Artikelen bij COM(2010)601 - Nota van wijzigingen nr. 3 bij de begroting 2011, Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding 5

2. Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen 5

2.1 Inleiding 5

2.2 Overzichtstabel 6

2.3 Uitgaven ELGF (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen) 6

2.3.1 Algemeen beeld 6

2.3.2 Specifieke opmerkingen 7

2.4 Internationale visserijovereenkomsten 9

2.5 Wijzigingen in de nomenclatuur en toelichting bij de begroting 9

3. Het Europees economisch herstelplan 9

4. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader 9

1. INLEIDING

De nota van wijzigingen nr. 3 (NvW 3) bij de ontwerp-begroting 2011 (OB 2011) heeft betrekking op:

- het bijwerken per begrotingsonderdeel van de geraamde behoeften voor landbouwuitgaven. In deze NvW wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met alle regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van de OB 2011, de herziene prognoses voor de behoefte aan bepaalde rechtstreekse betalingen, alsmede relevante voorgestelde besluiten die naar verwachting het komende begrotingsjaar hun invloed zullen doen gelden. Vastleggingskredieten/betalingskredieten worden met 346 miljoen EUR verlaagd;

- het bijwerken van de situatie betreffende de internationale visserijovereenkomsten, waarbij de vastleggingskredieten met 1 miljoen EUR worden verlaagd;

- de invoering van een nieuwe begrotingspost 32 04 14 04 - Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel - Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen.

2. INSTANDHOUDING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN

2.1 Inleiding

De nota van wijzigingen nr. 3 wordt aan de begrotingsautoriteit gezonden overeenkomstig artikel 314 van het Verdrag van Lissabon, waarin is bepaald dat "de Commissie […] de ontwerp-begroting in de loop van de procedure [kan] wijzigen totdat het in punt 5 bedoelde bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen.".

Net als de OB zelf is ook de NvW gebaseerd op de behoeften in de Gemeenschap als geheel. Het moet worden beklemtoond dat deze kredieten dienen te worden beschouwd als prognoses, en niet als streefcijfers voor de uitgaven. De werkelijke uitgaven zullen met name afhangen van de werkelijke marktomstandigheden, van de werkelijke wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar en van het tempo van de betalingen door de lidstaten. Overeenkomstig de rechtsgrondslag zal welk bedrag ook dat een lidstaat op grond van de verordeningen en met inachtneming van de maxima van het financieel kader moet betalen, volledig worden vergoed.

Omwille van de duidelijkheid en de transparantie zijn sommige toelichtingen bij de begroting geactualiseerd.

In de huidige NvW 3 worden de totale kredieten voor rubriek 2 geraamd op 59 139 miljoen EUR, waarmee deze wat de vastleggingskredieten betreft 1 199 miljoen EUR beneden het plafond van het financieel kader blijven.

De vastleggingskredieten voor landbouwuitgaven (inclusief uit hoofde van het ELGF gefinancierde veterinaire en visserijuitgaven) bedragen 43 401 miljoen EUR, een daling met 346 miljoen EUR in vergelijking met de OB 2011, grotendeels omdat de in 2010 geïnde bestemmingsontvangsten hoger waren dan verwacht en door de gunstige situatie op de landbouwmarkten. De betalingskredieten van het ELGF worden met hetzelfde bedrag verlaagd tot een totaal van 43 311 miljoen EUR.

Ten aanzien van de internationale visserijovereenkomsten wordt in de NvW een minieme aanpassing van de vastleggingskredieten met 1 miljoen EUR voorgesteld.

