Artikelen bij COM(2008)629 - Follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2006 (Samenvatting) - Resoluties van het Europees Parlement opgesteld overeenkomstig artikel 276, lid 3, van het EG-Verdrag, artikel 180 ter van het Euratom-Verdrag, artikel 147 van het Financieel Reglement en artikel 119, lid 5, van het Financieel Reglement van het EOF en bepalingen van dezelfde strekking van het eerdere, ad-hoc Financieel Reglement van het EOF

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


INLEIDING 3

I – Antwoorden van de Commissie op de aanbevelingen van het Europees Parlement in de kwijtingsresolutie voor de algemene begroting 4

a) Horizontale kwesties 4

b) Sectorale kwesties 7

c) Speciale verslagen van de Rekenkamer 11

II - Kwijting van het EP met betrekking tot EOF 11

III – Aanbevelingen in de resoluties met betrekking tot individuele agentschappen en het Europees Hof van Justitie 12

INLEIDING

Wegens de beperkingen die voor vertalingen gelden en wegens tijdsgebrek, wordt het verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingsbesluiten van het Europees Parlement (EP) voor het begrotingsjaar 2006 in alle officiële EU-talen in deze samengevatte vorm gepubliceerd. De volledige antwoorden van de Commissie op elke specifieke aanbeveling van het Parlement kunnen worden geraadpleegd in een werkdocument van de Commissie dat beschikbaar is in het Duits, het Engels en het Frans. Deze follow-upverslagen hebben beide betrekking op de resoluties die het Europees Parlement op 22 april 2008 heeft aangenomen .

Elk hoofdstuk van deze samenvatting bevat verwijzingen naar het corresponderende nummer van de aanbeveling in het bovengenoemde volledige werkdocument van de Commissie. Die verwijzingen helpen de lezers om de aanbevelingen (en de door de Commissie voorgenomen of genomen maatregel) betreffende een bepaald hoofdstuk of waarover zij meer willen weten, gemakkelijk terug te vinden in het werkdocument.

De Commissie heeft in de kwijtingen voor de algemene begroting en voor de begrotingen van het EOF en de agentschappen in totaal 208 aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Commissie geteld. Naar het oordeel van de Commissie zijn ten aanzien van 100 aanbevelingen reeds de nodige maatregelen genomen. Zij is het ermee eens om ten aanzien van nog 99 andere aanbevelingen de door het Europees Parlement aanbevolen maatregelen te nemen. Ten slotte is de Commissie het niet eens met negen aanbevelingen en derhalve zal zij daarvoor de gevraagde maatregelen niet nemen.

I – ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP DE AANBEVELINGEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT IN DE KWIJTINGSRESOLUTIE VOOR DE ALGEMENE BEGROTING

Hieronder volgt een samenvatting van de antwoorden van de Commissie op de specifieke vragen van het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2006. De kwesties die betrekking hebben op verklaringen inzake nationaal beheer, Structuurfondsen en externe acties en die door het Europees Parlement in zijn algemene conclusies aan de orde zijn gesteld, worden hierna bij de respectieve punten besproken.

a) Horizontale kwesties

Betrouwbaarheidsverklaring (werkdocument van de Commissie, punten 14-17)

De Commissie is zich blijven inspannen om haar boekhoudpraktijken te verbeteren, onder andere via het project voor de boekhoudkundige kwaliteit, in het bijzonder wat de afsluiting van de rekeningen betreft. Op 30 april 2008 heeft de Commissie bij de commissie Begrotingscontrole (COCOBU) het vereiste verslag over de prefinanciering per 31 december 2007 ingediend.

Zij erkent dat verdere inspanningen nodig zijn om een aantal tekortkomingen van de toezicht- en controlesystemen te verhelpen, met name die ten aanzien waarvan de gedelegeerde ordonnateuren een voorbehoud hebben gemaakt, alsook die welke onder begrotingsdomeinen vallen die door de Rekenkamer als onvoldoende zijn aangemerkt. De Commissie zal krachtdadig optreden om de oorzaken van de punten van voorbehoud uit de jaarlijkse activiteitenverslagen van 2007 aan te pakken en zij zal nauwgezet toezien op de vooruitgang.

