Artikelen bij COM(2018)236 - Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)236 - Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering. |
---|---|
document | COM(2018)236 |
datum | 26 april 2018 |
Brussel, 26.4.2018
COM(2018) 236 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering
1.Inleiding
Het feit dat de burgers aan grootschalige desinformatie, waaronder misleidende of gewoonweg foute informatie, worden blootgesteld, is een groot probleem voor Europa.
Een pijler van onze open democratische samenlevingen is het publieke debat, waarin goed geïnformeerde burgers in een vrij en eerlijk politiek proces hun wil kunnen uiten. De media spelen van oudsher een belangrijke rol: zij roepen overheidsinstanties ter verantwoording en verschaffen de informatie op basis waarvan de burgers hun eigen standpunten over maatschappelijke kwesties kunnen vormen en daadwerkelijk aan de democratische samenleving kunnen deelnemen. In Europa gelden voor de traditionele media heel wat regels inzake onpartijdigheid, pluralisme, culturele diversiteit, schadelijke inhoud, reclame en gesponsorde inhoud. De democratie in de Europese Unie berust op het bestaan van vrije en onafhankelijke media 1 .
Vandaag heeft het internet niet alleen gezorgd voor een enorme toename van het volume en de soorten nieuws die de burgers ter beschikking staan, maar ook voor een grondige verandering van de manier waarop de burgers toegang krijgen tot nieuws en daarmee omgaan. Voornamelijk jongere gebruikers maken nu van onlinemedia gebruik als belangrijkste informatiebron. Dat diverse kwaliteitsinformatie zo gemakkelijk te vinden is, biedt potentieel om democratische processen meer participatief en inclusief te maken.
Met name via de sociale media kunnen nieuwe technologieën echter ook worden gebruikt om bij precies bepaalde doelgroepen desinformatie te verspreiden op een schaal en met een snelheid als nooit tevoren. Informatie wordt in gepersonaliseerde vorm verschaft en zo ontstaan krachtige echokamers voor desinformatiecampagnes.
Desinformatie holt het vertrouwen in de instellingen en in digitale en traditionele media uit, en schaadt onze democratieën doordat de burgers minder in staat zijn weloverwogen beslissingen te nemen. Desinformatie ondersteunt ook vaak radicale en extremistische ideeën en activiteiten. Desinformatie brengt de vrijheid van meningsuiting, een in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerd grondrecht 2 , in het gedrang. De vrijheid van meningsuiting omvat eerbiediging van de vrijheid en de pluriformiteit van de media, alsook het recht van burgers om een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën 'zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen'.
Op het gebied van de vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid moeten de overheidsactoren zich in de eerste plaats onthouden van inmenging en censuur en een gunstig klimaat voor een inclusief en pluralistisch publiek debat garanderen. Legale inhoud, ook mogelijk schadelijke inhoud, wordt in de regel door de vrijheid van meningsuiting beschermd en moet anders worden behandeld dan illegale inhoud, waarvoor de verwijdering van de inhoud zelf gerechtvaardigd kan zijn. Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft verklaard dat dit bijzonder belangrijk is bij verkiezingen 3 .
Diverse binnenlandse en buitenlandse actoren maken veelvuldig gebruik van massale online-desinformatiecampagnes om wantrouwen te zaaien en maatschappelijke spanningen te creëren, met ernstige potentiële gevolgen voor onze veiligheid. Voorts kunnen desinformatiecampagnes van derde landen hybride bedreigingen voor de binnenlandse veiligheid zijn, bijvoorbeeld voor verkiezingsprocessen, voornamelijk als ze met cyberaanvallen gepaard gaan. Zo wordt in de Russische militaire doctrine informatieoorlog uitdrukkelijk als een van de domeinen erkend 4 .
De verspreiding van desinformatie treft ook beleidsvormingsprocessen doordat de publieke opinie omslaat. Binnenlandse en buitenlandse actoren kunnen desinformatie gebruiken om op gebieden zoals klimaatverandering, migratie, openbare veiligheid, gezondheid 5 en financiën het beleid, het maatschappelijke debat en het gedrag te manipuleren. Desinformatie kan ook het vertrouwen in de wetenschap en in empirisch bewijs doen afnemen.
In 2014 noemde het World Economic Forum de snelle onlineverspreiding van foute informatie een van top 10-trends in moderne samenlevingen 6 .
In 2016 waren nieuwsaggregatoren en zoekmachines van sociale media samen voor 57 % van de gebruikers in de EU de belangrijkste manieren om nieuws online te lezen 7 . Voor een derde van de 18-24-jarigen zijn sociale media de belangrijkste nieuwsbron 8 .
80 % van de Europeanen hebben verschillende keren per maand of meer informatie gezien die volgens hen fout of misleidend was. 85 % van de respondenten beschouwen dit als een probleem in hun land 9 .
De onlineplatforms die inhoud verdelen, vooral sociale media, videoplatforms en zoekmachines, spelen een belangrijke rol in de verspreiding en versterking van desinformatie online. Deze platforms hebben tot dusver verzuimd in evenredigheid te reageren op het probleem van desinformatie en het manipulatieve gebruik van platforminfrastructuren. Sommige hebben beperkte initiatieven genomen om de onlineverspreiding van desinformatie in te dammen, maar slechts in een klein aantal landen en voor een klein deel van de gebruikers. Voorts bestaat er ernstige twijfel of platforms hun gebruikers wel voldoende beschermen tegen ongeoorloofd gebruik van hun persoonsgegevens door derden. Een voorbeeld zijn de recente onthullingen over Facebook/Cambridge Analytica in verband met de verzameling van persoonsgegevens van miljoenen gebruikers van sociale media uit de EU en de exploitatie daarvan in het kader van verkiezingen, die momenteel door de gegevensbeschermingsautoriteiten worden onderzocht.
Maatschappelijke organisaties, zowel in de EU-lidstaten als internationaal, worden zich steeds meer bewust van de toename van desinformatie en de ernst van de bedreiging en tonen zich zeer bezorgd. In maart 2015 heeft de Europese Raad de Hoge Vertegenwoordiger gevraagd om een actieplan te ontwikkelen om tegenwicht te geven tegen de aanhoudende desinformatiecampagnes door Rusland 10 . Zo werd de East StratCom Task Force opgericht, die zoals gepland sinds september 2015 operationeel is. In juni 2017 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin de Commissie werd verzocht 'een diepgaand onderzoek in te stellen naar de huidige situatie en het juridische kader met betrekking tot nepnieuws, en na te gaan of er juridisch kan worden ingegrepen om de publicatie en verspreiding van valse inhoud tegen te gaan' 11 . In maart 2018 heeft de Europese Raad verklaard dat 'sociale netwerken en digitale platforms transparant moeten zijn in hun functioneren en de privacy en de persoonsgegevens van de burgers ten volle dienen te beschermen' 12 . De Joint Declaration on Freedom of Expression and 'Fake News', Disinformation and Propaganda, die in 2017 werd aangenomen door bijzondere rapporteurs die door internationale organisaties waren aangewezen 13 , legt het zwaartepunt op de toepassing van internationale mensenrechtnormen op dit fenomeen.
