Artikelen bij COM(2006)641 - Follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2004 (samenvatting) - Resoluties van het Europees Parlement

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


PREAMBULE 3

I – Antwoorden van de Commissie op de aanbevelingen van het EP in de kwijtingsresolutie voor de algemene begroting 4

a) Horizontale kwesties 4

b) Sectorale kwesties 5

II – Kwijting van het Europees Parlement voor het EOF 9

III – Aanbevelingen in de resoluties betreffende de agentschappen 10

PREAMBULE

Wegens de beperkingen die momenteel voor vertalingen gelden, wordt het verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingsbesluiten van het Europees Parlement (EP) voor het begrotingsjaar 2004 in alle officiële EU-talen in deze samengevatte vorm gepubliceerd. De volledige antwoorden van de Commissie op elke specifieke aanbeveling van het Parlement kunnen worden geraadpleegd in een werkdocument van de Commissie dat beschikbaar is in het Duits, het Engels en het Frans. Deze follow-upverslagen hebben beide betrekking op de resoluties die het Europees Parlement op 27 april 2006 heeft aangenomen.

Elk hoofdstuk van deze samenvatting bevat verwijzingen naar het corresponderende nummer van de aanbeveling in het bovengenoemde volledige werkdocument van de Commissie. Die verwijzingen helpen de lezers om de aanbevelingen (en de door de Commissie voorgenomen of genomen maatregel) betreffende een bepaald hoofdstuk waarover zij meer willen weten, gemakkelijk terug te vinden in het werkdocument.

Beide verslagen zijn opgesteld overeenkomstig artikel 276, lid 3, van het EG-Verdrag en artikel 180ter van het Euratom-Verdrag, artikel 119, lid 5, van het Financieel Reglement van het EOF en bepalingen van dezelfde strekking van eerdere, ad-hoc financiële reglementen van het EOF, bepalende dat „de Commissie alles in het werk stelt om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat en de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbeveling tot kwijting vergezeld gaat. Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengt de Commissie verslag uit over de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van deze opmerkingen, met name over de instructies die zijn gegeven aan de diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. Deze verslagen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden”.

De Commissie heeft in de kwijtingen voor de algemene begroting en voor de begrotingen van het EOF, de bureaus en de agentschappen in totaal 150 aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Commissie geteld. Naar het oordeel van de Commissie zijn ten aanzien van 51 aanbevelingen reeds de nodige maatregelen genomen. Zij is het ermee eens om ten aanzien van 85 andere aanbevelingen de door het Europees Parlement aanbevolen maatregelen te nemen. De Commissie verwerpt ten slotte 14 aanbevelingen en zal de verlangde maatregelen niet nemen.

I – ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP DE AANBEVELINGEN VAN HET EP IN DE KWIJTINGSRESOLUTIE VOOR DE ALGEMENE BEGROTING

Hieronder volgt een samenvatting van de antwoorden van de Commissie op de specifieke vragen van het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2004.

A) HORIZONTALE KWESTIES

Betrouwbaarheid van de rekeningen (werkdocument van de Commissie, punten 1-4)

De ordonnateurs hebben hun cijfers voor de opstelling van de openingsbalans geverifieerd. De Commissie heeft de openingsbalans opgesteld en deze is in de voorlopige jaarrekeningen van 2005 opgenomen. Deze rekeningen werden tijdig op 31 maart 2006 aan de Rekenkamer toegezonden, zoals vereist door het Financieel Reglement.

Geïntegreerd internecontrolekader (werkdocument van de Commissie, punten 5-11)

Het „Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader” van de Commissie (COM(2006) 9 def.) omvat 16 maatregelen, die onder vier grote thema’s vallen die gericht zijn op vereenvoudiging en de harmonisering van controlepraktijken, via informatiedeling en het gebruik van een single-auditaanpak om de beperkte middelen die voor controle beschikbaar zijn, beter te gebruiken. In deze fase zijn de prioritaire maatregelen genomen, terwijl andere die afhankelijk zijn van de resultaten van vroegere maatregelen, in de loop van 2007 zullen worden genomen. Verwacht wordt dat er tegen begin 2009 voldoende vooruitgang wordt geboekt. Het eerste halfjaarlijkse voortgangsverslag aan het Parlement en de Raad is op 19 juli 2006 gepubliceerd (SEC(2006)1001).

