Artikelen bij SEC(2002)981 - Nota van wijzigingen nr. 2 bij het voorontwerp van begroting 2003 - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52002SC0981

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Nota van wijzigingen nr. 2 bij het voorontwerp van begroting 2003 - Afdeling III - Commissie /* SEC/2002/0981 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT - NOTA VAN WIJZIGINGEN NR. 2 BIJ HET VOORONTWERP VAN BEGROTING 2003 - AFDELING III - COMMISSIE

Gelet op

- artikel 272 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

- artikel 177 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

- artikel 14 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen , laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 762/2001 van 9 april 2001,

PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

PB L 111 van 20.04.2001, blz. 1.

dient de Europese Commissie, om de in de toelichting hieronder vermelde redenen, bij de begrotingsautoriteit de Nota van Wijzigingen nr. 2 bij het voorontwerp van begroting 2003 in.

***


INHOUD

1. Algemene inleiding

2. De oprichting van de bureaus

2.1. Algemene beginselen

2.2. Aard van de bureaus

2.3. Mogelijke besparingen

2.4. Belangrijkste kenmerken van de bureaus

2.5. Voorstelling van de drie nieuwe administratieve bureaus

2.5.1. Het Uitbetalingsbureau

2.5.2. De Bureaus voor infrastructuur en logistiek

2.6. Gevolgen voor de begroting

2.6.1. Begrotingsneutraliteit

2.6.2. Drie nieuwe begrotingsonderdelen in hoofdstuk 4 van deel A

2.7. Lijst van het aantal ambten

2.8. Drie nieuwe bijlagen

2.9. Samenvatting van het begrotingsvoorstel

3. Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

4. De gevolgen van het nieuw Financieel Reglement voor de communautaire begroting

4.1. Uitbreiding van het begrip bestemmingsontvangsten

4.1.1. Gevolgen voor de ontvangsten

4.1.2. Gevolgen voor de uitgaven

4.2. Andere gevolgen van het nieuw Financieel Reglement voor de ontvangsten

4.3. De referenties aan het Financieel Reglement in de toelichtingen bij de begroting

4.4. De afdelingen van de communautaire begroting die betrekking hebben op de andere instellingen


TOELICHTING

1. Algemene inleiding

Deze Nota van Wijzigingen nr. 2 bij het voorontwerp van begroting 2003 heeft betrekking op drie soorten wijzigingen in afdeling III (Commissie) van de communautaire begroting.

In de eerste plaats wordt in de Nota van Wijzigingen een structuur ingesteld voor de opneming in de begroting van drie administratieve diensten van de Commissie: een 'Uitbetalingsbureau', een 'Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel' en een 'Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg'.

Met de Nota van Wijzigingen wordt beoogd aan het A-gedeelte van de begroting 3 bijlagen toe te voegen met telkens een lijst van het aantal personeelsleden en een gedetailleerde beschrijving van de eigen ontvangsten en de uitgaven overeenkomstig artikel 172 van het nieuw Financieel Reglement .

COM(2001)691, goedgekeurd door de Raad op 25 juni 2002.

Dit voorstel is begrotingsneutraal. Het totale aantal posten dat ter beschikking van de Commissie en de drie bureaus staat, wordt niet gewijzigd.

Voorts wordt in deze Nota van Wijzigingen voorgesteld twee nieuwe begrotingsplaatsen te creëren, waaraan een p.m. wordt toegewezen en waar , indien nodig, de kredieten van het nieuw solidariteitsfonds van de Europese Unie kunnen worden opgevoerd. Dit nieuw financieel instrument wordt gelijktijdig voorgesteld om het hoofd te kunnen bieden aan grote natuur- of milieurampen, of catastrofes ten gevolge van falende technologie die ernstige gevolgen hebben op de leefomstandigheden van de burgers, het milieu of de economie van één of meer regio's in één of meer landen.

COM (2002)xxx van 18 september 2002.

