Artikelen bij COM(2018)850 - Voortgang van Bulgarije met betrekking tot het mechanisme voor samenwerking en toetsing

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Straatsburg, 13.11.2018

COM(2018) 850 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Over de voortgang van Bulgarije met betrekking tot het mechanisme voor samenwerking en toetsing

{SWD(2018) 550 final}


1.INLEIDING

In januari 2017 heeft de Commissie een alomvattende evaluatie verricht van de vooruitgang die door Bulgarije de afgelopen tien jaar sinds de instelling van het mechanisme voor samenwerking en toetsing (CVM) in 2007 is gemaakt. 1 Met een perspectief op langere termijn en uitgaande van de aanzienlijke vooruitgang die is geboekt, heeft de Commissie 17 essentiële aanbevelingen geformuleerd die, indien zij worden opgevolgd, het proces van het mechanisme voor samenwerking en toetsing kunnen afsluiten, overeenkomstig het doel dat door voorzitter Juncker is vooropgezet, nl. het mechanisme voor samenwerking en toetsing tijdens het mandaat van deze Commissie af te ronden. De aanbevelingen van januari 2017 werden dus als toereikend beschouwd om het mechanisme voor samenwerking en toetsing af te sluiten, tenzij er zich ontwikkelingen zouden voordoen die de gemaakte vorderingen duidelijk zouden terugdraaien. Er werd ook op gewezen dat de snelheid van het proces zal afhangen van het tempo waarmee Bulgarije de aanbevelingen op een onomkeerbare wijze omzet. Meer bepaald richtten de aanbevelingen zich op de verantwoordingsplicht en aansprakelijkheid van de Bulgaarse autoriteiten en op het invoeren van interne waarborgen zodat de resultaten onomkeerbaar zijn, waarmee het bewijs moet worden geleverd dat aan de gang zijnde projecten zouden worden voortgezet, ook zonder het mechanisme voor samenwerking en toetsing. Zoals bepaald door de Raad loopt het mechanisme voor samenwerking en toezicht af wanneer door Bulgarije in voldoende mate is voldaan aan alle zes ijkpunten.

In het verslag van november 2017 2 heeft de Commissie vastgesteld dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt inzake de aanbevelingen in het verslag van januari 2017, en met name voor aanbeveling 1, waar het nu aan de Hoge Raad van Justitie (HRJ) in zijn nieuwe samenstelling is om resultaten voor te leggen, en voor de aanbevelingen 16 en 17, waar de positieve ontwikkeling moet worden gehandhaafd. Er is ook belangrijke vooruitgang geboekt met aanbeveling 4, hoewel hier nog meer moet worden gedaan. Hoewel de Commissie nog niet kan concluderen dat in dit stadium naar tevredenheid aan een van de ijkpunten is voldaan, blijft zij van oordeel dat Bulgarije, met aanhoudend krachtige politieke sturing en de vaste wil om hervormingen door te voeren, in de nabije toekomst in staat zou moeten zijn om te voldoen aan de resterende aanbevelingen van het mechanisme voor samenwerking en toetsing. De Raad heeft zijn tevredenheid uitgesproken over de significante positieve stappen die zijn gezet, maar heeft tegelijkertijd gewezen op het vele werk dat nog moet worden gedaan 3

In onderhavig verslag wordt toegelicht welke vooruitgang is geboekt sinds november 2017 bij de opvolging van de aanbevelingen uit het verslag van januari 2017. Evenals voorgaande jaren is ook dit verslag het resultaat van een zorgvuldige analyse van de Commissie, waarbij zij gebruik maakt van nauwe samenwerking met de Bulgaarse autoriteiten en van de inbreng van maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden, inclusief andere lidstaten.

2. ALGEMENE STAND VAN ZAKEN

In het verslag van januari 2017 is vastgesteld dat ondanks de verdere stappen die zijn geboekt ten aanzien van de ijkpunten van het mechanisme voor samenwerking en toetsing, deze vooruitgang werd belemmerd door ongunstige omstandigheden zoals de instabiliteit van de regering, onvoorspelbaarheid van het wetgevingsproces en een mediaklimaat dat niet bevorderlijk was voor hervormingen 4 . Hoewel deze aangelegenheden buiten de specifieke reikwijdte van het mechanisme voor samenwerking en toetsing vallen, hebben sommige factoren niettemin een impact op de vooruitgang van de hervormingen. 

Sinds november 2017 kende Bulgarije regeringsstabiliteit, hetgeen bevorderlijk was voor het hervormingsproces. De belangrijkste stap voorwaarts was de goedkeuring van de hervorming van het algemene kader voor corruptiebestrijding in januari 2018. Ook op andere terreinen werd verder vooruitgang geboekt, onder meer bij de uitvoering van reeds goedgekeurde hervormingen. Op een aantal terreinen zijn de hervormingen nog steeds lopende of wordt het overleg voortgezet over de juiste aan te houden koers. Ontwikkelingen op het wetgevingsvlak zijn op sommige vlakken evenwel aanleiding blijven geven tot controverse. In sommige gevallen kon in het kader van het wetgevingsproces worden gereageerd en konden aanpassingen worden aangebracht, 5 terwijl in andere gevallen de controverse na de goedkeuring van de wetgeving bleef aanhouden 6 . Algemeen genomen heeft het wetgevingsstelsel op een meer voorspelbare en minder controversiële wijze hervormingen tot stand gebracht dan in het verleden het geval was.

Internationale waarnemers hebben in de voorbije jaren een aanzienlijke verslechtering in het Bulgaarse mediaklimaat vastgesteld, waarbij de Bulgaarse mediasector werd gekenmerkt door een gebrek aan transparantie op het vlak van eigendomsstructuren en een zwakke handhaving van journalistieke normen. Een dergelijke situatie heeft gevolgen voor de kwaliteit van het openbare debat en kan - met slechts een beperkt aantal onafhankelijke bronnen - resulteren in een belemmering van de toegang van het publiek tot informatie 7 . Het mediaklimaat is met name van belang voor de onafhankelijkheid van het gerecht, met gerichte aanvallen op rechters in sommige media die verband houden met niet-transparante belangen, en met moeilijkheden om een beroep te kunnen doen op doeltreffende verhaalmiddelen. De Hoge Raad van Justitie vervult een sleutelrol bij de verdediging van de rechterlijke macht en het beginsel van de onafhankelijkheid van het gerecht tegen dergelijke aanvallen. 8  

Breder gesteld is het vermogen van de media en van het maatschappelijk middenveld om machthebbers rekenschap te laten afleggen in een pluralistische omgeving zonder hierbij onder druk te worden gezet een belangrijke hoeksteen om de hervormingen in het kader van het CVM voort te zetten en om meer in het algemeen behoorlijker te besturen.

