Artikelen bij COM(2008)224 - Jaarverslag betreffende het financiële beheer van het zevende, het achtste en het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in 2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding 3

2. Belangrijkste ontwikkelingen in 2007 3

3. Belangrijkste punten 4

4. Financiële situatie 7e-9e EOF, eind 2007 5

5. ACS-programma's tijdig en doeltreffend ten uitvoer leggen: prestaties tegenover doelstellingen in 2007 5

5.1. De kwaliteit, het effect en de duurzaamheid van de programma's verbeteren 5

5.2. Sneller steun verlenen 9

5.2.1. Stabiel houden van de RAL 10

5.2.2. Gelijkmatige spreiding van vastleggingen over het jaar (om 'overbelasting' aan het eind van het jaar te voorkomen) 12

5.2.3. Stabex 12

5.3. Operaties met andere donoren coördineren en harmoniseren 13

5.4. Doeltreffende controle en verantwoordingsplicht verzekeren 14

5.5. Een actief personeelsbeleid voeren en de interne processen verbeteren 16

1. INLEIDING

Met dit verslag wordt voldaan aan de verplichting van artikel 96, lid 2, en artikel 102, tweede zin, van het Financieel Reglement van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), op grond waarvan de Commissie jaarlijks verslag dient uit te brengen over het financiële beheer van het EOF.

In de cijfers die worden gebruikt voor de prestatiedoelstellingen van EuropeAid en de OESO-DAC-rapportage zijn vrijmakingen en invorderingsopdrachten niet begrepen; de cijfers zijn dus bruto, niet netto. Ook de cijfers in dit hoofdstuk en in de bijlage zijn brutocijfers, tenzij anders wordt aangegeven.

2. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2007

2007 was een bijzonder jaar voor het beheer van het EOF door EuropeAid, aangezien voor eind 2007 alle middelen uit hoofde van het negende EOF moesten worden vastgelegd.

In mei 2005 heeft de Raad de uiterste datum voor de vastlegging van middelen uit hoofde van het negende EOF vastgesteld op 31 december 2007. Dit besluit wordt de 'uitdovingsclausule' genoemd. Voor Stabex en voor ondersteunende uitgaven werd een uitzondering gemaakt.

In mei 2007 heeft de ACS-EG-Raad van Ministers een besluit genomen over de overheveling van een deel van de middelen van de portefeuille voor langetermijnontwikkeling naar geconsolideerde B-portefeuilles, intra-ACS-FLEX-programma's, de Afrikaanse Vredesfaciliteit en het Infrastructuurtrustfonds.

In november 2007 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan de verlenging van de termijn voor financieringsbesluiten in het kader van de enkelvoudige programmeringsdocumenten van de Franse landen en gebieden overzee (LGO) en voor de rente-inkomsten van het EOF.

In 2007 heeft de Commissie besluiten genomen in verband met de eindevaluaties van het negende EOF en EuropeAid werd opgeroepen de verdeling tussen landen, regio's en sectoren aan te passen.

De Commissie heeft alle gevolgen van de uitdovingsclausule adequaat aangepakt, met name:

1. voor eind maart 2007 zijn alle niet-gebruikte middelen vrijgemaakt voor nieuwe vastlegging voor het einde van het jaar;

2. voor eind juli 2007 zijn alle programma's met betrekking tot de toewijzingen aan landen en regio's van de A-portefeuille ter goedkeuring ingediend bij het EOF-comité;

3. de nieuwe, door de ACS-EG-Raad van Ministers in mei 2007 als prioriteit aangewezen programma's zijn voorbereid zodat hierover binnen de in de uitdovingsclausule vastgestelde termijn een besluit kan worden genomen.

Aldus konden voor eind 2007 alle EOF-middelen worden vastgelegd, met uitzondering van de middelen voor de Franse LGO en de rente van het EOF, zoals toegestaan bij Besluit 2007/792/EG. Het is de eerste keer dat een EOF volledig is vastgelegd voor de inwerkingtreding van het volgende EOF.

In 2007 voltooide DG DEV de programmering in het kader van het tiende EOF voor 51 landenstrategiedocumenten/nationale indicatieve programma's voor een bedrag van 8,7 miljard euro, wat neerkomt op 65% van de geplande toewijzingen per land. De programmering van de resterende toewijzingen zal naar verwachting in 2008 worden afgerond en het tiende EOF kan ten vroegste in juni 2008 in werking treden.

3. BELANGRIJKSTE PUNTEN

- Financiële doelstellingen 2007 – De Commissie heeft bijna alle financiële doelstellingen gehaald en heeft de doelen voor het totaal van de vastleggingen en contracten overtroffen. Het is de eerste keer dat een EOF volledig is vastgelegd voor de inwerkingtreding van het volgende EOF.

