiële grenzen, zoals de bescherming van persoonsgegevens. De richtlijn gegevensbescherming bij rechtshandhaving van 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens in verband met strafbare feiten 116 beschermt het fundamentele recht op gegevensbescherming wanneer persoonsgegevens door strafrechtelijke handhavingsinstanties worden gebruikt voor rechtshandhavingsdoeleinden. De richtlijn zorgt ervoor dat de persoonsgegevens van slachtoffers, getuigen en verdachten van misdrijven naar behoren worden beschermd en vergemakkelijkt grensoverschrijdende samenwerking in de strijd tegen misdaad en terrorisme. De termijn voor de omzetting van de richtlijn gegevensbescherming bij rechtshandhaving is op 6 mei 2018 verstreken. Inmiddels hebben de meeste lidstaten wetgeving tot omzetting van de richtlijn aangenomen. Er lopen echter nog enkele inbreukprocedures 117 . De Commissie beoordeelt momenteel of de nationale omzettingswetten in overeenstemming zijn met de richtlijn.


Strijd tegen illegale drugs

De Commissie heeft in juli 2020 een nieuwe EU-agenda en -actieplan inzake drugs voor 2021-2025 118 goedgekeurd, in het verlengde van de huidige EU-drugsstrategieën 119 . Hierin worden het politieke kader en de prioriteiten voor actie in de komende vijf jaar uiteengezet. Het zwaartepunt van de agenda ligt op: (1) versterkte veiligheidsmaatregelen tegen de illegale handel in verdovende middelen, van criminele organisaties tot het beheer van de buitengrenzen en de illegale distributie en productie; (2) meer preventie, met inbegrip van bewustmaking van de schadelijke effecten van drugs, met name het snijvlak van drugsgebruik, geweld en andere criminaliteit; en (3) het aanpakken van drugsgerelateerde schade door toegang tot behandeling, risico- en schadebeperking, en een evenwichtige aanpak van de drugsproblematiek in gevangenissen. Op 30 november 2020 heeft de Commissie ook een evaluatie van het EU-beleid inzake drugsprecursoren goedgekeurd, waarin wordt geconcludeerd dat aanvullende maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat criminele organisaties in de EU toegang krijgen tot de chemische stoffen die zij nodig hebben om illegale synthetische drugs te produceren 120 .

De EU heeft ook concrete projecten gefinancierd om de strijd tegen drugs te versterken, zoals het drugsforum van het maatschappelijk middenveld. In het Europees drugsrapport 2020 van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, gepubliceerd op 22 september 2020 121 , worden het recente drugsgebruik en de markttrends in de EU, Turkije en Noorwegen uiteengezet. Uit het rapport blijkt dat de beschikbaarheid van cocaïne is toegenomen met recordvangsten tot 181 ton, een bijna verdubbeling van de heroïnevangsten tot 9,7 ton en een hoge beschikbaarheid van zeer zuivere drugs in de EU. In het verslag wordt ook ingegaan op het verschijnen van nieuwe synthetische opioïden die een bijzonder gevaar voor de gezondheid vormen en op de uitdagingen die door de COVID-19-pandemie worden veroorzaakt.

De strijd tegen drugs wordt op verschillende niveaus gevoerd. Het wetgevingspakket inzake nieuwe psychoactieve stoffen werd in het najaar van 2017 goedgekeurd 122 en werd in november 2018 volledig van kracht. Tegen vijf lidstaten loopt nog een inbreukprocedure 123 . De eerste gedelegeerde handeling om een nieuwe psychoactieve stof (isotonitazine) als drug te definiëren, is inmiddels aangenomen. 124  

Op het internationale toneel is de EU actief geweest in de VN-commissie voor verdovende middelen 125 , met name om nieuwe psychoactieve stoffen aan de lijsten toe te voegen 126 en om de opname van cannabis en aan cannabis gerelateerde stoffen in de lijsten te herzien 127 . De Raad heeft twee nieuwe dialogen over drugs met China en Iran goedgekeurd 128 en het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving heeft werkafspraken gemaakt met derde landen 129 .

Strijd tegen financiële criminaliteit

 Er is nieuwe wetgeving aangenomen om de strijd tegen financiële criminaliteit en het witwassen van geld te versterken. De richtlijn ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten werd in 2019 aangenomen en verleent rechtshandhavingsinstanties en bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen toegang tot nationale centrale registers van bankrekeningen met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit. De richtlijn heeft ook tot doel de samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties en financiële-inlichtingeneenheden (FIE's) te verbeteren en de uitwisseling van informatie tussen FIE's te vergemakkelijken. In juni 2020 publiceerde de Commissie een verslag over 'Ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen: zorgen dat misdaad niet loont' 130 . In dit verslag werd gewezen op het potentieel voor een grotere harmonisatie van de regelingen 131 voor de ontneming van vermogensbestanddelen teneinde de EU-wetgeving inzake de ontneming van vermogensbestanddelen te moderniseren en de capaciteit van de nationale autoriteiten op het gebied van de bestrijding van de georganiseerde misdaad te versterken. Er is een externe studie gestart om de ontneming van vermogensbestanddelen verder te bestuderen. De verordening inzake de wederzijdse erkenning van bevelen tot bevriezing en confiscatie 132 is van toepassing vanaf 19 december 2020 en zal de samenwerking tussen de lidstaten aanzienlijk verbeteren.

In mei 2020 heeft de Commissie een actieplan voor een alomvattend EU-beleid voor de preventie van witwassen en financieren van terrorisme 133  goedgekeurd om het EU-kader te versterken. Op 5 november heeft de Raad conclusies aangenomen over de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme 134 , waarin de Commissie met name wordt verzocht werk te maken van de goedkeuring van één 'rulebook', de instelling van een onafhankelijke toezichthouder en de coördinatie van financiële-inlichtingeneenheden. Overeenkomstig de conclusies van de Raad over de verbetering van het financieel onderzoek 135 beoordeelt de Commissie ook de noodzaak om centrale registers van bankrekeningen met elkaar te verbinden, waardoor financiële-inlichtingeneenheden en rechtshandhavingsinstanties veel sneller toegang zouden kunnen krijgen tot informatie over bankrekeningen. Tegelijkertijd worden de inspanningen voortgezet om ervoor te zorgen dat de nieuwste EU-normen daadwerkelijk door de lidstaten worden geïmplementeerd. De regels onder de vijfde antiwitwasrichtlijn hebben tot doel de eigendomsstructuren van ondernemingen transparanter te maken. De omzettingstermijn is op 1 januari 2020 verstreken en de Commissie heeft tegen 16 lidstaten een inbreukprocedure ingeleid 136 . Een andere belangrijke maatregel is de nieuwe verordening liquidemiddelencontrole 137 , die in oktober 2018 werd aangenomen en vanaf 3 juni 2021 van toepassing is. De veroordeling zal het bestaande systeem van controle van liquide middelen die de EU binnenkomen of verlaten, verbeteren. De uitvoeringsbepalingen worden momenteel opgesteld.

Op extern vlak worden de inspanningen ter ondersteuning van partnerlanden bij de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering voortgezet. In dit verband spelen de EDEO en de EU-delegaties een belangrijke rol bij het bevorderen en ondersteunen van de politieke betrokkenheid bij derde landen en internationale organisaties zoals de Financial Action Task Force (FATF).

Ter aanvulling van deze werkzaamheden heeft de Commissie een wereldwijde faciliteit opgezet om partnerlanden buiten de EU steun te verlenen bij het opzetten van doeltreffende kaders voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme die in overeenstemming zijn met de internationale normen. De actie van 20 miljoen EUR is ook bedoeld om de samenwerking tussen financiële en justitiële actoren op nationaal, regionaal en internationaal niveau aan te moedigen.

Corruptiebestrijding

Corruptie is een misdaad op zich en een belangrijke oorzaak van georganiseerde misdaad. De preventie en bestrijding van corruptie zal regelmatig worden gecontroleerd en geëvalueerd door de rechtskaders van de lidstaten op basis van het onlangs ingestelde rechtsstaatmechanisme 138 . Het eerste EU-brede verslag over de rechtsstaat werd op 30 september 2020 goedgekeurd 139 . Hieruit bleek dat veel lidstaten hoge rechtsstatelijke normen hanteren, maar dat er nog steeds belangrijke uitdagingen bestaan. Het verslag bestrijkt alle lidstaten met objectieve en feitelijke jaarlijkse beoordelingen met als doel het bewustzijn en begrip van actuele ontwikkelingen in de afzonderlijke lidstaten te vergroten teneinde risico's te kunnen identificeren, mogelijke oplossingen te kunnen ontwikkelen en in een vroeg stadium gerichte steun te kunnen verlenen. Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) zal in dit stadium in de 22 deelnemende EU-landen de criminaliteit ten nadele van de EU-begroting aanpakken. Het EOM zal de bevoegdheid hebben om degenen die verantwoordelijk zijn voor strafbare feiten ten nadele van de EU-begroting, zoals fraude, corruptie of ernstige grensoverschrijdende btw-fraude, te onderzoeken, te vervolgen en voor het gerecht te brengen. Het EPPO zou in het eerste kwartaal van 2021 operationeel moeten zijn. 140   

De Commissie beoordeelt momenteel de omzetting in nationaal recht van de regels die zijn vastgesteld in de richtlijn betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt 141 en heeft inbreukprocedures ingeleid tegen de lidstaten die de Commissie nog niet in kennis hebben gesteld van volledige omzetting 142 . In 2021 zal de Commissie een verslag goedkeuren waarin wordt beoordeeld in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben genomen om aan de richtlijn te voldoen.