3. BEOORDELING VAN DE VOORUITGANG MET DE IJKPUNTEN OP BASIS VAN DE AANBEVELINGEN VAN HET VERSLAG VAN JANUARI 2017

3.1    IJkpunt één: De onafhankelijkheid van het gerecht

Aanbeveling 1: Transparante verkiezingen garanderen voor de toekomstige Hoge Raad van Justitie, met een openbare hoorzitting in het nationale parlement vóór de verkiezing van de leden van het parlementaire quotum, en met de mogelijkheid voor maatschappelijke organisaties om kanttekeningen te maken bij de kandidaten.

Aanbeveling 2: Een staat van dienst opbouwen van transparante en op merites gebaseerde benoemingen op hoge posten in het rechtswezen, onder meer de komende benoeming van een nieuwe voorzitter van het Administratief Hooggerechtshof.

Aanbeveling 3: Ter verbetering van de praktische werking van de gerechtelijke inspectie en de vervolgcontrole door de Hoge Raad van Justitie van de bevindingen van de inspectiedienst, meer bepaald inzake integriteit, zou externe steun moeten worden overwogen, bijvoorbeeld van de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen en/of de Raad van Europa.

In het laatste verslag werd gewezen op de verkiezing van de nieuwe Hoge Raad van Justitie als een cruciale ontwikkeling in 2017. De verkiezing vond plaats in een nieuw verbeterd constitutioneel en wetgevend kader, dat voorzag in rechtstreekse verkiezingen voor het justitiële quotum en een verkiezing van het parlementaire quotum met een tweederdemeerderheid in het nationale parlement. De nieuwe Raad is in oktober van vorig jaar aangetreden en vervult een cruciale rol in zowel het dagelijkse bestuur van het rechtswezen als de voortgezette hervorming van het rechtsstelsel.

Algemeen genomen lijkt de nieuwe Raad zijn bestuurlijke taak met professionalisme en in een geest van goede samenwerking te hebben opgenomen, waardoor de sterke polarisatie kon worden vermeden die vaak kenmerkend was voor de vorige Raad. In het verleden waren besluiten met betrekking tot aanstellingen op hoge posities binnen het gerechtelijk apparaat een punt van zorg, wegens het gebrek aan transparantie en aantijgingen van ongepaste beïnvloeding door politieke of economische belangen. In het verslag van januari 2017 werd derhalve erop gewezen dat de nieuwe Hoge Raad van Justitie goede resultaten diende te boeken met betrekking tot transparante en op merites gebaseerde besluitvorming.

In het voorbije jaar zijn een aantal leidinggevenden van gerechtelijke instanties aangesteld. Deze benoemingen lijken doorgaans geen aanleiding te hebben gegeven tot grote controverses 9 . In maart heeft een procedure voor de aanstelling van een nieuwe voorzitter van de stadsrechtbank van Sofia niet tot een resultaat geleid wegens een verdeelde stemming in de gerechtelijke kamer van de Raad. In 2014 en 2015 was de stadsrechtbank van Sofia in een aantal grote schandalen verwikkeld geraakt. Sindsdien onderging de rechtbank een algemene reorganisatie onder een nieuw bestuur. Sinds de voorzitter om persoonlijke redenen in de zomer 2017 ontslag heeft genomen, beschikt de rechtbank evenwel niet meer over een vast bestuur. Het is belangrijk dat de Raad ervoor zorgt dat deze benoeming in het kader van een open en transparante procedure tot stand komt opdat een nieuwe voorzitter het vertrouwen kan afdwingen van zowel het brede publiek als de rechters die werkzaam zijn op de rechtbank 10 . Momenteel loopt ook een procedure voor de aanstelling van een nieuwe voorzitter van de gespecialiseerde rechtbank voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad 11 . Meer in het algemeen worden naar verluidt vergelijkende onderzoeken voorbereid voor aanstellingen in de rechtbanken, beginnende met het Hof van Cassatie en vervolgens afdalend naar lagere rechtbanken om uiteindelijk alle niveaus van het gerechtelijk apparaat te bereiken. Dergelijke vergelijkende onderzoeken bieden een aanzienlijke transparantie en het is belangrijk dat de Hoge Raad van Justitie zorgt voor de doeltreffendheid van deze onderzoeken bij het invullen van de vacante betrekkingen op een regelmatige wijze 12 .

Een ander terrein dat in het verleden aanleiding heeft gegeven tot controverse, heeft betrekking op tuchtprocedures. Op dit terrein deelt de Raad de verantwoordelijkheid met de onafhankelijke justitiële inspectiedienst die in januari 2017 extra bevoegdheden heeft gekregen om de integriteit van magistraten te controleren, onder meer door de controle van persoonlijke vermogensverklaringen, en een meer centrale rol kreeg toebedeeld bij het instellen van tuchtprocedures. Naar aanleiding van de aanbeveling van de Commissie om een beroep te doen op externe deskundigheid is onlangs een project opgestart dat in 2019 moet worden afgerond en waarbij bijstand is verleend door de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen van de Commissie en de Raad van Europa.

Op basis van de analyse van ijkpunt 1 heeft Bulgarije aanbeveling 1 uitgevoerd en is de uitvoering van de aanbevelingen 2 en 3 nakend. Aangezien sommige ontwikkelingen nog steeds lopende zijn, moet blijvende aandacht worden besteed aan de concrete resultaten die worden geboekt ten aanzien van de aanbevelingen 2 en 3 om deze beoordeling te bevestigen, maar ijkpunt 1 kan als voorlopig afgesloten worden beschouwd.

3.2    IJkpunt twee: Rechtskader

Aanbeveling 4: Wijzigingen goedkeuren voor het wetboek van strafvordering en het strafwetboek ter verbetering van het wettelijke kader voor de vervolging van corruptie op hoog niveau en ernstige georganiseerde misdaad.