Ten slotte vestigt deze Nota van Wijzigingen de aandacht van de Begrotingsautoriteit op de noodzaak om aan het einde van de procedure 2003 na te denken over de wijzigingen die voortvloeien uit de goedkeuring van het nieuw Financieel Reglement door de Raad op 25 juni 2002. Dit zal op 1 januari 2003 in werking treden en zorgen voor een horizontale verandering waarbij plaats wordt gemaakt voor bestemmingsontvangsten, die de opnieuw aangewende kredieten vervangen. Bovendien moeten alle huidige verwijzingen naar artikelen van het Financieel Reglement worden aangepast aan de nieuwe tekst. In deze Nota van Wijzigingen wordt een eerste reeks dergelijke wijzigingen aangekondigd. Daarbij moet worden opgemerkt dat bijkomende aanpassingen na nader onderzoek noodzakelijk kunnen blijken.

COM(2001)691, goedgekeurd door de Raad op 25 juni 2002.

2. De oprichting van de bureaus

Op 26 juli 2000 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een mededeling betreffende de onderlinge afstemming van middelen en taken , waarin wordt gestreefd naar een juist evenwicht tussen de aan de Commissie toevertrouwde taken en de middelen waarover zij beschikt.

SEC(2000) 2000.

Naar aanleiding van deze mededeling heeft de Commissie verscheidene directoraten-generaal, waaronder het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer verzocht het thema 'externalisering' te onderzoeken (d.w.z. het delegeren van een deel van de beheers- en uitvoerende taken van de Commissie aan gespecialiseerde publiek- of privaatrechtelijke instellingen).

Dit DG heeft analyses uitgevoerd over de kosten/batenverhouding en de organisatorische aspecten. Tevens is in algemene zin overleg gepleegd over de modaliteiten van externalisering.

Ten gevolge van deze werkzaamheden heeft de Commissie op 28 mei 2002 haar goedkeuring gehecht aan de documenten COM(2002) 264 def. en SEC (2002) 618, waarin de algemene structuur van de bureaus is bepaald en de oprichting is vastgesteld van drie bureaus die kunnen worden belast met bepaalde werkzaamheden van dagelijks administratief beheer, die momenteel worden vervuld door het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer.

In het op 25 juni 2002 goedgekeurd nieuw Financieel Reglement wordt eveneens rekening gehouden met de oprichting van de nieuwe bureaus.

In deze context verwijst de term 'bureau' naar een administratieve structuur die is ontworpen om de werkzaamheden van de Commissie en/of andere communautaire instellingen te ondersteunen.

2.1. Algemene beginselen

De Commissie heeft in het kader van de hervorming duidelijk gesteld dat het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer zich vooral moet richten op de kerntaken: personeelsbeleid, veiligheid en gezondheid, informatie- en communicatietechnologie. De andere werkzaamheden in verband met het dagelijks beheer moeten derhalve worden overgenomen door autonome structuren die losstaan van de activiteit van het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer.

Het DG Personeelszaken en algemeen beheer zal bevoegd blijven voor het vaststellen van het beleid dat de Bureaus zullen uitvoeren en het zal hen coördineren. Er moeten dus duidelijke en logische regels worden opgesteld voor de scheiding van bevoegdheden tussen het niveau van besluitvorming (directoraat generaal Personeelszaken en algemeen beheer) en dat van uitvoering (Bureau).

De Bureaus zullen met de uitvoerende taken worden belast en dus alle diensten en personeelsleden van de Commissie administratief ondersteunen; op termijn kan deze ondersteuning worden uitgebreid naar de andere instellingen.

2.2. Aard van de bureaus

In de hierboven vermelde mededeling 'Een nieuw type bureau voor het beheer van ondersteunende en administratieve taken bij de Europese Commissie' wordt gedetailleerd verklaard in welke omstandigheden de oprichting van bureaus van de Commissie de kwaliteit van de diensten kan verhogen, besparingen mogelijk maakt en de weg effent om op het geschikte moment interinstitutionele structuren in te richten op de betrokken gebieden.

COM(2002) 264.

De voorgestelde bureaus zijn van een nieuw type, overeenkomstig het nieuw Financieel Reglement.