Bestrijding van de handel in cultuurgoederen

De belangrijkste doelstelling van de in juni 2019 aangenomen verordening betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen 143 is het stopzetten van de invoer in de Unie van cultuurgoederen die illegaal vanuit het land van herkomst zijn uitgevoerd. Om de correcte uitvoering ervan te verzekeren, bereidt de Commissie momenteel de goedkeuring van uitvoeringsbepalingen voor, onder meer voor een centraal elektronisch systeem voor de invoer van cultuurgoederen dat de opslag van informatie, de uitwisseling ervan tussen de lidstaten en de nodige invoerformaliteiten mogelijk zal maken 144 . Tegen eind 2020 zal een algemene verbodsregel in werking treden die de douane van de lidstaten de wettelijke middelen geeft om zendingen die mogelijk cultuurgoederen bevatten die illegaal uit hun land van herkomst zijn uitgevoerd, te controleren en hiertegen op te treden.

Bestrijding van de illegale handel in vuurwapens

Op 24 juli 2020 publiceerde de Commissie een nieuw EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel 145 . Tijdens een ministeriële conferentie op hoog niveau van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken van de EU-landen en de landen van de Westelijke Balkan op 31 januari 2020 is benadrukt dat er meer actie moet worden ondernomen om de illegale handel in vuurwapens te bestrijden. Het actieplan omvat specifieke acties ter verbetering van de wettelijke controle op vuurwapens, de kennis van de vuurwapengerelateerde dreiging, de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving en de internationale samenwerking, met de nadruk op Zuidoost-Europa. De Commissie heeft stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat de in mei 2017 goedgekeurde richtlijn inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens 146 volledig door de lidstaten wordt omgezet. Tien lidstaten hebben de Commissie nog niet in kennis gesteld van volledige omzetting van de richtlijn 147 en een grote meerderheid van de lidstaten heeft de daarop volgende uitvoeringswetgeving niet omgezet. Bijgevolg heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid 148 . De Commissie werkt momenteel ook aan een gedetailleerde beoordeling van de ter kennis gebrachte omzettingsmaatregelen en brengt in de eerste helft van 2021 verslag uit over de uitvoering van de richtlijn. De Commissie is ook begonnen met de beoordeling van de mogelijke modernisering van het rechtskader voor maatregelen betreffende de invoer, uitvoer en doorvoer voor vuurwapens. 149


Bestrijding van mensenhandel

In de EU-strategie voor de veiligheidsunie werd benadrukt dat er een nieuwe strategische aanpak moet worden ontwikkeld om de mensenhandel uit te roeien in het kader van de agenda voor de bestrijding van georganiseerde misdaad. Daarnaast heeft de Commissie, zoals bepaald in artikel 20 van de richtlijn ter bestrijding van mensenhandel 150 , in oktober 2020 haar derde verslag over de vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van de bestrijding van mensenhandel 151 gepubliceerd.

Uit dit verslag blijkt dat er vooruitgang is geboekt op het gebied van transnationale samenwerking, grensoverschrijdende rechtshandhaving en operationele gerechtelijke acties; het opzetten van nationale en transnationale verwijzingsmechanismen voor slachtoffers en het ontwikkelen van de kennisbasis over mensenhandel. De lidstaten maken in toenemende mate gebruik van EU-agentschappen om informatie uit te wisselen, gezamenlijk op te treden en gemeenschappelijke onderzoeksteams (GOT's) op te zetten teneinde mensenhandel binnen de EU en daarbuiten te bestrijden 152 . De operationele samenwerking heeft tastbare resultaten opgeleverd, met name in het kader van het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging: In 2019 heeft dit werk geresulteerd in 825 arrestaties alsmede de identificatie van 8 824 verdachten en 1 307 potentiële slachtoffers, onder wie 69 kinderen. 94 criminele organisaties die bij deze misdaden betrokken waren, werden geïdentificeerd of ontmanteld en er werd 1,5 miljoen EUR aan vermogensbestanddelen op bankrekeningen en in bedrijven en webdomeinen bevroren. Op de EU-Dag tegen mensenhandel op 18 oktober 2020 publiceerde de Commissie een studie over de kosten van mensenhandel en een andere studie over de nationale en transnationale verwijzingsmechanismen 153 .

Migrantensmokkel

Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel meldt een aanhoudende toename van migrantensmokkelactiviteiten, voornamelijk in de Westelijke Balkan en de buurlanden, en van secundaire bewegingen in de hele EU. In 2019 heeft Europol bijgedragen aan de identificatie van 14 218 verdachten die actief waren in de migrantenhandel 154 . In mei 2020 lanceerde Eurojust de 'Focus Group for Prosecutors on Migrant Smuggling' als een belangrijk knooppunt om de belangrijkste justitiële actoren op nationaal niveau in de EU-lidstaten regelmatig met elkaar in contact te brengen en hun gezamenlijke operationele respons te ondersteunen 155 .

Bestrijding van milieucriminaliteit

Onder milieucriminaliteit vallen handelingen die in strijd zijn met de milieuwetgeving en aanzienlijke schade of risico's voor het milieu en de menselijke gezondheid veroorzaken of kunnen veroorzaken 156 . Tot de belangrijkste gebieden van milieucriminaliteit behoren de illegale uitstoot of lozing van stoffen in de lucht, het water of de bodem, de illegale handel in wilde dieren en planten, de illegale handel in stoffen die de ozonlaag afbreken en het illegaal vervoeren of dumpen van afval. Uit de recente evaluatie van de richtlijn milieucriminaliteit 157 bleek dat de vooruitgang bij de ontwikkeling van een Europees kader niet gepaard ging met een significant effect op het terrein, onder meer in termen van betere grensoverschrijdende samenwerking en een gelijker speelveld met betrekking tot sancties in alle lidstaten. De richtlijn heeft met name niet geleid tot meer veroordelingen en het opleggen van meer afschrikkende sancties in de lidstaten. Daarom is besloten de richtlijn tegen eind 2021 te herzien.

Op 29-30 oktober 2019 heeft Eurojust samen met het Europees Netwerk van Openbare Aanklagers voor het Milieu (ENPE) de conferentie "International collaboration & co-operation in the fight against environmental crime" (Internationale samenwerking & samenwerking bij de bestrijding van milieucriminaliteit) gehouden om het bewustzijn te vergroten en de grensoverschrijdende samenwerking tussen openbare aanklagers en andere beroepsbeoefenaren binnen en buiten de EU op het gebied van milieucriminaliteit te bevorderen.

Het in 2016 aangenomen EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten wordt momenteel geëvalueerd. Een specifieke actie is een project dat tot januari 2021 loopt en gericht is op de handel in wilde dieren en planten in en via de EU met gebruikmaking van internet- en pakketbezorgdiensten, met als doel de cybercriminaliteitsnetwerken voor in het wild levende dieren en planten te ontwrichten en te ontmantelen 158 .

V.EEN STERK EUROPEES VEILIGHEIDSECOSYSTEEM

Alle geledingen van de samenleving zouden gezamenlijk moeten streven naar een echte en doeltreffende veiligheidsunie. Bij de opbouw van de paraatheid en weerbaarheid van eenieder en met name van de meest kwetsbaren, slachtoffers en getuigen, moeten overheden, rechtshandhavingsinstanties, de particuliere sector, het onderwijs en de burgers zelf worden ingeschakeld, toegerust en met elkaar in contact worden gebracht.


1.Samenwerking en informatie-uitwisseling

Een van de meest cruciale bijdragen die de EU kan leveren aan de bescherming van de burgers, is degenen die voor onze veiligheid moeten zorgen, helpen om goed samen te werken. Samenwerking en informatie-uitwisseling zijn krachtige instrumenten om criminaliteit en terrorisme te bestrijden, dreigingen zoals cyberdreigingen aan te pakken en gerechtigheid na te streven. Er is een aantal instrumenten ingevoerd ter ondersteuning van de informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten.

Vandaag keurt de Commissie een herzien mandaat voor Europol 159  goed om een aantal gerichte verbeteringen in haar werkzaamheden aan te brengen. Dit zal Europol in staat stellen beter om te gaan met het veranderende karakter van misdrijven die via het internet worden gepleegd en met financiële misdrijven. Het zal de samenwerking met de particuliere sector versterken en de bepalingen inzake gegevensbescherming in overeenstemming brengen met bestaande EU-regels.

Europol en andere EU-agentschappen zoals Frontex, Cepol en Eurojust hebben met steun van de Commissie de EU-beleidscyclus voor zware en internationale georganiseerde misdaad verder ontwikkeld in het 'Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging' ( Empact ) 160 . De samenwerking in het kader van Empact blijkt nog steeds een doeltreffend instrument om de georganiseerde misdaad in heel Europa te bestrijden, zoals tijdens de 'gezamenlijke actiedagen' in september, oktober en november 2020. 161 Dit is een duidelijk bewijs van de waarde van samenwerking. Empact ondersteunde ook minder kwantificeerbare doelen: een verbeterd inlichtingenbeeld, opleiding en capaciteitsopbouw, preventie, samenwerking met niet-EU-partners en bestrijding van onlinecriminaliteit 162 . In de onafhankelijke evaluatie van de EU-beleidscyclus 2018-2021/Empact in 2020 163 werd geconcludeerd dat Empact steeds relevanter en effectiever blijkt te zijn bij het aanpakken van de meest urgente dreigingen die uitgaan van criminele organisaties. De toegevoegde waarde ligt in het bieden van een platform voor samenwerking dat de lidstaten in staat stelt betere resultaten te behalen in de strijd tegen zware en georganiseerde misdaad dan wanneer zij dergelijke misdaad alleen zouden aanpakken. In de evaluatie werd ook gewezen op kansen en werden aanbevelingen gedaan om dit zeer nuttige samenwerkingsinstrument verder te ontwikkelen voor de volgende cyclus, die loopt van 2022 tot en met 2025.