Verschillende lidstaten zijn momenteel mogelijke maatregelen aan het onderzoeken om de integriteit van verkiezingen tegen online-desinformatie te beschermen en om de transparantie van online politieke reclame te garanderen 14 .
De bescherming van het verkiezingsproces is weliswaar in de eerste plaats een bevoegdheid van de lidstaten, maar het is duidelijk dat de grensoverschrijdende dimensie van online-desinformatie een Europese aanpak vereist om doeltreffende en gecoördineerde actie te garanderen en de EU, haar burgers, haar beleid en haar instellingen te beschermen.
Deze mededeling is gebaseerd op de uitgebreide raadplegingen met burgers en belanghebbenden. De Commissie heeft eind 2017 een deskundigengroep op hoog niveau opgericht om over deze aangelegenheid advies te geven, die op 12 maart 2018 zijn verslag uitbracht 15 . De Commissie hield ook een brede publieke raadpleging, met onlinevragenlijsten waarop 2 986 antwoorden kwamen 16 , voerde gestructureerde dialogen met belanghebbenden 17 en hield een Eurobarometer-opiniepeiling in alle 28 lidstaten 18 .
In deze mededeling formuleert de Commissie haar standpunten over de uitdagingen die met online-desinformatie gepaard gaan. De belangrijkste overkoepelende beginselen en doelstellingen voor maatregelen om het publiek bewust te maken van desinformatie en het fenomeen doeltreffend te bestrijden, worden uiteengezet, alsook de specifieke maatregelen die de Commissie in dit verband van plan is te nemen.
2.Omvang en oorzaken van desinformatie online
2.1.Omvang
Desinformatie wordt opgevat als aantoonbaar foute of misleidende informatie die wordt gecreëerd, gepresenteerd en verspreid voor economisch gewin of om het publiek opzettelijk te bedriegen, en die schade in het publieke domein kan veroorzaken. Schade in het publieke domein bestaat onder meer uit bedreigingen voor democratische politieke en beleidsvormingsprocessen en voor openbare goederen zoals de bescherming van de gezondheid van de EU-burgers, het milieu of de veiligheid. Fouten in verslaggeving, satire en parodie of duidelijk aantoonbaar partijdig nieuws en commentaar zijn geen desinformatie. Deze mededeling doet geen afbreuk aan de toepasselijke rechtsregels op Unie- of nationaal niveau op het gebied van de besproken kwesties, met inbegrip van desinformatie die illegale inhoud bevat 19 . Deze mededeling doet geen afbreuk aan huidige benaderingen en lopende maatregelen met betrekking tot illegale inhoud, zoals terroristische inhoud online en materiaal dat seksueel misbruik van kinderen bevat.
83 % van de Europeanen beschouwen nepnieuws als een probleem voor de democratie in het algemeen, hetzij 'zeker' (45 %) hetzij 'tot op zekere hoogte' (38 %) 20 .
Volgens de respondenten op een publieke raadpleging van de Commissie zijn verkiezingen en het immigratiebeleid de belangrijkste twee categorieën waarin opzettelijke desinformatie de samenleving mogelijk schade kan toebrengen, op de voet gevolgd door desinformatie op het gebied van gezondheid, milieu en veiligheid 21 .
2.2.De context en de belangrijkste oorzaken van desinformatie
De verspreiding van desinformatie heeft onderling verweven economische, technologische, politieke en ideologische oorzaken.
Om te beginnen is het een symptoom van ruimere fenomenen die zich voordoen in samenlevingen die met snelle veranderingen worden geconfronteerd. Economische onzekerheid, toenemend extremisme en culturele verschuivingen genereren angst en zorgen voor een voedingsbodem voor desinformatiecampagnes die maatschappelijke spanningen, polarisering en wantrouwen stimuleren. Invloedrijke organisaties en agentschappen (dat kunnen ondernemingen, staten of niet-gouvernementele organisaties zijn die een belang hebben in politieke en beleidsdebatten, waaronder bronnen van buiten de EU) kunnen van desinformatie gebruikmaken om beleids- en maatschappelijke debatten te manipuleren. De effecten van desinformatie verschillen van samenleving tot samenleving en hangen af van het opleidingsniveau, de democratische cultuur, het vertrouwen in de instellingen, de mate van inclusiviteit van het kiesstelsel, de rol van geld in de politiek en van sociale en economische ongelijkheden.
Op lange termijn kan desinformatie alleen maar met succes worden bestreden als er ook een duidelijke politieke wil is om de collectieve weerbaarheid ter vrijwaring van onze democratische pijlers en Europese waarden te versterken.
Ten tweede maakt de mediasector, waarbinnen de verspreiding van desinformatie plaatsvindt, een ingrijpende transformatie door. Journalisten en professionele nieuwsmediabedrijven zijn sterk getroffen door de opkomst van platforms in de mediasector. Zij zijn nog altijd aan het proberen om hun bedrijfsmodellen aan te passen, en nieuwe manieren aan het zoeken om geld te krijgen voor inhoud. Bovendien hebben sommige platforms functies overgenomen die traditioneel door mediabedrijven werden uitgeoefend, door in de nieuwssector als inhoudsaggregatoren en distributeurs actief te zijn, doch zonder noodzakelijkerwijs te beschikken over de redactionele kaders en capaciteiten die mediabedrijven wel hebben. Volgens hun economische model moeten zij een grote gebruikersbasis capteren door netwerkeffecten te benutten en moeten zij gebruikers zo veel mogelijk tijd op hun diensten doen spenderen door kwantiteit van informatie boven kwaliteit te stellen, ongeacht de gevolgen.
Tussen 2010 en 2014 daalden de totale oplage-inkomsten van nieuwsuitgevers met 13,45 miljard EUR, terwijl de digitale inkomsten stegen met 3,98 miljard EUR: een netto-inkomstenverlies van 9,47 miljard EUR (-13 %) 22 . Daarenboven heeft de huidige achteruitgang van de sector volgens de nieuwsuitgevers al geleid tot sluitingen of inkrimpingen van hun redacties 23 .
Ten derde worden socialenetwerktechnologieën gemanipuleerd om desinformatie te verspreiden in een reeks opeenvolgende stappen: i) creatie; ii) versterking via sociale en andere onlinemedia; en iii) verspreiding door de gebruikers.
i) Creatie van desinformatie
Desinformatie is een krachtig en goedkoop - en vaak economisch winstgevend - instrument voor beïnvloeding. Tot dusver ging het bij de meest notoire gevallen om artikelen (d.w.z. tekst), soms aangevuld met authentieke beelden of audiovisuele inhoud die uit hun context waren gehaald. Maar nu is er nieuwe, betaalbare en gebruiksvriendelijke technologie beschikbaar waarmee valse beelden en audiovisuele inhoud kunnen worden gecreëerd (zogenaamde 'deep fakes'), die een krachtiger middel biedt om de publieke opinie te manipuleren.
ii) Versterking via sociale en andere onlinemedia
Uiteenlopende factoren zorgen voor een voedingsbodem voor de onlineverspreiding van desinformatie. Er zijn de volgende mechanismen voor de verspreiding van desinformatie:
–Op basis van algoritmen: de criteria die algoritmen gebruiken om de weergave van informatie te prioriteren, hangen af van het bedrijfsmodel van het platform en de wijze waarop daarin voorrang wordt gegeven aan gepersonaliseerde en sensationele inhoud die wellicht de aandacht zal trekken en onder gebruikers zal worden gedeeld. Doordat het delen van gepersonaliseerde inhoud onder gelijkgestemde gebruikers wordt gefaciliteerd, vergroten algoritmen indirect polarisatie en versterken ze de effecten van desinformatie.