Begrotingsbeheer (werkdocument van de Commissie, punten 18-19)

De Commissie zorgt voor een doeltreffende afwikkelingsprocedure betreffende de programmeringsperiode 2000-2006 voor de Structuurfondsen door audits bij de afwikkelingsorganen te organiseren, door de aandacht te vestigen op de in 2006 uitgebrachte afsluitingsrichtsnoeren en door de interne procedures verder te verfijnen. Na de afsluitingen zal de Commissie audits uitvoeren om het residuele foutenniveau te verifiëren en in voorkomend geval de nodige financiële correcties toe te passen.

In 2007 evenaarden de betalingen uit de Structuurfondsen aan de EU-10-lidstaten op hetzelfde punt in de programmacyclus de betalingen aan de EU-15 landen. In 2007 bleven de betalingen uit het Cohesiefonds in bepaalde lidstaten nog steeds enigszins onder de prognoses en eind 2007 bedroegen de uitstaande verplichtingen (RAL) in totaal ongeveer drie jaren aan betalingen. Voor de meeste projecten in het kader van het Cohesiefonds kunnen evenwel uitgaven worden gedaan tot einde 2010.

Nationale beheersverklaringen en punt 44 van het Interinstitutioneel Akkoord (werkdocument van de Commissie, punten 1-3 en 20-22)

Overeenkomstig maatregel nr. 8 van haar Actieplan voor een geïntegreerd controlekader verleent de Commissie bijstand aan de lidstaten die op vrijwillige basis besluiten een nationale verklaring op te stellen, door financiële verslagen uit haar boekhoudsysteem ter beschikking te stellen en door in te gaan op verzoeken om informatie van de nationale autoriteiten, hoewel hiertoe geen wettelijke verplichting bestaat.

In het Interinstitutioneel Akkoord (punt 44) zijn de drie instellingen overeengekomen dat de lidstaten zich ertoe moeten verbinden jaarlijkse overzichten op te stellen van de beschikbare controles en verklaringen. Deze bepaling is opgenomen in het herziene Financiële Reglement en in februari 2008 dienden de overzichten voor het eerst te worden ingediend. De Commissie richt haar aandacht op een strikte uitvoering van de bepalingen over de 'jaarlijkse overzichten'. In het algemeen waren de resultaten van de eerste reeks jaarlijkse overzichten positief en de Commissie is van oordeel dat het een succes is waarop zij kan voortbouwen. De formele indiening van overzichten door een centrale instantie vergroot de rekenschap die de lidstaten geven voor de wijze waarop zij de middelen hebben besteed. De verantwoordelijke diensten van de Commissie zullen feedback en advies verstrekken aan de lidstaten om bij de volgende termijn de kwaliteit van de overzichten te verbeteren en de bijdrage ervan aan het internecontrolekader voor communautaire programma's te vergroten.

Governance (werkdocument van de Commissie, punten 23-29)

Het governancemodel van de Commissie is in overeenstemming met de artikelen 211-219 en 274 van het EG-Verdrag, de voorschriften van het Financieel Reglement die door de lidstaten in het kader van de Raad bijeen en na raadpleging van het Europees Parlement (artikel 279 van het EG-Verdrag) en overleg in het kader van de Gemeenschappelijke verklaring van 1975 over besluiten die belangrijke financiële gevolgen hebben, met eenparigheid van stemmen zijn vastgesteld. Directeuren-generaal en diensthoofden krijgen de verantwoordelijkheid voor het beheer van de middelen die hun door de begrotingsautoriteit worden toegewezen. Elk van hen stelt een jaarverslag en een verklaring op waarin zekerheid wordt gegeven over het gebruik van de middelen en in voorkomend geval punten van voorbehoud worden gemaakt (jaarlijks activiteitenverslag en verklaring).