De Commissie zal in 2021 een initiatief lanceren voor een EU-code voor politiële samenwerking om de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen de betrokken nationale instanties te stroomlijnen, te verbeteren, te ontwikkelen, te moderniseren en te vergemakkelijken. Dit zal een belangrijke steun zijn voor de lidstaten in hun strijd tegen zware en georganiseerde misdaad en terrorisme.

Er is ook samenwerking nodig tussen politiële autoriteiten en andere belangrijke rechtshandhavingsinstanties, alsook met agentschappen zoals de douane. De EU-douane speelt een sleutelrol bij het waarborgen van de veiligheid van de buitengrenzen en de toeleveringsketen en draagt zo bij tot de interne veiligheid van de Europese Unie. Nieuwe en veranderende dreigingen vereisen sterke banden tussen douaneautoriteiten en rechtshandhavingsinstanties, waarbij met name de nadruk wordt gelegd op de 'opsporings-/preventiewaarde' van douanecontroles en de leidende rol van de douane met betrekking tot goederen. De Commissie ondersteunt en stimuleert de samenwerking tussen douaneautoriteiten en Europol 164 , met een direct effect op acties op het gebied van vuurwapens, milieucriminaliteit, criminele financiering, cyberbeveiliging enz. De douaneautoriteiten nemen momenteel deel aan verschillende door Europol geleide acties tegen zware en internationale georganiseerde misdaad 165 , alsook aan Cepol-opleidingen. Deze activiteiten dragen bij aan de bevordering en verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen verschillende instanties en aan de versterking van de interactie tussen de belangrijkste spelers.

Sterke en efficiënte informatiesystemen zijn onmisbaar voor een betere uitwisseling van informatie tussen justitiële autoriteiten en rechtshandhavingsinstanties in de hele EU. Het Schengeninformatiesysteem (SIS) is ook versterkt door bijgewerkte regels die mogelijke leemten opvullen door extra categorieën van signaleringen vast te stellen, de lijst van voorwerpen waarvoor signaleringen kunnen worden ingevoerd uit te breiden en de invoer van nieuwe soorten gegevens toe te staan 166 . De nieuwe regels zijn op 28 december 2018 in werking getreden en moeten tegen december 2021 volledig operationeel zijn 167 .

Evenzo werd in 2019 het Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) aangevuld met een extra systeem dat een efficiënte uitwisseling van gegevens uit het strafregister over in de EU veroordeelde onderdanen van derde landen mogelijk maakt (Ecris-TCN). Momenteel wordt gewerkt aan de technische ontwikkeling en implementatie van dit nieuwe gecentraliseerde systeem. Verwacht wordt dat het systeem in 2023 in werking zal treden.

Op 24 juli 2020 heeft de Commissie het verslag over de evaluatie van de PNR-richtlijn goedgekeurd 168 . In dit verslag worden de eerste twee jaar van de toepassing van de PNR-richtlijn geëvalueerd. 169 Uit dit verslag blijkt dat de ontwikkeling van het EU-brede PNR-systeem vlot verloopt. Het gebruik van PNR-gegevens is essentieel in de strijd tegen terrorisme, zware criminaliteit en georganiseerde misdaad en heeft al tastbare resultaten opgeleverd. Slechts één lidstaat heeft de Commissie nog niet in kennis gesteld van de volledige omzetting 170 . Op 3 december 2020 heeft de Commissie een met redenen omkleed advies gestuurd omdat de betrokken lidstaat nog geen volledige omzetting van de richtlijn had gemeld.

Op 9 september 2020 heeft de Commissie de evaluatie van de richtlijn inzake op voorhand af te geven passagiersgegevens van 2004 171 gepubliceerd. In de evaluatie wordt gewezen op een aantal tekortkomingen en inconsistenties die bij de komende herziening van het huidige wetgevingskader in aanmerking zullen worden genomen. Een ander belangrijk instrument dat verder wordt onderzocht, zijn de Prümbesluiten 172 , die moeten worden beschouwd in het licht van operationele, technologische, forensische en gegevensbeschermingsontwikkelingen.

De samenwerking moet ook verder gaan dan de EU door met belangrijke derde landen samen te werken bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad. Op 13 mei 2020 heeft de Raad machtiging verleend voor het openen van onderhandelingen met Nieuw-Zeeland over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en Nieuw-Zeeland. De onderhandelingen met Turkije zijn nog gaande, maar er is geen vooruitgang geboekt in de onderhandelingen met Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko en Tunesië over de uitwisseling van persoonsgegevens voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme. Daarnaast heeft de Commissie op 19 november 2020 een aanbeveling aangenomen voor een besluit van de Raad tot machtiging van het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en tien derde landen inzake samenwerking tussen Eurojust en die derde landen met betrekking tot de uitwisseling van persoonsgegevens 173 .

Wat internationale samenwerking door uitwisseling van PNR-gegevens in het kader van de bestrijding van terrorisme en zware criminaliteit betreft, heeft de Raad machtiging verleend voor het openen van onderhandelingen met Japan met het oog op de ondertekening van een PNR-overeenkomst. 174 Ondertussen wordt de laatste hand gelegd aan de gezamenlijke evaluaties van de bestaande overeenkomsten tussen de EU en de VS en tussen de EU en Australië. De Commissie heeft ook een proces op gang gebracht om haar huidige algemene aanpak van de doorgifte van PNR-gegevens aan derde landen te herzien. 175

De Commissie werkt ook samen met de VN aan het vergroten van de capaciteit van partnerlanden om terroristische misdrijven en andere ernstige misdrijven te voorkomen, op te sporen, te onderzoeken en te vervolgen door passagiersgegevens, zowel API- als PNR-gegevens, te verzamelen en te analyseren.

De Commissie is betrokken bij het proces om de doorgifte van PNR-gegevens te vergemakkelijken in overeenstemming met de wettelijke vereisten van de EU in het kader van de nieuwe PNR-normen 176 die door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) zijn vastgesteld 177 . Op 23 juni 2020 heeft de ICAO-raad de nieuwe normen en aanbevolen praktijken (SARP’s) inzake PNR 178 aangenomen, en de overeenkomstsluitende partijen hebben tot 30 januari 2021 de tijd om de ICAO te informeren over eventuele verschillen tussen hun nationale regelgevingspraktijken en de nieuwe SARP’s inzake PNR.


2. De bijdrage van sterke buitengrenzen

Een modern en efficiënt beheer van de buitengrenzen is essentieel om de veiligheid van de EU-burgers te waarborgen. Als alle relevante actoren worden betrokken bij het optimaliseren van de beveiliging aan de grens en adequate instrumenten ter beschikking krijgen, kan dat een reëel effect hebben op de preventie van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. In het nieuwe migratie- en asielpact 179 wordt ook gewezen op de noodzaak van een robuust en eerlijk beheer van de buitengrenzen, met inbegrip van identiteits-, gezondheids- en veiligheidscontroles. Dit maakt deel uit van de alomvattende aanpak, die laat zien hoe het beleid op het gebied van migratie, asiel, integratie en grensbeheer afhankelijk is van de vooruitgang op alle fronten.

In het nieuwe pact, dat vergaande veiligheidsimplicaties heeft, wordt onderstreept dat een doeltreffend Schengengebied onontbeerlijk is voor het migratiebeleid. Dit werd besproken tijdens het eerste Schengenforum op 30 november 2020. De vertegenwoordigers van de lidstaten en het Europees Parlement waren het erover eens dat een effectieve uitvoering van het Schengenacquis belangrijk is voor de burgers in termen van vrij verkeer en veiligheid.  Dit proces zal worden meegenomen in een nieuwe Schengenstrategie die in 2021 zal worden voorgesteld. Het Schengenmechanisme voor evaluatie en toezicht is een belangrijk instrument om wederzijds vertrouwen te waarborgen en een betere en samenhangende uitvoering van het Schengenacquis, inclusief de veiligheidsimplicaties ervan, te garanderen. Dit was een belangrijk thema in het op 25 november goedgekeurde verslag 180 , waarin een stand van zaken van de uitvoering van het Schengenacquis wordt gegeven en waarin de balans wordt opgemaakt van de werking van het Schengenmechanisme voor evaluatie en toezicht. 