–Op basis van reclame: het huidige model voor digitale reclame werkt vooral op basis van muiskliks, waardoor sensationele en virale inhoud wordt aangemoedigd. Het berust op reclamenetwerken die worden beheerd door agentschappen die zorgen voor real-time plaatsing van advertenties op basis van algoritmische besluitvorming. Daardoor worden gemakkelijker advertenties geplaatst op websites met sensationele inhoud die op de emoties van de gebruikers inspeelt, en op websites met desinformatie.
–Op basis van technologie: onlinetechnologieën zoals automatische diensten ("bots" genoemd) versterken kunstmatig de verspreiding van desinformatie. Deze mechanismen kunnen verder worden versterkt met gesimuleerde profielen (nepaccounts) waarachter geen authentieke gebruiker schuilgaat, die soms op enorme schaal worden georkestreerd ("troll factories" genoemd).
iii) Verspreiding door de gebruikers
De gebruikers zelf spelen ook een rol in de verspreiding van desinformatie: die doet vaak sneller de ronde op sociale media doordat gebruikers de neiging hebben om inhoud te delen zonder die vooraf te controleren. Steeds meer inhoud circuleert almaar sneller online, waardoor het risico groter wordt dat desinformatie kritiekloos wordt gedeeld.
Hoewel de meest populaire nieuwswebsites een groter gemiddeld maandelijks bereik hebben, gaat nepnieuws meer viraal. Zo genereerde in Frankrijk één nepnieuwskanaal gemiddeld meer dan 11 miljoen interacties per maand, vijf keer meer dan traditionelere nieuwsmerken 24 .
Volgens de respondenten op de publieke raadpleging verspreidt desinformatie gemakkelijker via onlinemedia omdat zij op de emoties van de lezers inspeelt (88 %), het publieke debat kan beïnvloeden (84 %) en is opgesteld om inkomsten te genereren (65 %) 25 .
3.Een Europese aanpak om online-desinformatie te bestrijden
Gelet op de complexiteit van de materie en het snelle tempo van de ontwikkelingen in de digitale omgeving is de Commissie van mening dat een beleidsrespons allesomvattend moet zijn, continu het fenomeen van desinformatie moet beoordelen en de beleidsdoelstellingen moet aanpassen in het licht van de evolutie van het fenomeen.
Er mag niet worden verwacht dat er voor alle problemen in verband met desinformatie één enkele oplossing bestaat. Het is echter geen optie om niets te doen.
Volgens de Commissie gelden voor maatregelen ter bestrijding van desinformatie de volgende overkoepelende beginselen en doelstellingen:
·Om te beginnen moet er grotere transparantie komen over de oorsprong van informatie en de wijze waarop zij wordt opgesteld, gesponsord en verspreid en op bepaalde doelgroepen wordt gericht, zodat de burgers de door hen online bekeken inhoud kunnen beoordelen en mogelijke pogingen om de opinie te manipuleren kunnen opmerken.
·Ten tweede moet de diversiteit van informatie worden bevorderd, zodat de burgers weloverwogen beslissingen kunnen nemen op basis van kritisch denken, door ondersteuning van kwaliteitsjournalistiek en mediageletterdheid en door een nieuw evenwicht in de relatie tussen informatiecreatoren en -distributeurs.
·Ten derde moet de geloofwaardigheid van informatie worden bevorderd door te zorgen voor een indicatie van de betrouwbaarheid ervan, met name met de hulp van betrouwbare flaggers, en door informatie beter traceerbaar te maken en de authenticatie van invloedrijke informatieverstrekkers te verbeteren.
·Ten vierde moeten er inclusieve oplossingen worden uitgewerkt. Voor doeltreffende langetermijnoplossingen zijn bewustmaking en meer mediageletterdheid nodig, moet een breed scala van belanghebbenden worden betrokken en moeten overheidsinstanties, onlineplatforms, adverteerders, betrouwbare flaggers, journalisten en mediagroepen samenwerken.
Op basis van alle verzamelde input wil de Commissie de hieronder uiteengezette maatregelen nemen. Ze zijn een aanvulling op de algemene verordening gegevensbescherming, die vanaf 25 mei 2018 in de hele EU van toepassing zal zijn en waardoor de persoonsgegevens van gebruikers op onlineplatforms beter zullen worden beschermd 26 . De algemene verordening gegevensbescherming verduidelijkt het begrip toestemming en omvat het belangrijke concept transparantie van de verwerking. Daarnaast worden ook de voorwaarden waaronder persoonsgegevens verder kunnen worden gedeeld ("verder verwerkt") verduidelijkt en geharmoniseerd.
3.1.Een transparanter en betrouwbaarder online-ecosysteem met grotere verantwoordingsplicht
De mechanismen waardoor desinformatie kan worden gecreëerd, versterkt en verspreid, berusten op een gebrek aan transparantie en traceerbaarheid in het bestaande platformecosysteem en op het effect van algoritmen en modellen voor onlinereclame. Daarom moeten passende veranderingen in het gedrag van platforms, een informatie-ecosysteem met een grotere verantwoordingsplicht, meer capaciteit voor factchecking, collectieve kennis over desinformatie en het gebruik van nieuwe technologieën om informatie op een betere manier te produceren en online te verspreiden, worden bevorderd.
3.1.1.Snelle en doeltreffende reactie door onlineplatforms om gebruikers tegen desinformatie te beschermen
Van de onlineplatforms wordt in toenemende mate verwacht dat zij niet alleen aan de wettelijke verplichtingen uit hoofde van het EU-recht en het nationale recht voldoen, maar ook - gelet op hun centrale rol - een passende verantwoordelijkheid aan de dag leggen om een veilige onlineomgeving te garanderen waarin gebruikers tegen desinformatie beschermd zijn en met verschillende politieke standpunten kunnen kennismaken.
Al bij al bieden de platforms niet voldoende transparantie over politieke reclame en gesponsorde inhoud. Ze stellen evenmin voldoende informatie beschikbaar over het gebruik van strategische verspreidingstechnieken, zoals betaalde menselijke influencers en/of robots voor de marketing van berichten. Dit is een belangrijke reden waarom in sommige lidstaten en derde landen maatregelen zijn genomen voor grotere transparantie over online politieke reclame.
De Commissie vraagt de platforms om hun inspanningen ter bestrijding van online-desinformatie kordaat op te drijven. Zij is van mening dat zelfregulering aan deze inspanningen kan bijdragen, mits deze effectief wordt uitgevoerd en gemonitord.