De Commissie draagt overeenkomstig artikel 274 van het EG-Verdrag als college de verantwoordelijkheid voor de begrotingsuitvoering bij de vaststelling van het samenvattend verslag over beheersresultaten van de Commissie, waarbij ook rekening wordt gehouden met het jaarverslag over de politieke verwezenlijkingen (artikel 212). De Commissie oefent haar politieke verantwoordelijkheid uit door de jaarlijkse activiteitenverslagen en de verklaringen van de diensten te analyseren en door een standpunt in te nemen over de belangrijkste horizontale kwesties, onder meer in de vorm van passende maatregelen voor kwesties die op het niveau van de Commissie moeten worden verholpen.

De Commissie is van oordeel dat door het toevoegen van nieuwe formele verklaringen van de secretaris-generaal of de directeur-generaal voor begroting de verantwoordelijkheden minder duidelijk zouden worden afgebakend, aangezien de verantwoordelijkheden van de directeuren-generaal hierdoor zouden vervagen en er interferentie tussen de centrale diensten en de operationele diensten zou kunnen ontstaan.

In het op 24 januari 2008 door de Commissie vastgestelde handvest van de Dienst interne audit (DIA) wordt bepaald dat de DIA uiterlijk voor het jaar 2009 een algemeen advies dient op te stellen over de stand van het toezicht binnen de Commissie.

De Commissie heeft zicht op de middelen waarvan het beheer met de lidstaten wordt gedeeld. De respectieve verantwoordelijkheden zijn duidelijk afgebakend in de governancearchitectuur: de lidstaten zijn als eerste verantwoordelijk om alle nodige maatregelen te nemen die ervoor moeten zorgen dat de middelen worden gebruikt overeenkomstig de toepasselijke regels, onder meer door het inrichten van efficiënte controle-instrumenten. De Commissie dient toezicht uit te oefenen op het volledige systeem en na te gaan of de lidstaten de aan hen toevertrouwde opdrachten correct uitvoeren. Wanneer zij concludeert dat dit niet het geval is, dient zij de beschikbare instrumenten te gebruiken om de betalingen op te schorten en financiële correcties toe te passen. De Commissie voert de noodzakelijke controles uit en neemt de passende maatregelen opdat zij haar verantwoordelijkheid voor het beheer van de EU-middelen ten volle op zich kan nemen. Er zijn evenwel punten die voor verbetering vatbaar zijn, zowel voor de Commissie als voor de lidstaten. In februari 2008 heeft de Commissie een actieplan goedgekeurd dat tot doel heeft haar toezichthoudende rol in het kader van het gedeeld beheer van structurele acties (COM (2008) 97) verder te versterken (zie hierna bij Structurele maatregelen).

Internecontrolesysteem van de Commissie (werkdocument van de Commissie, punten 30-33)

De Commissie heeft in februari 2008 een voortgangsverslag uitgebracht over het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader (COM(2008) 110) en heeft daarbij geconcludeerd dat de meeste leemten zijn verholpen. De acties zullen in 2008 worden afgesloten en begin 2009 zal een eerste effectbeoordeling worden gemaakt.

De Commissie legt de laatste hand aan de beoordeling van de controlekosten voor landbouw, het EFRO en het gecentraliseerd direct beheer. De resultaten zullen de basis vormen voor een mededeling die de Commissie in het najaar 2008 zal aannemen met het oog op een hervatting van het interinstitutionele overleg over het begrip aanvaardbaar risico.

Syntheseverslag (werkdocument van de Commissie, punten 34-36)

In het syntheseverslag zijn alle gevallen opgenomen waarbij voorbehoud werd gemaakt bij de zekerheid over de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven van de Commissie; de Commissie heeft haar diensten geïnstrueerd krachtdadig op te treden om de punten van voorbehoud uit de jaarlijkse activiteitenverslagen van 2007 aan te pakken en de betrokken directoraten-generaal hebben zich ertoe verbonden deze tekortkomingen aan te pakken met een duidelijk vastgesteld actieplan. In alle gevallen waarin de Europese Rekenkamer en de directeur-generaal van mening verschillen, dient de directeur-generaal zijn mening in het volgende jaarlijkse activiteitenverslag toe te lichten.