De interoperabiliteitsverordeningen 181 zijn bedoeld om bestaande en nieuwe of verbeterde EU-informatiesystemen voor veiligheids-, grens- en migratiebeheer op een slimmere en efficiëntere manier te laten samenwerken. Interoperabiliteit tussen EU-informatiesystemen zal de effectiviteit en efficiëntie van controles aan de buitengrenzen verbeteren en zal bijdragen tot de preventie van illegale immigratie en tot een hoog veiligheidsniveau. De interoperabiliteitsverordeningen zullen een waardevol extra instrument voor rechtshandhavings- en grensautoriteiten zijn 182 . De lidstaten, de met Schengen geassocieerde landen en de relevante agentschappen van de Unie (eu-LISA, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Europol) moeten klaar zijn en de Commissie houdt toezicht op de voorbereiding en bereidheid om ervoor te zorgen dat de interoperabiliteitsverordeningen tegen eind 2023 volledig zijn uitgevoerd.

Op 8 december 2020 hebben de medewetgevers een voorlopig akkoord bereikt over het voorstel om het Visuminformatiesysteem te actualiseren 183 .

Er moet echter nog belangrijke wetgeving worden aangenomen. Het Europees Parlement moet bereid zijn om met de Raad in gesprek te gaan over de wijzigingen 184 inzake het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) 185 .

De koppelingen tussen relevante informatiesystemen voor de analyse van veiligheidsrisico's zijn cruciaal om onze veiligheid te verbeteren. Het versterken van de samenwerking tussen douane- en grensbeheerautoriteiten en de synergieën tussen hun informatiesystemen met inachtneming van de desbetreffende controles en waarborgen, waaronder de bescherming van persoonsgegevens en de naleving van de privacywetgeving, is een prioriteit van het actieplan van 28 september 2020 om de douane-unie op een hoger plan te brengen 186 . In een voorlopige beoordeling die de Commissie samen met politie- en douanedeskundigen van de lidstaten heeft uitgevoerd, wordt met name aanbevolen de gegevens van het Schengeninformatiesysteem (SIS) en Europol te koppelen aan het DWU-invoercontrolesysteem (ICS2) 187 . Er zal nu een haalbaarheidsstudie worden uitgevoerd.

De verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht 188  is in december 2019 in werking getreden, waardoor de capaciteiten en instrumenten van de EU om haar buitengrenzen te versterken ingrijpend zijn veranderd. Hierdoor kan de bijdrage van grenzen aan de veiligheid aanzienlijk worden vergroot. Het nieuwe mandaat versterkt het vermogen van Frontex om de lidstaten te ondersteunen bij het beheer van de buitengrenzen en terugkeer en breidt de mogelijkheden voor samenwerking met derde landen uit. Er wordt gewerkt aan de gereedheid van het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht voor zijn eerste inzet vanaf 1 januari 2021.

In juni 2019 heeft de EU strengere veiligheidsnormen voor identiteitskaarten ingevoerd om het vrije verkeer van EU-burgers te vergemakkelijken en tegelijkertijd identiteitsfraude te verminderen 189 . De lidstaten moeten vanaf augustus 2021 beginnen met de afgifte van identiteitskaarten en verblijfsdocumenten die aan de nieuwe veiligheidsnormen voldoen. De meeste lidstaten zijn momenteel bezig met het afstemmen van hun documentenontwerpen op de eisen van de verordening.


3. Onderzoek en innovatie op het gebied van veiligheid versterken

Onderzoek naar veiligheid en bevordering van innovatie ondersteunen een gecoördineerd antwoord van de EU op complexe uitdagingen en maken concrete stappen mogelijk om risico's te beperken. De veiligheidsunie is een van de vier aandachtsgebieden in het werkprogramma 2018-2020 van Horizon 2020 190 , dat 50 % van alle overheidsfinanciering voor veiligheidsonderzoek in de EU vertegenwoordigt. De in 2019 gedane oproepen voor veiligheidsonderzoek in het kader van Horizon 2020 hebben geleid tot de selectie van 42 projecten die in totaal 253 miljoen EUR aan EU-financiering zullen ontvangen. De werkzaamheden zullen onder meer betrekking hebben op de bescherming van infrastructuur, de vergroting van de veerkracht bij rampen, de bestrijding van misdaad en terrorisme, de beveiliging van de buitengrenzen en de verbetering van de digitale veiligheid. De indicatieve begroting die beschikbaar is voor projecten in 2020 bedraagt 265 miljoen EUR. Dit omvat een oproep tot het indienen van voorstellen met betrekking tot artificiële intelligentie voor een bedrag van 20 miljoen EUR om de Europese rechtshandhavingsinstanties te ondersteunen bij het opschalen van AI-capaciteiten en het dichten van hun AI-vaardigheidskloof en om de samenwerking te stimuleren. De werkzaamheden die in het kader van het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek Horizon Europa worden voorbereid, zullen de uitvoering van de EU-strategie voor de veiligheidsunie ondersteunen evenals de grensbeheer- en veiligheidsdimensie van het nieuwe migratie- en asielpact, het EU-beleid inzake rampenrisicovermindering en de EU-strategie voor maritieme veiligheid 191 .

Het door de EU gefinancierde veiligheidsonderzoek is ook doeltreffend gebleken voor het bevorderen van de samenwerking en het ondersteunen van veiligheidsmensen tijdens de COVID-19-pandemie. 192 De steun omvat instrumenten voor het gezamenlijk beoordelen en onderzoeken van risico's en dreigingen van epidemiologische en criminele aard.

Om ervoor te zorgen dat innovatieve projecten ingang vinden, moeten EU-agentschappen worden geïntegreerd in bestaande projecten inzake onderzoek en innovatie op het gebied van veiligheid. Naar aanleiding van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van oktober 2019 richten EU-agentschappen en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie momenteel de Europese innovatiehub voor interne veiligheid op, op basis van hun bestaande wettelijke mandaten, die moet fungeren als een samenwerkingsnetwerk van hun innovatielaboratoria. De hub zal een coördinatiemechanisme zijn ter ondersteuning van de deelnemende entiteiten bij het delen van informatie en kennis, het opzetten van gezamenlijke projecten en de verspreiding van bevindingen en ontwikkelde technologische oplossingen die relevant zijn voor de interne veiligheid 193 .

Het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra zijn het Europese antwoord ter ondersteuning van innovatie en industrieel beleid op het gebied van cyberbeveiliging. Zij hebben tot doel de Europese cyberbeveiligingscapaciteiten te versterken, onze economie en samenleving te beschermen tegen cyberaanvallen, de kwaliteit van het onderzoek hoog te houden en het concurrentievermogen van de EU te versterken. Er zijn momenteel trialogen gaande.

4. Vaardigheden en bewustmaking

De bewustwording van veiligheidskwesties en het verwerven van de vaardigheden om het hoofd te bieden aan potentiële bedreigingen zijn van essentieel belang om een veerkrachtigere samenleving tot stand te brengen, met beter voorbereide ondernemingen, overheidsdiensten en burgers. Ook belangrijk is dat slachtoffers toegang hebben tot hun rechten.

Rechtshandhavers en beoefenaars van juridische beroepen

De COVID-19-gerelateerde beperkingen hadden grote gevolgen voor Cepol, dat vanaf maart 2020 alle geplande activiteiten ter plaatse moest stopzetten. Deze bijzondere omstandigheden hebben ook geleid tot een groeiende vraag naar onlinediensten: in de eerste vier maanden van het jaar registreerde het Agentschap een toename van het aantal virtuele activiteiten met 30 % en van het aantal onlinegebruikers met 100 %. Tot de prioritaire opleidingsgebieden voor 2019-2021 194 behoren de bestrijding van illegale immigratie, terrorismebestrijding, mensenhandel, cybercriminaliteit en seksueel misbruik van kinderen. De Commissie bereidt momenteel de evaluatie van Cepol voor, die in juli 2021 moet zijn afgerond.   

Grote publiek

De campagne #SaferInternet4EU werd gelanceerd op de 'Dag van een veiliger internet' in 2018. De activiteiten hebben in de afgelopen twee jaar bijna 63 miljoen mensen in de EU bereikt en omvatten activiteiten waarbij prijzen te winnen waren alsmede activiteiten op het gebied van cyberhygiëne en de ondersteuning van leerkrachten. Het netwerk van centra voor een veiliger internet leverde meer dan 1 800 nieuwe bronnen op met betrekking tot onderwerpen als nepnieuws, cyberpesten, privacyproblemen, kinderlokking en cyberhygiëne.

Oktober 2020 was de achtste Europese maand van de cyberveiligheid ter bevordering van de onlineveiligheid in de EU. Dit jaar staat de campagne in het teken van veiligheidsproblemen als gevolg van de digitalisering in het dagelijks leven, wat door de COVID-19-pandemie in een stroomversnelling is gekomen. Om mensen aan te moedigen 'na te denken voor ze klikken', werden in de campagne verschillende cyberveiligheidsthema’s uitgelicht. Gebruikers worden zo geholpen om cyberdreigingen te herkennen en er zich op voor te bereiden. De Europese Cyber Security Challenge 2021 in Praag wordt momenteel voorbereid.

Een cruciaal instrument om slachtoffers van cybercriminaliteit te helpen is 'No More Ransom' 195 , een reeks gratis decryptietools die slachtoffers helpen om terug te vechten zonder de hackers te betalen. 'No More Ransom' wordt ondersteund door Europols Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit en bestond in juli 2020 vier jaar. Sinds de lancering hebben meer dan 4,2 miljoen bezoekers uit 188 landen zich voor 'No More Ransom' geregistreerd, waardoor naar schatting 632 miljoen USD aan losgeld niet in de zakken van criminelen is terechtgekomen.  

