Artikelen bij COM(2006)275 - Towards a future Maritime Policy for the Union: a European vision for the oceans and seas - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2006)275 - Towards a future Maritime Policy for the Union: a European vision for the oceans and seas. |
---|---|
document | COM(2006)275 |
datum | 7 juni 2006 |
|
52006DC0275(02)
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 7.6.2006
COM(2006) 275 definitiefDeel I
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO’S
Naar een toekomstig maritiem beleid voor de Unie: Een Europese visie op de oceanen en zeeën
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO’S
Naar een toekomstig maritiem beleid voor de Unie: Een Europese visie op de oceanen en zeeën
In haar strategische doelstellingen voor de periode 2005-2009 heeft de Commissie gewezen op de “bijzondere behoefte aan een alomvattend maritiem beleid dat gericht is op de ontwikkeling van een welvarende maritieme economie en op een vanuit milieuoogpunt duurzame benutting van het volledige potentieel van op de zee gebaseerde activiteiten ”. Op grond van de mededeling van 2 maart 2005 heeft de Commissie beslist dat het Groenboek over het toekomstig maritiem beleid van de EU, dat door de Commissie in de eerste helft van 2006 zal worden aangenomen, de eerste stap moet vormen naar de totstandbrenging van een alomvattend maritiem beleid.
Aansluitend bij deze besluiten heeft de Commissie het Groenboek aangenomen. Het Groenboek geeft concreet invulling aan het Europees beleid inzake duurzame ontwikkeling. In een breder maritiem kader wil het Groenboek een bijdrage leveren aan de Lissabonstrategie door op een duurzame manier groei en werkgelegenheid te stimuleren, die de bescherming van het mariene milieu waarborgt. Op die manier erkent de Commissie de belangrijke bijdrage van oceanen tot een betere levenskwaliteit van het toenemende aantal Europese burgers die in kustgebieden leven, werken of met vakantie gaan.
De zeeën en oceanen rond ons continent en de verste regio’s ervan vormen de link tussen deze elementen en vervullen vele functies. Ze bezitten niet alleen een eigen intrinsieke waarde, maar liggen aan de basis van alle maritieme activiteiten. Het Groenboek is een antwoord op het mandaat dat is gegeven aan de task-force maritiem beleid om, onder leiding van een stuurgroep van commissarissen, de economische activiteiten van Europeanen, die verbonden zijn met of een invloed hebben op de oceanen en zeeën en het beleid terzake, te onderzoeken. Bedoeling is na te gaan hoe de Europese burger het potentieel van de oceanen beter en duurzamer kan benutten.
Met het Groenboek wenst de Commissie een breed en open debat op gang te brengen met alle belanghebbenden en op alle beleidsniveaus. De Commissie zal de discussie aanmoedigen en helpen organiseren.
Overzicht van het Groenboek
De algemene inleiding biedt een overzicht van de huidige situatie en toelichting bij de totstandkoming van het Groenboek. Tot dusver werd beleid inzake maritiem vervoer, industrie, kustgebieden, energiewinning op volle zee, visserij, het mariene milieu, sociaal-economische cohesie en andere beleidssectoren afzonderlijk van elkaar ontwikkeld. Niemand onderzocht hoe de verschillende beleidsterreinen konden worden gecoördineerd om elkaar te versterken. De tijd is dan ook rijp om alle elementen samen te brengen en een nieuwe visie te ontwikkelen op onze relatie met de oceanen.
Het Groenboek wil derhalve het debat op gang brengen over het toekomstig Europees maritiem beleid dat voorziet in een holistische aanpak van de zeeën en oceanen.
In de inleiding wordt gesteld dat het maritiem beleid moet worden ingepast in de Lissabonstrategie en moet vertrekken vanuit een ecosysteemgerichte aanpak. Voorts wordt benadrukt dat Europese maatregelen alleen zinvol zijn wanneer ze een toegevoegde waarde geven aan nationale en lokale maatregelen.
Hoofdstuk 2: handhaven van de Europese voortrekkersrol inzake duurzame maritieme ontwikkeling
Het tweede hoofdstuk behandelt het economische belang, de groeiperspectieven en het concurrentievermogen van de maritieme economie. Er zal worden ingegaan op het economisch potentieel van de sector op basis van het mariene milieu zelf, de kennis over de oceanen, de creativiteit van ondernemingen en de expertise van de werknemers in de diverse sectoren en het stelt de vraag hoe overheden de verdere ontwikkeling van deze troeven kunnen ondersteunen. Daarna komen de onderlinge relaties tussen de economische sectoren (clustervorming) en het regelgevend kader aan bod.