Naar aanleiding van de audit door de dienst interne audit (DIA) van de jaarlijkse activiteitenverslagen, is in de vaste instructies voor het opstellen van de jaarlijkse activiteitenverslagen voor 2007 de verplichting opgenomen om de bij de uitvoering van de actieplannen opgelopen vertragingen openbaar te maken en bepaald dat de voornaamste kwesties die door de DIA aan de orde werden gesteld, als een kwalitatief criterium dienen te worden beschouwd bij de beoordeling van de punten van voorbehoud.

Politieke aansprakelijkheid en administratieve aansprakelijkheid bij de Commissie (werkdocument van de Commissie, punten 37-42)

De Commissie stelt vast dat over het algemeen vooruitgang is geboekt bij de presentatie van de jaarlijkse activiteitenverslagen. In 2007 werden internecontrolemodellen ingevoerd, waardoor de jaarlijkse activiteitenverslagen van de diensten beter met elkaar kunnen worden vergeleken. In de vaste instructies voor de jaarlijkse activiteitenverslagen zijn ook de voorschriften en de criteria opgenomen voor het maken van punten van voorbehoud en wordt ook voorzien in de verplichting voor de diensten van de Commissie om verslag uit te brengen over de belangrijkste aanbevelingen van de Europese Rekenkamer.

Voor de opstelling van de jaarlijkse activiteitenverslagen 2008 zal de Commissie nadere richtsnoeren verstrekken met betrekking tot de behandeling van reputatierisico's en het verband tussen foutenpercentages, materialiteit en punten van voorbehoud.

De Commissie is verheugd over de positieve reactie van het Europees Parlement op haar suggestie om een gemeenschappelijke aanpak voor de registratie van lobbyisten te overwegen. Er zijn ook maatregelen genomen met het oog op betere informatie over begunstigden van financiering uit EU-middelen en over leden van deskundigengroepen.

De Commissie is van oordeel dat de bestaande gedragscode voor leden van de Commissie reeds uitvoerige en adequate voorschriften bevat over aansprakelijkheid en ethische regels en normen. Medewerkers van de leden van de Commissie worden overeenkomstig het Statuut van de ambtenaren aangeworven.

Wat ethische regels betreft, bleek uit een onafhankelijk onderzoek dat de voor de Europese Commissie geldende regeling deugdelijk is en dat de noodzakelijke regels en procedures voorhanden zijn.

b) SECTORALE KWESTIES

Ontvangsten (werkdocument van de Commissie, punt 43)

De punten van voorbehoud met betrekking tot jaarlijkse BTW-overzichten van de lidstaten komen aan de orde in de controleverslagen van de Commissie. In samenwerking met de lidstaten zal de Commissie haar inspanningen voortzetten om ervoor te zorgen dat de punten van voorbehoud binnen redelijke termijnen worden ingetrokken. In voorkomend geval zal de Commissie managementbezoeken uitvoeren om samen met de desbetreffende lidstaat geschikte strategieën op te stellen om een oplossing te vinden voor kwesties ten aanzien waarvan reeds lange tijd punten van voorbehoud bestaan. Voor de gevallen waar niet kan worden aangetoond dat vooruitgang werd geboekt bij het opheffen van punten van voorbehoud, zal de Commissie overwegen of het nuttig zou kunnen zijn een inbreukprocedure in te leiden.

Gemeenschappelijk landbouwbeleid (werkdocument van de Commissie, punten 44-54)

Evenals het Europees Parlement is de Commissie tevreden met de door de Rekenkamer vastgestelde algemene verbeteringen bij het beheer van de GLB-uitgaven in 2006. De Commissie blijft door middel van haar audits toezicht uitoefenen op de volledige en correcte toepassing van het GBCS-instrument in alle lidstaten. Indien tekortkomingen worden vastgesteld, zal de Commissie financiële correcties opleggen. In 2008 zijn zes controlebezoeken met betrekking tot het GBCS (geïntegreerd beheers- en controlesysteem) in nieuwe lidstaten gepland. Bij werking van het GBCS in Griekenland is voorbehoud gemaakt in het jaarlijks activiteitenverslag van DG AGRI. Deze kwestie wordt aangepakt in een actieplan van de Griekse autoriteiten en wordt op de voet gevolgd door de Commissie.