Volgens het verslag van januari 2017 was het belangrijkste resterende probleem de noodzaak om tekortkomingen aan te pakken in het Bulgaarse strafwetboek en de strafvordering, in het bijzonder met de bedoeling om de capaciteit van het strafrechtelijk systeem in Bulgarije te verbeteren om corruptie op hoog niveau en de georganiseerde misdaad doeltreffend te kunnen bestrijden.

Bulgarije heeft in de loop van de jaren een aantal concrete wetgevende maatregelen genomen om deze problemen aan te pakken en zorgde in 2017 voor een verdere opvolging met aanvullende wijzigingen aan het wetboek van strafvordering. De belangrijkste wijzigingen waren een overdracht van corruptiezaken op hoog niveau naar de gespecialiseerde rechtbank voor georganiseerde misdaad en striktere regels voor de mogelijkheid van rechtbanken om zaken op formele gronden naar het openbaar ministerie terug te verwijzen. Dergelijke verwijzingen op basis van formele en procedurele fouten kunnen nu alleen plaatsvinden in het kader van een inleidingszitting bij het begin van het proces 13

Deze wijzigingen zijn thans van kracht. De gespecialiseerde openbare aanklager heeft ook meer middelen gekregen om de extra werkbelasting te kunnen ondervangen en er zijn procedures lopende om te voorzien in meer middelen voor de gespecialiseerde rechtbank 14 . Het effect van de wijzigingen op de doelmatigheid van gerechtelijke procedures is een groter aantal verwijzingen in een vroeg stadium van de procedures. Dit is misschien normaal tijdens een overgangsfase en is ten dele het gevolg van een voorzichtige benadering van rechters in het kader van de nieuwe regels. Het grotere aantal verwijzingen moet na verloop van tijd worden gecompenseerd door een snellere vooruitgang zodra de inleidende fase is afgehandeld 15 .

Naast de wetswijzigingen die reeds in 2017 in het wetboek van strafvordering zijn aangebracht, heeft in het voorbije jaar ook overleg plaatsgevonden over de aanpak van het zeer complexe en formalistische procedurele kader voor strafprocedures in Bulgarije. Dit volgt uit een aantal analyses die in de voorbije jaren zijn uitgevoerd door zowel de Bulgaarse autoriteiten als externe deskundigen, in het kader van de voortgezette strategie voor justitiële hervormingen en meer bepaald om het kader te verbeteren voor het onderzoek naar en de vervolging van corruptiezaken 16 .

Dit overleg heeft plaatsgevonden in werkgroepen bij het ministerie van Justitie. Justitiële vertegenwoordigers en deskundigen uit de academische wereld hebben hieraan deelgenomen. In de loop van 2018 zijn conclusies vastgesteld over een aantal punten, waarover is besloten dat hiervoor geen wetgevende follow-up noodzakelijk was 17 . Met betrekking tot de punten waarvoor is besloten niet wetgevend op te treden, is het van belang dat eventuele niet-wetgevende maatregelen worden overwogen om de onderliggende problemen aan te pakken.

Enkele punten die door de analyses aan de orde zijn gesteld, worden nog steeds overwogen voor een mogelijke wetgevende opvolging. Een voorbeeld, dat de kern raakt van de problemen die aan de orde zijn gesteld, heeft betrekking op de vraag op welke wijze de drempel kan worden vastgesteld voor het inleiden van vooronderzoeken en de hieraan gerelateerde kwestie van het gebruik van 'voorafgaande onderzoeken' die niet worden geregeld in het wetboek van strafvordering en waarvoor de ingewonnen informatie niet als bewijs in de rechtbank kan worden gebruikt. Er zijn argumenten van efficiëntie voor en tegen het gebruik van voorafgaande onderzoeken, die ook verband houden met gevoelige kwesties met betrekking tot mechanismen voor justitiële toetsing van vervolgingsbesluiten 18 . Een ander gevoelig punt waarover in het kader van het overleg nog geen conclusie is bereikt, heeft betrekking op de geldende procedures om de bekleders van de hoogste ambten in de magistratuur, met inbegrip van een procureur-generaal in functie ter verantwoording te roepen bij ernstige aantijgingen van wangedrag of strafbare feiten 19

Met betrekking tot het wetboek van strafrecht heeft de regering ten slotte gerichte wijzigingen opgesteld om de vervolging van corruptiemisdrijven in de openbare sector te vergemakkelijken en toepassing van het strafrecht uit te breiden tot corruptie in de particuliere sector. Deze wijzigingen bleken controversieel en worden nog steeds besproken in het Bulgaarse parlement.

Zorgvuldige afwegingen en raadpleging van belanghebbenden zijn belangrijk bij het nemen van besluiten over hoe verder vooruitgang kan worden geboekt bij deze resterende vraagstukken, in het bijzonder gezien de mogelijke gevolgen voor de overkoepelende regeling inzake strafrechtelijk onderzoek en het evenwicht tussen essentiële instellingen. Terwijl ijkpunt 2 toegespitst is op mogelijke wetgevende oplossingen, houden de onderliggende problemen nauwer verband met vraagstukken die aan de orde komen in het kader van de bredere strategie voor justitiële hervormingen en corruptieonderzoeken, die het voorwerp zijn van de ijkpunten 3 en 4.

Op basis van de analyse van ijkpunt 2 heeft Bulgarije aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot aanbeveling 4 en heeft Bulgarije concrete maatregelen getroffen om verbeteringen aan te brengen in het desbetreffende rechtskader. Een aantal kwesties, die ook van belang zijn in het kader van de ijkpunten 3 en 4, wordt nog steeds besproken door de Bulgaarse autoriteiten. IJkpunt 2 kan als voorlopig afgesloten worden beschouwd, in afwachting van de voortgezette monitoring van de opvolging van wetswijzigingen.

3.3    IJkpunt drie: Voortzetting van de hervorming van het justitiële stelsel

Aanbeveling 5: Een verslag publiceren ter publieke raadpleging over de vorderingen die bij de uitvoering van de nationale strategie voor justitiële hervorming zijn gemaakt en tot vaststelling van de resterende stappen die moeten worden genomen. Vaststelling van een mechanisme voor permanente openbare rapportage van vooruitgang voor de resterende looptijd van de uitvoering van de strategie.