In dit hoofdstuk wordt gesteld dat de groei van de maritieme sectoren binnen een snel globaliserende wereld gebaseerd moet blijven op innoverende producten. Aansluitend hierbij wordt verwezen naar bestaande communautaire programma’s voor onderzoek en innovatie en wordt een betere integratie voorgesteld met de acties van de lidstaten.
Voorts wordt de nadruk gelegd op de fundamentele rol die de thematische maritieme strategie vervult om de duurzaamheid van milieubeleid te waarborgen en op het belang van de wetgeving inzake maritieme veiligheid.
Er wordt nagegaan hoe de huidige dalende trend van het aantal Europeanen dat voor een beroep in de maritieme sector kiest, kan worden omgebogen en hoe de arbeidskwaliteit in de sector kan worden verbeterd.
De geïntegreerde benadering die de private sector tegenwoordig ontwikkelt (clustering) wordt toegejuicht en er worden suggesties gedaan voor de ontwikkeling van het regelgevend kader voor de maritieme sector. Na meldingen van belanghebbenden dat wetgeving die is ontwikkeld voor een bepaald beleidsdomein soms ongewenste gevolgen heeft en contraproductief werkt voor andere maritieme doelstellingen, wordt in dit deel opgeroepen tot een debat over vereenvoudiging. Ter sprake komt ook de problematiek rond mogelijke maatregelen van de Commissie inzake scheepsregisters en de instelling van een aanvullend Europees register.
In het hoofdstuk wordt erop gewezen dat rekening moet worden gehouden met nieuwe uitdagingen waarmee de maritieme sector wordt geconfronteerd, komen de effecten van de wereldwijde klimaatverandering ter sprake, worden enkele veelbelovende ontwikkelingen inzake energie opgesomd en wordt gewezen op het aanzienlijke potentieel van blauwe biotechnologie.
Hoofdstuk 3: Verbeteren van de levenskwaliteit in kustgebieden
In dit hoofdstuk wordt de bijzondere rol van kustgebieden in maritieme aangelegenheden onderzocht. In de tekst wordt het belang van een gezond marien milieu voor de levenskwaliteit van een toenemend aantal burgers toegelicht. De tekst onderzoekt de verschillende bedreigingen voor de kust en haar bewoners, alsmede hoe deze kunnen worden aangepakt en opgevat als kansen. Ook de sleutelrol van het kusttoerisme in lokale economieën en de manier waarop de bloei daarvan kan worden verzekerd komen ter sprake. Ten slotte wordt ingegaan op de complexe onderlinge relatie tussen maritieme activiteiten en activiteiten op het land en hoe beide elkaar wederzijds kunnen versterken.
Hoofdstuk 4: Voorzien in instrumenten voor het beheer van onze band met de oceanen
Dit hoofdstuk onderzoekt een aantal belangrijke instrumenten voor een duurzamer beheer van onze relatie met de oceanen en zeeën.
Er wordt gekeken welk soort data beschikbaar moet worden gesteld, zowel over de oceanen en zeeën als over de daarmee samenhangende menselijke activiteiten. Er wordt ook gepleit voor de oprichting van een volledig Europees netwerk voor mariene gegevens en de verdere ontwikkeling en integratie van de bestaande netwerken voor de identificatie van scheepsbewegingen op de Europese kustwateren.
In de tekst wordt aangedrongen op de invoering van ruimtelijke ordeningssystemen voor het beheer van economische activiteiten in de kustwateren, gebaseerd op een reeds in de thematische maritieme strategie voorgestelde ecosysteemgerichte aanpak. Ten slotte wordt aangegeven welke belangrijke rol de Europese steun voor kustgebieden kan spelen, voornamelijk via de structuurfondsen (EFRO, ESF) en het Cohesiefonds.
