Artikelen bij COM(1998)783 - Advies van de Commissie over het ontwerp-besluit van de Raad tot vaststelling van het Statuut van het Economisch en Financieel Comité

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN


Brussel, 18.12.1998 COM(1998) 783 def.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AANDERAAD

Advies van de Commissie over het ontwerp-besluit van de Raad tot vaststelling van het Statuut van het Economisch en Financieel Comite

Mededeling van de Commissie aan de Raad

Advies van de Commissie over het ontwerp-besluit van de Raad tot vaststelling van het Statuut van het Economisch en Financieel Comite

Overeenkomstig artikel 153 van het Verdrag stelt de Raad, na advies van de Commissie, het Statuut van het Economische en Financieel Comite vast.

Over het geheel genomen is de Commissie van mening dat het ontwerp-statuut een adequaat geheel van regels bevat voor de werking van het Economisch en Financieel Comite in de derde fase van de EMU. Zij weerspiegelen de verschillende taken en verantwoordelijkheden van het EFC in vergelijking met de bestaande taken van het Monetair Comite. Daamaast wil het ontwerp-statuut tegemoet komen aan een .groot aantal van de pijnpimten die aan de orde zijn gesteld in het verslag van het Europees Parlement1 over het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad houdende nadere bepalingen betreffende de samenstelling van het EFC.

In artikel 4 van het Statuut wordt bepaald dat leden van de Commissie, de ECB en de nationale centrale banken niet deelnemen aan stemmingen over vraagstukken waarover de Raad wellicht vervolgens een besluit neemt. Deze formulering legt de nadruk op de collegiale aard van het Comite, waarin stemmingen eerder uitzondering dan regel zijn. Tevens is aldus een gelijke status van de leden van het Comite verzekerd, terwijl toch wordt erkend dat leden van de nationale overheden bijzondere verantwoordelijkheid dragen in aangelegenheden waarover de Raad besluiten neemt.

De Commissie is van mening dat de volgende wijzigingen in het ontwerp-statuut moeten worden aangebracht:

• in artikel 2 dient "bovendien" te worden vervangen door "onder andere". Het woord "bovendien" suggereert namelijk dat de in artikel 2 vermelde taken een aanvulling vormen op de taken die worden bedoeld in artikel 1 van het besluit, dat naar het Verdrag verwijst. Het Comite mag niet worden belast met taken naast die welke in het Verdrag worden vermeld. De term "onder andere" maakt duidelijk dat in artikel 2 nader wordt ingegaan op een aantal van de taken van het EFC.

Artikel 2, tweede streepje, dient nader te worden toegelicht om recht te doen wedervaren aan de rol van de Europese Commissie, zoals beschreven in de resolutie van de Europese Raad van Luxemburg van 13 december 1997 betreffende de coordinatie van het economisch beleid in de derde fase van de EMU, en betreffende de artikelen 109 en 109 B van het Verdrag. Hiertoe dient de volgende overweging te worden toegevoegd: "Overwegende dat in de resolutie van de Europese Raad van Luxemburg van 13 december 1997 betreffende de coordinatie van het economisch

beleid in de derde fase van de EMU, en betreffende de artikelen 109 en 109 B van het Verdrag, staat dat de Commissie de Raad analyses moet verstrekken, en het Economisch en Financieel Comite de werkzaamheden van de Raad moet voorbereiden met betrekking tot het toezicht op de ontwikkeling van de wisselkoers van de euro".

de stemregels in artikel 4 zouden kunnen worden verduidelijkt. De voorlopige versie luidt: "indien om stemming wordt gevraagd, worden adviezen, verslagen of mededelingen vastgesteld door een meerderheid van de leden". Deze regel is onduidelijk omdat er 34 leden zijn in het EFC, zodat 18 stemmen nodig zijn om een meerderheid te vormen. Doch, aangezien in de meeste gevallen alleen de 15 leden van de nationale overheden zullen deelnemen aan de stemming zullen 8 stemmen in dit geval een meerderheid vormen. Daarom werd voorgesteld dat de eerste zin van Artikel 4 naar het einde van het Artikel wordt verplaatst en dat het als volgt wordt veranderd: "indien om stemming wordt gevraagd, worden adviezen, verslagen of mededelingen vastgesteld door een meerderheid van de stemserechtiede leden".

de laatste zin van artikel 5 moet worden geschrapt. De plaatsvervanger van de voorzitter kan geen lid van het Comity worden, zelfs niet op tijdelijke basis. De voorzitter is nog steeds lid van het Comitd als hij voorzitter wordt. Indien zijn plaatsvervanger tijdelijk lid zou worden, zou de lidstaat in kwestie drie leden in het Comite hebben, hetgeen in strijd is met het in artikel 109 C, lid 2, van het Verdrag voorgeschreven maximum van twee leden per lidstaat. De Commissie geeft toe dat de voorzitter de taken van gewone leden van nationale overheden aan zijn plaatsvervanger moet kunnen delegeren om zijn voorzitterstaken te kunnen vervullen. Dit resultaat kan worden bereikt door artikel 7 van het Statuut te wijzigen zoals hieronder voorgesteld;

De tweede zin van artikel 7 moet als volgt worden gelezen: "Zij nemen niet aan de stemmingen deel. Tenzij het Comite anderszins besluit, nemen zij geen deel aan de discussies". Deze wijziging heeft twee voordelen. Ten eerste kunnen plaatsvervangers worden uitgenodigd om het woord te voeren, bijvoorbeeld de voorzitter van de plaatsvervangers zou kunnen worden verzocht het Comite verslag uit te brengen over de discussies van de plaatsvervangers. Ten tweede zou het probleem van artikel 5 geregeld zijn als de plaatsvervangers in de gelegenheid worden gesteld het woord te voeren. Het Comite zou als algemene regel de plaatsvervanger van de voorzitter kunnen toestaan deel te nemen aan de besprekingen, zodat de voorzitter de handen vrij zou houden om de vergadering efficient te leiden;

Een nieuw artikel 10 bis dient te worden toegevoegd om rekening te houden met punt 16 van de resolutie van het Europees Parlement, waarin de voorzitter van het EFC wordt verzocht voor de bevoegde commissie van het Parlement te verschijnen. Het zou als volgt kunnen luiden: "De voorzitter van het Comite is verantwoordelijk voor het onderhouden van de betrekkingen van het Comite met het Europees Parlement".

In artikel 12 moet de zin "De secretaris en het secretariaatspersoneel handelen op instructie van het Comite" worden geschrapt. Dit is omdat de secretaris en het secretariaatspersoneel Commissieambtenaren zullen zijn, en het personeelsstatuut ambtenaren van de Commissie verbiedt instructies van exteme lichamen te aanvaarden. Deze zin is overbodig omdat in de eerste zin staat dat het Comit6 wordt bijgestaan door een secretarial onder leiding van een secretaris.

ISSN 0254-1513

COM(98) 783 def.
DOCUMENTEN

NL

01 09 06 10

Catalogusnummer : CB-CO-98-788-NL-C

Bureau voor officiele publikaties der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg

5*

1

   A4-0264/98 van 1 juli 1998: Rapporteur: Mevrouw Pervenche Ber&s.