Aanbeveling 6: De werklast in de drukste rechtbanken aanpakken op basis van de nieuwe normen voor de werklast en overeenstemming bereiken over een stappenplan voor de hervorming van de gerechtelijke geografie parallel met de ontwikkeling van e-justitie.

Aanbeveling 7: Het vaststellen van een stappenplan voor de uitvoering van de aanbevelingen in het verslag van de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen betreffende de hervorming van het openbaar ministerie en de interactie met andere instellingen, met inbegrip van een mechanisme voor rapportage over de vorderingen ten behoeve van het grote publiek.

Aanbeveling 8: Het vaststellen van een stappenplan voor de uitvoering van de aanbevelingen van de studie over de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), met inbegrip van een mechanisme voor rapportage over de vorderingen ten behoeve van het grote publiek.

De werkzaamheden met betrekking tot de justitiële hervormingen worden voortgezet in het kader van de verschillende onderdelen die zijn opgenomen in de strategie voor justitiële hervormingen van 2014. In dit kader heeft de regering haar raadplegingen voortgezet met de belanghebbenden in de adviesraad voor de hervorming van justitie en heeft zij er een gewoonte van gemaakt om op gezette tijden een stand van zaken te geven over de geboekte vooruitgang en om verdere prioriteiten in het hervormingsproces bekend te maken. Aangezien de huidige hervormingsstrategie afloopt in 2020, zouden deze mechanismen kunnen worden gebruikt als een springplank voor een breder maatschappelijk debat over de toekomst van het Bulgaarse justitiële stelsel en de prioriteiten voor mogelijke hervormingsinitiatieven na 2020. Het zou nuttig zijn bij dit debat ook de Hoge Raad van Justitie te betrekken, die beschikt over uitgebreide onafhankelijke bevoegdheden met betrekking tot het bestuur van het rechtswezen in Bulgarije.

Een essentieel vraagstuk in dit verband heeft betrekking op het beheer van de werklast in de rechtbanken en het hiermee gerelateerde vraagstuk van een mogelijke toekomstige hervorming van de justitiële structuur. Het openbaar ministerie neemt momenteel nieuwe initiatieven met een proefproject om een beperkt aantal lokale parketten te consolideren als een eerste stap in een bredere hervorming. Met betrekking tot de rechtbanken hanteert de Hoge Raad van Justitie een voorzichtige benadering, waarbij wordt gewacht op de resultaten van een lopend project. Op korte termijn lijkt een algemene hervorming van de justitiële structuur nu steeds minder waarschijnlijk. Daarentegen zijn initiatieven genomen om jurisdicties opnieuw toe te wijzen, in civiele zaken door middel van een wetswijziging om het werk in de rechtbanken met de grootste werklast, die zich doorgaans in Sofia bevinden, te verdelen over andere rechtbanken. Deze benadering kan rekenen op de steun van de regering en heeft reeds geresulteerd in concrete wijzigingen die recentelijk door het nationale parlement zijn goedgekeurd 20 . Naast deze wetgevende initiatieven heeft de Hoge Raad van Justitie recentelijk ook verschillende procedures opgestart voor de overdracht van justitiële ambten naar de belangrijkste rechtbanken in Sofia. De inspanningen op wetgevend en bestuurlijk vlak zijn belangrijk om op korte termijn de druk op deze rechtbanken te verlichten. Op langere termijn zijn meer structurele inspanningen nodig om te komen tot een effectief en efficiënt gerechtelijk apparaat 21 .

Een ander belangrijk onderdeel van de strategie voor justitiële hervormingen is gericht op de verbetering van het kader voor de gerechtelijke opvolging van zaken op het vlak van corruptie en georganiseerde misdaad. In 2016 heeft een team van ervaren procureurs uit verschillende EU-lidstaten, dat hierbij werd ondersteund door de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen van de Commissie, een verslag opgesteld met betrekking tot het Bulgaarse openbaar ministerie, waarbij een aantal aanbevelingen werden gericht aan de Bulgaarse autoriteiten. De aanbevelingen in het verslag van december 2016 vormden de grondslag voor een stappenplan dat de Bulgaarse autoriteiten in 2017 hebben opgesteld. Talrijke aanbevelingen hebben nu een vervolg gekregen in de vorm van concrete maatregelen, zoals de versterking van de gespecialiseerde eenheid bij het openbaar ministerie voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad, die nu ook verantwoordelijk is voor bestrijding van corruptie op hoog niveau. Sommige aanbevelingen konden niet rekenen op de steun van de autoriteiten. In het bijzonder de aanbevelingen voor een sterkere betrokkenheid van de bestuurlijke hiërarchie binnen het openbaar ministerie bij concrete zaken werden problematisch beschouwd door de Bulgaarse autoriteiten, omdat een dergelijke formele erkenning van een rol voor de hiërarchie in individuele zaken de indruk zou kunnen wekken van een terugkeer naar een systeem dat in het verleden als problematisch werd aanzien 22 . Een aantal aanbevelingen heeft geleid tot concrete acties van de Bulgaarse autoriteiten, onder meer de behandeling van mogelijke wetswijzigingen, waarvan sommige nog steeds lopende zijn 23 , en verscheidene organisatorische maatregelen, hoofdzakelijk bij het openbaar ministerie. Deze maatregelen vergen tijd om een impact te hebben en vereisen een voortdurende en aangehouden aandacht van het management binnen het openbaar ministerie om het welslagen ervan in de loop van de tijd te waarborgen. 

De onafhankelijke analyse van het openbaar ministerie in 2016 was een bijzonder uitgebreid project, maar het ging gepaard met soortgelijke inspanningen van de Bulgaarse autoriteiten, naar aanleiding van aanbevelingen in vorige verslagen in het kader van het mechanisme voor samenwerking en toetsing. Bulgarije voerde met name een afzonderlijke analyse uit van de zaken bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarbij tekortkomingen waren vastgesteld in het daadwerkelijke onderzoek van misdrijven in Bulgarije, om steeds weerkerende problemen te identificeren die kunnen worden aangepakt met wetgevende of andere maatregelen. Deze werkzaamheden werden opgevolgd met een stappenplan in 2017 waarin een aantal werkterreinen werden vastgesteld, hetgeen als input heeft gediend voor overleg over bovenstaande wetgevende wijzigingen, naast verscheidene maatregelen van meer bestuurlijke of organisatorische aard 24 .