In deel II, titel V, van het nieuw Financieel Reglement wordt de kwestie van de opname van de (artikel 172, lid 1, gedefinieerde) Europese bureaus in de begroting op de volgende wijze geregeld:

- de kredieten worden in een speciaal begrotingsonderdeel van de afdeling 'Commissie' opgevoerd en in detail vermeld in een bijlage bij die afdeling;

- deze bijlage heeft de vorm van een staat van inkomsten en uitgaven, die op dezelfde wijze is onderverdeeld als de begrotingsafdelingen;

- de personeelsformatie wordt toegevoegd aan die van de Commissie;

- de directeur van het bureau beslist over de overschrijvingen binnen de bijlage, overeenkomstig de geldende voorschriften.

Elk bureau wordt opgericht bij een besluit van de Commissie dat moet worden beschouwd als een in de organisatie ingrijpende daad van de instelling. De oprichting van een bureau zal een stevige basis leggen voor de toekomstige ontwikkeling naar interinstitutionele structuren.

2.3. Mogelijke besparingen

In de loop der jaren zullen de bureaus besparingen mogelijk maken dankzij:

- een grotere efficiëntie, bij voorbeeld door een decentralisatie van de operationele bevoegdheden en een snellere aanpassing aan de behoeften van de gebruikers;

- de inzet van nieuwe arbeidscontractanten (NAC's) overeenkomstig het voorstel van de Commissie inzake de inschakeling van extern personeel . Volgens de definitieve richtsnoeren zouden NAC's:

SEC(2002) 458.

- in dienst worden genomen met publiekrechtelijke contracten,

- een andere status hebben dan de hulpfunctionarissen,

- alleen worden ingezet in specifieke structuren, o.m. de bureaus,

- alleen niet-kerntaken uitvoeren en

- altijd werken onder toezicht van ambtenaren.

Na de goedkeuring van het vermelde voorstel zou aan het einde van een overgangsperiode van 5 tot 7 jaar een netto besparing op de werkingskosten van de bureaus van de Commissie van meer dan 10% mogelijk zijn op middellange termijn.

- nieuwe schaalvoordelen als gevolg van een meer interinstitutioneel gerichte aanpak.

2.4. Belangrijkste kenmerken van de bureaus

De nieuwe bureaus worden overeenkomstig bepaalde fundamentele criteria van algemene aard gestructureerd.

- De bureaus worden geplaatst onder de politieke autoriteit van de Commissie en de instellingen die zich aansluiten bij het proces.

- Over ieder bureau houdt een raad van bestuur toezicht; deze stelt het werkprogramma van het bureau en de taakomschrijving van de directeur vast en onderhoudt de verbinding met de Commissie. De raad van bestuur houdt tevens toezicht op de tenuitvoerlegging van het jaarlijks werkprogramma en evalueert deze op grond van het jaarlijks beheersverslag.

- Elke raad van bestuur wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer en bestaat verder uit de directeurs-generaal die zijn betrokken bij het te voeren beleid of de te besteden middelen, met name de secretaris-generaal en de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting, vertegenwoordigers van de geassocieerde instellingen en van de representatieve directoraten-generaal die van de diensten van het bureau gebruik maken, en vertegenwoordigers van het personeel.

De directeur van het bureau is een A2-ambtenaar, maar kan naar gelang van de omvang van het bureau ook een A1-ambtenaar zijn. Hij neemt ook het voorzitterschap waar van de verschillende interne instanties en werkgroepen die belast zijn met de coördinatie tussen de verschillende actoren van een bepaald beleid, bij voorbeeld de met het immobiliënbeleid belaste groep.

Het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer zal zorgen voor de verbinding tussen de raad van bestuur en de bureaus.

2.5. Voorstelling van de drie nieuwe administratieve bureaus

De Commissie zal in november 2002 haar formele goedkeuring hechten aan een besluit betreffende de oprichting en de organisatie van de bureaus. Aangezien deze bureaus vanaf 1 januari 2003 operationeel moeten zijn, is het evenwel noodzakelijk om deze Nota van Wijzigingen voordien in te dienen.

Overeenkomstig de in mei 2002 genomen besluiten , wordt met deze Nota van Wijzigingen beoogd de begrotingsstructuur te creëren voor drie nieuwe bureaus, waarvan twee in Brussel en één in Luxemburg gevestigd zullen zijn. Overeenkomstig het bepaalde in het nieuw Financieel Reglement, zullen deze bureaus hun eigen werkingsbudget hebben en zij zullen tot taak hebben om, in begrotingstermen, een groot deel van de titels A-1, A-2 en A-4 van de huidige afdeling A van de Begroting van de Commissie uit te voeren. Het delegeren van de uitvoering zal gedetailleerd worden geregeld in de interne voorschriften voor 2003. De in de interne voorschriften aangewezen ordonnateurs zullen door subdelegering andere begrotingsonderdelen, zoals de BA-lijnen, kunnen uitvoeren.

