Artikelen bij COM(2005)276-2 - Versterking van het strafrechtelijk kader om schendingen van de intellectuele eigendom te bestrijden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Doel en toepassingsgebied

Bij deze richtlijn worden de strafrechtelijke maatregelen vastgesteld die noodzakelijk zijn om de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen.

Deze maatregelen hebben betrekking op de intellectuele-eigendomsrechten die zijn neergelegd in de Gemeenschapswetgeving en/of in de nationale wetgevingen van de lidstaten.

Artikel 2 - Definitie

Voor deze richtlijn wordt onder 'rechtspersoon' verstaan, elke juridische entiteit die uit hoofde van het toepasselijke nationale recht deze rechtstoestand heeft, behalve staten of andere openbare instellingen die in het kader van de uitoefening van hun publiekrechtelijke prerogatieven optreden, alsmede internationale publiekrechtelijke organisaties.

Artikel 3 - Inbreuken

De lidstaten zorgen ervoor dat elke op commerciële schaal gepleegde opzettelijke inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht, alsmede de poging tot, de medeplichtigheid aan en het aanzetten tot een dergelijke inbreuk als strafbaar feit wordt gekwalificeerd.

Artikel 4 - Sancties

1. De lidstaten leggen de volgende sancties op voor de in artikel 3 bedoelde inbreuken:

a) wat betreft natuurlijke personen, gevangenisstraffen;

b) wat betreft natuurlijke personen en rechtspersonen:

i) boetes;

ii) confiscatie van het goed, de werktuigen en de producten die afkomstig zijn van de inbreuken, of van goederen waarvan de waarde met deze producten overeenkomt.

2. De lidstaten bepalen dat de volgende sancties in passende gevallen ook van toepassing zijn op de in artikel 3 bedoelde inbreuken:

a) vernietiging van de goederen die inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht;

b) gehele of gedeeltelijke, definitieve of tijdelijke sluiting van de vestiging die voornamelijk voor het plegen van de desbetreffende inbreuk is gebruikt;

c) een permanent of tijdelijk verbod op de uitoefening van commerciële activiteiten;

d) plaatsing onder gerechtelijk toezicht;

e) gerechtelijke ontbinding;

f) een verbod op toegang tot bijstand en subsidies van de overheid;

g) openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 5 - Omzetting

1. De lidstaten doen de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op..... [achttien maanden na de datum van goedkeuring van deze richtlijn] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.