Artikelen bij COM(2001)33 - Door Frankrijk overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 4, van richtlijn 92/81/EEG ingediend verzoek om machtiging tot het toepassen van een gedifferentieerd accijnstarief op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52001DC0033

Mededeling van de Commissie aan de Raad betreffende een door Frankrijk overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG ingediend verzoek om machtiging tot het toepassen van een gedifferentieerd accijnstarief op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg /* COM/2001/0033 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD betreffende een door Frankrijk overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG ingediend verzoek om machtiging tot het toepassen van een gedifferentieerd accijnstarief op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg

1. indiening van het verzoek

De Commissie heeft op 17 oktober 2000 een voorstel voor een beschikking van de Raad goedgekeurd, gebaseerd op artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG , waarbij Frankrijk wordt gemachtigd om met ingang van 1 januari 2001 een gedifferentieerde accijns toe te passen op dieselbrandstof gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg.

PB L 316 van 31.10.1992, blz. 12.

PB L 365 van 31.12.1994, blz. 46.

Bij schrijven van 13 oktober 2000 hebben de Franse autoriteiten, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van bovengenoemde richtlijn, de Commissie op de hoogte gebracht van hun voornemen om het toepassingsgebied van de gedifferentieerde accijns op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg uit te breiden tot het ongeregeld vervoer van personen, d.w.z. het vervoer van personen dat niet wordt verricht in het kader van geregelde lijndiensten.

De maatregel zou vanaf de tweede helft van het jaar 2000 in werking treden en zou alleen betrekking hebben op voertuigen met meer dan 9 plaatsen. De gedifferentieerde accijns zou de vorm aannemen van een terugbetaling volgens hetzelfde mechanisme als dat voor het goederenvervoer over de weg en dit binnen de grenzen van een jaarlijks contingent van 30 000 liter per voertuig.

Deze differentiëring van de accijns op dieselolie heeft tot doel het openbaar vervoer van personen te bevorderen en het gebruik van personenauto's, vooral voor verplaatsingen binnen de agglomeraties, te beperken waardoor de luchtverontreiniging zou kunnen worden teruggedrongen.

Frankrijk vraagt bijgevolg toestemming om met ingang van de tweede helft van het jaar 2000 een gedifferentieerd accijnstarief toe te passen op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg.

2. evaluatie door de commissie

Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen verdere vrijstellingen of verlagingen mag invoeren.

Op 20 juni 2000 heeft Frankrijk de in artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG bedoelde machtiging gevraagd om een gedifferentieerd accijnstarief toe te passen op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor openbaar lokaal personenvervoer. Deze differentiatie zou ten goede komen aan het personenvervoer waarvan vooral de trajecten, de dienstregelingen en tarieven van tevoren zijn vastgesteld. Deze regeling zou bovendien niet leiden tot een nettodaling van het bedrag van de accijns op dieselolie maar wel tot een gedeeltelijke compensatie van de op dat ogenblik verwachte jaarlijkse stijging van de binnenlandse belastingen op aardolieproducten (TIPP) die op dieselolie worden toegepast.

De Commissie heeft op 17 oktober een voorstel voor een beschikking van de Raad goedgekeurd waarbij Frankrijk wordt gemachtigd 'om van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002 een gedifferentieerd accijnstarief toe te passen op diesel die als brandstof wordt gebruikt in voertuigen voor openbaar lokaal personenvervoer, op voorwaarde dat het gedifferentieerde tarief in overeenstemming is met de verplichtingen die zijn vervat in Richtlijn 92/82/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën, inzonderheid de in artikel 5 vastgestelde minimumtarieven' . Dit voorstel is aan de Raad toegezonden doch die heeft daarover nog geen besluit genomen.

COM(2000)647 def.

Begeleidende nota 12484/00 FISC 159 van 19.10.2000.

Bij schrijven van 13 oktober 2000, in overeenstemming met artikel 8, lid 4, van bovengenoemde richtlijn, hebben de Franse autoriteiten de Commissie op de hoogte gebracht van hun wens om bovengenoemd verzoek te completeren door het recht op afwijking uit te breiden tot het ongeregeld vervoer van personen, d.w.z. personenvervoer dat niet plaatsvindt in het kader van geregelde lijndiensten.

Overeenkomstig Richtlijn 92/81/EEG zijn de andere lidstaten bij brief van 24 november 2000 in kennis gesteld van dit verzoek.

Het Franse verzoek behelst met name drie wijzigingen ten opzichte van het verzoek van 20 juni 2000.

In de eerste plaats zou het toepassingsgebied van de maatregel worden uitgebreid tot het openbaar vervoer van personen dat buiten het bestek van het lokale vervoer en de geregelde lijndiensten valt.

In de tweede plaats zou de regeling worden aangepast om een daadwerkelijke verlaging van de TIPP in 2000 en 2001 en vervolgens een volledige compensatie van de stijgingen die zich vanaf 2002 zouden voordoen mogelijk te maken. Het gedifferentieerde accijnstarief voor dieselolie gebruikt in voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg zou 2 201,8 FRF (335,7 euro) per 1000 liter bedragen in 2000, 2 301,8 FRF (350,9 euro) in 2001 en 2 411,8 FRF (367,7 euro) in 2002. Deze bedragen liggen boven het communautaire minimum .

Het communautaire minimumtarief voor dieselbrandstof bedraagt 245 euro of 1 607 FRF voor 1 000 liter.

In de derde plaats hebben het voorstel voor een beschikking van de Raad met betrekking tot het openbaar lokaal vervoer, dat de Commissie op 17 oktober heeft goedgekeurd, en het verzoek van 13 oktober 2000 betrekking op een verschillende periode aangezien de eerste maatregel op 1 januari 2001 zou ingaan terwijl de tweede met terugwerkende kracht op 1 juli 2000 in werking zou treden.

Voorts is de Commissie van oordeel dat nog een onderzoek moet worden uitgevoerd in het kader van de artikel 87 en 88 van het EG-Verdrag om te kunnen uitmaken of de bedoelde maatregel geen vorm van staatssteun is en verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

De Commissie is bijgevolg van oordeel dat zij meer tijd nodig heeft om haar onderzoek te voltooien en zich uit te spreken over de verenigbaarheid van de maatregel met het communautair beleid, met name wat betreft de gevolgen van de voorgenomen afwijking op de mededinging en de werking van de interne markt.

De Commissie wijst erop dat onderhavige mededeling niet vooruitloopt op haar toekomstig voorstel voor een beschikking van de Raad. In deze mededeling wordt gewoon gesteld dat meer tijd nodig is om het verzoek om een afwijking grondig te onderzoeken terwijl men volgens artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG niet over deze tijd beschikt, behalve wanneer de Commissie een dergelijke mededeling goedkeurt.

De Commissie geeft de Franse autoriteiten en de Raad de verzekering dat de bedoelde afwijking bij voorrang zal worden onderzocht en dat zo snel mogelijk een voorstel voor een beschikking van de Raad, of een aanvullende mededeling, zal worden opgesteld.

3. conclusie

Op grond van het bovenstaande verzoekt de Commissie de Raad om in overeenstemming met de derde alinea van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG te onderzoeken welk gevolg dient te worden gegeven aan het door Frankrijk ingediende verzoek om machtiging tot het toepassen van een gedifferentieerde accijns op dieselolie gebruikt voor voertuigen voor het openbaar vervoer van personen over de weg.