Op 1 juli 2020 heeft de Commissie de Europese vaardighedenagenda 196 voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht gepresenteerd. De agenda bevat ambitieuze, kwantitatieve doelstellingen voor de verbetering van bestaande vaardigheden en opleiding op het gebied van nieuwe vaardigheden. Deze doelstellingen moeten in de komende vijf jaar moeten worden gerealiseerd. De agenda omvat specifieke maatregelen om het aantal afgestudeerden in de exacte wetenschappen, de technologie, de techniek, de kunsten en de wiskunde te verhogen, omdat zij nodig zijn op speerpuntgebieden zoals cyberbeveiliging. Op 10 november 2020 lanceerde de Commissie het pact voor vaardigheden tijdens de vijfde editie van de Europese Week van beroepsvaardigheden 2020 . Het pact bevordert gezamenlijke actie om het effect van investeringen in het verbeteren van bestaande vaardigheden en in opleiding in nieuwe vaardigheden te maximaliseren. Samen met het pact zijn de eerste Europese vaardigheidspartnerschappen aangekondigd op drie gebieden: de automobielsector, de micro-elektronicasector en de luchtvaart- en defensie-industrie.

Op 30 september 2020 heeft de Commissie een reeks beleidsstrategieën goedgekeurd die een belangrijk effect zullen hebben op de ontwikkeling van de langetermijncapaciteit van de EU op het gebied van veiligheidsvaardigheden. Het actieplan voor digitaal onderwijs voor 2021-2027 197 zal bijdragen tot een goed presterend digitaal onderwijsecosysteem met verbeterde competenties voor de digitale transformatie 198 . Op dezelfde dag werd een mededeling over de tegen 2025 tot stand te brengen Europese onderwijsruimte 199 goedgekeurd, waarin basis- en digitale vaardigheden centraal staan. In een mededeling over een nieuwe Europese onderzoeksruimte voor onderzoek en innovatie 200 werd de weg uitgestippeld om het Europese onderzoeks- en innovatielandschap te verbeteren en de overgang van de EU naar digitaal leiderschap te versnellen, alsook om gendergerelateerd geweld, in al zijn vormen, in onderzoeks- en innovatieorganisaties te bestrijden.

Het programma Erasmus+ draagt ook bij aan de bestrijding van radicalisering door middel van projecten die radicalisering, gewelddadig extremisme, sociale uitsluiting, desinformatie en nepnieuws bestrijden 201 . Een voorbeeld hiervan is het project ter voorkoming van radicalisering in gevangenissen, dat tot doel heeft de competenties van eerstelijnsmedewerkers te vergroten zodat ze in staat zijn signalen van radicalisering te herkennen, te rapporteren en te interpreteren en daar adequaat op te reageren 202 .  Het project No Hate BootCamp heeft jongerenwerkers geholpen om 'no hate speech ambassadors' te worden in hun lokale gemeenschappen.

De Commissie probeert zelf het publiek te betrekken bij reflecties over het veiligheidsbeleid van de EU. De acties op EU-niveau zijn zichtbaarder en toegankelijker gemaakt voor de burgers via de nieuwe website over de veiligheidsstrategie van de EU 203 . Er zijn verschillende openbare raadplegingen gestart, waardoor burgers de kans krijgen om rechtstreeks invloed uit te oefenen op de beleidsvorming.

Alle slachtoffers van misdrijven hebben recht op steun en bescherming, maar de slachtoffers van de zwaarste misdrijven, zoals terrorisme of seksuele uitbuiting van kinderen, hebben specifieke aandacht nodig. Op 24 juni 2020 heeft de Commissie haar allereerste EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020-2025) 204 vastgesteld. De strategie richt zich op de slachtoffers van alle misdrijven, maar besteedt bijzondere aandacht aan de meest kwetsbaren, zoals slachtoffers van terrorisme, kinderen die het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting en slachtoffers van mensenhandel. Op 22 september 2020 heeft de Commissie een conferentie op hoog niveau over de rechten van slachtoffers georganiseerd. Tijdens die conferentie heeft zij het platform voor de rechten van slachtoffers gelanceerd om een meer horizontale benadering van de rechten van slachtoffers te bevorderen 205 . De Commissie heeft ook haar allereerste coördinator voor de rechten van slachtoffers aangesteld om de consistentie en doeltreffendheid van beleid inzake de rechten van slachtoffers te ondersteunen.

Wat slachtoffers van terrorisme betreft, werd in januari 2020 het EU-kenniscentrum voor slachtoffers van terrorisme opgericht om nationale autoriteiten en slachtofferhulporganisaties expertise, begeleiding en steun te bieden. Het centrum bevordert de uitwisseling van beste praktijken en het delen van expertise tussen beroepsbeoefenaren en specialisten over de grenzen heen. Het is niet bedoeld om rechtstreekse hulp te bieden aan bepaalde slachtoffers van terrorisme, maar om nationale structuren te ondersteunen bij het verlenen van professionele hulp en ondersteuning en om richtsnoeren te verstrekken die in 2020 zullen worden gepubliceerd. Het EU-kenniscentrum fungeert in het kader van een proefproject dat twee jaar zal duren. Het voorzitterschap van de Raad werkt eraan om dit te ondersteunen met een netwerk van centrale nationale contactpunten voor terrorismeslachtoffers.

VI    CONCLUSIE 

De EU-strategie voor de veiligheidsunie is bedoeld om een alomvattende en dynamische aanpak te bieden. De recente terroristische aanslagen hebben nogmaals duidelijk gemaakt dat de EU moet kunnen reageren en dat haar veerkracht en reactievermogen moeten worden versterkt door modernisering en effectieve inzet van de belangrijkste instrumenten die haar ter beschikking staan. Zij hebben ook laten zien dat alle actoren ten volle moeten worden betrokken bij een gemeenschappelijke aanpak, zodat de lidstaten, de EU-instellingen, de particuliere sector, ngo's en burgers allemaal een rol kunnen spelen bij het opbouwen van een veiligheidsbasis die voldoende sterk en flexibel is om resultaten te boeken. Deze coherente en consistente aanpak is ook de beste manier om ervoor te zorgen dat onze grondrechten worden beschermd als onderdeel van de bevordering van onze Europese levenswijze.

Dit verslag laat zien dat er veel werk aan de winkel is, maar ook hoe het momentum in stand moet worden gehouden. Het doel van de vandaag gepresenteerde EU-agenda voor terrorismebestrijding is om het Europese kader voor terrorismebestrijding te versterken door de volgende stappen te zetten: anticiperen op en voorkomen van terrorisme, burgers en infrastructuur beschermen en klaar staan om te reageren, rekening houdend met de nexus interne-externe veiligheid. We hebben al meer samenwerking, meer inspanningen om radicalisering aan te pakken en meer instrumenten om terroristen de middelen voor een aanslag te ontnemen. Nu moeten we nog een stap verder gaan. Er moeten nieuwe regels worden aangenomen om terroristische online-inhoud aan te pakken, waarbij een overeenkomst dit jaar een belangrijke prioriteit is. De Commissie dringt er bij de lidstaten ook op aan om de uitvoering van alle overeengekomen wetgeving te versnellen. Het waarborgen van de veiligheid van de EU-burgers is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, en het ondernemen van gemeenschappelijke actie moet de collectieve ambitie zijn voor een veiliger Europa.


(1)

     COM (2020) 605.

(2)

     COM(2016) 230.

(3)

     Tijdens de hoorzitting met vicevoorzitter Schinas voor het Europees Parlement op 3.10.2019.

(4)

     COM(2019) 552.

(5)

     Richtlijn 2008/114/EG en Richtlijn (EU) 2016/1148.

(6)

     COM(2019) 546. De Commissie heeft ook een openbare raadpleging gehouden (7 juli - 2 oktober 2020) en heeft alle lidstaten bezocht om de conformiteit bij de uitvoering van de richtlijn te controleren door te vergaderen met exploitanten en nationale autoriteiten.

(7)

     COM(2019) 546.

(8)

     C(2019) 2400.

(9)

     PB L 158 van 14.6.2019, blz. 1–21.

(10)

     Energy security: good practices to address pandemic risks (SWD(2020) 104).    

(11)

     https://ec.europa.eu/info/publications/200924-digital-finance-proposals_en.

(12)

     COM(2020) 595.

(13)

     In het voorstel wordt een samenhangend uitgangspunt uiteengezet voor de ICT-risicobeheervereisten, de rapportage van ICT-incidenten aan financieel toezichthouders, digitale tests en de uitwisseling van informatie. Bovendien worden externe ICT-dienstverleners in het voorstel onderworpen aan een toezichtskader op Europese schaal.

(14)

     Besluit nr. 1313/2013/EU van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming.

(15)

     COM(2020) 220.

(16)

     Voorstel tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming - Mandaat voor onderhandelingen met het Europees Parlement

(17)

     ENISA Threat Landscape 2020 : Cyber Attacks Becoming More Sophisticated, Targeted, Widespread and Undetected.

(18)

     EU-agentschappen en lidstaten hebben vastgesteld dat het aantal cyberaanvallen, ook tegen de sector gezondheidszorg, aanzienlijk is toegenomen sinds de uitbraak van de pandemie.

(19)

     COM(2020) 66.

(20)

     Verordening (EU) 2018/1807.

(21)

     COM(2019)2335.

(22)

     Verslag over de gecoördineerde EU-risicobeoordeling van de cyberbeveiliging van 5G-netwerken .