De Commissie zal daartoe de ontwikkeling ondersteunen van een ambitieuze praktijkcode, die gebaseerd is op de door de deskundigengroep op hoog niveau voorgestelde hoofdbeginselen 27 en die de toezegging van de onlineplatforms en de reclamesector bevat dat zij de volgende doelstellingen bereiken:
–de controle op de plaatsing van advertenties significant verbeteren, met name om de inkomsten van verspreiders van desinformatie te verminderen, en de opties voor doelgroepbepaling voor politieke reclame beperken;
–transparantie over gesponsorde inhoud garanderen, voornamelijk voor politieke en thematisch georiënteerde reclame. Dit moet worden aangevuld met registers waarin uitgebreide informatie over gesponsorde inhoud wordt opgenomen, met gegevens zoals de identiteit van de werkelijke sponsor, de uitgegeven bedragen en de voor de doelgroepbepaling gebruikte criteria. Soortgelijke mechanismen moeten worden ingevoerd om gebruikers in staat te stellen te begrijpen waarom zij tot de doelgroep behoren van een bepaalde advertentie;
–de inspanningen voor de sluiting van nepaccounts opdrijven en de doeltreffendheid ervan aantonen;
–de beoordeling van inhoud door de gebruikers vergemakkelijken, door middel van indicaties van de betrouwbaarheid van de bronnen van inhoud die op objectieve criteria berusten en door verenigingen van nieuwsmedia zijn bekrachtigd, en stroken met de beginselen van journalistiek, transparantie over de eigendom van media en gecontroleerde identiteit;
–de zichtbaarheid van desinformatie afzwakken door betrouwbare inhoud vindbaarder te maken;
–duidelijke markeersystemen en -regels voor bots invoeren om te garanderen dat hun activiteiten niet met menselijke interactie kunnen worden verward;
–gebruikers meer controle geven met instrumenten die een gepersonaliseerde en interactieve online-ervaring mogelijk maken, zodat inhoud gemakkelijk kan worden gevonden en verschillende nieuwsbronnen met alternatieve standpunten gemakkelijk kunnen worden bekeken; gebruikers vlot toegankelijke instrumenten aanbieden om desinformatie te melden;
–garanderen dat onlinediensten in hun ontwerp waarborgen tegen desinformatie bevatten, bijvoorbeeld gedetailleerde informatie over het gedrag van algoritmen die de weergave van inhoud prioriteren, en de ontwikkeling van testmethoden;
–betrouwbare factcheckingsorganisaties en wetenschappers toegang bieden tot platformgegevens met eerbiediging van de privacy van de gebruikers, zakelijke geheimen en intellectuele eigendom (met name via application programming interfaces); zo zullen zij de werking van gerelateerde algoritmen beter kunnen begrijpen en de dynamiek van desinformatie en de effecten daarvan op de samenleving beter kunnen analyseren en monitoren.
Maatregelen waarmee deze doelstellingen worden nagestreefd, moeten de vrijheid van meningsuiting strikt naleven en waarborgen omvatten om te voorkomen dat ze worden misbruikt, bijvoorbeeld om kritische, satirische, afwijkende of schokkende meningen te censureren 28 . Ook het engagement van de Commissie voor een open, veilig en betrouwbaar internet moet strikt worden nageleefd.
De Commissie zal een multistakeholderforum over desinformatie bijeenroepen, om een kader te bieden waarbinnen belanghebbenden, waaronder onlineplatforms, de reclamesector, grote adverteerders en vertegenwoordigers van de media en het maatschappelijk middenveld, efficiënt kunnen samenwerken, en om tot een toezegging te komen dat de inspanningen ter bestrijding van desinformatie zullen worden gecoördineerd en opgedreven. Dit forum staat los van het EU-internetforum over terroristische online-inhoud. Het forum moet een EU-gedragscode op het gebied van desinformatie opstellen, die in juli 2018 moet worden gepubliceerd zodat er tegen oktober 2018 meetbare effecten worden bereikt. De Commissie zal de toepassing van die gedragscode beoordelen, in breed overleg met de belanghebbenden, door toetsing aan kernprestatie-indicatoren die op de bovenvermelde doelstellingen zijn gebaseerd. Mochten de resultaten onbevredigend zijn, kan de Commissie verdere maatregelen voorstellen, waaronder regelgeving.
Tegelijkertijd plant de Commissie een studie over de toepasselijkheid van de EU-regels en mogelijke lacunes wat de identificatie van online gesponsorde inhoud betreft. In dit verband zal zij ook de doeltreffendheid van mogelijke identificatiemiddelen voor online gesponsorde inhoud onderzoeken.
3.1.2.Factchecking, collectieve kennis over desinformatie en monitoringcapaciteit versterken
Factcheckers zijn een integraal onderdeel van de mediawaardeketen geworden; zij controleren en beoordelen de geloofwaardigheid van inhoud op basis van feiten en bewijsmateriaal. Zij analyseren ook de bronnen en processen voor de creatie en de verspreiding van informatie. De geloofwaardigheid van factcheckers hangt af van hun onafhankelijkheid en hun naleving van strenge ethische en transparantieregels.
Een dicht netwerk van sterke en onafhankelijke factcheckers is een wezenlijk vereiste voor een gezond digitaal ecosysteem. Factcheckers moeten werken op basis van strenge normen, zoals de Code of Principles 29 van het International Fact-Checking Network.
Daarnaast blijven veel aspecten van desinformatie onvoldoende geanalyseerd en is de toegang tot gegevens van onlineplatforms nog altijd beperkt. Een doeltreffend antwoord vereist een solide corpus van feiten en bewijsmateriaal over de verspreiding van desinformatie en de effecten ervan. Voor aanvullende gegevensverzameling en -analyse door factcheckers en wetenschappers zijn onder meer de volgende activiteiten nodig:
–continu monitoren van de omvang, de technieken en instrumenten, de precieze aard en de potentiële effecten van desinformatie;
–vaststellen en in kaart brengen van desinformatiemechanismen die bijdragen aan digitale versterking;
–bijdragen aan de ontwikkeling van eerlijke, objectieve en betrouwbare indicatoren voor brontransparantie, en
–delen van kennis met nieuwsmedia, platforms en overheidsinstanties om het publiek bewuster te maken van desinformatie.
Betere toegang tot de gegevens van onlineplatforms en een beveiligde ruimte om informatie te analyseren en uit te wisselen zijn belangrijke vereisten.
Als eerste stap zal de Commissie ondersteuning bieden voor de oprichting van een onafhankelijk Europees netwerk van factcheckers om gemeenschappelijke werkmethoden vast te stellen, beste praktijken uit te wisselen, de ruimst mogelijke dekking in de EU te realiseren en deel te nemen aan gemeenschappelijke factcheckings- en aanverwante activiteiten. Het netwerk zal worden uitgenodigd om deel te nemen aan het multistakeholderforum over desinformatie. De Commissie zal het netwerk online-instrumenten ter beschikking stellen (bv. een beveiligde gedeelde ruimte) om hun medewerking mogelijk te maken.