Wat betreft de subsidiabiliteitscriteria voor agromilieumaatregelen bij plattelandsontwikkeling, zijn de lidstaten thans verplicht ervoor te zorgen dat alle maatregelen voor plattelandsontwikkeling, met inbegrip van agromilieumaatregelen, verifieerbaar en controleerbaar zijn en dat controleregelingen op het niveau van de lidstaten een redelijke mate van zekerheid kunnen bieden dat de subsidiabiliteitscriteria en de andere verbintenissen worden nageleefd. Deze kwestie is ook aan de orde gekomen in het kader van de programmering voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013.

In het kader van de 'check up' van het GLB heeft de Commissie wetgevingsvoorstellen ingediend om te voorkomen dat landbouwinkomenssteun wordt verleend aan ondernemingen of bedrijven wier zakelijk doel niet of nauwelijks gericht is op de uitoefening van een landbouwactiviteit. Als deze verordening wordt vastgesteld, kunnen de lidstaten besluiten aan deze ondernemingen of bedrijven geen rechtstreekse betalingen toe te kennen.

Structurele maatregelen, werkgelegenheid en sociale zaken (werkdocument van de Commissie, punten 4-11 en 55-79)

In februari 2008 heeft de Commissie een actieplan goedgekeurd ter versterking van haar toezichthoudende rol in het kader van het gedeeld beheer van structurele acties (COM (2008) 97). De Commissie zal bij het Europees Parlement driemaandelijkse verslagen indienen over de tenuitvoerlegging van het actieplan, inclusief informatie over correcties en terugvorderingen die door de Commissie zijn opgelegd. De eerste twee driemaandelijkse verslagen werden op 2 juni 2008 en 15 juli 2008 door de heer Špidla en mevrouw Hübner bij de commissie Begrotingscontrole ingediend. De Commissie zal in oktober 2008 een voortgangsverslag over het actieplan indienen, en in januari 2009 een eindverslag.

De follow-up van de door de Rekenkamer geconstateerde fouten is opgenomen in het actieplan. Overeenkomstig de door haar uitgevaardigde richtsnoeren met betrekking tot financiële correcties van onregelmatigheden rond overheidsopdrachten zal de Commissie ernstige inbreuken op de voorschriften inzake overheidsopdrachten, zoals het niet bekendmaken van opdrachten waarvoor een Europese aanbesteding verplicht is gesteld, volledig corrigeren en zal zij waar nodig forfaitaire of geëxtrapoleerde correcties toepassen. De Commissie heeft maatregelen genomen om de procedure tot opschorting van betalingen en instelling van financiële correcties te versnellen. Zij heeft ook een toelichting verstrekt bij de op het gebied van financiële correcties gehanteerde terminologie en zij heeft haar verslaglegging dienovereenkomstig gestandaardiseerd.

In het kader van de wetgeving voor de respectievelijke programmaperiodes 2000-2006 en 2007-2013 kunnen de lidstaten onder bepaalde voorwaarden uit projecten vrijgegeven EU-middelen opnieuw gebruiken voor andere subsidiabele uitgaven. Nettoverminderingen van de EU-middelen van een programma of een Cohesiefonds-project vinden alleen plaats wanneer de correctie is opgelegd bij besluit van de Commissie of wanneer er geen subsidiabele vervangingsuitgaven beschikbaar zijn, bijvoorbeeld bij de afsluiting of na de gedeeltelijke afsluiting van de programma's voor de periode 2007-2013. De Commissie is van oordeel dat door het effect op de nationale begroting zelfs met financiële correcties waarbij geen sprake is van een nettovermindering van de EU-middelen, een aansporing kan worden gegeven om de controles te verbeteren.

De Commissie heeft het Parlement in kennis gesteld van de eerste resultaten van de indiening van de jaarlijkse overzichten op 22 februari 2008 en heeft op 25 maart en in de jaarlijkse activiteitenverslagen van het DG Regionaal beleid en het DG Werkgelegenheid een uitvoerige analyse verstrekt. Op 21 april heeft de Commissie bij het Parlement een verdere actualisering ingediend en op de bijeenkomst van de commissie Begrotingscontrole op 15 juli heeft zij het Parlement in kennis gesteld van de inbreukprocedure die ten aanzien van Duitsland zou worden ingeleid.