- De betalingen bereikten een recordhoogte (2,92 miljard euro), maar werden beperkt door kastekorten. Doordat het tempo van de EOF-betalingen de afgelopen jaren is toegenomen, kwam er meer druk op de lidstaten om hun bijdragen te verhogen. Al in 2007 wilden sommige lidstaten hun bijdragen niet verhogen zoals hun werd gevraagd en in 2008 dreigt een kastekort te ontstaan.

- Interne controles en processen – Het EOF moet nog worden geïntegreerd in het CRIS (het gemeenschappelijke Relex-informatiesysteem). Voorts is de invoering van ABAC-EOF tot begin 2009 uitgesteld.

- Personeel – Op grond van de evaluatie van de werkbelasting binnen EuropeAid konden in 2007 elf extra arbeidscontractanten worden aangeworven voor de afdeling AIDCO/C in Brussel. Hoewel de personeelskrapte hierdoor afnam, is de werkbelasting per ambtenaar binnen het directoraat ACS van EuropeAid nog steeds hoog in vergelijking met andere geografische gebieden. De personele middelen van de delegaties in de ACS-staten bleven beperkt.

4. FINANCIËLE SITUATIE 7 E -9 E EOF, EIND 2007

DE TABEL HIERONDER ILLUSTREERT DE ALGEMENE FINANCIËLE SITUATIE VOOR HET ZEVENDE TOT EN MET HET NEGENDE EOF, EIND 2007. EIND 2006 WAS EEN BEDRAG VAN 3,16 MILJARD EURO NOG NIET VASTGELEGD, MAAR EIND 2007 WAS DIT NOG MAAR 49 MILJOEN EURO (ONGEVEER 0,001% VAN DE TOEGEWEZEN MIDDELEN).

Tabel 1: Financiële situatie van het 7e tot en met het 9e EOF, eind 2007 (in miljoen euro) |

Middelen toegewezen aan de ACS-landen en LGO (door het EOF) | Vast-gelegd | Besteed | Uitstaande middelen/vastleggingen |

7e-8e | 9e | Totaal, 7e-9e | Niet-vastgelegd | Niet-bestede vastleggingen (RAL) | Totaal niet-bestede middelen |

A | b | c (a+b) | D | E | f (c-d) | G (d-e) | h (f+g) |

21 422,27 | 15 906,38 | 37 328,65 | 37 279,37 | 26 699,96 | 49,28 | 10 579,40 | 10 628,69 |

Het bedrag van 49,28 miljoen euro aan niet-vastgelegde middelen zal worden gebruikt voor de uitzonderingen in het kader van de uitdovingsclausule.

5. ACS-PROGRAMMA'S TIJDIG EN DOELTREFFEND TEN UITVOER LEGGEN: PRESTATIES TEGENOVER DOELSTELLINGEN IN 2007

De doelstellingen van EuropeAid wat betreft het EOF worden beschreven in:

- het ACS-onderdeel van het jaarlijkse beheersplan van EuropeAid, en

- de relevante centrale prestatie-indicatoren als overeengekomen door het bestuur van EuropeAid.

In dit hoofdstuk wordt beschreven in hoeverre deze doelstellingen zijn gehaald of overtroffen.

5.1. De kwaliteit, het effect en de duurzaamheid van de programma's verbeteren

- Evaluatie van alle programma's tijdens de fase van identificatie en formulering

De groepen voor kwaliteitsondersteuning van EuropeAid evalueren operaties op voorhand. In 2007 steeg het aantal geëvalueerde financieringsvoorstellen en werd 91% van de in dat jaar vastgelegde middelen beoordeeld.

Tabel 2: Controle van EOF-financieringsvoorstellen door groepen voor kwaliteitsondersteuning in 2007 |

Project cyclus stadium | Indicator | 2006 | 2007 | % wijziging, op jaarbasis |

Identificatie | Gecontroleerde identificatiefiches | Aantal | 156 | 169 | 8% |

Waarde (miljoen euro) | 2 276 | 1 636 | - 28% |

Formulering | Gecontroleerde financieringsvoorstellen | Aantal | 181 | 272 | 50% |

Waarde (miljoen euro) | 3 094 | 3 173 | 3% |

De projectvoorstellen worden beoordeeld tijdens de identificatie- en formuleringsfase . In de regel leidt een grondige analyse in de identificatiefase tot minder wijzigingen in de volgende fase. In 2007 steeg het aantal analyses in de formuleringsfase aanzienlijk vanwege het grote aantal financieringsbesluiten dat noodzakelijk was in verband met de vastlegging van de resterende EOF-middelen. Dat leidde uiteraard tot een daling van de bedragen die het voorwerp waren van een evaluatie in de identificatiefase: in sommige gevallen was de eerste evaluatie in de identificatiefase al in voorgaande jaren uitgevoerd.