Verklaringen (werkdocument van de Commissie, punten 12-20)

Als onderdeel van het Actieplan heeft de Commissie operationele beheersverklaringen en syntheseverslagen op nationaal niveau bevorderd. Voor landbouw is in de nieuwe regels reeds in de geplande beheersverklaringen en nationale syntheseverslagen voorzien. De goedkeuring van het Interinstitutioneel Akkoord was een belangrijke stap voorwaarts. Punt 44 van het Akkoord bepaalt: „De lidstaten verbinden zich ertoe, jaarlijks op het passende nationale niveau een overzicht op te stellen van de beschikbare controles en verklaringen”. De Commissie heeft dienaangaande nadere bepalingen voorgesteld in het herziene Financieel Reglement (artikel 53ter) en de uitvoeringsvoorschriften.

Transparantie (werkdocument van de Commissie, punten 21-24)

Met het Europees transparantie-initiatief verwacht de Commissie ook dat de resultaten van de publieke raadpleging over een brede waaier van vragen haar zullen ondersteunen in haar engagement voor grotere verantwoordingsplicht over het gebruik van overheidsmiddelen. In haar herziene voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement stelt de Commissie voor de lidstaten een nieuwe algemene verplichting in tot het verstrekken van informatie over de begunstigden van communautaire middelen onder gedeeld beheer.

Jaarlijkse activiteitenverslagen (werkdocument van de Commissie, punten 25-27)

In het kader van de bestaande verantwoordingsstructuur die bij de hervorming is ingevoerd, zou de uitvoering van de door het Parlement voorgestelde maatregelen in verband met de zekerheden op het niveau van de commissarissen, de secretaris-generaal, de interne controleur en de directeur-generaal voor begroting tornen aan de individuele verantwoordelijkheid van de directeur-generaal en het onderscheid tussen politieke aansprakelijkheid (college) en beheersaansprakelijkheid of verantwoordingsplicht (directeur-generaal) doen vervagen. De goedkeuring van het syntheseverslag is de belangrijkste handeling waarmee de Commissie haar politieke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting uit hoofde van het Verdrag ten volle neemt en waardoor de politieke verantwoordingsplicht van de Commissie tegenover de kwijtingsautoriteit wordt uitgedrukt. In de conclusie van het syntheseverslag van 2005 is dit duidelijker verklaard.

Verdere horizontale aanbevelingen (werkdocument van de Commissie, punten 28-32)

Het voorstel van de Commissie tot wijziging van het Financieel Reglement voorziet erin dat de verantwoordelijkheden van de rekenplichtige worden aangepast. Deze wijziging brengt mee dat voordat de rekeningen door de instelling worden goedgekeurd, de rekenplichtige ze aftekent, waarmee hij verklaart dat zij een getrouw beeld van de financiële situatie van de instelling geven.

Actie 4 van het Actieplan wil het aangaan van een interinstitutionele dialoog over aanvaardbare risico's in de onderliggende verrichtingen bevorderen. De Commissie heeft in dit verband reeds aanzienlijke vooruitgang geboekt door deze kwestie op te nemen in de voorgestelde herziening van het Financieel Reglement en door de overeenstemmende uitvoeringsvoorschriften op te stellen die de praktische toepassing van deze beginselen zullen regelen.

B) SECTORALE KWESTIES

Ontvangsten (werkdocument van de Commissie, punt 33)

Sedert de invoering van de vierde middelenbron, gebaseerd op BNP/BNI, heeft de Commissie met de lidstaten nauw samengewerkt aan de verbetering van de betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en volledigheid van de nationale rekeningen. De genomen maatregelen zijn beschreven in de verslagen van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van de BNP-richtlijn (COM(96) 124 def. van 27.3.1996) en van de BNI-verordening (COM(2006) 199 def. van 8.5.2006). De Commissie is bereid de bevoegde commissie van het Europees Parlement rechtstreeks over deze maatregelen te informeren.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (werkdocument van de Commissie, punten 34-41)

Om het gehele systeem voor het verschaffen van redelijke zekerheid over het doeltreffend beheren van het risico van fouten in de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen in landbouw te verbeteren en te versterken, is de Commissie bereid uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Rekenkamer dat de verklarende instanties meer werkzaamheden moeten verrichten om de inspectiestatistieken en controles na betalingen te verifiëren en valideren. Te dien einde bepalen de nieuwe richtsnoeren inzake verslaglegging dat de verklarende instanties meer aandacht moeten besteden aan het onderzoek van de administratieve capaciteit van het betaalorgaan om controles ter plaatse te verrichten. Zij moeten zekerheid verkrijgen dat het systeem (voor controles ter plaatse) naar behoren werkt door bepaalde aspecten te controleren.