Op basis van de analyse van ijkpunt 3 heeft Bulgarije aanzienlijke vooruitgang geboekt en is de uitvoering van de aanbevelingen 5, 6, 7 en 8 nakend. Sommige ontwikkelingen zijn nog steeds aan de gang en een continu toezicht is vereist om deze beoordeling te bevestigen.

3.4    IJkpunt vier: Corruptie op hoog niveau

Aanbeveling 9: De goedkeuring van een nieuw wettelijk kader voor corruptiebestrijding overeenkomstig hetgeen in de strategie voor corruptiebestrijding is vooropgesteld, en zorgen voor de implementatie daarvan. Opzetten van een doeltreffende instantie voor corruptiebestrijding.

Aanbeveling 10: Vaststellen en uitvoeren van een hervorming van de wet op het openbaar bestuur ter versterking van de interne inspectoraten in het openbaar bestuur.

Aanbeveling 11: Voortbouwend op de analyse van eerdere gevallen, een stappenplan uitwerken tussen alle betrokken instellingen om iets te doen aan de tekortkomingen bij het onderzoeken en vervolgen van zaken van corruptie op hoog niveau, met inbegrip van een mechanisme voor rapportage over de vorderingen ten behoeve van het grote publiek.

Aanbeveling 12: Vaststelling van een mechanisme voor openbare rapportage over de vorderingen in belangrijke corruptiezaken die tot het publieke domein behoren. Rapportage door het openbaar ministerie met inachtneming van het beginsel van het vermoeden van onschuld over onderzoeken en aanklachten. Rapportage door het Hof van Cassatie en het ministerie van Justitie over strafrechtelijke veroordelingen en de tenuitvoerlegging van vonnissen.

In januari 2018 heeft Bulgarije een brede hervorming van zijn wetgeving op het vlak van corruptiebestrijding goedgekeurd. In de nieuwe wet wordt voorzien in een brede hervorming van het rechtskader met het oog op het voorkomen van belangenconflicten, illegale verrijking en corruptie. Hierbij wordt een nieuw eengemaakt agentschap voor corruptiebestrijding opgericht dat belast is met de controle op belangenconflicten en particuliere bezittingen van hooggeplaatste ambtenaren, het onderzoeken van beschuldigingen van wanpraktijken bij deze ambtenaren, het bevorderen van de preventie van corruptie alsook het zetten van de nodige stappen voor de inbeslagneming en confiscatie van illegaal verkregen vermogensbestanddelen. Het nieuwe agentschap is gebaseerd op een fusie van een aantal reeds bestaande instellingen en is nu volledig operationeel. Het agentschap omvat ook een directoraat dat vroeger ondergebracht was bij het Staatsagentschap voor Nationale Veiligheid en het is bevoegd om bijstand te verlenen aan het openbaar ministerie bij onderzoeken naar vermoedelijke corruptie op hoog niveau. Hoewel het agentschap geen onafhankelijke bevoegdheden van strafrechtelijk onderzoek heeft, die voorbehouden blijven aan wetshandhavingsinstanties en het openbaar ministerie, beschikt het over een uitgebreide bevoegdheid om toezichtmaatregelen en informatievergaring binnen zijn bevoegdheidsterrein uit te voeren. Het nieuwe agentschap neemt ook de personeelsbezetting, middelen en bevoegdheden over van de voormalige commissie voor de verbeurdverklaring van illegaal verkregen vermogensbestanddelen. Het agentschap is nu het belangrijkste agentschap dat verantwoordelijk is voor de inbeslagname en verbeurdverklaring van illegaal verkregen vermogensbestanddelen in Bulgarije.

De nieuwe wet voorziet in een hoge mate van continuïteit op het vlak van personeelsbezetting en wetgevend kader. In maart werd het voormalige hoofd van de commissie voor de verbeurdverklaring van illegaal verkregen vermogensbestanddelen door het nationale parlement verkozen om het nieuwe agentschap te leiden, in een mededingingsprocedure waar twee kandidaten bij betrokken waren 25 . De adjunct-directeur en de resterende drie leden van het directiecomité werden vervolgens bevestigd op voorstel van de nieuw aangestelde directeur via een soortgelijke procedure. Hoewel de procedure op een transparante wijze is uitgevoerd, gaf de in de wet vastgestelde procedure aanleiding tot controverse in het kader van de goedkeuring, aangezien is bepaald dat verkiezing van het bestuur in het nationale parlement met eenvoudige meerderheid geschiedt 26 . Het zal dus belangrijk zijn dat het nieuwe bestuur een reputatie opbouwt van onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij het beheer van de activiteiten van het agentschap.

Een essentiële uitdaging voor het nieuwe agentschap is het doeltreffende beheer van een brede waaier van verantwoordelijkheden, gaande van preventie tot acties die verband houden met onderzoek en verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen. Het zal belangrijk zijn ervoor te zorgen dat de nodige aandacht wordt geschonken aan alle werkterreinen binnen een overkoepelende strategische aanpak, waarbij in voorkomend geval ook een duidelijke scheiding tussen taken wordt gehandhaafd 27 . Een andere kwestie in dit verband is de noodzaak van een doeltreffende transparante communicatie met het publiek over de verscheidene taken van het agentschap om het vertrouwen van het publiek in de onafhankelijkheid van het agentschap op te bouwen en verwarring over wie wat doet te vermijden 28 .

Als aanvulling op de gerichtheid van het nieuwe agentschap op hooggeplaatste ambtenaren heeft de regering een actualisering en verduidelijking tot stand gebracht van het rechtskader voor de interne inspectoraten in het openbaar bestuur, die momenteel worden uitgevoerd, met inbegrip van nieuwe uitgebreide bevoegdheden met betrekking tot de verificatie van belangenverklaringen en vermogensaangiften van overheidsfunctionarissen. Verwacht wordt dat in de loop van de komende maanden extra personeel wordt toegewezen aan de inspectoraten. Deze nieuwe regels voorzien tevens in een sterkere coördinerende rol van de hoofdinspectie die ressorteert onder het kabinet van de eerste minister en in duidelijkere regels voor de opdrachten en kwalificaties van de inspecteurs.