Voor elk voorstel dat wordt beoordeeld, worden positieve en negatieve scores toegekend voor verschillende criteria (A/B en C/D), om zwakke punten in het voorstel duidelijk te signaleren zodat het kan worden verbeterd.

De tabel hieronder toont aan dat door de controles van de groepen voor kwaliteitsondersteuning de kwaliteit van de projecten tussen de identificatie- en de formuleringsfase is verbeterd.

Tabel 3: Impact van de groepen voor kwaliteitsondersteuning op de EOF-projectkwaliteit, 2006-2007 - % positieve en negatieve scores in elk controlestadium |

Type score | 2006 | 2007 |

Identificatie | Formulering | Identificatie | Formulering |

Positieve scores (A/B) | 90 | 95 | 92 | 94 |

Negatieve scores (C/D) | 10 | 5 | 8 | 6 |

Een negatieve score betekent dat het projectvoorstel ofwel goedgekeurd wordt mits een aantal wijzigingen wordt aangebracht, ofwel dat het afgekeurd wordt totdat een verbeterde versie ter controle aan de groepen voor kwaliteitsondersteuning wordt voorgelegd . Na de formuleringsfase brengt de Commissie in de voorstellen nog verdere verbeteringen aan door de aanbevelingen van de groepen voor kwaliteitsondersteuning vóór aanvang van de tenuitvoerlegging op te volgen.

- Verder investeren in begrotings- en sectorale steun waar nodig

In 2007 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan 415 miljoen euro algemene begrotingssteun voor 38 landen en aan 259 miljoen euro sectorale steun voor 16 landen. Deze bedragen vormen respectievelijk 11,4% en 7% van de totale vastleggingen en liggen zeer dicht bij de aan het begin van het jaar vastgestelde doelen (respectievelijk 10% en 7%).

Tabel 4: Nieuwe algemene begrotingssteun en sectorale steun in 2007 (in miljoen euro) |

Soort programma | Vastleggingen | Betalingen |

2006 | 2007 | % wijziging | 2006 | 2007 | % wijziging |

Algemene begrotingssteun | 198 | 415 | +109% | 431 | 455 | +5,6% |

Sectorale begrotingssteun | 414 | 259 | -37% | 207 | 129 | -38% |

Totaal | 612 | 674 | +10% | 638 | 584 | -8,5% |

In 2007 heeft de Commissie de volgende activiteiten ontplooid met betrekking tot begrotingssteun:

- publicatie van richtsnoeren inzake algemene begrotingssteun (januari 2007);

- publicatie van herziene richtsnoeren inzake steun voor sectorale programma's (juli 2007);

- verdere uitvoering van beoordelingen op grond van het kader voor overheidsuitgaven en financiële verantwoordingsplicht (PEFA). In 2007 zijn in 15 ACS-landen voor het eerst PEFA-beoordelingen uitgevoerd, waarmee het aantal landen op 54 komt;

- start van twee studies: één waarbij het gebruik van de variabele tranche bij begrotingssteun in kaart wordt gebracht en de andere naar de samenhang tussen de beoordeling van het beheer van de openbare financiën en steun voor hervormingen van deze sector;

- nagegaan hoe het resultaatgerichte monitorsysteem (ROM) binnen sectorale programma's kan worden gebruikt, met name voor programma's die gebruikmaken van begrotingssteun;

- start van de ontwikkeling van een coherente methode voor de evaluatie van begrotingssteunoperaties, op basis van de gezamenlijke evaluatie van de begrotingssteun die in 2006 werd afgerond.

- Toezicht

In 2007 werden controles uitgevoerd inzake 544 lopende operaties met nationale en regionale projecten (met specifieke nationale componenten) die in 77 ACS-landen en LGO werden uitgevoerd. Dit leidde tot 600 controleverslagen. De operaties besloegen in totaal 5,959 miljard euro, waarvan 5,551 miljard euro uit hoofde van het EOF en 408 miljoen euro uit de communautaire begroting voor de ACS-landen.

Uit de ROM bleek dat de resultaten van de samenwerking met de ACS-landen in 2007 tamelijk goed waren. Op alle ROM-criteria (relevantie, doelmatigheid, doeltreffendheid, impact en duurzaamheid) bedroeg de totale gemiddelde score 2,66 (gestreefd wordt naar 2,5).