De Commissie is van oordeel dat de formele indiening door een centrale instantie een essentieel kenmerk is van de jaarlijkse overzichten en bijdraagt tot een grotere aansprakelijkheid van de lidstaten voor het gebruik van EU-middelen. De Commissie zal voor de lidstaten een herziene richtsnoerennota opstellen met aanbevelingen voor een kwaliteitsverbetering van hun jaarlijkse overzichten voor 2008.

Intern beleid, met inbegrip van onderzoek (werkdocument van de Commissie, punten 80-100)

Het voornaamste risico ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderzoeksuitgaven is dat begunstigden te hoge kosten declareren en dat dit nadien niet wordt ontdekt en gecorrigeerd door de Commissie. Vele fouten op het gebied van wettigheid en regelmatigheid kunnen alleen worden ontdekt (en daardoor gecorrigeerd) door middel van controles ter plaatse. Om dit probleem aan te pakken, heeft de Commissie haar controlestrategie meer toegespitst op de opsporing en correctie van fouten achteraf, dus nadat de betaling heeft plaatsgevonden. De onderzoeks-DG's hebben hun KP6-controlestrategie ten uitvoer gelegd, die bestaat uit een verhoging van het aantal audits, een nieuwe steekproefstrategie en de correctie van systematische fouten indien deze door dezelfde begunstigde ook bij andere, niet-gecontroleerde contracten werden gemaakt. De auditstrategie wordt in een periode van vier jaar ten uitvoer gelegd. Wegens de meerjarige aard van de controlestrategie van de onderzoeks-DG's kan de doeltreffendheid ervan slechts in de slotfase van de cyclus van het kaderprogramma volledig worden gemeten of geëvalueerd.

Voor onderwijs- en cultuurprojecten voert de Commissie een herziene toezichtsstrategie in die is gebaseerd op de benadering van het 'geïntegreerde controlekader'. Dit systeem omvat voorafgaande betrouwbaarheidsverklaringen door de nationale autoriteiten voor de periode 2007-2013 en jaarlijkse ex-post betrouwbaarheidsverklaringen over het gebruik van middelen tijdens het voorbije jaar. De follow-up van de aanbevelingen uit systeemcontroles is opgenomen in de beoordeling van de door de nationale autoriteiten opgestelde voorafgaande betrouwbaarheidsverklaringen voor de periode 2007-2013. Op deze follow-up wordt voortdurend toezicht uitgeoefend. Bovendien zijn de voorschriften voor de nieuwe programma's voor de periode 2007-2013 op het vlak van onderwijs en cultuur vereenvoudigd en wordt voor de financiering overwegend gewerkt met forfaitaire bedragen en vaste tarieven.

De Commissie neemt passende maatregelen om te voldoen aan de aanbeveling en het verzoek van het Europees Parlement met betrekking tot te late betalingen aan begunstigden en het nakomen van de in het Financieel Reglement bepaalde termijnen voor uitgavenverrichtingen. De geleverde inspanningen hebben geleid tot een verhoging van het percentage tijdig uitgevoerde betalingen. Deze kwestie wordt nauwlettend gevolgd en krijgt de hoogste prioriteit om verdere verbeteringen tot stand te kunnen brengen.

De uitvoerige antwoorden van de Commissie op de aanbevelingen van het Europees Parlement met betrekking de specifieke beleidsterreinen in het kader van het intern beleid kunnen in bijgaand werkdocument worden gevonden.

Externe acties (werkdocument van de Commissie, punten 12-13 en 101-118)

Overeenkomstig de in het kader van de kwijtingsprocedure 2006 aangegane verbintenissen zal de Commissie jaarlijks en op verzoek van het Parlement gegevens verstrekken over door meerdere donoren gefinancierde trustfonden. Voor Irak en Afghanistan zal de Commissie op gezette tijden een stand van zaken verstrekken. Voorts kunnen hierover specifieke websites worden geraadpleegd, die regelmatig worden bijgewerkt. De richtsnoeren voor gezamenlijke zichtbaarheid werden goedgekeurd en vastgesteld op de vijfde bijeenkomst van de werkgroep van de financiële en administratieve kaderovereenkomst met de VN (FAFA). De toegang voor EU-vertegenwoordigers om verificatiebezoeken uit te voeren voor projecten onder gezamenlijk beheer, is bevestigd. Gemeenschappelijke criteria voor verificaties worden momenteel opgesteld door de Commissie en de Verenigde Naties. Deze criteria hebben tot doel dergelijke verificatiebezoeken vlotter te laten verlopen.