(23)

     De NIS-samenwerkingsgroep is opgericht om te zorgen voor strategische samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de EU-lidstaten op het gebied van cyberbeveiliging.

(24)

      https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/cybersecurity-5g-networks-eu-toolbox-risk-mitigating-measures .  

(25)

     COM(2020) 50.

(26)

     Verordening (EU) 2019/452. Dit bevat ook expliciete verwijzingen naar 'kritieke infrastructuur' (alsook naar 'kritieke technologieën') in ruimere zin als 'factoren waarmee de lidstaten of de Commissie rekening kunnen houden' bij de beoordeling van het potentiële effect van een investering.

(27)

     Verslag over de vorderingen van de lidstaten bij de uitvoering van de EU-toolbox inzake 5G-cyberbeveiliging.

(28)

     EU-instellingen en -organen zijn bijeengekomen in een COVID-19-taskforce voor cyberbeveiliging en hebben een wekelijks sectoraal situatiebewustzijns- en situatieanalyseverslag opgesteld. Enisa en Europol zijn campagnes begonnen over hoe de cyberveiligheid tijdens de COVID-19-crisis kan worden gewaarborgd. CERT-EU heeft richtsnoeren opgesteld voor het opzetten van veilige VPN's. In de zomer van 2019 heeft de NIS-samenwerkingsgroep een nieuwe werkstroom voor cyberbeveiliging in de gezondheidszorg opgezet en hebben de Commissie en Enisa een EU-centrum voor de uitwisseling en analyse van gezondheidsinformatie opgezet.

(29)

      https://www.enisa.europa.eu/news/enisa-news/blue-olex-2020-the-european-union-member-states-launch-the-cyber-crisis-liaison-organisation-network-cyclone .  

(30)

C(2017) 6100.

(31)

     De EU bevordert het strategisch kader voor conflictpreventie, stabiliteit en samenwerking in cyberspace, onder meer door deel te nemen aan de besprekingen van de Verenigde Naties over cyberkwesties. Twee belangrijke processen zijn de Open Werkgroep inzake ontwikkelingen op het gebied van informatie en telecommunicatie in de context van de internationale veiligheid; en de Groep van regeringsdeskundigen (GGE) om verantwoord staatsgedrag in cyberspace te bevorderen. De thema's die worden besproken, zijn onder meer het effect van internationaal recht, de uitvoering van overeengekomen niet-bindende vrijwillige normen voor verantwoord staatsgedrag en vertrouwenwekkende maatregelen, alsmede de ontwikkeling van de uitvoering door middel van gerichte capaciteitsopbouw.

(32)

     https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2020/04/30/declaration-by-the-high-representative-josep-borrell-on-behalf-of-the-european-union-on-malicious-cyber-activities-exploiting-the-coronavirus-pandemic/ .

(33)

     Besluiten (GBVB) 2020/1127, 2020/1537 en 2020/651 van de Raad als onderdeel van 9916/17.

(34)

     COM(2016) 616. Het voorstel van de Commissie heeft tot doel Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik te wijzigen en te herschikken.

(35)

     Dit is een enorme groep goederen, materialen, software en technologie die voor zowel civiele als militaire doeleinden kunnen worden gebruikt.

(36)

     COM (2020) 795.

(37)

     De oproep in het kader van het Fonds voor interne veiligheid in 2019 omvatte 'Secu4All' voor de ontwikkeling van een uitgebreide trainingscyclus voor lokale autoriteiten om burgers een veilige stedelijke omgeving te bieden, en DroneWISE voor het verbeteren van de paraatheid van eerstehulpverleners om vijandige onbemande luchtvaartuigen te bestrijden. In 2020 vindt een nieuwe oproep voor de bescherming van openbare ruimten plaats, waarvoor 12 miljoen EUR beschikbaar is.

(38)

     COM(2017) 612.

(39)

     SWD(2019) 140.

(40)

     Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie.

(41)

     De Commissie kan daartoe een uitvoeringsverordening indienen, die zou worden vastgesteld in het kader van een onderzoeksprocedure waarbij het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart wordt betrokken.

(42)

     Het actieplan is vastgesteld en is beschikbaar op Futurium: https://ec.europa.eu/futurium/en/security-public-spaces/security-public-spaces-partnership-final-action-plan-0 .  


(43)

     Dreigingsevaluatie van de georganiseerde internetcriminaliteit (Iocta) 2020, oktober 2020

(44)

     Verslag over de exploitatie van isolement: Offenders and victims of online child sexual abuse during the COVID-19 pandemic , Europol, 19.6.2020.

(45)

     Richtlijn 2013/40/EU.

(46)

     Richtlijn 2011/93/EU.

(47)

     Spanje, Portugal, Italië, Nederland, Zweden, Malta, Litouwen, Slowakije, Bulgarije, Roemenië, Duitsland, Oostenrijk, België, Tsjechië, Estland, Griekenland, Finland, Frankrijk, Kroatië, Hongarije, Ierland, Luxemburg, Letland, Polen, Slovenië.

(48)

     COM(2020) 607.

(49)

     COM(2020) 568.

(50)

     De Commissie heeft samen met de Europese Innovatieraad en de lidstaten een pan-Europese EUvsVirus Hackathon + Matchathon georganiseerd https://covid-eic.easme-web.eu/ .

(51)

     Gezamenlijke verklaring van de EU-ministers van Binnenlandse Zaken over de recente terroristische aanslagen in Europa, 13.11.2020,

     12634/20.

(52)

Volgens het verslag is het aantal grensoverschrijdende verzoeken van EU-autoriteiten aan aanbieders van onlinediensten in 2019 aanzienlijk toegenomen: een grote meerderheid daarvan is afkomstig uit Duitsland (37,7% van de verzoeken), Frankrijk (17,9%) en het Verenigd Koninkrijk (16,4%). Het aantal verzoeken om toegang tot elektronische gegevens is in Polen verdubbeld en in Finland bijna verdrievoudigd. Bovendien is het aantal noodverzoeken om toegang in één jaar tijd met bijna de helft toegenomen.

(53)

     COM(2018) 226 en COM(2018) 225.

(54)

     Zo keurde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) op 27 december 2019 Resolutie 74/247 over de bestrijding van het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën voor criminele doeleinden goed. Met deze resolutie werd een open intergouvernementele ad-hoccommissie van deskundigen opgericht die tot taak heeft een alomvattend internationaal verdrag inzake cybercriminaliteit op te stellen. De EU is geen voorstander van de totstandbrenging van een nieuw internationaal rechtsinstrument inzake cybercriminaliteit, aangezien het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit al een alomvattend multilateraal rechtskader biedt. In juli 2020 kwamen de VN-lidstaten overeen om de eerste stappen uit te stellen: de EU heeft aan het proces bijgedragen op basis van een gemeenschappelijk standpunt (doc. 7677/2/20).

(55)

     Arrest in de gevoegde zaken C-203/15 en C-698/15, Tele2 Sverige AB en Watson e.a., 21 december 2016.

(56)

      https://data.europa.eu/doi10.2837/26288  

(57)

     Arresten in zaak C-623/17, Privacy International, en in de gevoegde zaken C-511/18, La Quadrature du Net e.a., C-512/18, French Data Network e.a., en C-520/18, Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a.

(58)

     Met inbegrip van de Europese datastrategie (zie hierboven).

(59)

     COM(2020) 767. 

(60)

     COM(2020) 65.

(61)

     Respectievelijk 90% en 87% van de respondenten vindt deze bezorgdheid belangrijk of zeer belangrijk.

(62)

     COM(2019)168.

(63)

     ST 13084 2020 - Resolutie van de Raad over versleuteling - Beveiliging dankzij en ondanks versleuteling.

(64)

     Dit project van 6 miljoen EUR wordt ook gesteund door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie.

(65)

     Mededeling over de digitalisering van justitie in de Europese Unie, COM(2020) 710 van 2 december 2020.

(66)

     COM(2018) 640.

(67)

      https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/combatting-discrimination/racism-and-xenophobia/eu-code-conduct-countering-illegal-hate-speech-online_en .  

(68)

     Voor meer details, zie ook de Strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers 2020-2025 (COM(2020) 698).

(69)

     Eerste actie van het Gezamenlijk kader ter bestrijding van hybride bedreigingen, zie JOIN/2016/018.

(70)

     Conclusies van de Raad 14972/19.

(71)

     SWD(2020) 152, gezamenlijk werkdocument van de diensten van de Commissie, Inventarisatie van maatregelen in verband met de versterking van de weerbaarheid en de bestrijding van hybride bedreigingen.

(72)

     SWD(2020) 153, gezamenlijk werkdocument van de diensten van de Commissie, Verslag over de uitvoering van het gezamenlijk kader van 2016 ter bestrijding van hybride bedreigingen en de gezamenlijke mededeling van 2018 over het opbouwen van weerbaarheid en reactiecapaciteit tegen hybride bedreigingen.

(73)

     Zo heeft het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek op 26 november 2020 een nieuw kader voorgesteld om het bewustzijn van bedreigingen te vergroten: https://ec.europa.eu/jrc/en/news/jrc-framework-against-hybrid-threats

(74)

     De analyse van trends op het gebied van hybride bedreigingen is een instrument dat naast nationale systemen moet worden gebruikt om de omvang en intensiteit van hybride bedreigingen op politiek, diplomatiek, militair, economisch, informatie-, inlichtingen-, cyber-, sociaal, energie- en infrastructuurgebied te monitoren.