2.2 Overzichtstabel

OB 2011 | NvW3/2011 | Verschil |

miljoen EUR | (a) | (b) | (c)=(b)-(a) |

VK | BK | VK | BK | VK | BK |

Plafond financieel kader | 60 338 | 60 338 | 0 |

Marge | 851,8 | 1 199,0 | +347,2 |

Totaal kredieten rubriek 2 | 59 486,2 | 58 135,7 | 59 139,0 | 57 789,5 | -347,2 | -346,2 |

waarvan: |

Landbouwuitgaven (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen) | 43 747,4 | 43 656,8 | 43 401,2 | 43 310,6 | -346,2 | -346,2 |

Internationale visserij en zeerecht | 154,8 | 159,4 | 153,8 | 159,4 | -1,0 | 0,0 |

2.3 Uitgaven ELGF (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen)

2.3.1 Algemeen beeld

Met de NvW 3 wordt ernaar gestreefd de landbouwbegroting te baseren op de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van zaken op het gebied van de regelgeving. Tegen de maand september beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie (oogsten) in 2010, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een betrouwbare raming van de budgettaire behoeften in 2011 te kunnen maken.

Net als de vorige keren heeft de Commissie al haar ramingen van landbouwuitgaven per begrotingsonderdeel zorgvuldig opnieuw bezien. In deze NvW wordt niet alleen rekening gehouden met de marktfactoren, maar ook met alle regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van de OB en met voorstellen van de Commissie.

De kredieten voor het ELGF zijn met 346 miljoen EUR verlaagd. Dit komt voornamelijk door de lagere behoeften in hoofdstuk 05 02 Interventies op de landbouwmarkten (-136 miljoen EUR) en een wijziging van het niveau van de bestemmingsontvangsten van het ELGF die beschikbaar zijn in 2011. Ten eerste worden er voor een bedrag van 210 miljoen EUR in 2010 extra geïnde bestemmingsontvangsten overgeboekt van 2010 naar 2011. Ten tweede verwacht de Commissie een lichte toename van de bestemmingsontvangsten die in 2011 worden gegenereerd (+ 19 miljoen EUR), waardoor de beschikbare bestemmingsontvangsten in totaal stijgen met 229 miljoen EUR.

Als gevolg daarvan bedragen de totale vastleggingskredieten die voor door het ELGF gefinancierde landbouwuitgaven zijn gevraagd 43 401 miljoen EUR, wat minder is dan in de OB 2011 (-346 miljoen EUR), waardoor de marge onder het subplafond van het ELGF nu 1 065 miljoen EUR bedraagt. De nieuwe marge voor rubriek 2 bedraagt in totaal 1 199 miljoen EUR.

2.3.2 Specifieke opmerkingen

05 02 Interventies op de landbouwmarkten ( kredieten - 365 miljoen EUR )

Behoeften in ontwerp-begroting: 3 591 miljoen EUR

Gevraagde kredieten in ontwerp-begroting: 3 491 miljoen EUR

Geraamde in 2011 beschikbare bestemmingsontvangsten in ontwerp-begroting: 100 miljoen EUR

Behoeften na nota van wijzigingen: 3 455 miljoen EUR

Gevraagde kredieten na nota van wijzigingen: 3 155 miljoen EUR

Geraamde beschikbare bestemmingsontvangsten in 2011 na nota van wijzigingen: 300 miljoen EUR

De hypothesen die aan deze NvW 3 ten grondslag liggen, sluiten voor het merendeel van de landbouwmarkten grotendeels aan bij de beoordeling op het moment van de OB 2011 met, over het algemeen, gunstige vooruitzichten voor de meeste landbouwmarkten. De in deze NvW 3 voorgestelde wijzigingen zijn meestal technisch van aard, maar weerspiegelen ook een verbeterde marktsituatie voor twee sleutelsectoren: granen en zuivel. Daar waar de OB 2011 uitging van hogere uitgaven voor marktinterventies voor de sector granen, laat de NvW een lichte daling zien omdat de verbeterde marktvooruitzichten het mogelijk maken de openbare voorraden sneller te verminderen dan aanvankelijk werd verwacht. De positieve ontwikkeling op de zuivelmarkt die het voorstel van de Commissie voor de OB 2011 voor de sector kenmerkte, zet door en de meest recente marktsituatie duidt eveneens op lagere interventievoorraden, wat leidt tot een daling in de kredietaanvragen. De algehele behoeften voor interventiemaatregelen op de landbouwmarkten nemen af met 136 miljoen EUR in vergelijking met de OB. Voorts komt naar verwachting een aanvullend bedrag aan bestemmingsontvangsten van 200 miljoen EUR beschikbaar voor hoofdstuk 05 02. Hierna worden de belangrijkste aanpassingen kort uitgelegd. Aan het einde van dit punt staat een tabel met een volledig overzicht van de wijzigingen (op het niveau van de artikelen).