Om de controles na betalingen tot zoveel mogelijk lidstaten uit te breiden om redelijke zekerheid te verkrijgen over de naleving van de Gemeenschapswetgeving, heeft de Commissie in 2004 en 2005 10 controles uitgevoerd. In 2006 zijn nog acht andere bezoeken in verband met de toepassing van Verordening (EG) nr. 4045/89 gepland om algemene aspecten te behandelen. In dit verband zullen de compliance-eenheden in 2006 de verordening blijven beoordelen als onderdeel van hun bezoeken die betrekking hebben op specifieke sectorgerelateerde kwesties. Voorts heeft de Commissie op 10 januari 2006 een wijziging van Verordening (EG) nr. 4/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 4045/89 goedgekeurd.

Alle betaalorganen in de nieuwe lidstaten hebben hun definitieve erkenning gekregen. De voorlopige erkenning werd toegekend op voorwaarde dat de controlesystemen van het betaalorgaan een aanvaardbare minimumnorm bereikten. De definitieve erkenning werd slechts toegekend nadat alle relevante problemen die bij aan de erkenning voorafgaande controles waren vastgesteld, opgelost waren. De Commissie heeft de situatie nauwlettend gevolgd, met name door bij alle betaalorganen in de nieuwe lidstaten controlebezoeken af te leggen.

De Commissie heeft gereageerd op de aanbeveling dat zij voorstellen indient om te voorkomen dat de premies van het belangrijkste instrument voor bebossing de toegewezen middelen ruim overschrijden. Zij heeft met name de steunplafonds beperkt en de maximumperiode waarbinnen de ingevolge bebossing van landbouwgrond gederfde inkomsten worden gecompenseerd, van twintig tot tien jaar ingekort. Bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 heeft de Raad geopteerd voor een inkorting tot vijftien jaar.

Structurele maatregelen (werkdocument van de Commissie, punten 42-47)

De Commissie heeft recentelijk nota’s in verband met goede praktijken voor de dagelijkse controles door het beheer in de lidstaten uitgevaardigd en voor de werking van de certificering door betaalorganen. Zij heeft ook gedetailleerde controlehandboeken gepubliceerd en zij bespreekt controle- en auditaangelegenheden met de lidstaten op regelmatige bilaterale en multilaterale coördinatiebijeenkomsten.

Krachtens de verordening voor de periode 2007-2013 moeten de lidstaten vóór de indiening van de aanvraag voor de eerste tussentijdse betaling of uiterlijk binnen twaalf maanden te rekenen vanaf de goedkeuring van programma's, bij de Commissie een beschrijving van het beheers- en controlesysteem indienen, die vergezeld gaat van een evaluatie van de conformiteit van dat systeem.

De Commissie heeft reeds een gedetailleerde leidraad voor de afsluiting van de periode 2000-2006 uitgevaardigd.

In de wetgeving voor de programmeringsperiode 2007-2013 zijn de bestaande controlevereisten verduidelijkt en het kader is versterkt met enkele nieuwe bepalingen, waaronder – voor de structuurfondsen - een jaarlijkse oordeelsparagraaf en een conformiteitsbeoordeling vooraf. Voor landbouw zullen de uitgaven voor plattelandsontwikkeling grotendeels onder de garantieregels vallen (bijvoorbeeld erkende betaalorganen, jaarlijkse procedures voor de certificering en goedkeuring van de rekeningen). In de nieuwe regels is samen met de geplande beheersverklaringen en nationale syntheseverslagen reeds voorzien in deze elementen. Dit zal ervoor zorgen dat de toezicht- en controlesystemen doeltreffend kunnen werken vanaf het begin, ook al is er nog werk aan de afsluiting van de programma's 2000-2006. Ook de bepalingen in verband met gedeeltelijke afsluiting zouden de afsluitingsregeling zelfs nog meer moeten verbeteren.

Intern beleid, met inbegrip van onderzoek (werkdocument van de Commissie, punten 48-82)

Om te streven naar een zo groot mogelijk aantal gestandaardiseerde procedures in het interne beleid, wat de financiële controles en de administratieve lasten voor de begunstigden vergemakkelijkt, heeft de Commissie een actieplan voor de rationalisering en versnelling van het zesde kaderprogramma opgesteld.