Tenslotte is het gebrek aan coherente resultaten in Bulgarije inzake veroordelingen bij corruptiezaken op hoog niveau een essentieel pijnpunt waarop in opeenvolgende CVM verslagen met nadruk is gewezen. In 2016 heeft het openbaar ministerie een evaluatie uitgevoerd van een steekproef van afgesloten corruptiezaken om vast te stellen welke pijnpunten bij dergelijke zaken een succesvolle vervolging belemmeren. Deze evaluatie werd opgevolgd door een reeks maatregelen, waarbij onder meer werd voorzien in de behandeling van mogelijke wetswijzigingen, met als doelstelling de capaciteit van het strafrechtelijk systeem in Bulgarije te verbeteren om doeltreffend te kunnen reageren op corruptie op hoog niveau 29

De inspanningen met het oog op de verbetering van het kader voor het onderzoek en de vervolging van corruptie moeten in de toekomst worden voortgezet om Bulgarije in staat te stellen na verloop van tijd concrete resultaten te boeken en een solide staat van dienst op te bouwen. In dit verband is transparantie over de vooruitgang die in dergelijke zaken wordt geboekt, een belangrijk onderdeel van de verantwoordingsplicht ten aanzien van het brede publiek. De Bulgaarse autoriteiten onderzoeken concrete technische opties om meer transparante informatie ter beschikking van het publiek te stellen, waarbij wordt voortgebouwd op de reeds geboekte vooruitgang waarvan in het verslag van november 2017 melding was gemaakt.

Op basis van de analyse van ijkpunt 4 heeft Bulgarije aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de aanbevelingen 9, 10, 11 en 12. De Bulgaarse autoriteiten moeten kunnen aantonen dat zij concrete resultaten hebben geboekt en een lijst met prestaties opbouwen die worden geschraagd door definitieve uitspraken in corruptiezaken op hoog niveau. Het nieuwe institutionele kader voor corruptiebestrijding vereist continue monitoring met het oog op de vereiste consolidatie van de geboekte vooruitgang.

3.5    IJkpunt vijf: Corruptie in het algemeen, met inbegrip van corruptie op lokaal niveau en aan de grenzen

Aanbeveling 13: Uitvoering van een externe evaluatie van de controles vooraf van aanbestedingsprocedures en de follow-up daarvan, met inbegrip van controles achteraf, alsook van aan het licht gekomen gevallen van belangenconflicten of corruptie en van de genomen corrigerende maatregelen om de geconstateerde tekortkomingen aan te pakken.

Aanbeveling 14: Invoering van risicogebaseerde maatregelen om gewone corruptie aan te pakken in sectoren met een hoog risico binnen de overheid, naar het voorbeeld van wat gedaan is binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken. De inspanningen van het ministerie van Binnenlandse Zaken voortzetten.

Aanbeveling 15: Vaststelling van een mechanisme voor openbare rapportage over de uitvoering van de nationale strategie voor corruptiebestrijding voor de resterende looptijd van de uitvoering van de strategie.

Als onderdeel van een bredere hervorming van zijn systeem voor overheidsopdrachten die in de afgelopen jaren is tot stand gebracht, heeft Bulgarije een nieuw systeem van voorafgaande controles bij procedures voor overheidsopdrachten ingevoerd, om de controles doeltreffender te maken en de follow-up te versterken. Aangezien het hier gaat om een belangrijk risico, werd in het verslag van januari 2017 aanbevolen de werking van het nieuwe systeem extern te evalueren om de doeltreffendheid ervan te controleren en mogelijke tekortkomingen vast te stellen. De evaluatie is nu opgestart door de Bulgaarse autoriteiten. Zij wordt uitgevoerd in samenwerking met de Wereldbank en moet begin 2019 zijn afgerond. De evaluatie moet ertoe leiden dat een belangrijke stap wordt gezet bij het bemoeilijken van corruptie bij procedures voor overheidsopdrachten.

In 2017 is de nationale Raad voor corruptiebestrijdingsbeleid begonnen met een evaluatie van de sectorale corruptiebestrijdingsplannen voor de belangrijkste sectoren met een hoog risico in het openbare bestuur. Aansluitend op deze evaluatie heeft de Raad horizontale richtsnoeren vastgesteld voor de verdere ontwikkeling van de plannen. Bedoeling is ervoor te zorgen dat goede werkmethoden ingeburgerd raken, deels gebaseerd op de ervaring binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat sedert 2015 een uitgebreid programma heeft ontwikkeld met gerichte corruptiebestrijdingsmaatregelen 30 . De nieuwe richtsnoeren voorzien in een duidelijker kader voor de preventieve maatregelen in de verschillende overheidssectoren met duidelijke verantwoordelijkheden en maatstaven voor de vaststelling van maatregelen, opvolging en rapportage. Deze richtsnoeren worden momenteel ingevoerd binnen de overheidsdiensten 31

De nationale Raad voor corruptiebestrijdingsbeleid zet zijn activiteiten voort met betrekking tot het uitstippelen van algemene beleidslijnen voor deze inspanningen en legt hierbij een brug met de regering, het maatschappelijk middenveld en de rechterlijke macht. Dit is ook het belangrijkste forum voor de overkoepelende monitoring en evaluatie met betrekking tot de uitvoering van de nationale strategie voor corruptiebestrijding 32

Op basis van de analyse van ijkpunt 5 heeft Bulgarije aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de aanbevelingen 13, 14, en 15. Algemeen genomen moeten deze kwesties op langere termijn door de Bulgaarse autoriteiten worden opgevolgd om concrete resultaten te kunnen behalen.

3.6    IJkpunt zes: Georganiseerde misdaad

Aanbeveling 16: Vaststelling van een mechanisme voor openbare rapportage over de vorderingen in belangrijke zaken van georganiseerde misdaad die tot het publieke domein behoren. Rapportage door het openbaar ministerie met inachtneming van het beginsel van het vermoeden van onschuld over onderzoeken en aanklachten. Rapportage door het Hof van Cassatie en het ministerie van Justitie over strafrechtelijke veroordelingen en de tenuitvoerlegging van vonnissen.