Wat de sector granen betreft, wordt verwacht dat de EU-productie voor 2010/2011, na een recordoogst in 2008/2009 en een relatief hoge productie in 2009/2010, weer een veeleer normaal niveau zal bereiken. De meest recente marktprognoses gaan uit van aanhoudend hogere prijzen, zowel op de interne markt als op de wereldmarkt. In de NvW 3 wordt voor interventiemaatregelen een vermindering met 108 miljoen EUR voorgesteld in vergelijking met de OB 2011 om de positievere ontwikkeling van de openbare voorraden van de EU te weerspiegelen. Verwacht wordt dat alle hoeveelheden die zich momenteel in openbare voorraad bevinden, op de vrije markt of in het kader van de regeling ten gunste van de meest behoeftigen zullen worden weggewerkt.

Voor de sector groenten en fruit : terwijl de behoeften na een geactualiseerde beoordeling van de mate waarin werkelijk wordt gebruikgemaakt van de maatregelen ten gunste van telersverenigingen en op grond van de stand van zaken op het gebied van uitstaande betalingen voor vorige maatregelen enigermate zijn afgenomen, zijn de voorgestelde vastleggingen aanzienlijk lager dan in de OB 2011. In feite wordt voorgesteld om voor actiefondsen van de telersverenigingen gevraagde begrotingskredieten (post 05 02 08 03) te verlagen met 226 miljoen EUR, waarvan 200 miljoen EUR is toe te schrijven aan bijgewerkte prognoses voor opbrengsten die aan die post kunnen worden toegewezen.

Er wordt voorgesteld om de kredieten voor gedroogde voedergewassen (begrotingspost 05 02 11 01) te verhogen met + 7 miljoen EUR om rekening te houden met de meest recente productiecijfers.

Voor de sector melk en zuivelproducten werd er in de OB 2011 al van uitgegaan dat de positieve marktontwikkeling die in de laatste maanden van 2009 begon, zou doorzetten. Deze positieve veronderstelling wordt vooralsnog bevestigd door de gang van zaken in 2010, waardoor er geen grote wijziging is ten opzichte van de OB 2011. Desalniettemin geven geactualiseerde prognoses aan dat de openbare voorraden van boter en mageremelkpoeder forser zullen dalen dan aanvankelijk werd verwacht. Er wordt voorgesteld om de kredieten voor interventiemaatregelen voor mageremelkpoeder (begrotingspost 05 02 12 02) en voor boter en room (begrotingspost 05 02 12 04) te verlagen met respectievelijk 11 miljoen EUR en 3 miljoen EUR in vergelijking met de OB 2011.

Er wordt voorgesteld de kredieten voor de rundvleessector te verhogen met 11 miljoen EUR. De belangrijkste reden hiervoor is dat blijkens de laatste beschikbare cijfers over de afgifte van uitvoercertificaten, de uitgaven met betrekking tot uitvoerrestituties voor vlees (+ 8 miljoen EUR) en levende dieren (+ 2 miljoen EUR) zullen stijgen. Voorts is er enige aanvullende behoefte (+ 1 miljoen EUR) om uitstaande betalingen met betrekking tot buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt (oude BSE-maatregelen) te voldoen.