In het werkdocument over het zevende kaderprogramma, dat de Commissie in april 2005 goedkeurde, wordt om te beginnen een tiental maatregelen voorgesteld. Het gaat om een groter gebruik van financiering door middel van vaste tarieven en forfaitaire bedragen, één gemeenschappelijk elektronisch registratiekantoor voor deelnemers waarbij zij hun wettelijke, administratieve en financiële gegevens kunnen opgeven, samenhangende toepassing van controles vooraf met bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, volledige operationele autonomie voor consortia om microbeheer door de diensten van de Commissie te voorkomen, en vereenvoudiging van de subsidiabele kosten op basis van de gebruikelijke boekhoud- en beheerspraktijken en -beginselen van de contractant.

Daarnaast droeg de workshop in verband met vereenvoudiging van juni 2005, waaraan ook de Rekenkamer, vertegenwoordigers van de lidstaten en belanghebbenden deelnamen, ertoe bij dat deze voorstellen werden geconsolideerd en verdere maatregelen werden uitgetekend. Ook werden vereenvoudigingen van de interne procedures doorgevoerd, waarbij een groter beroep op IT-hulpmiddelen wordt gedaan.

Er werd een klankbordgroep van kleinere deelnemers opgericht (midden- en kleinbedrijf, kleine onderzoeksinstellingen en universiteiten) om ervoor te zorgen dat bij het opstellen van de regels voor het zevende kaderprogramma rekening wordt gehouden met hun belangen.

In september 2005 vond nog een conferentie inzake vereenvoudiging plaats met vertegenwoordigers van deelnemers aan met communautaire middelen gefinancierde onderzoeksprojecten en er kwam een speciale website tot stand om de deelnemers te raadplegen en hun standpunten te verzamelen.

Ook in de voorstellen van de Commissie voor de nieuwe generatie programma’s in verband met onderwijs, jeugd en cultuur is voorzien in vereenvoudigingsmaatregelen.

Het voorstel van de Commissie voor de EG-regels voor deelname, dat op 23 december 2005 is goedgekeurd, omvat een eerste reeks van regels die de neerslag vormen van deze besprekingen.

Extern optreden (werkdocument van de Commissie, punten 83-102)

De Commissie is zich blijven inspannen om haar toezicht- en controlesystemen en het risicobeheer op het gebied van externe acties te verbeteren. Zij heeft de externe controles en de reeds uitgebreide controles bij de uitvoerende organisaties versterkt, zoals aanbevolen door het Parlement. Er worden duidelijke instructies voor de externe controleurs op het gebied van de normen opgesteld en er wordt op toegezien dat de controleresultaten de nodige follow-up krijgen.

EuropeAid heeft maatregelen ingevoerd om de follow-up van controles te verbeteren en heeft dit jaar een analyse verricht van de in 2005 voltooide controleverslagen. Wat CRIS-Audit betreft, een specifieke module van het gemeenschappelijk Relex-informatiesysteem (CRIS) van EuropeAid met de bedoeling een databank met controle-informatie op te zetten, is de Commissie voornemens de werking te verbeteren, zodat het systeem zowel op het hoofdkantoor als in de delegaties beter kan worden benut.

Het Europees Parlement beveelt ook aan dat de contractuele procedures en de subsidieprocedures voor met name kleinschalige projecten vereenvoudigd worden, zodat de regels op flexibele wijze kunnen worden toegepast zonder dat efficiëntie en goed financieel beheer in het gedrang komen. Deze aanbeveling ligt volledig in de lijn van de wetgevingsvoorstellen van de Commissie in verband met de herziening van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften. Voor overeenkomsten en subsidies van geringe waarde stelt de Commissie voor dat de ordonnateur op basis van zijn risicoanalyse besluit of een controle van de uitsluitingscriteria al dan niet nodig is.

De kwijtingsresolutie van het Europees Parlement voor 2004 telt ook enkele aanbevelingen in verband met beleidsontwikkeling, de betrekkingen met de Verenigde Naties en de speciale verslagen van de Rekenkamer over de deconcentratie van het externe-steunbeheer van de EG ten gunste van de delegaties van de Commissie (SR nr. 10/2004), de begrotingssteun uit het EOF aan de ACS-staten (SR nr. 2/2005) en het beheer door de Commissie van de economische samenwerking in Azië (SR nr. 4/2005). De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen kunnen in bijgaand werkdocument worden gevonden.

Pretoetredingsstrategie (werkdocument van de Commissie, punten 103-104)

Het Parlement nodigde de Commissie uit de kans op fouten bij de uitvoering van de instrumenten voor pretoetredingssteun te verkleinen door zich te herbezinnen over de opzet van de pretoetredingsprojecten. Het Parlement drong er bij de Commissie ook op aan het beheer en de gerichtheid van de middelen voor Bulgarije en Roemenië te verbeteren.