(75)

     De samenwerking tussen het personeel op het gebied van cyberbeveiliging en defensie is verder geïntensiveerd door het werken aan consistente concepten en doctrines, oefeningen, informatie-uitwisseling en wederzijdse briefings.

(76)

     De gevolgen in de praktijk waren onder meer brandstichting van telecommunicatie-infrastructuur en misleidende gezondheidsinformatie met directe gevolgen.

(77)

     JOIN(2020) 8, Gezamenlijke mededeling, Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie.

(78)

     Zo werd de campagne 'Think before you share' (Denk na voordat je deelt) gelanceerd om advies te geven over hoe de verspreiding van desinformatie onder jongeren en opiniemakers in de landen van het Oostelijk Partnerschap van de EU kan worden beperkt. Met deze campagne werden meer dan 500 000 views op socialemediaplatforms bereikt.

(79)

     COM (2020) 790.

(80)

     JOIN(2018) 36, Gezamenlijke mededeling, Actieplan tegen desinformatie.

(81)

     SWD(2020) 180.

(82)

     Gezamenlijke verklaring van de EU-ministers van Binnenlandse Zaken over de recente terroristische aanslagen in Europa, 13.11.2020,

     12634/20.

(83)

     COM (2020) 795.

(84)

     COM(2020) 758.  

(85)

     Richtlijn (EU) 2017/541.

(86)

     COM (2020) 619.

(87)

     Verordening (EU) 2019/1148.

(88)

     Mededeling van de Commissie - Richtsnoeren voor de toepassing van Verordening (EU) 2019/1148 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, PB C 210/1, 24.6.2020.

(89)

     SWD(2020) 114 final.

(90)

     COM(2017) 610 final.

(91)

  Besluit (GBVB) 2020/1466 van de Raad van 12 oktober 2020 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2018/1544.

(92)

     Besluit (GBVB) 2020/1482 van de Raad van 14 oktober 2020 en Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1480 van de Raad.

(93)

     Zoals de EU in november 2019 heeft uiteengezet op de door Australië georganiseerde ministeriële conferentie 'No Money For Terror' over de bestrijding van terrorismefinanciering.

(94)

     Het geïntegreerde EU-risicobeoordelingsproces voor de beveiliging van de luchtvaart ondersteunt het besluitvormingsproces op het gebied van luchtvrachtbeveiliging, luchtvaartbeveiligingsnormen en risico's voor de burgerluchtvaart die voortvloeien uit conflictgebieden.

(95)

     Het tragische neerhalen van vlucht 752 van Ukraine International Airlines op 8 januari 2020 heeft het belang van informatie-uitwisseling en risicobeoordeling voor de beveiliging van de burgerluchtvaart nog eens extra aangetoond.

(96)

     https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32019R1583.

(97)

     COM 2018 (470) final.

(98)

     Verslag van de diensten van de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en het Europees Defensieagentschap over de uitvoering van het herziene actieplan van de EU-strategie voor maritieme veiligheid, SWD (2020) 252.

(99)

     Geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag 2019, Europol, 9.6.2020.

(100)

 Het gerechtelijk register voor terrorismebestrijding wordt 24 uur per dag door Eurojust beheerd en biedt proactieve ondersteuning aan nationale justitiële autoriteiten. Deze gecentraliseerde informatie moet aanklagers helpen om specifieke zaken met mogelijke grensoverschrijdende gevolgen actiever te coördineren en om verdachten of netwerken die in die zaken worden onderzocht te identificeren.

(101)

     Besluiten (GBVB) 2020/1132, 2020/1126 en 2020/1516 van de Raad.

(102)

     https://www.eurojust.europa.eu/eurojust-memorandum-battlefield-evidence-0.

(103)

Conclusies van de Raad (8868/20) over het externe optreden van de EU ter voorkoming en bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme (16 juni 2020).

(104)

Algerije, Bosnië-Herzegovina (regionaal voor de Westelijke Balkan), Tsjaad (regionaal voor de Sahel), Ethiopië (verbinding met de Afrikaanse Unie), Indonesië (regionaal voor Zuidoost-Azië en verbinding met ASEAN-ARF), Irak, Jordanië, Kenia (regionaal voor de Hoorn van Afrika), Kirgizië (regionaal voor Centraal-Azië), Libanon, Libië, Marokko, Nigeria, Pakistan, Saudi-Arabië, Tunesië en Turkije.

(105)

     Servië, Noord-Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Albanië en Montenegro.

(106)

     Gezamenlijke persverklaring: https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2020/10/23/joint-press- statement-eu-western-balkans-ministerial-forum-on-justice-and-home-affairs/pdf.

(107)

     In de nieuwe EU-strategie voor Centraal-Azië werd bijvoorbeeld de nadruk gelegd op terrorismebestrijding.

*Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(108)

     In 2019 werd een kader voor samenwerking tussen de EU en de VN op het gebied van terrorismebestrijding ondertekend: https://eeas.europa.eu/sites/eeas/files/2019042019_un-eu_framework_on_counter-terrorism.pdf .  

(109)

     Op 8 december 2020 vond een dialoog op hoog niveau plaats tussen de EU en het UNODC.

(110)

     Eind 2019 was ongeveer 830 miljoen EUR besteed aan lopende acties tegen de georganiseerde misdaad buiten de EU.

(111)

     Geconsolideerd jaarverslag 2019, Europol, juni 2020.

(112)

     Kaderbesluit 2008/841/JBZ

(113)

  Conclusies van de Raad 8927/20.

(114)

     Richtlijn 2014/42/EU.

(115)

     Besluit 2007/845/JBZ van de Raad.

(116)

  Richtlijn (EU) 2016/680 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad.

(117)

Ondanks inbreukprocedures moeten drie lidstaten (Duitsland, Slovenië en Spanje) de Commissie nog in kennis stellen van volledige omzetting. De Commissie heeft één zaak wegens niet-omzetting aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie en heeft de twee andere lidstaten in mei 2020 aanvullende met redenen omklede adviezen toegezonden omdat zij de richtlijn niet volledig hadden omgezet.

(118)

     COM(2020) 606.

(119)

De EU-drugsstrategie 2013-2020 en het EU-drugsactieplan 2017-2020.

(120)

COM(2020) 768 van 30 november 2020

(121)

     Europees drugsrapport 2020: Trends en ontwikkelingen, EMCDDA, 22.9.2020.

(122)

Verordening (EU) 2017/2101 en Richtlijn (EU) 2017/2103,

(123)

     Oostenrijk, Finland, Ierland, Portugal en Slovenië. 

(124)

C/2020/5897; PB L 379 van 13.11.2020, blz. 55.

(125)

     Een bestuursorgaan van het bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC).

(126)

     COM(2019) 631.

(127)

     COM(2019) 624 en COM(2020) 659.

(128)

De top EU-China van 16-17 juli 2018 in Peking heeft geleid tot een overeenkomst om een jaarlijkse dialoog tussen de EU en China over drugs op gang te brengen. De modaliteiten van de toekomstige dialoog werden op 30 oktober 2019 door het Coreper bevestigd. De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de start van een nieuwe dialoog tussen de EU en Iran over drugs op 5 maart 2020.

(129)

     Advies van de Commissie over de ontwerp-werkafspraak met Kosovo, goedgekeurd op 14 april 2020, en over de ontwerp-werkafspraak met Servië, goedgekeurd op 16 december 2019.

(130)

 COM (2020) 2017.

(131)

     Met inbegrip van de beoordeling van Richtlijn 2014/42/EU en Besluit 2007/845/JBZ van de Raad.

(132)

Verordening (EU) 2018/1805

(133)

     COM(2020) 2800 final.

(134)

      Conclusies van de Raad 12608/20.

(135)

     Conclusies van de Raad 8927/20.

(136)

België, Cyprus, Griekenland, Hongarije, Estland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk

(137)

      Regulation (EU) 2018/1672 .

(138)

 Het Europees rechtsstaatmechanisme voorziet in een proces van dialoog over de rechtsstaat tussen de Commissie en de lidstaten, alsmede de Raad en het Europees Parlement, en de nationale parlementen, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden. De verslagen over de rechtsstaat vormen de kern van dit nieuwe proces.

(139)

     COM(2020) 580.

(140)

 Het uitvoeringsbesluit van de Raad tot benoeming van de Europese aanklagers is op 29 juli 2020 in werking getreden. De Europese aanklagers vormen het college van het EOM, dat op 28 september 2020 voor het eerst bijeenkwam.  Het EOM zal binnenkort werkafspraken maken met Europol, Eurojust en het OLAF.  

(141)

Richtlijn (EU) 2017/1371.

(142)

Er lopen nog inbreukprocedures tegen Oostenrijk, Ierland en Roemenië.

(143)

     Verordening (EU) 2019/880

(144)

Het systeem voor de invoer van cultuurgoederen moet uiterlijk op 28 juni 2025 zijn opgericht. De Commissie heeft een eerste voortgangsverslag over de ontwikkeling van het ICG-systeem goedgekeurd. [COM(2020) 342].

(145)

 COM(2020) 608: in dit nieuwe actieplan is het Frans-Duitse initiatief 'Routekaart voor een duurzame oplossing voor illegaal bezit van, misbruik van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor in de Westelijke Balkan tegen 2024' geïntegreerd.