Als tweede stap zal de Commissie zorgen voor een beveiligd Europees onlineplatform over desinformatie om het onafhankelijke Europese netwerk van factcheckers en betrokken wetenschappers te ondersteunen. Het platform moet instrumenten bieden voor grensoverschrijdende gegevensverzameling en -analyse, alsook toegang tot open gegevens in de hele EU, zoals betrouwbare onafhankelijke statistische informatie. Daardoor zal het netwerk een betrouwbare flagger kunnen worden. Ook zal het mogelijk worden beter inzicht in online-desinformatie te verwerven en empirisch onderbouwde strategieën te formuleren om de verspreiding ervan verder te beperken. De Commissie zal nagaan of de Connecting Europe Facility daarvoor kan worden aangesproken en zal voortbouwen op de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van het programma 'Veiliger internet'.
3.1.3.Een grotere verantwoordingsplicht voor onlineplatforms bevorderen
Om de verantwoordingsplicht en het vertrouwen in identificeerbare informatieverstrekkers te vergroten en om een verantwoordelijker internetgedrag aan te moedigen, is het van wezenlijk belang dat de bron van desinformatie wordt geïdentificeerd doordat bij de verspreiding traceerbaarheid gegarandeerd is. Een gebruiker zou bijvoorbeeld ervoor kunnen kiezen om op onlineplatforms alleen contact te hebben met gebruikers die zich hebben geïdentificeerd.
De verordening betreffende elektronische identificatie 30 biedt daartoe een voorspelbaar regelgevingskader voor het online grensoverschrijdend gebruik, de erkenning en de handhaving van elektronische identificatie, authenticatie en vertrouwensdiensten die kunnen worden gebruikt om de ontwikkeling en het vrijwillige gebruik van systemen voor beveiligde identificatie van informatieverstrekkers op basis van de hoogste veiligheids- en privacynormen, met inbegrip van het mogelijke gebruik van gecontroleerde pseudoniemen, aan te moedigen.
Om het onderzoek van kwaadwillig onlinegedrag te vergemakkelijken, zal de Commissie, zoals reeds gezegd in de gezamenlijke mededeling inzake cyberveiligheid van september 2017, het gebruik van Internet Protocol versie 6 (IPv6) blijven aanmoedigen, aangezien hiermee één IP-adres aan één gebruiker kan worden toegekend. Zij zal zich ook blijven inzetten - in lijn met de inspanningen van de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) en met volledige naleving van de gegevensbeschermingsregels - voor de verbetering van de werking van en de beschikbaarheid en juistheid van informatie in de domeinnaam- en IP WHOIS 31 -systemen.
De Commissie zal het eIDAS-samenwerkingsnetwerk aanmoedigen om in samenwerking met de platforms vrijwillige onlinesystemen te bevorderen waardoor informatieverstrekkers overeenkomstig de verordening betreffende elektronische identificatie kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van betrouwbare elektronische identificatie- en authenticatiemiddelen, waaronder gecontroleerde pseudoniemen.
Allemaal samen zouden deze maatregelen ook helpen om het aantal cyberaanvallen, die in het kader van hybride bedreigingen vaak met desinformatiecampagnes gepaard gaan, te verminderen.
3.1.4.Nieuwe technologieën benutten
Opkomende technologieën zullen de manier waarop informatie wordt geproduceerd en verspreid verder veranderen, maar hebben ook het potentieel om in de strijd tegen desinformatie op langere termijn een centrale rol te spelen. Enkele voorbeelden:
–kunstmatige intelligentie, onder passende menselijke controle, zal van cruciaal belang zijn om desinformatie te controleren, vast te stellen en te taggen;
–technologieën waarmee media online-ervaringen kunnen personaliseren en interactief kunnen maken, kunnen burgers helpen om inhoud te vinden en desinformatie vast te stellen;
–innovatieve technologieën, zoals blockchain, kunnen helpen de integriteit van inhoud te bewaren, de betrouwbaarheid van informatie en/of haar bronnen te valideren, transparantie en traceerbaarheid mogelijk te maken en vertrouwen in nieuws op het internet te bevorderen. Dit kan worden gecombineerd met het gebruik van betrouwbare elektronische identificatie, authenticatie en gecontroleerde pseudoniemen; en
–cognitieve algoritmen die contextueel relevante informatie - waaronder de juistheid en de kwaliteit van gegevensbronnen - behandelen, zullen zoekresultaten relevanter en betrouwbaarder maken.
De Commissie is actief op het gebied van opkomende technologieën, met name via haar initiatief voor het internet van de volgende generatie 32 .
De Commissie zal het Horizon 2020-werkprogramma volledig benutten om deze technologieën te mobiliseren. Daarnaast zal de Commissie ook de mogelijkheid onderzoeken van aanvullende steun om instrumenten ter bestrijding van desinformatie te helpen inzetten, innovatieactiviteiten met een grote impact sneller op de markt te brengen en partnerschappen tussen onderzoekers en ondernemingen aan te moedigen.
3.2.Beveiligde en stabiele verkiezingsprocessen
De beveiliging van verkiezingsprocessen, de basis van onze democratie, moet bijzondere aandacht krijgen. Desinformatie behoort nu tot het ruime gamma van instrumenten die worden gebruikt om verkiezingsprocessen te manipuleren, zoals het hacken of het defacen van websites of het toegang krijgen tot en het lekken van persoonlijke informatie over politici. Met cyberaanvallen kan de integriteit van publieke informatie in het gedrang worden gebracht en kan worden verhinderd dat bronnen van desinformatie worden geïdentificeerd. Dit is net tijdens verkiezingscampagnes van vitaal belang, omdat het door de strakke tijdschema's misschien niet mogelijk is om desinformatie tijdig op te sporen en te bestrijden.
De voorbije jaren werden in minstens 18 landen tijdens verkiezingen online-manipulatie- en -desinformatietactieken ontdekt, wat voor het zevende jaar op rij bijdroeg aan de globale achteruitgang van de internetvrijheid 33 .
Omdat in 2019 verkiezingen voor het Europees Parlement worden gehouden, heeft de Commissie de bevoegde nationale autoriteiten aangemoedigd 34 om beste praktijken te bepalen voor de vaststelling, de beperking en de beheersing van de risico's voor het verkiezingsproces ten gevolge van cyberaanvallen en desinformatie. In de samenwerkingsgroep die op grond van de richtlijn betreffende de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen (de NIS-richtlijn) is opgericht, zijn de lidstaten gestart met het maken van een overzicht van de bestaande Europese initiatieven op het gebied van cyberbeveiliging van voor verkiezingsprocessen gebruikte netwerk- en informatiesystemen, met als doel het ontwikkelen van vrijwillige richtsnoeren.
Het colloquium over grondrechten van 26-27 november 2018 zal vooral gaan over 'democratie'. De belangrijke ingrediënten voor inclusieve en gezonde democratische samenlevingen zullen worden besproken, onder meer de kansen en uitdagingen van digitalisering voor een geïnformeerd en pluralistisch democratisch debat, en ook de negatieve effecten van propaganda.