SEC(2002) 618.

2.5.1. Het Uitbetalingsbureau

Dit bureau zal ermee worden belast de individuele rechten vast te stellen, te berekenen en uit te betalen; bevoegdheden op wetgevend vlak, wijzigingen aan het statuut en beslissingen over beginselen of van discretionaire aard zullen voorbehouden blijven aan het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer. Het werkgebied van het bureau zal de bezoldigingen, de terugbetaling van onkosten van deskundigen en voor dienstreizen, de ziekte- en ongevallenverzekering en de pensioenen omvatten. In het begin zal het Bureau met name het grootste deel van de kredieten van titel A-1, hoofdstuk B6-11 en artikel B-601 uitvoeren, evenals de speciale begrotingslijnen voor de salarissen van het BOPEG, OLAF, het Europees aanwervingsbureau en de nieuwe administratieve bureaus. Het zal ook de uitbetaling overnemen van de individuele rechten die het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer momenteel uitvoert voor rekening van de agentschappen.

De betrokken werkzaamheden zijn het gevolg van de tenuitvoerlegging van één statuut, waarin coherentie wordt geëist bij de besluitvorming en het gemeenschappelijk uitstippelen van beleidslijnen; de eenheid zal worden bewaard door de oprichting van één bureau met een raad van beheer en één directeur, dat wordt verdeeld over drie centra in Brussel, Luxemburg en Ispra.

Er dient bovendien op te worden gewezen dat bepaalde van deze activiteiten reeds nu interinstitutioneel worden beheerd. Zo is het directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer momenteel bevoegd voor de betaling van alle pensioenen en voor het beheer van het stelsel van ziekteverzekering op interinstitutioneel niveau.

Het bureau zal in 2003 beschikken over 347 personeelseden, waarvan 307 ambtenaren en 40 andere functionarissen. 18 personen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek zullen tijdens de beginfase ter beschikking worden gesteld van het Uitbetalingsbureau.

2.5.2. De Bureaus voor infrastructuur en logistiek

De aard van het betrokken werkgebeid en de resultaten van studies hebben ertoe geleid dat de vestigingen van Brussel en Luxemburg afzonderlijk worden behandeld, zodat rekening kan worden gehouden met de specificiteit van de twee zetels van de instellingen.

2.5.2.1. Het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel

Het te Brussel gevestigde bureau zal vooral worden belast met alle werkzaamheden in verband met het immobiliënbeleid, het beheer van kantoorruimte, het onderbrengen van diensten, het onderhoud en technische projecten, kinderopvang, aankopen, leveringen, inventarissen, logistiek en interne diensten.

Het bureau zal tevens alle activiteiten uitvoeren in verband met sociale infrastructuur, zoals kinderdagverblijven, kantines, restaurants en sportactiviteiten, waaronder die in het centrum te Overijse.

Het bureau zal het grootste deel van de titels A-2 en A-4 uitvoeren voor de in Brussel gevestigde diensten, met inbegrip van de infrastructuur en de logistiek van het Europees aanwervingsbureau, OLAF en de nieuwe bureaus.

Het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel zal in 2003 beschikken over 783 personeelseden, waarvan 595 ambtenaren en 188 andere functionarissen.

2.5.2.2. Het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg

Het te Luxemburg gevestigde bureau zal daar dezelfde taken uitvoeren als het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel.

Het bureau zal het grootste deel van de titels A-2 en A-4 uitvoeren voor de in Luxemburg gevestigde diensten, met inbegrip van de infrastructuur en de logistiek van het BOPEG, mits de raad van bestuur hiervan daarmee instemt na het nodige overleg en nadat de noodzakelijke personele en budgettaire middelen ter beschikking zijn gesteld. De lijsten van het aantal ambten van de twee bureaus zullen nadien moeten worden aangepast in het kader van de volgende begrotingsprocedure

Het bureau zal in 2003 beschikken over 361 personeelseden, waarvan 226 ambtenaren en 135 andere functionarissen.