Voor artikel 05 02 15 ( Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten ) wordt in de NvW een verlaging van de kredieten met 7 miljoen EUR voorgesteld in vergelijking met OB 2011. Deze verlaging is het nettoresultaat van de aanvullende behoeften voor producten van de bijenteelt (+ 8 miljoen EUR), waarover de Commissie onlangs een besluit heeft vastgesteld, voor uitvoerrestituties voor varkensvlees (+ 3 miljoen EUR) die verband houden met uitstaande betalingen voor reeds afgegeven certificaten, alsook voor uitvoerrestituties voor eieren (+ 1 miljoen EUR), zoals die blijken uit geactualiseerde marktprognoses. Gelet op de laatste marktinformatie kunnen de kredieten voor uitvoerrestituties voor pluimvee evenwel worden verlaagd (-19 miljoen).

05 03 Rechtstreekse steun ( kredieten + 19 miljoen EUR )

Behoeften in ontwerp-begroting: 40 499 miljoen EUR

Gevraagde kredieten in ontwerp-begroting: 39 911 miljoen EUR

Geraamde in 2011 beschikbare bestemmingsontvangsten in ontwerp-begroting: 588 miljoen EUR

Behoeften na nota van wijzigingen: 40 518 miljoen EUR

Gevraagde kredieten na nota van wijzigingen: 39 901 miljoen EUR

Geraamde beschikbare bestemmingsontvangsten in 2011 na nota van wijzigingen: 617 miljoen EUR

De kredieten voor dit hoofdstuk worden met 19 miljoen EUR verhoogd. Deze wijziging is grotendeels te verklaren door een herziene raming van de behoeften voor de bedrijfstoeslagregeling (BTR) in Spanje. De meeste andere wijzigingen komen voort uit elkaar opheffende verschuivingen tussen begrotingsonderdelen binnen het hoofdstuk, waarvan het merendeel in verband met specifieke steunmaatregelen.

Wijzigingen op artikelniveau

Code | Begrotingsonderdeel | OB | NvW | Verschil | Opmerkingen |

(in miljoen EUR) | (in miljoen EUR) | (in miljoen EUR) |

Interventies op de landbouwmarkten |

05 02 01 | Granen | 126,1 | 18,1 | -108,0 | Minder behoefte aan interventiemaatregelen door bijgestelde marktprognoses die leiden tot lagere interventievoorraden. |

05 02 08 | Groenten en fruit | Lagere behoeften als gevolg van een analyse van de werkelijke vraag naar operationele middelen voor telersverenigingen (- 26 miljoen EUR), iets hogere uitgaven voor nog betaalbaar te stellen vastleggingen van vorige maatregelen (+ 1,8 miljoen EUR) en de hogere opbrengsten die worden toegekend aan post 05 02 08 03 Actiefondsen van de telersverenigingen (+ 200 miljoen EUR). |

--- Kredieten | 915,3 | 691,1 | -224,2 |

--- Behoeften | 1 015,3 | 991,1 | -24,2 |

05 02 09 | Producten van de wijnbouwsector | 1 145,7 | 1 143,7 | -2,0 | Geringe afname van de behoeften naar aanleiding van bijgestelde informatie over de opslag van alcohol |

05 02 11 | Overige plantaardige producten/Overige maatregelen | 380,9 | 388,9 | +8,0 | Aanvullende behoeften met betrekking tot gedroogde voedergewassen (+ 7 miljoen EUR) op basis van de laatste productiecijfers en voor POSEI-maatregelen (+ 1 miljoen EUR) naar aanleiding van een herziening van het deel marktmaatregelen en het deel rechtstreekse steun. |

05 02 12 | Melk en zuivelproducten | 104,0 | 90,0 | -14,0 | Minder behoeften voor interventiemaatregelen voor boter (- 3 miljoen EUR) en mageremelkpoeder (- 11 miljoen EUR) naar aanleiding van bijgestelde marktprognoses die leiden tot lagere interventievoorraden. |

05 02 13 | Rundvlees | 24,1 | 35,1 | +11,0 | Hogere behoeften voor uitvoerrestituties voor rundvlees (+ 8 miljoen EUR) en voor levende dieren (+ 2 miljoen EUR) op basis van de laatste cijfers over de afgifte van uitvoercertificaten alsook een kleine toename om nog betaalbaar te stellen vastleggingen die verband houden met uitzonderlijke steunmaatregelen te voldoen (+ 1 miljoen EUR). |