Hoofdstuk 5: Governance
B innen de EU
Door de nieuwe inzichten inzake oceanen en zeeën wordt de traditionele sectorale en geografisch afgebakende benadering in vraag gesteld en wordt gepleit voor een meer geïntegreerd beleid op grond van het subsidiariteitsbeginsel. Dankzij technologische ontwikkelingen, waaronder vooruitgang inzake de monitoring en observatie van zeeën, zijn totnogtoe ongekende mogelijkheden ontstaan op het gebied van dataverwerking. Een geïntegreerd beleid biedt de beste kansen om schaalvoordelen door technologische ontwikkelingen te creëren. Ordehandhaving op zee kan het beste worden georganiseerd door een gecoördineerde inzet van de schaarse en dure beschikbare middelen van de lidstaten. Dit hoofdstuk biedt een gedetailleerd overzicht van de effecten van de ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid en schetst een aantal algemene principes terzake. Het schetst ook het soort taakverdeling tussen de Gemeenschap en de lidstaten dat kan worden toegepast bij de uitvoering van het beleid inzake ruimtelijke ordening.
Maritiem beheer moet gebruik maken van de in het kader van het regionaal beleid opgedane ervaring inzake de coördinatie van diverse beleidsdomeinen, samenwerking op het vlak van beste praktijkvoorbeelden en partnerschap tussen belanghebbenden.
In dit hoofdstuk wordt ook gewezen op de geringe integratie tussen de diverse activiteiten in de kustwateren van een aantal lidstaten. In de tekst wordt gepleit voor meer coördinatie en samenwerking op functioneel en lidstaatniveau.
Voorts wordt gerefereerd aan de uitbreiding van het aantal activiteiten binnen de Gemeenschappelijke Europese Maritieme ruimte (met inbegrip van kustvaart tussen lidstaten) en aan het voorstel om een Europese kustwacht op te richten. De groei van een aantal illegale activiteiten, waaronder mensenhandel en terrorisme, wordt gezien als een van de factoren, waardoor de behoefte aan betere coördinatie van bestaande nationale middelen en gezamenlijke verwerving van nieuwe middelen dringender wordt. In dit kader wordt groeiende betrokkenheid van de marine in de lidstaten bij civiele activiteiten benadrukt.
De internationale context
In dit hoofdstuk wordt erop gewezen dat het maritiem beleid een externe dimensie moet hebben, aangezien de wereldoceanen onderling verbonden zijn en de ontwikkeling van regelgeving vaak op wereldschaal gebeurt. Het maritiem beleid overstijgt inderdaad, door het specifieke karakter, de grenzen van Europa en onderwerpen als klimaatverandering, bescherming van het mariene milieu en de biodiversiteit, scheepvaart, en visserij worden best op internationaal niveau geregeld. De EU zal de nieuwe ideeën die zij inzake maritiem beleid ontwikkelt dan ook willen delen met de internationale gemeenschap. Wanneer de EU meent dat internationale regels nodig zijn, zal zij de invoering van zulke regels willen bevorderen door deelname aan de ontwikkeling ervan. Wanneer internationale actie echter uitblijft, dient de EU haar verantwoordelijkheid te nemen en maatregelen te overwegen op grond van het Verdrag. Indien sommige derde landen niet over de nodige middelen of governance beschikken voor de tenuitvoerlegging van internationaal overeengekomen regels, zal de EU via haar buitenlands beleid aansturen op een verbetering van de situatie. Ten slotte wordt in dit hoofdstuk duidelijk gesteld dat een Europees maritiem beleid een algemeen kader behoeft, maar dat bij de tenuitvoerlegging van zo’n beleid rekening moet worden gehouden met de realiteit en de diversiteit van de Europese geografische situatie.
Hoofdstuk 6: Herwaardering van het Europees maritiem erfgoed en herbevestiging van de Europese maritieme identiteit
In dit hoofdstuk wordt onderzocht hoe activiteiten met betrekking tot het maritiem erfgoed, gekoppeld aan andere activiteiten, kunnen worden aangemoedigd en hoe het onderwijs kan bijdragen tot een gemeenschappelijke visie op de rol van de oceanen in ons leven. Zo kan ook het imago van zeevaartberoepen worden verbeterd en kunnen de prestaties van de maritieme sectoren worden bevorderd.
Hoofdstuk 7: Verdere stappen – het consultatieproces
In dit hoofdstuk verbindt de Commissie zich ertoe rekening te houden met de opmerkingen die door belanghebbenden worden ingediend tijdens de consultatieperiode tot eind juni 2007. Vóór eind 2007 zal de Commissie een Mededeling aan de Raad en het Parlement indienen met een overzicht van de resultaten van de raadplegingsprocedure en voorstellen voor verdere stappen.