(146)

     Richtlijn (EU) 2017/853. Ook belangrijk waren twee uitvoeringsrichtlijnen van 16 januari 2019 die voorzien in technische specificaties voor de markering van wapens en voor sein- en alarmwapens.

(147)

Het gaat om Tsjechië, Denemarken, Spanje, Cyprus, Luxemburg, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Zweden.

(148)

Er lopen 25 inbreukprocedures met betrekking tot deze richtlijn (Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Litouwen, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Slovenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk) en 34 inbreukprocedures met betrekking tot de uitvoeringsrichtlijnen (Richtlijn 2019/68 — Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Finland, Kroatië, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Polen, Zweden, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk, en Richtlijn 2019/69 — Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Spanje, Finland, Kroatië, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, Roemenië, Zweden, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk).

(149)

     Geregeld bij Verordening (EU) nr. 258/2012.

(150)

     PB L 101 van 15.04.2011, blz. 1.

(151)

     COM(2020) 661 final, aangevuld met een studie over de verzameling van gegevens over mensenhandel in de EU in 2017-2018. 

(152)

 Zo werkte de Europese Arbeidsautoriteit samen met Europol bij de bestrijding van mensenhandel in de EU voor alle vormen van uitbuiting, met inbegrip van seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en alle vormen van kinderhandel. Dit is ook een erkenning van het Protocol betreffende gedwongen arbeid (P29) van de Internationale Arbeidsorganisatie. Dit protocol is een fundamentele arbeidsnorm die gedwongen arbeid als misdrijf identificeert en betrekking heeft op preventie, bescherming van slachtoffers, schadeloosstelling en internationale samenwerking in de huidige vormen van gedwongen arbeid, onder meer in verband met mensenhandel.

(153)

Studies over de economische, sociale en menselijke kosten van mensenhandel en een evaluatie van de werking van de nationale en transnationale verwijzingsmechanismen van de lidstaten zijn beschikbaar op https://ec.europa.eu/anti-trafficking

(154)

     Europees Centrum tegen migrantensmokkel, 4e jaarverslag, 15.5.2020.

(155)

     http://www.eurojust.europa.eu/press/PressReleases/Pages/2020/2020-05-29.aspx.

(156)

     Richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht, 2008/99/EG.

(157)

     SWD(2020) 259 final.

(158)

      https://wwf.be/nl/wildlife-cybercrime/ .

(159)

 COM (2020) 796.

(160)

Empact is het EU-instrument voor politiesamenwerking om de belangrijkste bedreigingen voor de veiligheid van de EU aan te pakken door de samenwerking tussen de betrokken diensten van de lidstaten, EU-instellingen en EU-agentschappen alsmede derde landen en organisaties te versterken. Bij Empact zijn verschillende belanghebbenden betrokken (multidisciplinaire aanpak) om de samenwerking tussen de lidstaten, EU-instellingen en EU-agentschappen alsmede derde landen en organisaties, waaronder de particuliere sector, te verbeteren en te versterken.

(161)

Gezamenlijke actiedagen in het kader van Empact: 'operation BOSPHORUS', 1 776 vuurwapens in beslag genomen (2-11 november), "JADs Mobile 3": meer dan 350 gestolen auto's en meer dan 1 000 gestolen auto-onderdelen werden teruggevonden . (12-13 oktober), " JADs against human trafficking for labour exploitation", agenten identificeerden 715 potentiële slachtoffers van arbeidsuitbuiting (14-20 september) . " JADs against crime in southeast Europe", 51 verschillende soorten wapens en 47 kilogram verschillende soorten drugs (september) .

(162)

Alle gedetailleerde informatiebladen met resultaten en cijfers, per Empact EU-criminaliteitsprioriteit, kunnen hier worden geraadpleegd: https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7623-2020-INIT/en/pdf , Doc 7623/20 5 mei 2020.

(163)

In de conclusies van de Raad van 27 maart 2017 over de voortzetting van de EU-beleidscyclus voor georganiseerde en zware internationale criminaliteit voor de periode 2018-2021 (7704/17) was voorzien in een onafhankelijke evaluatie.

(164)

 Zie bijvoorbeeld het actieplan van de Groep douanesamenwerking (GDS). De belangrijkste gebieden voor 2020-2021 zijn onder meer: een grotere aanwezigheid van douanebeambten in de verbindingsbureaus bij Europol, rechtstreekse toegang voor douaneautoriteiten tot de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (Siena) van Europol, een betere vertegenwoordiging van douanebeambten in de nationale Europol-eenheden en deelname van de hoofden van de politie en douane aan de European Police Chief Convention.

(165)

Accijns-/btw-fraude, illegale vuurwapenhandel, milieucriminaliteit, criminele financiering, bestrijding van seksueel misbruik van kinderen.

(166)

     Verordening (EU) 2018/1860, Verordening (EU) 2018/1861, Verordening (EU) 2018/1862.

(167)

     Het SIS zal ook worden geactualiseerd in overeenstemming met de voorgestelde wijzigingen van de Europolverordening (COM(2020) XXX).

(168)

     COM(2020) 305.

(169)

     Richtlijn (EU) 2016/681.

(170)

     Slovenië

(171)

     SWD(2020) 174.

(172)

Het kader van Prüm maakt de geautomatiseerde uitwisseling van DNA-, vingerafdruk- en voertuigregistratiegegevens tussen rechtshandhavingsinstanties mogelijk. Er is een aanvangseffectbeoordeling gepubliceerd.

(173)

 De voorgestelde derde landen zijn: Algerije, Armenië, Bosnië en Herzegovina, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Tunesië en Turkije, COM(2020) 743 final.

(174)

     18 februari 2020.

(175)

Roadmap on the external dimension of the EU policy on Passenger Name Records (Routekaart voor de externe dimensie van het EU-beleid inzake persoonsgegevens van passagiers) beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12531-External-dimension-of-the-EU-policy-on-Passenger-Name-Records-

(176)

     Besluit (EU) 2019/2107 van de Raad.

(177)

     Resolutie 2396 (2017) van de Veiligheidsraad.

(178)

Hiernaar wordt verwezen als amendement 28 op bijlage 9 (Facilitering) van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (het 'Verdrag van Chicago').

(179)

     COM (2020) 609.

(180)

     SWD(2020) 327 final.

(181)

     Verordening 2019/817 en Verordening (EU) 2019/818.

(182)

     Bestaande systemen: Schengeninformatiesysteem (SIS), visuminformatiesysteem (VIS), Eurodac en toekomstige systemen: inreis-uitreissysteem (EES), Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias), Europees Strafregisterinformatiesysteem voor onderdanen van derde landen (Ecris-TCN).

(183)

 COM(2019)12

(184)

     COM(2019) 3 final en COM(2019) 4 final.

(185)

     Verordening (EU) 2018/1240 en Verordening (EU) 2018/1241.

(186)

     COM(2020) 581.

(187)

      Systeem van vroegtijdige uitwisseling van informatie over ladingen die wordt gebruikt voor een vroegtijdige beoordeling van veiligheidsrisico's van alle goederenbewegingen waarbij de buitengrens wordt overschreden.

(188)

     Verordening 2019/1896.

(189)

     Verordening 2019/1157.

(190)

     De EU heeft ongeveer 91 miljoen EUR uitgetrokken voor projecten ter verbetering van de bescherming van infrastructuur, met inbegrip van gecombineerde fysieke en cyberdreigingen, een betere en snellere reactie op incidenten en een betere informatie-uitwisseling.

(191)

     In het kader van Horizon Europa zal Cluster 3 met name de beleidsprioriteit 'Bevordering van onze Europese levenswijze' van de Commissie ondersteunen, evenals de 'Europese Green Deal' en 'Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk'.

(192)

     De Horizon 2020-acties ter ondersteuning van de reactie op de pandemie zijn te vinden op: https://www.researchgate.net/publication/341287556.

(193)

Op 21 februari 2020 heeft het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid de missieverklaring, de belangrijkste kenmerken, de taken en het bestuur van de Europese innovatiehub voor interne veiligheid bevestigd.

(194)

     European Union Strategic Training Needs Assessment 2018-2021 (Beoordeling van de strategische opleidingsbehoeften van de Europese Unie 2018-2021), EU-STNA-verslag , Cepol. 

(195)

 https://www.nomoreransom.org/.

(196)

 COM(2020)274.

(197)

 COM(2020) 624.

(198)

     https://ec.europa.eu/education/sites/education/files/document-library-docs/deap-communication-sept2020_nl.pdf.

(199)

     COM(2020) 625.

(200)

     COM(2020) 628.

(201)

 Tot nu toe zijn ongeveer 80 projecten gefinancierd die betrekking hebben op onderwerpen die verband houden met radicalisering; meer dan honderd projecten met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van cyberpesten en meer dan honderd projecten rond onderwijs voor een kritisch en ethisch gebruik van het internet met het oog op het aanpakken van online desinformatie.

(202)

   http://www.r2pris.org/ .

(203)

     https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/promoting-our-european-way-life/european-security-union-strategy_nl

(204)

COM(2020) 258.

(205)

Het platform zal voor het eerst de belangrijkste actoren op EU-niveau bijeenbrengen, waaronder het Europees netwerk voor de rechten van slachtoffers, het EU-netwerk van nationale contactpunten voor schadeloosstelling, de EU-coördinator voor terrorismebestrijding, relevante agentschappen zoals Eurojust, het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving, het Europees Instituut voor gendergelijkheid en het maatschappelijk middenveld.