05 02 15 | Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten | 124,0 | 117,0 | -7,0 | Hogere behoeften voor maatregelen ten gunste van de bijenteelt (+ 8 miljoen EUR), uitstaande betalingen voor exportrestituties voor varkensvlees (+ 3 miljoen EUR) en uitvoerrestituties voor eieren (+ 1 miljoen EUR); lagere behoeften voor exportrestituties voor pluimvee (-19 miljoen EUR). |

Rechtstreekse steun |

05 03 01 | Ontkoppelde rechtstreekse steun | Voor de bedrijfstoeslagregeling (BTR) wijzigen de behoeften met – 3 miljoen EUR vanwege een verlaging voor het VK (verschuiving naar artikel 05 03 02 36 – specifieke soort landbouw) en een verhoging voor Spanje (wijziging in de hypothese van onderbesteding). De regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB) daalt met - 31 miljoen EUR vanwege verschuivingen met betrekking tot Hongarije (naar artikel 05 03 01 05 – Specifieke steun op grond van artikel 68) en Slowakije (naar artikel 05 03 01 03 – Betaling voor suiker). Voorts is er een wijziging van de bestemmingsontvangsten voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) van 29 miljoen EUR |

--- Kredieten | 36 489,0 | 36 454,0 | -35,0 |

--- Behoeften | 37 077,0 | 37 071,0 | -6,0 |

05 03 02 | Overige vormen van rechtstreekse steun | 3 422,0 | 3 447,0 | +25,0 | Kleine wijzigingen, die leiden tot verhogingen en verlagingen, zijn toe te schrijven aan: - verschuivingen tussen onderdelen: 05 03 02 36 (Specifieke soort landbouw) en 05 03 02 44 (Specifieke steun - artikel 68). - Wijziging in de hypothese van onderbesteding: 05 03 02 05 (Zaaizaad): 05 03 02 39 (Extra bedragen voor suiker); 05 03 02 43 (Toeslag voor zacht fruit). - POSEI-onderdelen (05 03 02 - 50 en 05 03 02 52) worden gewijzigd om rekening te houden met nieuwe gegevens uit de door de lidstaten ingediende plannen. |

2.4 Internationale visserijovereenkomsten

De Commissie heeft de meest recente beschikbare informatie over visserijovereenkomsten onderzocht en stelt voor de vastleggingskredieten voor begrotingsartikel 11 03 01 met 1 miljoen EUR te verlagen (herziene ramingen voor aanvullende vangsten).

2.5 Wijzigingen in de nomenclatuur en toelichting bij de begroting

Voor de volgende hoofdstukken, artikelen en posten is de toelichting bij de begroting gewijzigd (toelichting tussen haken):

Hoofdstuk 05 02 – Interventies op de landbouwmarkten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Artikel 05 - 02 16 01 – Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie (cijfers voor bestemmingsontvangsten) Hoofdstuk 05 03 – Rechtstreekse steun (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 7 0 1 – Goedkeuring van de ELGF-rekeningen – Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 7 0 2 – Onregelmatigheden in het kader van het ELGF – Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 7 0 3 – Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

Post 6 8 0 1 – Tijdelijke herstructureringsheffing – Bestemmingsontvangsten (cijfers voor bestemmingsontvangsten)

3. HET EUROPEES ECONOMISCH HERSTELPLAN

In mei 2010 heeft de Commissie voorgesteld Verordening (EG) nr. 663/2009 te wijzigen om de niet-vastgelegde middelen overeenkomstig hoofdstuk II van de EEPR-verordening te gebruiken voor de totstandbrenging van een specifiek financieringsinstrument ter ondersteuning van initiatieven op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