Daarnaast is een evaluatie achteraf uitgevoerd voor 49 projecten die gedurende de afgelopen 12 tot 24 maanden zijn afgesloten. Bij deze beoordelingen, die weer als basis dienen voor de opzet van toekomstige programma's, werd een totaalscore van 2,58 gegeven en een score van 2,6 voor doelmatigheid, doeltreffendheid en relevantie van de projecten, beide boven de streefscore van 2,5.

- Evaluatie

In 2007 heeft de Commissie drie geografische evaluaties uitgevoerd met betrekking tot de communautaire steun in ACS-landen (Mozambique, de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) en de regio van de Stille Oceaan), evenals één thematische evaluatie (landbouw- en plattelandsontwikkeling), die zowel op ACS- als niet-ACS-landen betrekking had. De belangrijkste aanbevelingen zijn:

- nationale strategie voor Mozambique: de EU zou een coördinerende strategische rol moeten spelen op het gebied van justitie; er zou meer steun moeten worden verleend voor een 'overwogen model' voor democratische decentralisering; verdere vergroting van het percentage algemene en sectorale begrotingssteun; steun voor de regering van Mozambique bij het beleid inzake de ontwikkeling van nationale capaciteit;

- regionale strategie voor de SADC-regio: inspanningen om de regionale en de nationale indicatieve programma's te integreren; middelen kanaliseren via de procedures van de begunstigde landen; de SADC helpen eigen procedures te ontwikkelen; periodieke vergaderingen van de regionale delegaties organiseren om regionale vraagstukken te bespreken; meer steun voor de faciliterende en coördinerende rol van de SADC;

- regionale strategie voor de ACS-landen in de Stille Oceaan: versterking van de beleidsdialoog; meer inspanningen om de regio te helpen vraagstukken op het gebied van milieu en het beheer van natuurlijke hulpbronnen aan te pakken; versterking van de banden tussen het regionale en het nationale niveau; betere koppeling van bijdrageovereenkomsten aan resultaten en betere follow-up en toezicht;

- thematische evaluatie van de samenwerking op het gebied van landbouw- en plattelandsontwikkeling: herdefiniëring van de strategie en de prioriteiten in de landbouwsector; concentratie van de strategie op het beginsel van integraal plattelandsbeheer; voorrang voor sectorale methoden van aanpak en zoveel mogelijk overschakelen op sectorale begrotingssteun; het effect van de compenserende maatregelen onderzoeken die zijn bedoeld om de gevolgen van de hervorming van het gemeenschappelijke landbouwbeleid voor de ACS-landen te verzachten; uitvoering van beleidsevaluaties op milieugebied met betrekking tot de landenstrategiedocumenten, zoals beschreven in Richtlijn 2001/42/EG.

In 2007 zijn slechts drie geografische evaluaties voor de ACS-landen uitgevoerd, tegen zeven in 2006. De evaluatie-eenheid binnen EuropeAid beheert niet alleen de evaluaties voor de ACS-regio (DG DEV), maar ook voor niet-ACS-landen (DG RELEX), plus thematische en sectorale evaluaties, die vaak beide omvatten. Hierdoor varieert het aantal evaluaties van jaar tot jaar.

De sectorale en thematische evaluatieprocessen duren aanzienlijk langer dan een jaar. Het is normaal dat het aantal voltooide evaluaties per jaar wisselt naargelang van het moment waarop de evaluatie wordt gestart en de complexiteit van het proces.

5.2. Sneller steun verlenen

Evenals in 2006 heeft het EOF ook in 2007 vrijwel alle financiële doelstellingen verwezenlijkt.

De situatie kan als volgt worden samengevat:

Tabel 5: Belangrijkste EOF-prestatiecijfers 2003-2007 (in miljoen euro) |

2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |

Streef-cijfer | Gereali-seerd bedrag |

vastleggingen 2003 | 97 % | 96 % |

vastleggingen 2004 | 95 % | 97 % |

vastleggingen 2005 | 80 % | 72 % |

vastleggingen 2006 | 59 % | 65 % |

vastleggingen 2007 | 27 % | 30 % |

Om de aanbestedingen te versnellen werd in het Financieel Reglement van het negende EOF de "D+3"-regel ingesteld: binnen drie jaar na het desbetreffende financieringsbesluit van de Commissie moeten individuele juridische contracten worden gesloten. Bovenstaande tabel weerspiegelt deze situatie: de resterende individuele verbintenissen voor 2003 en 2004 hebben vooral betrekking op middelen die zijn gereserveerd voor boekhoudkundige controles en eindevaluaties of onvoorziene kosten.

Betalingen

De EOF-betalingen bedroegen 2,920 miljard euro , het hoogste bedrag in de geschiedenis van het EOF (ter vergelijking: 2,826 miljard euro in 2006, 2,544 miljard euro in 2005).