Aanbeveling 17: Vaststellen van de nodige amendementen op de wet inzake de inbeslagneming van criminele tegoeden en garanderen dat de commissie voor de verbeurdverklaring van illegale vermogensbestanddelen onafhankelijk en efficiënt blijft werken.

In vorige verslagen is erkend dat met betrekking tot de bestrijding van georganiseerde misdaad in Bulgarije reeds vooruitgang is geboekt, maar is eveneens erop gewezen dat monitoring noodzakelijk was voor enkele resterende pijnpunten. Het eerste pijnpunt had betrekking op de oprichting van een systeem om te zorgen voor transparantie bij de rapportage over de geboekte vooruitgang bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad. In het verslag van november 2017 werd reeds melding gemaakt van de vooruitgang die op dit punt was geboekt. Momenteel worden verdere initiatieven genomen, die ook betrekking hebben op corruptiezaken op hoog niveau 33 .  

Het andere pijnpunt had betrekking op de noodzakelijke herziening van wetgeving inzake de verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen met het oog op de algehele doeltreffendheid van het stelsel voor de inbeslagname en verbeurdverklaring van illegaal verkregen vermogensbestanddelen. De wijzigingen zijn tot stand gebracht en overgenomen in het nieuwe wetgevingskader dat begin 2018 is vastgesteld.

Op basis van de analyse van ijkpunt 6 bevestigt dit verslag de conclusie van november 2017 dat Bulgarije aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt met betrekking tot aanbeveling 16 en aanbeveling 17 heeft uitgevoerd. IJkpunt 6 kan als voorlopig gesloten worden beschouwd.


4. CONCLUSIE

In de twaalf maanden sinds november 2017 heeft Bulgarije zijn inspanningen voortgezet om de in het verslag van januari 2017 opgenomen aanbevelingen uit te voeren.

Overeenkomstig de in dit verslag opgenomen beoordeling is de Commissie van oordeel dat verscheidene aanbevelingen reeds zijn uitgevoerd en dat de uitvoering van een aantal andere aanbevelingen nakend is. Hiervan uitgaande heeft de Commissie geconcludeerd dat ijkpunten 1, 2 en 6 als voorlopig gesloten kunnen worden beschouwd. Aangezien in sommige gevallen de ontwikkelingen nog steeds aan de gang zijn, is een continu toezicht vereist om deze beoordeling te bevestigen. De Commissie is ervan overtuigd dat Bulgarije in staat zal zijn te voldoen aan alle resterende aanbevelingen.

Met een vastberaden aanpak van de resterende aanbevelingen zal Bulgarije een belangrijke stap zetten bij het oplossen van de talrijke problemen waarmee het land wordt geconfronteerd. Bulgarije moet zich blijven inzetten om concrete resultaten te boeken om de gemaakte vooruitgang te consolideren. Deze positieve ontwikkeling moet gehandhaafd blijven in het kader van het CVM en zal na het afronden van het CVM door de Bulgaarse autoriteiten verder moeten worden opgevolgd. Transparante verslaglegging door de Bulgaarse autoriteiten en openbare en maatschappelijke controle zullen een belangrijke rol spelen bij de internalisering van de monitoring op nationaal niveau en de totstandkoming van de noodzakelijke waarborgen om het pad van vooruitgang en hervorming te handhaven.

De Commissie blijft nauwgezet toezicht houden op en zorgen voor follow-up van de geboekte vooruitgang en zal hierover vóór de afloop van de ambtstermijn van deze Commissie een verdere beoordeling opstellen. De Commissie verwacht dat op deze wijze het CVM voor Bulgarije afgerond zal kunnen worden. Overeenkomstig deze doelstelling verzoekt de Commissie Bulgarije de huidige positieve ontwikkelingen aan te houden met het oog op de uitvoering van alle resterende aanbevelingen.

(1)

     COM(2017) 43. Volgend op de conclusies van de Raad van Ministers van 17 oktober 2006 (13339/06) was het mechanisme voor samenwerking en toetsing bij besluit van de Commissie ingesteld (C(2006) 6570).

(2)

     COM(2017) 750.

(3)

     Conclusies van de Raad over het mechanisme voor samenwerking en toetsing, 12 december 2017.

(4)

     COM(2017) 43.

(5)

     Wijzigingen van het strafwetboek met het oog op de bestrijding van corruptie in de particuliere sector stuitten op algemeen verzet van ondernemersorganisaties en gerechtsdeskundigen, hetgeen de commissie Juridische Zaken van het nationale parlement ertoe heeft aangezet een extra overlegronde over het ontwerp te organiseren.

(6)

     Bij de goedkeuring van de wijzigingen aan het wetboek inzake administratieve rechtspraak die in weerwil van de bezwaren van organisaties uit het maatschappelijk middenveld die hun bezorgdheid hadden geuit over de toegang tot de rechter, in de zomer van 2018 waren aangenomen, werd bijvoorbeeld een presidentieel veto terzijde geschoven. Deze wijzigingen zijn nu voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof om te toetsen of zij verenigbaar zijn met de grondwet.

(7)

     In de door Verslaggevers zonder grenzen gepubliceerde Wereldindex voor persvrijheid staat Bulgarije 111e op 180 landen wereldwijd gerangschikt, hetgeen de slechtste score is van alle huidige EU-lidstaten en erop wijst dat de toestand in de afgelopen jaren aanzienlijk is verslechterd. In 2013 stond Bulgarije op de 87e plaats. Zie https://rsf.org/en/ranking. Zie ook de monitor voor de pluriformiteit van de media 2016: http://cmpf.eui.eu/media-pluralism-monitor/mpm-2016-results/bulgaria/.

(8)

     Naar verluidt was het in enkele recente gevallen moeilijk om binnen de Raad tot de noodzakelijke consensus te komen inzake een passende reactie. Leden van de Raad hebben aangevoerd dat een evenwicht moet worden gevonden tussen enerzijds het gerechtvaardigd belang van de media om verslag uit te brengen over gerechtelijke zaken en anderzijds de belangen die gepaard gaan met de onafhankelijkheid van het gerecht. De Raad heeft evenwel erkend dat het noodzakelijk is met betrekking tot deze aangelegenheden een consequente lijn aan te houden en heeft een reeks overeengekomen normen vastgesteld als richtsnoeren voor de toekomst.