De Commissie zal een continue dialoog opstarten om de lidstaten te ondersteunen in de beheersing van de risico's voor het democratische verkiezingsproces ten gevolge van cyberaanvallen en desinformatie, voornamelijk omdat in 2019 Europese verkiezingen en in een aantal lidstaten nationale verkiezingen plaatsvinden. In die dialoog zal onder meer het volgende aan bod komen:
- passende follow-up voor een eerste uitwisseling met de lidstaten op de conferentie over electorale beste praktijken op 25-26 april 2018;
- alle nodige ondersteuning, samen met het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging, voor de werkzaamheden van de NIS-samenwerkingsgroep op het gebied van de cyberbeveiliging van verkiezingen. Tegen eind 2018 moet de groep een compendium met praktische aanbevelingen en maatregelen vaststellen die de lidstaten kunnen uitvoeren om hun verkiezingscyclus te beveiligen;
- een conferentie op hoog niveau met de lidstaten over cyberbedreigingen voor de verkiezingen eind 2018 onder de auspiciën van de taskforce Veiligheidsunie.
3.3.Onderwijs en mediageletterdheid aanmoedigen
Om onze samenleving beter bestand te maken tegen desinformatie, is de levenslange ontwikkeling van kritische denkvaardigheden en digitale competenties, vooral bij jongeren, van cruciaal belang.
Het actieplan voor digitaal onderwijs, dat de Commissie in januari 2018 heeft aangenomen 35 , wijst op de risico's van desinformatie voor leerkrachten en leerlingen en de dringende noodzaak om digitale vaardigheden en competenties te ontwikkelen bij alle lerenden, zowel in het formele als in het niet-formele onderwijs. Het Europees digitalecompetentiekader voor burgers, dat door de Commissie is ontwikkeld, bestaat uit een ruime mix van vaardigheden die alle lerenden nodig hebben, gaande van informatie- en gegevensgeletterdheid tot de creatie van digitale inhoud, onlineveiligheid en -welzijn 36 .
De meeste respondenten op de openbare raadpleging waren van mening dat de onlineplatforms maatregelen kunnen nemen die een sterk effect zouden hebben op het tegengaan van de verspreiding van desinformatie, zoals de gebruikers voorlichten hoe zij beter online-informatie kunnen vinden en hen informeren wanneer inhoud door een bot wordt gegenereerd of verspreid 37 .
Omdat desinformatie grensoverschrijdend is, heeft de EU een rol in het ondersteunen van de verspreiding van goede praktijken in de lidstaten om de burgers beter bestand te maken, en kan de Commissie haar op jongeren en volwassenen gerichte maatregelen verder versterken:
·De Commissie stuurt de deskundigengroep inzake mediageletterdheid aan en ondersteunt proefprojecten zoals 'Mediageletterdheid voor allen' 38 .
·De richtlijn audiovisuele mediadiensten erkent het belang van mediageletterdheid 39 en het is de bedoeling om bij de herziening van deze richtlijn de monitoring van de maatregelen die door de autoriteiten van de lidstaten op het vlak van mediageletterdheid worden genomen, te versterken 40 .
·De Commissie ondersteunt een aantal initiatieven, onder meer via het Erasmus+-programma, op het vlak van internetveiligheid, digitaal welzijn en digitale vaardigheden om bij de burgers, en dan vooral bij jongeren, kritische denkvaardigheden in de digitale omgeving te bevorderen, wat op zijn beurt helpt om de digitale mediageletterdheid te versterken.
·Lidstaten, sociale partners en onderwijsorganisaties delen ervaringen en goede praktijken op het gebied van digitaal onderwijs via de EU-werkgroep inzake digitale vaardigheden en competenties 41 .
·De Commissie moedigt de lidstaten aan om middelen vrij te maken en in hun onderwijsbeleid digitaal burgerschap, mediageletterdheid, ontwikkeling van kritische denkvaardigheden in de digitale omgeving en bewustmakingsactiviteiten in verband met desinformatie en online-versterkingsstechnieken op te nemen. Ondersteuning voor leerkrachten, onder meer door opleiding en het delen van goede praktijken, is in dit verband van vitaal belang.
Voorts zal de Commissie:
–onafhankelijke factcheckers en maatschappelijke organisaties aanmoedigen om scholen en opleiders onderwijsmateriaal te bezorgen;
–in de #SaferInternet4EU-campagne 42 doelgerichte initiatieven nemen in verband met online-desinformatie;
–met het oog op bewustmaking een Europese week van mediageletterdheid organiseren en grensoverschrijdende samenwerking tussen betrokken organisaties ondersteunen;
–rapporteren over mediageletterdheid in het kader van de toepassing van de richtlijn audiovisuele mediadiensten;
–met de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling samenwerken in het kader van het Programme for International Student Assessment (PISA), om na te gaan of mediageletterdheid kan worden toegevoegd aan de criteria die de organisatie voor haar vergelijkingsrapporten hanteert;
–het werk van de coalitie voor digitale vaardigheden en banen 43 verder aanmoedigen om digitale vaardigheden te ondersteunen, onder meer voor participatie in de samenleving;
–het actieplan voor digitaal onderwijs 44 verder uitvoeren en steun blijven bieden voor initiatieven zoals de 'Digital Opportunity'-stages 45 , die gericht zijn op de versterking van digitale vaardigheden, de bewustmaking van Europese burgers, en dan vooral de jongere generatie, en de bevordering van gemeenschappelijke waarden en inclusie.
3.4.Steun voor kwaliteitsjournalistiek als een wezenlijk onderdeel van een democratische samenleving
Kwaliteitsnieuwsmedia - waaronder openbare media - en kwaliteitsjournalistiek spelen een belangrijke rol in het verschaffen van hoogkwalitatieve en diverse informatie aan de burgers. Zij zorgen voor een pluralistische en diverse mediaomgeving en kunnen daardoor desinformatie aan het licht brengen, tegenwicht ertegen geven en ze afzwakken.
In een evoluerende digitale omgeving moet er in kwaliteitsjournalistiek worden geïnvesteerd, moet het vertrouwen in de belangrijke maatschappelijke en democratische rol van offline en online kwaliteitsjournalistiek worden versterkt en moeten de kwaliteitsnieuwsmedia worden aangemoedigd om innovatieve vormen van journalistiek te onderzoeken.
Volgens het Eurobarometer-onderzoek beschouwen de burgers traditionele media als de meest betrouwbare nieuwsbronnen: radio (70 %), televisie (66 %) en kranten en nieuwsmagazines op papier (63 %). De minst vertrouwde nieuwsbronnen zijn videohostingwebsites (27 %) en online sociale netwerken (26 %). Jongere respondenten zijn meer geneigd om vertrouwen te hebben in nieuws en informatie die zij op het internet vinden 46 .
Er moet ook een nieuw evenwicht worden gevonden in de relatie tussen media en onlineplatforms. Een snelle goedkeuring van de hervorming van het EU-auteursrecht kan daartoe bijdragen: de positie van uitgevers zal dan verbeteren en de inkomsten zullen eerlijker worden verdeeld tussen de rechthebbenden en de platforms, wat vooral mediabedrijven en journalisten zal helpen om geld te krijgen voor hun inhoud.