De aanvankelijke doelstelling voor 2007 met betrekking tot de betalingen ( 3,136 miljard euro ) werd verlaagd tot 3,005 miljard euro in het kader van de mededeling aan de Raad van oktober, onder andere vanwege het feit dat geplande betalingen, zoals de 100 miljoen euro voor het HIPC en de 40 miljoen euro voor het Infrastructuurtrustfonds, uitgesteld werden tot 2008 als gevolg van de vertraging met betrekking tot de voorwaarden voor uitbetaling en het verwachte kastekort aan het eind van het jaar. Uiteindelijk bedroegen de betalingen 2,920 miljard euro. Dit bedrag zou nog 200 miljoen euro hoger zijn geweest als er geen kastekort was geweest.

Sinds 1990 zijn zowel de algemene vastleggingen als de betalingen gestaag toegenomen, hetgeen wijst op een snellere tenuitvoerlegging:Since 1990, both global commitments and payments have risen steadily, reflecting faster implementation:

[pic]

- - RAL stabiel houden, met speciale aandacht voor contracten en oude en sluimerende vastleggingen

5.2.1. Stabiel houden van de RAL

Onbestede vastleggingen (of 'RAL' = reste à liquider) moeten worden uitgegeven overeenkomstig de regels voor goed financieel beheer. De Commissie ziet nauwlettend toe op de totale RAL.

In 2007 nam de RAL toe van 10,281 miljard euro tot 10,579 miljard euro (+ 2,9%). De toename van de RAL ten opzichte van 1 januari 2007 kan als volgt worden verklaard:

RAL op 1 januari 2007 | 10 281 |

+ totaal nieuwe vastleggingen in 2007 | 3 636 |

- vrijmakingen | 464 |

- betalingen 2007 | 2 920 |

+ invorderingsopdrachten | 45 |

RAL op 31 december 2007 | 10 579 |

Zoals blijkt uit bovenstaande tabel, kan de toename van de totale RAL grotendeels worden verklaard door de grote omvang van de vastleggingen in 2007 (vanwege het aflopen van de uitdovingsclausule eind 2007).

- Bijzondere aandacht voor de tenuitvoerlegging van 'oude' en 'sluimerende' vastleggingen

De inspanningen van de voorgaande jaren om de uitvoering te versnellen blijven vruchten afwerpen.

Zo daalde de tijd die nodig is om een project uit te voeren (gemeten op basis van de RAL tegenover de jaarlijkse betalingen) tussen 2001 en 2007 met meer dan 25%:

Tabel 6: Gemiddeld aantal jaren voor tenuitvoerlegging van projecten (RAL gedeeld door de jaarlijkse betalingen) |

2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |

4,96 | 4,5 | 4,2 | 4,0 | 4,1 | 3,6 | 3,6 |

In haar streven om de totale RAL te stabiliseren ziet de Commissie nauwlettend toe op oude en sluimerende RAL, zoals hieronder gedefinieerd:

Tabel 7: Ontwikkeling van oude en sluimerende RAL 2006-2007 |

Indicator | Waarde (in miljoen euro) | Toelichting |

Naam | Definitie | 31.12.06 | 31.12.07 |

Streef-cijfer | Feite-lijk |

Oude RAL | Middelen langer dan vijf jaar geleden vastgelegd, nog onbesteed | 822 | 860 | 903 | De doelstelling met betrekking tot de oude RAL is vrijwel gehaald. |

Sluime-rende RAL | Vastgelegde middelen, maar de afgelopen twee jaar zonder contract en niet besteed | 276 | 250 | 100 | De sluimerende RAL namen in 2007 met meer dan 60% af. |

Eind 2006 bedroeg de som van de oude en de sluimerende RAL 1,098 miljard euro. Eind 2007 was dit afgenomen tot 1,003 miljard euro, een daling van ongeveer 10%.

Er is een bijzondere inspanning gedaan om alle nog resterende, overbodig geworden vastleggingen vrij te maken en voor eind 2007 opnieuw toe te wijzen. In dit verband had de Commissie voor eind maart 2007 een streefcijfer voor de vrijmakingen vastgesteld. Deze ambitieuze doelstelling werd overschreden.

In de volgende tabel zijn de resultaten voor 2006 en 2007 weergegeven.

Tabel 8: EOF-vrijmakingen, 1.1.2006-31.3.2007 |

Indicator | Definitie | Bedrag (in miljoen euro) |

2006 | 2007 |

Streefcijfer (tot 31.3.2007) | Feitelijk (tot 31.3.2007) |

Vrijma-kingen | Middelen voordien vastgelegd maar niet besteed, vrijgemaakt voor nieuwe programma's | 689 | 391 | 464 |

In de bijlagen 1 en 4 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de niet-bestede middelen sinds 2003, van de totaalbedragen van vrijmakingen en invorderopdrachten, en van de bruto en netto vastleggingen en betalingen.