De Commissie heeft een reeks maatregelen genomen die tot doel hebben een verbetering tot stand te brengen van de systemen die bedoeld zijn om de wettigheid en de regelmatigheid van de uitgaven voor externe acties op het niveau van de uitvoerende organisaties te waarborgen: gestandaardiseerde criteria voor toezicht op de uitgaven voor subsidieovereenkomsten en dienstencontracten op basis van vergoedingen (verplicht sinds januari 2006), nieuwe gestandaardiseerde criteria voor financiële en systeemcontroles (verplicht sinds oktober 2007), jaarlijkse consolidatie van de resultaten van de externe audits in een syntheseverslag dat tot doel heeft een typologie van bevindingen en corrigerende maatregelen vast te stellen, ontwikkeling van een CRIS-controle die moet resulteren in een betere verslaglegging over de controleresultaten.

De kwijtingsresolutie van het Europees Parlement bevat ook aanbevelingen op terreinen zoals pretoetreding, humanitaire hulpverlening, beleidsontwikkeling en externe betrekkingen. De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen kunnen worden geraadpleegd in het bijgaande werkdocument onder de punten die betrekking hebben op het externe optreden en de Europese Ontwikkelingsfondsen.

Administratieve uitgaven en kwesties met betrekking tot de agentschappen (werkdocument van de Commissie, punten 119-125 en 191-208)

Zowel in de kwijtingsresolutie voor de algemene begroting als in de kwijtingsresoluties voor de afzonderlijke agentschappen heeft het Europees Parlement de Commissie een reeks aanbevelingen met betrekking tot regelgevende agentschappen gedaan.

De Commissie heeft op 9 juli 2008 de herziening van de financiële kaderregeling goedgekeurd, waarin bepalingen zijn opgenomen die de verplichting van de agentschappen om bij hun verzoeken om betaling zorgvuldige voorspellingen van hun reële behoeften aan kasmiddelen over het gehele jaar te voegen, verstrengen, teneinde onnodige bewegingen van kasmiddelen te voorkomen. Dit moet de Commissie in staat stellen de kassaldi van de agentschappen meer van nabij te volgen, hetgeen zou moeten resulteren in een strakkere planning en meer transparantie.

Voorts zal een horizontale beoordeling worden opgestart in het kader van de mededeling van de Commissie "Europese agentschappen – Verdere ontwikkelingen" van maart 2008. In het kader van de beoordeling zal ook het effect van de agentschappen op de interne organisatie en activiteiten van de Commissie worden geëvalueerd. De interinstitutionele werkgroep die de Commissie voorstelt samen met het Europees Parlement en de Raad op te richten, zal onder andere meewerken aan de vaststelling van de doelstellingen en de reikwijdte van deze horizontale beoordeling. De Commissie is voornemens tegen 2009-2010 verslag uit te brengen over de resultaten van deze evaluatie.

Wat het gebouwenbeleid van de Gemeenschap betreft, heeft de Commissie in 2007 een studie laten verrichten door een gespecialiseerde onderneming. In deze studie wordt een structurele aanpak uitgewerkt voor de werkzaamheden die in de loop van de tijd moeten worden uitgevoerd voor een goed en doelmatig beheer van de eigendomsinvesteringen van de Commissie. Eind 2008/begin 2009 zal de aanzet worden gegeven voor een tweede studie, over de gebouwen in vruchtgebruik. De resultaten van deze studies zullen worden gebruikt ter staving van de verzoeken om begrotingsmiddelen op dit terrein en zullen aan de bevoegde commissies worden medegedeeld.