Journalisten en mediaprofessionals moeten de kansen die door nieuwe technologieën worden geboden, verder benutten en de nodige digitale vaardigheden ontwikkelen om gegevens en analyses van sociale media te kunnen gebruiken om meer feiten te vinden en te controleren.
Ten slotte zijn openbare steun voor media en openbare media erg belangrijk voor de verschaffing van hoogkwalitatieve informatie en de bescherming van de journalistiek in het openbaar belang. Bij verschillende Commissiebesluiten inzake mediasteun 47 zijn steunmaatregelen van de lidstaten om doelstellingen van gemeenschappelijk EU-belang te bereiken, zoals mediavrijheid en pluralisme, verenigbaar verklaard met de EU-staatssteunregels.
De lidstaten worden aangemoedigd om horizontale steunregelingen in overweging te nemen waarmee marktfalen wordt verholpen waardoor de houdbaarheid van kwaliteitsjournalistiek in het gedrang komt, alsook steunmaatregelen voor specifieke activiteiten, zoals opleiding voor journalisten en innovatie van diensten en producten.
De bestaande regels 48 verduidelijken de voorwaarden waaronder de lidstaten overheidssteun kunnen verlenen. Om het staatssteuntoezicht op dit gebied transparanter en voorspelbaarder te maken, zal de Commissie een register met de toepasselijke staatssteunregels en relevante vroegere zaken online openbaar toegankelijk maken. Daarnaast zal in het transparantieregister regelmatig bijgewerkte informatie over door de lidstaten verleende steun te vinden zijn 49 .
De Commissie zal in 2018 een oproep doen voor de productie en verspreiding van kwaliteitsnieuwsinhoud over EU-aangelegenheden via datagestuurde nieuwsmedia.
De Commissie zal, voortbouwend op lopende projecten, onderzoeken of het mogelijk is meer financiering te verlenen ter ondersteuning van initiatieven ter bevordering van mediavrijheid en pluralisme, kwaliteitsnieuwsmedia en journalistiek, onder meer via vaardigheden, opleiding voor journalisten, nieuwe technologieën voor nieuwsredacties en datagestuurde samenwerkingsplatforms.
De toolkit voor mediaprofessionals voor verslaggeving vanuit het perspectief van de grondrechten van het Bureau voor de grondrechten zal journalisten aanbevelingen, tips en instrumenten bieden om met ethische dilemma's, waaronder desinformatie, om te gaan vanuit het perspectief van de grondrechten.
3.5.Interne en externe desinformatiebedreigingen afwenden door strategische communicatie
Communicatie en bewustmaking door overheidsinstanties is een integraal onderdeel van het antwoord op desinformatie. Naast opsporing en gegevensanalyse vereist strategische communicatie geschikte voorlichtingsactiviteiten om nepnieuws tegen te gaan. De in punt 3.1 uiteengezette maatregelen zullen het mogelijk maken om online-desinformatie preciezer en sneller op te sporen en te analyseren, zodat de strategische communicatie over Europa en het EU-beleid op punt kan worden gesteld.
Dit is erg belangrijk omdat de EU vaak het doelwit is van desinformatiecampagnes om haar instellingen, beleid, maatregelen en waarden te ondermijnen. De bronnen van die campagnes kunnen binnenlands of buitenlands zijn, de actoren kunnen particulieren of overheden zijn, en de activiteiten kunnen zowel op het grondgebied van de EU als in derde landen worden verricht. Zoals gezegd werd in 2015 binnen de Europese Dienst voor buitenlands optreden de East Stratcom Task Force opgericht om tegenwicht te geven tegen de aanhoudende desinformatiecampagnes van Rusland, een van de belangrijke dimensies van het probleem. Daarnaast werd in 2016 de EU-Fusiecel voor analyse van hybride bedreigingen opgericht binnen het EU-Centrum voor de analyse van inlichtingen om hybride bedreigingen door buitenlandse actoren te monitoren en te bestrijden, waaronder desinformatie om politieke besluiten binnen de EU en haar nabuurschap te beïnvloeden. Deze instellingen vormen samen met het onlangs opgerichte Europees Kenniscentrum voor de bestrijding van hybride dreigingen de basis van een sterkere Europese respons 50 en zijn belangrijke elementen in de samenwerking tussen de EU en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie om de Europese weerbaarheid, coördinatie en paraatheid tegen hybride inmenging te verbeteren.
De Commissie zal samen met de Europese Dienst voor buitenlands optreden haar capaciteit op het gebied van strategische communicatie versterken door ten eerste haar communicatieactiviteiten tegen desinformatie intern beter te coördineren.
Samen met de Europese Dienst voor buitenlands optreden zal de Commissie deze samenwerking, haar kennis en haar activiteiten uitbreiden naar de andere EU-instellingen en, via een passend mechanisme, naar de lidstaten. Het netwerk zal gebruikmaken van de gegevens die door het in punt 3.1.2 bedoelde beveiligde onlineplatform inzake desinformatie zijn verzameld, als input voor voorlichtingsactiviteiten ter bestrijding van nepnieuws over Europa en desinformatie zowel binnen als buiten de EU.
De Commissie en de Europese Dienst voor buitenlands optreden zullen samen met de lidstaten verdere opties onderzoeken om strategische communicatiereacties en andere mechanismen te ontwikkelen, om veerkracht op te bouwen en systematische desinformatiecampagnes en hybride inmenging door buitenlandse regeringen naar burgers en andere entiteiten in de EU te bestrijden.
De Commissie zal samen met de Europese Dienst voor buitenlands optreden in juni verslag uitbrengen over de vorderingen bij het versterken van de capaciteit voor de bestrijding van hybride bedreigingen, waaronder op het gebied van cyberbeveiliging, strategische communicatie en contra-inlichtingen.
4.Conclusie
Een goed werkend, vrij en pluralistisch informatie-ecosysteem, dat op strenge professionele normen gebaseerd is, is onmisbaar voor een gezond democratisch debat. De Commissie volgt aandachtig de bedreigingen van desinformatie voor onze open en democratische samenlevingen. Deze mededeling presenteert een allesomvattende benadering om op die ernstige bedreigingen te reageren, door digitale ecosystemen op basis van transparantie te bevorderen, hoogkwalitatieve informatie te stimuleren, burgers tegen desinformatie te wapenen en onze democratieën en beleidsvormingsprocessen te beschermen. De Commissie verzoekt alle betrokken spelers om significant meer te doen om het probleem goed aan te pakken. Zij is van mening dat de hierboven uiteengezette maatregelen, als ze effectief worden uitgevoerd, een grote bijdrage zullen leveren aan de bestrijding van online-desinformatie. De Commissie zal echter haar werkzaamheden op dit gebied voortzetten.
Tegen december 2018 zal de Commissie verslag uitbrengen over de gemaakte vorderingen. In het verslag zal ook worden onderzocht of verdere maatregelen moeten worden genomen om continue monitoring en evaluatie van de uiteengezette maatregelen te garanderen.