(9)

     De aanstelling van de nieuwe voorzitter van het Administratief Hooggerechtshof werd in 2017 afgerond en kwam reeds aan de orde in het verslag van november 2017.

(10)

     Een tweede procedure is lopende, met twee kandidaten voor de post.

(11)

     De gespecialiseerde rechtbank speelt een cruciale rol in het Bulgaarse justitiële stelsel omdat zij belast is met de behandeling van zaken die betrekking hebben op de georganiseerde misdaad en - sinds november 2017 - corruptie op hoog niveau.

(12)

     In het verleden zijn langdurige detacheringen op grote schaal gebruikt als een alternatieve route voor de bevordering van rechters, hetgeen vragen deed rijzen over de mogelijke risico's voor de onafhankelijkheid. Belanghebbenden hebben gewezen op het risico dat dergelijke praktijken zich opnieuw zouden kunnen voordoen naar aanleiding van de wetswijzigingen in 2017 waarbij bepalingen werden ingetrokken die in het kader van de hervorming van 2016 waren ingevoerd om de duur van de detacheringen te reguleren.

(13)

     Zie COM(2017) 750, blz. 4, en SWD(2017)700, blz. 6-7.

(14)

     Belanghebbenden hebben hun bezorgdheid geuit over de vertraging bij de aanstelling van extra rechters bij de gespecialiseerde rechtbank, maar de benoemingsprocedure is naar verluidt van start gegaan.

(15)

     De Bulgaarse autoriteiten hebben aangegeven dat zij ervan uitgaan dat in de loop van de komende maanden zal blijken dat de resultaten met betrekking tot algemene doelmatigheid van de rechtszaken duidelijk positief zijn.

(16)

     Zie ook afdeling 3.3 en 3.4.

(17)

     Een voorbeeld van een punt waarvoor is besloten om vooruitgang te boeken met andere middelen dan wetgeving, is de inhoud en de opmaak van tenlasteleggingen, waarbij de procureur-generaal het Hof van Cassatie heeft verzocht om een interpretatieve uitspraak om de rechtsgrondslag te verduidelijken. Een ander punt dat de Bulgaarse autoriteiten hebben besloten niet op te volgen, waren de aanbevelingen over een sterkere betrokkenheid van het management in besluiten over concrete zaken binnen het openbaar ministerie. Deze aanbevelingen werden door de Bulgaarse autoriteiten als mogelijk problematisch beschouwd in een Bulgaarse context.

(18)

     SWD (2018) 550, blz. 9.

(19)

     Het gebrek aan doeltreffende mechanismen voor het onderzoek naar een procureur-generaal in functie werd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beschouwd als een van de grootste tekortkomingen van het Bulgaarse strafrechtelijk systeem in een richtinggevende zaak uit 2009. De opvolging van deze zaak wordt nog steeds gemonitord door de Raad van Europa. Zie Kolevi vs Bulgarije,  https://hudoc.echr.coe.int/eng#{"itemid":["001-95607"]} ).


(20)

     Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is op bepaalde punten gewijzigd om jurisdicties opnieuw toe te wijzen voor bepaalde soorten van vorderingen op het vlak van consumenten- en verzekeringsrecht. Verdere wijzigingen worden overwogen, waarbij eventueel een beroep zal worden gedaan op technische bijstand van de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen van de Commissie.

(21)

     Een belangrijk aspect van deze hervormingen is de ontwikkeling van e-justitie-oplossingen in het kader van een bredere evaluatie van de justitiële structuur. Dit is een terrein waarop opnieuw inspanningen zijn geleverd in het kader van de Hoge Raad van Justitie. De vorige Raad heeft verschillende projecten opgestart die met EU-middelen werden ondersteund. Deze projecten hebben evenwel aanzienlijke vertraging opgelopen.

(22)

     Recente hervormingen gingen in de richting van een uitbreiding van de formele waarborgen voor de onafhankelijkheid van individuele procureurs.

(23)

     Zie afdeling 3.2.

(24)

     Onlangs nog is een kader voor de gecoördineerde opvolging van dergelijke zaken bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens opgericht waarbij zowel het ministerie van Justitie als het openbaar ministerie betrokken zijn.

(25)

   De kandidaat kreeg met een ruime meerderheid de steun van het nationale parlement.

(26)

     De wet werd het eerst goedgekeurd in december 2017, maar botste op een veto van de president van de Republiek, gebaseerd op een aantal punten van zorg, waarvan enkele ook reeds door leden van de oppositie en leden van organisaties uit het maatschappelijk middenveld waren geuit. Uiteindelijk heeft het nationale parlement het veto terzijde geschoven en heeft het in januari 2018 de wet vastgesteld.

(27)

     Verwacht wordt dat het agentschap een centrale rol zal spelen in zowel de ontwikkeling van als de communicatie over een bredere corruptiebestrijdingsstrategie. Tegelijkertijd vereist een aantal bijzonder gevoelige taken in verband met onderzoeken naar corruptie en procedures voor de inbeslagneming van vermogens een zorgvuldig beheer om de vertrouwelijkheid te beschermen en tegelijkertijd te zorgen voor een passende mate van transparantie en verantwoording ten aanzien van de bredere samenleving.

(28)

     Hierbij is het noodzakelijk om op zodanige wijze te communiceren over de rol van het agentschap met betrekking tot rechtshandhavingsoperaties dat de onafhankelijkheid van het agentschap wordt benadrukt.

(29)

     Er is een aanzienlijke overlapping tussen deze maatregelen en die welke in de afdelingen 3.2 en 3.3 zijn vermeld.

(30)

     Deze inspanningen worden voortgezet binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken, onder meer om de corruptie aan de grenzen, met inbegrip van de douane, aan te pakken.

(31)

     In maart 2018 is in overeenstemming met de nieuwe richtsnoeren een eerste reeks corruptiebestrijdingsplannen goedgekeurd.

(32)

     In de Raad zijn alle belangrijke overheidsinstanties vertegenwoordigd. De Raad wordt voorgezeten door een nationale coördinator voor corruptiebestrijding. Momenteel is dit de vicepremier bevoegd voor justitiële hervorming.

(33)

     Zie ook afdeling 3.4.