2.6. Gevolgen voor de begroting

2.6.1. Begrotingsneutraliteit

Door een beroep te doen op de nieuwe contractuele functionarissen zullen besparingen mogelijk worden zodra het gewijzigde statuut van kracht wordt, d.w.z. vanaf 2004 indien de onderhandelingen hiertoe leiden. Het is de bedoeling dat bepaalde posten die momenteel door ambtenaren worden bekleed (en die bestaan uit louter uitvoerende opdrachten die niet tot de kerntaken behoren) geleidelijk worden ingenomen door contractuele functionarissen wanneer zij vacant worden. De vervangen posten zullen aan de begrotingsautoriteit worden teruggegeven. In dit verband zal ieder bureau in zijn jaarverslag vermelden hoeveel posten door ambtenaren worden bezet en hoeveel contractuele functionarissen er zijn aan het begin en het eind van het jaar.

De schaalvoordelen van een interinstitutionele benadering zullen evenwel pas op middellange termijn duidelijk worden, indien de andere instellingen mee deze weg willen inslaan. In 2003 zullen er dus geen onmiddellijke besparingen zijn.

De Commissie verbindt zich ertoe dat de oprichting van de drie bureaus geen meerkosten met zich brengt. Zij zal dus begrotingsneutraal zijn in vergelijking met het VOB 2003.

2.6.2. Drie nieuwe begrotingsonderdelen in hoofdstuk 4 van deel A

Overeenkomstig het nieuw Financieel Reglement stelt de Commissie voor een nieuw hoofdstuk 45 toe te voegen aan deel A. Dit hoofdstuk zal de volgende artikels ter dekking van de werkingskosten van de bureaus bevatten:

- A-451 'Uitbetalingsbureau' met een toewijzing van 30 646 000 euro in 2003,

- A-452 'Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel' met een toewijzing van 59 546 000 euro in 2003,

- A-453 'Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg' met een toewijzing van 22 789 500 euro in 2003.

De toewijzing voor deze drie artikels kan, evenals de bijlagen, eventueel worden aangepast naar aanleiding van het definitieve besluit van de begrotingsautoriteit over de begroting 2003.

1.1.

2.7. Lijst van het aantal ambten

In de tabel hieronder zijn de wijzigingen van het personeelsbestand opgenomen:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Het totaal aantal personeelsleden voor de Commissie en de drie bureaus blijft constant in vergelijking met het VOB.

2.8. Drie nieuwe bijlagen

Drie nieuwe bijlagen bij deel A moeten worden gecreëerd: V voor het Uitbetalingsbureau, VI voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel en VII voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg. In deze bijlagen zullen de werkingsbudgetten van de op te richten bureaus gedetailleerd worden weergegeven. Uit de structuur van deze budgetten blijkt in vergelijking met deel A een vereenvoudiging die is geïnspireerd op de toekomstige AGB-benadering.

2.9. Samenvatting van het begrotingsvoorstel

In de tabel hieronder is weergegeven hoe de momenteel aan de Commissie toegewezen kredieten worden verdeeld over de bureaus: de van titels 4 en 7 van de Commissie afgetrokken kredieten zijn verdeeld over titels 1 en 2 in de bijlagen met betrekking tot de drie bureaus.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

Naar aanleiding van de rampzalige overstromingen die verscheidene landen in augustus hebben getroffen, heeft de Commissie op 11 september 2002 voorgesteld om door middel van een interinstitutioneel akkoord een nieuw flexibiliteitsmechanisme in te stellen, waarmee het Solidariteitsfonds van de EU middelen zou kunnen krijgen om het hoofd te bieden aan natuur-, milieu- of door falende technologie veroorzaakte rampen. Dit fonds zou kunnen worden gebruikt voor de lidstaten van de EU en voor de kandidaat-lidstaten, waarmee nog wordt onderhandeld over hun toetreding. Het fonds zal werken volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd in de op 18 september 2002 door de Commissie voorgestelde verordening van de Raad , die de rechtsgrond voor de uitgaven zal vormen.