(1) http://ec.europa.eu/information_society/newsroom/image/document/2016-50/2016-fundamental-colloquium-conclusions_40602.pdf
(2) Artikel 11 van het Handvest. Artikel 6, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie verleent het Handvest bindende kracht en verklaart dat het 'dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft'.
(3) Zie bv. de zaak Bowman/The United Kingdom (141/1996/760/961), http://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-58134
(4) https://www.rusemb.org.uk/press/2029
(5) In verband met terughoudendheid tegenover vaccins stelt de Commissie een aanbeveling van de Raad voor met specifieke maatregelen om de desinformatie op dit gebied te monitoren en te bestrijden. Zie COM(2018) 245/2.
(6) http://reports.weforum.org/outlook-14/top-ten-trends-category-page/10-the-rapid-spread-of-misinformation-online/
(7) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/eurobarometer-internet-users-preferences-accessing-content-online
(8) Digital News Report 2017, Reuters Institute, https://reutersinstitute.politics.ox.ac.uk/risj-review/2017-digital-news-report-now-available
(9) http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/survey/getsurveydetail/instruments/flash/ surveyky/ 2183
(10) http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2015/03/20/conclusions-european-council/
(11) http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//NONSGML+TA+P8-TA-2017-0272+0+DOC+PDF+V0//NL
(12) http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2018/03/23/european-council-conclusions-22-march-2018/
(13) Joint Declaration on Freedom of Expression and 'Fake News,' Disinformation and Propaganda, http://www.osce.org/fom/302796?download=true
(14) Sommige lidstaten hebben in verband met politieke reclame maatregelen genomen of zijn dat van plan. Zo zijn er de recente Franse ontwerpwet betreffende foute informatie en niet-bindende richtsnoeren die door de Italiaanse regulator worden voorgesteld.
(15) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/final-report-high-level-expert-group-fake-news-and-online-disinformation
(16) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/summary-report-public-consultation-fake-news-and-online-disinformation
(17) https://ec.europa.eu/epsc/events/high-level-hearing-preserving-democracy-digital-age_en en https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/fake-news
(18) http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/survey/getsurveydetail/instruments/flash/ surveyky/2183
(19) Aanbeveling (EU) 2018/334 van de Commissie van 1 maart 2018 over maatregelen om illegale online-inhoud effectief te bestrijden (C(2018) 1177 final), https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1524052361759&uri=CELEX:32018H0334
(20) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/first-findings-eurobarometer-fake-news-and-online-disinformation
(21) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/summary-report-public-consultation-fake-news-and-online-disinformation
(22) http://ec.europa.eu/newsroom/dae/document.cfm?doc_id=17211
(23) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/public-consultation-role-publishers-copyright-value-chain-and-panorama-exception .
(24) Measuring the reach of 'fake news' and online disinformation in Europe, Reuters Institute, https://reutersinstitute.politics.ox.ac.uk/our-research/measuring-reach-fake-news-and-online-disinformation-europe
(25) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/summary-report-public-consultation-fake-news-and-online-disinformation
(26) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
(27) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/final-report-high-level-expert-group-fake-news-and-online-disinformation , blz. 32 van het verslag.
(28) Zoals het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft verklaard, is de vrijheid van meningsuiting niet alleen van toepassing op informatie en ideeën die gunstig worden onthaald of als onschuldig worden beschouwd, maar ook op informatie en ideeën die 'kwetsen, choqueren of verontrusten'. Handyside/United Kingdom, App. nr. 5493/72 (7 december 1976), § 49.
(29) De Code of Principles van het International Fact-Checking Network (IFCN) is gericht tot organisaties die regelmatig onpartijdige verslagen publiceren over de juistheid van verklaringen van publieke figuren en grote instellingen en andere op grote schaal circulerende stellingen die maatschappelijk relevant zijn, https://www.poynter.org/international-fact-checking-network-fact-checkers-code-principles
(30) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.
(31) https://whois.icann.org/en
(32) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/next-generation-internet-initiative
(33) Freedom on the net 2017 report, Freedom house, https://freedomhouse.org/report/freedom-net/freedom-net-2017
(34) Aanbeveling van de Commissie van 14 februari 2018 over het bevorderen van het Europese karakter en het efficiënte verloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv:OJ.L_.2018.045.01.0040.01.NLD&toc=OJ:L:2018:045:TOC
(35) http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1524128749834&uri=CELEX:52018DC0022
(36) https://ec.europa.eu/jrc/en/digcomp/digital-competence-framework
(37) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/summary-report-public-consultation-fake-news-and-online-disinformation
(38) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/2016-call-proposals-pilot-project-media-literacy-all
(39) Overweging 47 van de richtlijn audiovisuele mediadiensten: 'Daarom moet de ontwikkeling van mediageletterdheid in alle lagen van de samenleving worden bevorderd, en de vorderingen ter zake moeten op de voet worden gevolgd.'
(40) In zijn algemene aanpak heeft de Raad een verplichting voor de lidstaten opgenomen om maatregelen voor de ontwikkeling van vaardigheden op het vlak van mediageletterdheid te bevorderen en te nemen. Dit vereiste wordt momenteel door de medewetgevers besproken in het kader van de herziening van de richtlijn audiovisuele mediadiensten.
(41) https://ec.europa.eu/education/policy/strategic-framework/expert-groups/digital-skills-competences_en
(42) https://www.betterinternetforkids.eu/web/portal/saferinternet4eu
(43) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-skills-jobs-coalition
(44) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/specific-actions-digital-education-action-plan
(45) https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-opportunity-traineeships-boosting-digital-skills-job
(46) http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/survey/getsurveydetail/instruments/flash/ surveyky/2183
(47) De Commissie heeft met name steun voor nieuwsagentschappen goedgekeurd (bv. SA.30481, staatssteun ten gunste van Agence France-Press (AFP), Frankrijk, http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_30481 ), algemene steunregelingen voor de pers (bv. SA.36366, productie- en innovatiesteun op het gebied van de schrijvende pers, Denemarken, http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_36366 ) en regelingen voor publicaties met beperkte reclame-inkomsten (bv. SA.47973, Frans decreet van 2015 betreffende steun aan de pers, http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_47973 ).
(48) Voor openbare omroepen gelden specifieke gedetailleerde richtsnoeren (mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op de publieke omroep, PB C 257 van 27.10.2009, blz. 1). Afhankelijk van het soort steun dat wordt overwogen, kunnen ook de richtsnoeren voor O&O&I-steun (mededeling van de Commissie over de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, PB C 198 van 27.6.2014, blz. 1) en de algemene groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 651/2014 van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1, gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/1084 van 14 juni 2017, PB L 156 van 20.6.2017, blz. 1) relevant zijn.
(49) Publieke zoekpagina van State Aid Transparency: https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public?id=changeLanguage
(50) Gezamenlijk kader ter bestrijding van hybride bedreigingen: een reactie van de Europese Unie, gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad van 6 april 2016, JOIN(2016) 18 final, http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1524141643021&uri=CELEX:52016JC0018