De Commissie heeft reeds maatregelen genomen om het opzetten van projecten te verbeteren in de Phare-richtsnoeren. Verbeteringen zouden ook moeten voortvloeien uit de vervanging van de vijf huidige instrumenten door één instrument voor pretoetredingssteun. In het specifieke geval van Bulgarije en Roemenië heeft de Commissie ook maatregelen genomen door richtsnoeren uit te vaardigen, de verslaglegging te versterken, goede praktijken te verspreiden, informatie en opleiding te verstrekken en op gezette tijden controles van systemen en projecten uit te voeren.

Administratieve uitgaven en kwesties met betrekking tot de agentschappen (werkdocument van de Commissie, punten 105-112 en 138-150)

Het Europees Parlement heeft de Commissie zowel in de kwijtingsresolutie voor de algemene begroting als in de kwijtingresoluties voor de begrotingen van de regelgevende agentschappen enkele aanbevelingen gedaan. De Commissie wenst de volgende horizontale punten te belichten.

De Commissie aanvaardt de aanbeveling van het Parlement dat bij de huidige hervorming van het Financieel Reglement voldoende rekening moet worden gehouden met de behoeften van de agentschappen. De financiële kaderregeling van de agentschappen (Verordening (EG) nr. 2343/2002) is goedgekeurd op basis van het algemeen Financieel Reglement en derhalve liggen de meeste bepalingen in de lijn daarvan. Het doel was tussen de instellingen en de organen te zorgen voor homogeniteit van de regels voor begrotings- en financieel beheer. Het gevolg van deze doelstelling op het gebied van homogeniteit was de consolidatie van de rekeningen van de instellingen en organen. De Commissie heeft de financiële kaderregeling in nauwe samenwerking met de betrokken organen opgesteld. Na goedkeuring van de herziening van het algemeen Financieel Reglement zal de financiële kaderregeling dienovereenkomstig moeten worden aangepast. Dit biedt de gelegenheid om de toepasselijke bepalingen grondig te onderzoeken, teneinde rekening te houden met opgedane ervaring en de bijzondere kenmerken van deze organen, met name hun omvang en de omvang van hun begroting. Aangezien echter agentschappen die ten laste van de algemene begroting subsidies ontvangen, reeds via de kwijtingsprocedure verantwoording moeten afleggen aan het Europees Parlement, is de Commissie het er niet mee eens dat de agentschappen ook verantwoording zouden moeten afleggen aan de respectieve commissies van het Parlement. Voor elke uitbreiding van de kwijtingsbevoegdheid van het Parlement tot andere communautaire organen die daar momenteel niet onder vallen, moet de wetgeving worden gewijzigd, wat geval per geval door de wetgevingsautoriteit kan worden beoordeeld.

De agentschappen zijn onafhankelijke instellingen en het behoort tot hun verantwoordelijkheid om de relevante regels en procedures op het gebied van aanwerving van personeel, het plaatsen van overheidsopdrachten en boekhouding na te leven. De Commissie stelt de agentschappen desalniettemin advies en steun ter beschikking, bijvoorbeeld in verband met boekhouding, het plaatsen van overheidsopdrachten, personeelsbeleid en controles, en op verzoek van de agentschappen verstrekt de Commissie specifieke steun, bijvoorbeeld om hen te helpen de regels te begrijpen en te interpreteren. De agentschappen moeten ook worden aangemoedigd om hun onderlinge samenwerking waar van toepassing verder te ontwikkelen met als doel het delen van kosten en kennis.

Zoals gevraagd door het Parlement zal de Commissie tegen eind 2006 verslag uitbrengen over de huidige situatie met betrekking tot de interne controle in de agentschappen, aan het einde van de controlecyclus van de agentschappen die door de IAS wordt uitgevoerd.