SEC(2002) 960.

COM(2002) 514 def.

Overeenkomstig deze voorstellen wordt in deze Nota van Wijzigingen voorgesteld twee begrotingsonderdelen in te stellen, een in rubriek 3 (intern beleid) en een in rubriek 7 (pretoetredingsstrategie), waar de eventuele interventies van het fonds kunnen worden opgevoerd. Voorgesteld wordt dat de begrotingsonderdelen als volgt worden omschreven: B2-4, Solidariteitsfonds van de Europese Unie - lidstaten, en B7-09, Solidariteitsfonds van de Europese Unie - kandidaat-lidstaten. Aan deze begrotingsonderdelen zou een p.m. worden toegewezen; indien een beroep wordt gedaan op het fonds, zouden middelen beschikbaar worden gesteld door middel van een gewijzigde begroting.

4. De gevolgen van het nieuw Financieel Reglement voor de communautaire begroting

De Raad heeft op 25 juni 2002 het nieuw Financieel Reglement goedgekeurd. Het zal op 1 januari 2003 in werking treden en derhalve dienen de nodige wijzigingen te worden aangebracht in het VOB, dat was goedgekeurd vóór de definitieve beslissing over het nieuw Financieel Reglement. Deze nieuwe rechtsgrond heeft op minstens twee manieren gevolgen voor de voor de communautaire begroting:

COM(2001)691, goedgekeurd door de Raad op 25 juni 2002.

4.1. Uitbreiding van het begrip bestemmingsontvangsten

Teneinde de uitzonderingen op het universaliteitsbeginsel te stroomlijnen, is in het nieuw Financieel Reglement het begrip 'nieuwe aanwendingen', zoals vermeld in artikel 27, lid 2, van het Financieel Reglement van 1977, afgeschaft. Door deze nieuwe aanwending kon de ordonnateur kredieten die overeenstemden met ontvangsten die nauw verband hielden met het begrotingsonderdeel ten laste waarvan de uitgaven waren gedaan, opnieuw aanwenden vóór het einde van het begrotingsjaar na het innen van de ontvangsten .

Er zijn 7 gevallen van nieuwe aanwending (art. 27, lid 2, van het F.R. van 1977):

In het nieuw Financieel Reglement is de lijst van ontvangsten die voor bepaalde uitgaven zijn bestemd, uitgebreid omdat het mechanisme van bestemmingsontvangsten doorzichtiger wordt geacht dan dat van nieuwe aanwending, die in bepaalde gevallen niet eens hoeft te worden vermeld in de toelichting bij de begroting .

Artikel 27, lid 5, van het F.R. van 1977: in de toelichting bij het betrokken begrotingsonderdeel hoeft niet te worden gemeld dat het gaat om ontvangsten uit hoofde van terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen, om de ordonnateur in staat te stellen de kredieten die met deze ontvangsten overeenstemmen, opnieuw aan te wenden.

In artikel 18 van het nieuw Financieel Reglement is derhalve, naast de van artikel 4 van het Financieel Reglement van 1997 overgenomen bestemmingsontvangsten , voorzien in bestemmingsontvangsten die grotendeels overeenstemmen met de mogelijkheden van nieuwe aanwending in artikel 27, lid 2, van het Financieel Reglement van 1977 .

Artikel 18, lid 1, onder a) tot d), van het Financieel Reglement van 25 juni 2002, van toepassing vanaf 1 januari 2003.

Artikel 18, lid 1, onder e) tot j). Enkel het geval van de opbrengst van de verkoop van voertuigen, materiaal en installaties is niet overgenomen. Het geval van de ontvangsten uit hoofde van onder bezwarende titel verrichte leveringen, werken en diensten (artikel 27, lid 2, onder h), van het Financieel Reglement van 1977) is samengevoegd met het sterk verwante geval van ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte werken, dat reeds in artikel 4 van het Financieel Reglement van 1977 was vermeld als geval van bestemmingsontvangsten.

4.1.1. Gevolgen voor de ontvangsten

Het mechanisme van de bestemmingsontvangsten houdt overeenkomstig artikel 18, lid 3, van het nieuw Financieel Reglement in dat wordt voorzien in een structuur voor de opname van de bestemmingsontvangsten, alsmede, voor zover mogelijk, in een raming.