C) SPECIALE VERSLAGEN VAN DE REKENKAMER

In haar kwijtingsresolutie heeft het Europees Parlement aanbevelingen voor de Commissie opgenomen met betrekking tot zeven speciale verslagen die de Rekenkamer in 2007 heeft uitgebracht. De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen kunnen in het werkdocument van de Commissie (punten 126-175) worden gevonden.

II- KWIJTING VAN HET EP MET BETREKKING TOT EOF

De Commissie heeft maatregelen genomen, of is voornemens dat te doen, in verband met bijna alle kwesties met betrekking tot de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF's) die door het Europees Parlement aan de orde zijn gesteld. Het Financieel Reglement van toepassing op het tiende EOF is op 18 februari 2008 vastgesteld (PB L 78 van 19.3.2008, blz. 1). Artikel 156 bepaalt dat de meeste bepalingen van het tiende EOF ook van toepassing zijn op eerdere EOF's. Hoewel, technisch gezien, eerdere Financiële Reglementen van het EOF door het Financieel Reglement van toepassing op het tiende EOF niet worden ingetrokken en vervangen, komt het in de praktijk wel daarop neer. Het Financieel Reglement van toepassing op het tiende EOF zal derhalve leiden tot een sterke vereenvoudiging van het beheer van de verschillende EOF's, temeer omdat alle bepalingen van dit Financieel Reglement zo goed mogelijk zijn afgestemd op het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting, met uitzondering van die kwesties die hun specificiteit behouden overeenkomstig de herziene Overeenkomst van Cotonou of de Intern Akkoord van de Raad. Meer gedetailleerde informatie over alle aanbevelingen is opgenomen in het werkdocument van de Commissie (punten 176-190).

III – AANBEVELINGEN IN DE RESOLUTIES MET BETREKKING TOT INDIVIDUELE AGENTSCHAPPEN EN HET EUROPEES HOF VAN JUSTITIE

Zowel in de kwijtingsresolutie voor de algemene begroting als in de kwijtingsresoluties voor de afzonderlijke agentschappen heeft het Europees Parlement de Commissie een reeks aanbevelingen met betrekking tot regelgevende agentschappen gedaan. In het deel betreffende de algemene begroting hierboven is een samenvatting van de antwoorden van de Commissie te vinden op sommige van de horizontale vraagstukken betreffende de agentschappen. De antwoorden van de Commissie op de aanbevelingen inzake andere horizontale kwesties en op aanbevelingen in verband met afzonderlijke agentschappen zijn te vinden in het werkdocument van de Commissie (punten 119-125 en 191-208). In het hoofdstuk is ook het antwoord opgenomen op een aanbeveling in de kwijtingsresolutie met betrekking tot het Europees Hof van Justitie.

* * *

Kwijtingen voor de algemene begroting 2006 en voor de begrotingen 2006 van het EOF en de agentschappen.

Werkdocument van de Commissie, bijlage bij het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement betreffende de follow-up van de kwijtingbesluiten voor 2006.

Zowel deze samenvatting als het volledige werkdocument sluiten zo nauw mogelijk aan bij de structuur van de resoluties waarin de aanbevelingen van het Europees Parlement zijn opgenomen.

Zie de aanbevelingen 2, 25, 29, 39, 58, 63, 133, 151 en 202.

In de Verklaring inzake governance van de Europese Commissie wordt de werking van de Commissie en haar diensten beschreven, en met name de mechanismen voor verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.

Zie http://ec.europa.eu/atwork/synthesis/doc/governance_statement_nl.pdf.

Onderzoek uitgevoerd door het Europees Instituut voor Bestuurskunde in samenwerking met de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap en de universiteiten van Helsinki en Vaasa, door de Commissie op 11 december 2007 openbaar gemaakt.

De kwijtingsresolutie voor de algemene begroting en de kwijtingsresoluties voor de afzonderlijke agentschappen bevatten zowel aanbevelingen aan de Commissie over horizontale kwesties die de agentschappen betreffen als over specifieke kwesties die de afzonderlijke agentschappen betreffen. De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen zijn opgenomen in de punten 119-125 en 191-208 van het werkdocument.

Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.