5.2.2. Gelijkmatige spreiding van vastleggingen over het jaar (om 'overbelasting' aan het eind van het jaar te voorkomen)

Ondanks de stijging van het aantal besluiten om de vastlegging van het negende EOF te voltooien, bedroeg de totale omvang van de EOF-vastleggingen voor eind september 58%, evenals het jaar ervoor.

5.2.3. Stabex

In 2007 heeft de Commissie het Stabex-actieplan verder uitgevoerd, wat inhoudt dat nieuwe stelsels van wederzijdse verplichtingen werden goedgekeurd, dat resterende middelen worden gemobiliseerd en toegewezen aan nieuwe programma's, die zijn aangepast aan de huidige behoeften. Gestreefd wordt naar goedkeuring van alle stelsels van wederzijdse verplichtingen eind 2008. In onderstaande tabel wordt een voorlopig overzicht gegeven van de stand van zaken op 31 december 2007 met betrekking tot de door de Commissie beheerde Stabex-middelen.

Tabel 9: Stabex - situatie 2006-2007 (in euro's) |

2006 | 2007 |

Totaal beschikbare middelen (overdrachtsovereenkomsten + rente) | 2 703 475 370 | 2 741 845 131 |

Ondertekende stelsels van wederzijdse verplichtingen | 2 546 769 644 | 2 656 264 965 |

Middelen waarvoor nog stelsels van wederzijdse verplichtingen moeten worden ondertekend (voor 31.12.2008) | 156 708 847 | 85 580 166 |

Gemobiliseerde middelen | 2 065 612 214 | 2 154 826 786 |

Garantierekeningen (uit te betalen voor 31.12.2010) | 191 602 109 | 99 609 288 |

Op grond van artikel 212 van de vierde Overeenkomst van Lomé moeten de nationale ordonnateurs van de ACS-landen die in aanmerking komen voor Stabex-middelen jaarlijks een verslag indienen over het financiële beheer van deze fondsen. Op het moment dat de laatste hand werd gelegd aan dit verslag, waren sommige van deze verslagen over 2007 nog niet binnen. Zodra alle informatie is ontvangen en geanalyseerd zal een meer gedetailleerd verslag worden opgesteld over de uitvoering van Stabex in 2007.

5.3. Operaties met andere donoren coördineren en harmoniseren

- Sectorale concentratie van het EOF

In 2007 werden de EOF-middelen aan de volgende sectoren besteed:

Tabel 10: EOF-vastleggingen en betalingen per OESO-DAC-sector, 2007 (bruto, in miljoen euro) (*) |

Sector | Vastleggingen | Betalingen |

miljoen euro | % totaal | miljoen euro | % totaal |

Onderwijs, gezondheid, water, sanitaire basisvoorzieningen | 1 247 | 36% | 852 | 31% |

Transport, communicatie, energie | 751 | 22% | 799 | 28% |

Landbouw, visserij, handel, industrie, toerisme | 373 | 11% | 274 | 10% |

Milieu, andere diagonale kwesties | 324 | 9% | 156 | 5% |

Grondstoffen en algemene programmasteun (**) | 461 | 13% | 557 | 19% |

Schuldverlichting | 23 | 1% | - | 0% |

Andere, inclusief wederopbouw | 261 | 7% | 134 | 5% |

Administratieve kosten | 50 | 1% | 61 | 2% |

Totaal | 3 489 | 100% | 2 833 | 100% |

* Voorlopige cijfers

Bilaterale en multilaterale ODA- en OA-stromen

Exclusief de Vredesfaciliteit: vastleggingen 147 miljoen euro; betalingen 86 miljoen euro

** Grondstoffen en algemene programmasteun

Vastleg-gingen (miljoen euro) | % totaal | Betalingen (miljoen euro) | % totaal |

Algemene begrotingssteun | 415 | 12% | 455 | 16% |

Programma's voor voedselhulp/voedsel-zekerheid en Stabex | 46 | 1% | 136 | 4% |

Totaal | 461 | 13% | 557 | 19% |

- Financiering via internationale organisaties

In 2007 bedroegen de contracten met organisaties van de VN en de Wereldbank 432 miljoen euro (11,3% van de totale contracten). Dit percentage is in de periode 2005-2007 stabiel gebleven.

In 2007 heeft de Commissie de volgende overeenkomsten gesloten:

- 226 miljoen euro met de Wereldbank, waarvan 150 miljoen euro voor de bescherming van basisdiensten in Ethiopië, waaronder basisdiensten op het gebied van primair en secundair onderwijs, gezondheidszorg, landbouw, natuurlijke hulpbronnen en water door regionale overheden, waarbij de transparantie en verantwoordingsplicht werden bevorderd en verdiept;

- 205 miljoen euro met VN-organisaties, met name 71,5 miljoen euro met Unicef, 47,6 miljoen euro met het UNDP en 11,7 miljoen euro met de FAO.