Deze structuur betekent dat in de staat van ontvangsten een begrotingsonderdeel moet worden bestemd voor iedere categorie van bestemmingsontvangsten in het betrokken begrotingsjaar.

De toelichting bij de begrotingsonderdelen in titels 5 en 6 die voorheen vielen onder het mechanisme van nieuwe aanwending, moet worden aangepast om aan te geven dat voortaan het bepaalde in artikel 18 van het nieuw Financieel Reglement van toepassing is. Bij begrotingsonderdelen die reeds onder de bestemmingsontvangsten vielen, moet de toelichting voortaan refereren aan artikel 18.

4.1.2. Gevolgen voor de uitgaven

In de staat van uitgaven kunnen uit bestemmingsontvangsten afkomstige kredieten overeenkomstig het nieuw Financieel Reglement in alle begrotingsonderdelen voorkomen, omdat het belangrijkste geval van nieuwe aanwending, dat nu onder de bestemmingsontvangsten valt, betrekking heeft op onterecht betaalde bedragen. Er dient dus een algemene toelichting te worden toegevoegd aan het begin van de algemene staat van ontvangsten:

"de in artikel 18, lid 1, onder e) tot j) van het Financieel Reglement vermelde eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het vrijmaken van extra kredieten die moeten worden opgevoerd bij de begrotingsonderdelen die de oorspronkelijke uitgaven hebben gedragen die hebben geleid tot de desbetreffende ontvangsten".

4.2. Andere gevolgen van het nieuw Financieel Reglement voor de ontvangsten

Overeenkomstig artikel 42 van het nieuw Financieel Reglement mag de begroting geen negatieve ontvangsten bevatten. Bijgevolg moeten vanaf 2003 de netto ramingen van de traditionele eigen middelen in de begroting worden opgenomen.

Tevens moeten nieuwe begrotingsonderdelen worden gecreëerd om de huidige begrotingsstructuur aan te passen aan de vereisten van het nieuw Financieel Reglement. Zo moeten begrotingsonderdelen worden gecreëerd voor de rente op prefinancieringen, de rente op deposito's en de boeten bedoeld in de verordening tot bespoediging en verheldering van de procedure betreffende de buitensporige tekorten en andere bijdragen en restituties (toegewezen en niet toegewezen).

Gelet op de technische analyse die nodig is voor de aanpassing van de algemene staat van ontvangsten aan het nieuw Financieel Reglement, wordt voorgesteld dat de begrotingsautoriteit in het kader van deze Nota van Wijzigingen het beginsel aanvaardt, maar dat de noodzakelijke wijzigingen met behulp van een technische samenwerking tussen de instellingen en de begrotingsautoriteit zullen worden ingevoerd in de periode van nu tot de bekendmaking van de begroting 2003 in het Publicatieblad.

4.3. De referenties aan het Financieel Reglement in de toelichtingen bij de begroting

Talrijke toelichtingen bij de begroting in het deel 'uitgaven' refereren aan artikelen van het Financieel Reglement. Uiteraard moeten al deze verwijzingen afzonderlijk worden aangepast aan de structuur van het nieuw Financieel Reglement. Daar het gaat om omvangrijke maar louter technische werkzaamheden, wordt voorgesteld dat de begrotingsautoriteit in het kader van deze Nota van Wijzigingen het beginsel aanvaardt dat de eigenlijke correcties in verband met referenties aan artikelen van het nieuw Financieel Reglement via een technische samenwerking tussen de instellingen en de begrotingsautoriteit zullen worden ingevoerd in de periode van nu tot de bekendmaking van de begroting 2003 in het Publicatieblad.

4.4. De afdelingen van de communautaire begroting die betrekking hebben op de andere instellingen

De begrotingsautoriteit dient met de andere instellingen overleg te plegen over de in hun afdelingen van de communautaire begroting aan te brengen wijzigingen die overeenstemmen met de hierboven voor afdeling III (Commissie) vermelde. Ook deze werkzaamheden kunnen worden begonnen in het kader van de begrotingsprocedure en op technische niveau worden uitgevoerd in de periode van nu tot de bekendmaking van de begroting 2003 in het Publicatieblad.