De financieringsregeling moet dienen ter ondersteuning van rendabele projecten op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie en ter bevordering van de financiering van investeringen op dat gebied, met name in stedelijke omgevingen. Om een groot aantal gespreide investeringen aan te moedigen, zijn de begunstigden gemeentelijke, lokale en regionale autoriteiten. Overeenkomstig de EEPR-verordening blijft de regeling beperkt tot de financiering van maatregelen met een snelle, meetbare en substantiële impact op het economische herstel in de EU, een hogere energiezekerheid en de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

Dit voorstel is volledig in overeenstemming met de in overweging 7 van de EEPR-verordening bedoelde verklaring van de Commissie, waarin zij haar voornemen kenbaar maakt om maatregelen voor te stellen die het mogelijk maken niet-vastgelegde middelen te herbestemmen voor de financiering van projecten op het gebied van energie-efficiëntie en energie uit hernieuwbare bronnen.

De voorgestelde wijzigingsverordening is thans in behandeling bij het Europees Parlement en de Raad.

Gelet op het voorgaande stelt de Commissie voor een nieuwe begrotingspost 32 04 14 04 – 'Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel - energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen' in te voeren. De begrotingspost wordt ingevoerd onder de nieuwe titel 32 'Energie'. In gewijzigde begroting nr. 10/2010 wordt voorgesteld dezelfde begrotingspost onder titel 6 'Energie en vervoer' in te voeren als begrotingsonderdeel 06 04 14 04.

4. OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader 2010 Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2011 | Ontwerp-begroting 2011 + NvW 1-2/2011 | NvW 3/2011 | Ontwerp-begroting 2011 + NvW 1-3/2011 |

|VK |BK |VK |BK |VK |BK |VK |BK | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid |12 987 000 000 | |13 438 076 270 |12 110 938 170 | | |13 438 076 270 |12 110 938 170 | |1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid |50 987 000 000 | |50 970 093 784 |42 540 796 740 | | |50 970 093 784 |42 540 796 740 | | Totaal | 63 974 000 000 | |64 408 170 054 |54 651 734 910 | | |64 408 170 054 |54 651 734 910 | | Marge

| | |65 829 946 | | | |65 829 946 | | | 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN waarvan: | | | | | | | | | |marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |47 617 000 000 | |43 747 401 900 |43 656 761 358 |-346 200 000 |-346 200 000 |43 401 201 900 |43 310 561 358 | | Totaal | 60 338 000 000 | |59 486 248 389 |58 135 685 296 |-347 200 000 |-346 200 000 |59 139 048 389 |57 789 485 296 | | Marge | | |851 751 611 | | | |1 198 351 611 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | |3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |1 206 000 000 | |1 135 252 740 |853 125 740 | | |1 135 804 740 |853 125 740 | |3b. Burgerschap |683 000 000 | |667 817 000 |638 979 000 | | |667 817 000 |638 979 000 | | Totaal | 1 889 000 000 | |1 803 069 740 |1 492 104 740 | | |1 803 621 740 |1 492 104 740 | | Marge | | |85 378 260 | | | |85 378 260 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER |8 430 000 000 | | 8 613 529 377 |7 601 763 867 | | | 8 613 529 377 |7 601 763 867 | | Marge | | | 70 330 623 | | | | 70 330 623 | | | 5. ADMINISTRATIE |8 334 000 000 | |8 289 835 688 |8 290 890 688 | | |8 289 835 688 |8 290 890 688 | | Marge | | | 126 164 312 | | | | 126 164 312 | | | TOTAAL | 142 965 000 000 |134 280 000 000 |142 601 405 248 |130 172 179 501 |-347 200 000 |-346 200 000 |142 254 205 248 |129 825 979 501 | | Marge | | |1 199 454 752 |4 392 820 499 | | |1 546 654 752 |4 739 020 499 | |

PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

SEC(2010) 1064.

SEC(2010) 1199.

Uitgaven van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF), inclusief 30 miljoen EUR onder titel 11 Visserij en maritieme zaken en 342,9 miljoen EUR onder titel 17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming.

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500 miljoen EUR).

De marge voor 2011 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (253,9 miljoen EUR).

Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 82 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.