Begin 2007 werden samen met de VN-organisaties gemeenschappelijke richtsnoeren vastgesteld voor de verslaglegging over lopende overeenkomsten.

In bijlage 5 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de contracten van 2007 en de betalingen die nog moeten worden verricht aan de verschillende organisaties van de VN en de Wereldbank.

5.4. Doeltreffende controle en verantwoordingsplicht verzekeren

- Nauwgezet toezicht op transacties aan de hand van steekproeven

Bij de controles door EuropeAid wordt uitgegaan van de Financiële Reglementen die van toepassing zijn op de begroting en het EOF. Gestreefd wordt naar een evenwichtig controlesysteem waarmee wordt voldaan aan de doelstellingen met betrekking tot rechtsgeldigheid, regelmatigheid en goed financieel beheer. Op de rechtmatigheid en regelmatigheid wordt in de eerste plaats toegezien door elke transactie te controleren voordat zij wordt goedgekeurd. Controles vooraf zijn belangrijk omdat zo fouten worden voorkomen en er minder correcties achteraf hoeven plaats te vinden. Zowel de financiële als de operationele aspecten van de transactie worden gecontroleerd.

Deze primaire controle wordt aangevuld met controles achteraf en met aanvullende boekhoudkundige controles.

Het systeem van controles achteraf is in 2005 ingrijpend gewijzigd en in 2006 methodologisch verfijnd. In 2007 werd het systeem niet verder gewijzigd, maar werden de eerdere wijzigingen geconsolideerd.

Er wordt naar gestreefd 1% van de transacties van EuropeAid (betalingen, invorderingen en voorfinancieringen, zowel uit hoofde van het EOF als uit de begroting) achteraf te controleren. Daarbij is een minimumaantal te controleren transacties vastgesteld. Elke transactie wordt gecontroleerd op systeemgebonden problemen en op financiële fouten waardoor te veel of te weinig zou worden betaald, gevorderd of verrekend.

Van de 18 718 transacties voor een totaalbedrag van 961 027 683 euro werden er 142 (0,75% van het totaal) geselecteerd voor controle, die naar verwachting eind april 2008 zal worden afgerond. Het aantal fouten lijkt relatief laag te zijn en zonder grote financiële gevolgen.

Tabel 11: Controle achteraf van transacties (EOF en begroting) in 2007 – stand van zaken februari 2008 |

Aantal transacties | % totaalaantal transacties |

Totaal aantal transacties | 18 718 | 100% |

Transacties waarvoor controles zijn gepland | 142 | 0,75% |

- afgewerkte controles (transacties jan-okt 2007) | 119 | 0,63% |

- eind april 2008 af te werken controles (transacties juli-dec 2007) | 23 | 0,12% |

Daarnaast heeft de Commissie:

- controles achteraf uitgevoerd voor 26 transacties die door de nationale ordonnateur werden uitgevoerd ondanks de bezwaren van de financieel controleur. Elf transacties betroffen betalingen, de rest overeenkomsten of aanbestedingen. In 2007 is minder vaak dan in 2006 gebruikgemaakt van de uitzonderingsprocedure (39 transacties);

- transacties en interne controles ter plaatse gecontroleerd in drie ACS-delegaties die door een risicoanalyse waren aangewezen. Dit jaar wordt het reglement van deze delegaties herzien om het beter af te stemmen op de regels bij de diensten in Brussel. Normaal gezien worden vier controlemissies georganiseerd. In 2007 werden drie van de vier geplande missies uitgevoerd, in Angola, de Democratische Republiek Congo en Guinee-Bissau.

- Jaarlijkse auditplannen

Het jaarlijkse auditplan wordt opgesteld op basis van een risicobeoordeling en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de betrokken diensten, in Brussel en bij de delegaties. Het doel hiervan is een tweede controlelaag in te stellen als aanvulling op de verplichte boekhoudkundige controles. Deze audits worden daarom volledig geïntegreerd in de hele projectbeheerscyclus.

Met het oog op de versterking van het centrale toezicht op de auditactiviteiten analyseert EuropeAid de verslagen over de audits van het auditplan van dat jaar. De belangrijkste conclusies over 2007 luidden dat de fondsen in het algemeen besteed zijn volgens de voorwaarden van de overeenkomsten en dat dankzij interne controles fouten, onregelmatigheden en fraude werden voorkomen of opgespoord.