II – KWIJTING VAN HET EUROPEES PARLEMENT VOOR HET EOF

De Commissie heeft maatregelen genomen, of is voornemens dat te doen, in verband met de meeste kwesties in verband met de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF's) die door het Europees Parlement aan de orde zijn gesteld. Gedetailleerde informatie kan worden gevonden in het werkdocument van de Commissie (punten 113-137) doch de Commissie zou de volgende punten willen toelichten:

Bepalen van doelstellingen en meten van het effect van ontwikkelingsbeleid

Als onderdeel van de programmering per land voor de periode 2007-2013 stelt de Commissie momenteel aanbevelingen op in verband met het gebruik van meer specifieke indicatoren. Zoals bepaald in de Europese consensus staan het verwezenlijken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen en het beginsel van eigen verantwoordelijkheid centraal in de ontwikkelingsaanpak van de EG. In het kader van de programmeringsdialoog besluiten het partnerland en de Europese Commissie gezamenlijk of hun samenwerking bijvoorbeeld vooral op gezondheid en onderwijs moet zijn gericht, rekening houdend met donorcoördinatie en complementariteit in overeenstemming met de Verklaring van Parijs en de conclusies van de Raad in verband met doeltreffendheid van hulp. Aangezien de vooruitgang bij het verwezenlijken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (gemeten op het niveau van het land) het resultaat is van de gezamenlijke inspanningen van de regering van het begunstigde land en de verschillende donoren, is het om redenen van methodiek niet mogelijk is het effect van de steun van elke donor afzonderlijk op een relevante wijze te meten.

Rekeningen

De Commissie is momenteel het boekhoudsysteem van de EOF's aan het moderniseren, doch er hebben zich vertragingen voorgedaan bij de invoering van wijzigingen aan het plaatselijke systeem in EuropeAid (CRIS). De rekenplichtige zal uiterlijk op 15 oktober controleren of CRIS tegen eind 2006 aan het beginsel van de periodetoerekening voldoet. Dit heeft tot gevolg dat de toepassing van het nieuwe IT-systeem (ABAC-FED) tot januari 2008 moest worden uitgesteld.

De toezicht- en controlesystemen

De Commissie wil blijven voortbouwen op de aanzienlijke verbeteringen in de controleomgeving van de voorbije jaren en meer specifiek op de uitvoering van interne controles en de controlestrategie.

Toepassing

De Commissie heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het bespoedigen van de uitvoering van de middelen uit de EOF's. Voor eind 2007 moeten alle middelen van het negende EOF - met inbegrip van de middelen die zijn overgedragen uit vroegere EOF's – vastgelegd zijn, en de betalingen zijn momenteel op hun hoogste niveau ooit. De indicator in verband met de gemiddelde tijd die nodig is voor de uitvoering van projecten is van vijf en een half jaar in 2000 teruggevallen op ongeveer vier jaar in 2005.

III – AANBEVELINGEN IN DE RESOLUTIES BETREFFENDE DE AGENTSCHAPPEN

Zowel in de kwijtingsresolutie voor de algemene begroting als in de kwijtingresoluties voor de regelgevende agentschappen heeft het Europees Parlement de Commissie een reeks aanbevelingen gedaan. In het deel betreffende de algemene begroting hierboven zijn de antwoorden van de Commissie te vinden op sommige van de horizontale kwesties die de agentschappen betreffen. De antwoorden van de Commissie op de aanbevelingen inzake andere horizontale kwesties en op aanbevelingen in verband met afzonderlijke agentschappen zijn te vinden in het werkdocument van de Commissie (punten 105-112 en 138-150).

* * *

Kwijtingen voor de algemene begroting 2004 en voor de begrotingen 2004 van het EOF, de bureaus en de agentschappen.

Werkdocument van de Commissie, bijlage bij het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement betreffende de follow-up van de kwijtingbesluiten voor 2004.

Zowel deze samenvatting als het integrale werkdocument volgen de structuur van de resoluties waarin de aanbevelingen van het Europees Parlement zijn opgenomen.

Zie ook artikel 147 van het Financieel Reglement.

Zie de aanbevelingen 12, 13, 27, 43, 63, 89, 106, 110, 113, 115, 138, 139, 148 en 149.

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (artikel 8) en Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (artikelen 3 en 7).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (artikel 8) en Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (artikelen 3 en 7).

COM(2005) 705 def.

De kwijtingresolutie voor de algemene begroting en de kwijtingresoluties voor de agentschappen bevatten zowel aanbevelingen aan de Commissie over horizontale kwesties die de agentschappen betreffen als over specifieke kwesties die de afzonderlijke agentschappen betreffen. De antwoorden van de Commissie op de aanbevelingen over horizontale kwesties zijn hier niet samengevat, De antwoorden op aanbevelingen in verband met afzonderlijke agentschappen kunnen worden gevonden in de punten 105-112 en 138-150 van het werkdocument.

Zie ook de aangehaalde voorbeelden, onder meer in de punten 107, 143 en 144 van het werkdocument.