Aangezien de auditverslagen aanzienlijk verschilden, was het moeilijk ze onderling te vergelijken. Dankzij de door EuropeAid in september 2007 gepubliceerde gestandaardiseerde taakomschrijving zal een einde komen aan deze variatie (aangezien de doelstellingen en uit te voeren taken gedetailleerd worden beschreven). De kwaliteit van de verslagen zal verbeteren en ze zullen beter vergelijkbaar zijn omdat ze op dezelfde leest zijn geschoeid.

- Eerbiediging van de vier pijlers

Voor de Wereldbank en twaalf VN-organisaties (UNDP, WHO, FAO, UNHCR UNFPA, WFP, UNMAS, UNCTAD, UNRWA, UNICEF, IFAD en UNOPS) en voor andere internationale organisaties, waaronder regionale ACS-organisaties, is geanalyseerd of ze voldoen aan internationaal erkende normen. De analyses van de VN beslaan ruim 97% van de EuropeAid-bijdragen aan deze organisaties, die de FAFA hebben ondertekend.

De resultaten van deze analyse zijn bevredigend: alle organisaties voldoen doorgaans aan de normen voor de vier criteria van artikel 53, lid d, van het Financieel Reglement voor de algemene begroting (verslaglegging, audit, interne controle, aanbesteding). Wanneer uit de analyse bleek dat de regionale ACS-organisaties niet volledig aan de normen voldeden, werden de overeenkomsten met deze organisaties voorafgaand aan de ondertekening gewijzigd.

5.5. Een actief personeelsbeleid voeren en de interne processen verbeteren

- Een actief personeelsbeleid voeren

Op grond van de evaluatie van de werkbelasting binnen AIDCO konden in 2007 elf extra arbeidscontractanten in Brussel worden aangeworven. Hoewel de personeelskrapte hierdoor afnam, is de werkbelasting per ambtenaar binnen directoraat C nog steeds hoog. De personele middelen van de delegaties in de ACS-staten bleven beperkt.

Tabel 12: Vacante posten bij EuropeAid: ACS-directoraat Brussel en ACS-delegaties, 2006-2007 |

Vestigingsplaats | Personeelstype | Vacant per jaareinde |

2006 | 2007 |

ACS-delegaties | Ambtenaren | 7% | 4% |

Ander personeel | 9% | 10% |

Brussel (ACS-directoraat) | Ambtenaren | 0% | 2,6% |

Ander personeel | 1% | 4,4% |

Hoge vacaturepercentages aan het eind van het jaar zijn doorgaans tijdelijk en worden veroorzaakt door lopende aanwervingsprocedures .

- Verdere ontwikkeling van informatiesystemen en verbetering van boekhoudsystemen

Om de aanhoudende problemen in verband met de integratie van het EOF in CRIS en ABAC aan te pakken, is een speciaal actieplan opgesteld waarmee deze operatie begin 2009 haar beslag moet krijgen. De ontwikkeling van alle modules wordt versneld, er worden cursussen georganiseerd en het volledige systeem zal naar verwachting spoedig na de afronding van de rekeningen over 2008 operationeel zijn.

PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

Besluit 2005/446/EG (PB L 247 van 18.6.2005, blz. 19).

Bijlage Ib, zoals in de bijlage bij Besluit nr. 1/2006 van de ACS-EG-Raad van Ministers (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 22).

Besluit 2007/792/EG (PB L 320 van 6.12.2007, blz. 31).

In de punten 4 en 5 hebben de cijfers voor vastleggingen en betalingen betrekking op een correctie van de Commissie uit 2004 van de cijfers voor de STABEX-betalingen die tussen 2002 en 2004 waren gedaan.

In dit verslag zijn in de cijfers begrepen: risicodragend kapitaal van de Europese Investeringsbank (EIB) en de daarmee samenhangende rentesubsidies in het kader van het 7e en het 8e EOF (waarvoor de Commissie de boekhoudkundige verantwoordelijkheid draagt), maar niet de cijfers inzake de prestaties van de Investeringsfaciliteit van de EIB (in het kader van het 9e EOF), aangezien de boekhoudkundige verantwoordelijkheid voor dit instrument bij de EIB berust.

De cijfers in deze tabel zijn voorlopig.

PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

Stabex was een financieel instrument in het kader van de Overeenkomst van Lomé (artikelen 186-212) om de instabiliteit van de exportopbrengsten van de ACS-landen te verhelpen. De Overeenkomst van Cotonou verving Stabex door een nieuw instrument, Flex.

Dit bedrag is inclusief Stabex en voedselhulp, maar exclusief verliescompensatie, schuldverlichting en noodhulp, in tegenstelling tot het in tabel 4 vermelde cijfer voor de betalingen (455).