Artikelen bij COM(2009)22 - VoorGewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2009 - Staat van uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


1. Inleiding 4

2. Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU 4

2.1. Roemenië: overstromingen 4

2.2. Financiering 5

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van uitgaven per afdeling worden afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van uitgaven per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

1. Inleiding

Dit voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) nr. 1 voor 2009 heeft betrekking op de volgende punten:

- beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor een bedrag van 11,8 miljoen euro in vastleggings- en betalingskredieten voor de gevolgen van de overstromingen in Roemenië;

- een dienovereenkomstige verlaging van de betalingskredieten met 11,8 miljoen euro van begrotingsonderdeel 13 03 16 (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) – Convergentie).

2. Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

2.1. Roemenië: overstromingen

In juli 2008 werd een vrij aanzienlijk deel van Roemenië getroffen door hevige regenval, die ernstige overstromingen en aardverschuivingen teweegbracht. Binnen de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad gestelde termijn van tien weken dienden de Roemeense autoriteiten een verzoek om financiële hulpverlening van het Solidariteitsfonds in.

De Commissie heeft het verzoek grondig getoetst aan Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad, en met name aan de artikelen 2, 3 en 4 daarvan. De belangrijkste punten van de beoordeling kunnen als volgt worden samengevat:

1. Het verzoek werd bij de Commissie ingediend op 1 oktober 2008, binnen de termijn van tien weken na de vaststelling van de eerste schade op 24 juli 2008.

2. De ramp is een natuurramp. De Roemeense autoriteiten hebben de totale directe schade geraamd op 471,4 miljoen euro. Dit bedrag stemt overeen met ongeveer 83 % van de normale drempel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds die voor Roemenië van toepassing is, namelijk 566,8 miljoen euro (dat wil zeggen 0,6 % van het BNI van Roemenië). De totale directe schade dient als basis voor de berekening van het bedrag van de financiële steun. De financiële steun mag alleen worden gebruikt voor noodacties inzake eerste levensbehoeften zoals gedefinieerd in artikel 3 van de verordening.

3. Omdat de totale schade onder de normale drempel blijft, is de aanvraag gebaseerd op het criterium van de zogenaamde buitengewone regionale ramp dat is neergelegd in artikel 2, lid 2, laatste alinea, van Verordening (EG) nr. 2012/2002, waarin de voorwaarden worden beschreven waaronder „in uitzonderlijke gevallen” een beroep op het Solidariteitsfonds kan worden gedaan. Volgens dit criterium kan een regio die is getroffen door een buitengewone ramp, vooral een natuurramp, welke het grootste deel van de bevolking treft en ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio heeft, uitzonderlijk steun uit het Fonds krijgen.

4. Het verzoek bestrijkt vijf districten (Maramures, Suceava, Botosani, Iasi, Neamt) in het noordoostelijke deel van Roemenië. De getroffen regio is een aaneengesloten en samenhangend gebied met een totale bevolking van meer dan 3 miljoen inwoners. Volgens de Roemeense autoriteiten is het grootste deel van de bevolking in deze regio getroffen. 241 gemeenten met een totale bevolking van 1,6 miljoen inwoners werden rechtstreeks door de ramp getroffen: huizen van particulieren en landbouwoogsten werden geheel of gedeeltelijk vernield.

5. De Roemeense autoriteiten hebben bewijsmateriaal overgelegd dat de ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de economische stabiliteit van de getroffen regio aantoont. De basisinfrastructuur, de land- en bosbouw, de veestapel en de woningen van particulieren hebben ernstige schade geleden. De economie in de getroffen regio hangt in grote mate van de landbouwsector af en 39 214 ha landbouwgrond en 240 ha bos werden overstroomd. Naar verwachting zal er in de getroffen gebieden tot in 2009 geen landbouwproductie mogelijk zijn. Daarnaast werd de basisinfrastructuur ernstig beschadigd: in totaal werden 1 949 km wegen overstroomd en werden 2 000 bruggen en ongeveer 87,6 km oevers en dammen ernstig beschadigd. Doordat de wegen aan de staatsgrens van Roemenië met Moldavië en Oekraïne werden overstroomd, is de economische uitwisseling tussen Roemenië en de landen in het noordelijke en noordoostelijke deel van Europa ernstig getroffen. De ramp heeft langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden in de getroffen regio teweeggebracht. Ongeveer 14 644 woningen zijn vernield, de basisinfrastructuur op het gebied van water en energie is langdurig onbeschikbaar en de vervoersinfrastructuur is ernstig beschadigd, waardoor ongeveer 100 gemeenten volledig geïsoleerd zijn.

6. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 in aanmerking worden genomen, zijn - opgesplitst volgens het soort actie - door de Roemeense autoriteiten op 390,8 miljoen euro geraamd. Het grootste deel van de acties betreft het onmiddellijke herstel van de vervoers- en waterinfrastructuur en de onmiddellijke veiligstelling van preventieve infrastructuur om overstromingen tegen te gaan. In de uitvoeringsovereenkomst zullen de categorieën maatregelen die uit het Fonds worden gefinancierd, duidelijk worden omschreven.

7. De Roemeense autoriteiten voerden aan dat er op het ogenblik van het verzoek geen middelen uit andere communautaire financieringsbronnen werden ontvangen.

8. De Roemeense autoriteiten verklaarden ook dat de in aanmerking komende schade niet door verzekeringen wordt gedekt.

Om de hierboven uiteengezette redenen wordt daarom voorgesteld het verzoek van Roemenië in verband met de overstromingen in juli 2008 als een „buitengewone regionale ramp” te aanvaarden en een beroep op het Solidariteitsfonds toe te staan.

2.2. Financiering

De totale jaarlijkse begroting voor het Solidariteitsfonds bedraagt 1 miljard euro. Aangezien solidariteit de belangrijkste rechtvaardiging voor de oprichting van het Fonds was, is de Commissie van mening dat de steun uit het Fonds progressief moet zijn. Dit betekent, gelet op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel overstijgt (0,6 % van het BNI of 3 miljard euro in prijzen van 2002, indien dit bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote rampen vastgesteld op 2,5 % van de totale directe schade onder de drempel en 6 % van de schade boven de drempel. Voor buitengewone regionale rampen geldt 2,5 % van de totale directe schade als norm. De methode voor het berekenen van de steun uit het Solidariteitsfonds werd beschreven in het jaarverslag over het Solidariteitsfonds 2002-2003 en is goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement.

Voor dit geval wordt voorgesteld dezelfde percentages toe te passen en de volgende steunbedragen toe te wijzen:

(EUR) |

Directe schade | Drempel | Bedrag op basis van 2,5 % | Bedrag op basis van 6 % | Totaal voorgesteld steunbedrag |

Overstromingen Roemenië | 471 415 101 | 566 845 000 | 11 785 377 | - | 11 785 377 |

Na deze steunverlening blijft ten minste 25 % van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar om de behoeften tot het einde van het begrotingsjaar te dekken, zoals voorgeschreven door artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002.

In deze vroege fase van het begrotingsjaar is het moeilijk om juist te voorspellen waar herschikking mogelijk is. Om te voorkomen dat er behoefte aan verse betalingskredieten ontstaat, wordt echter voorgesteld dat een bedrag van 11,8 miljoen euro van begrotingslijn 13 03 16 (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) – Convergentie) wordt overgeboekt naar begrotingsonderdeel 13 06 01 om de overeenstemmende behoeften in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU te dekken. In de loop van het begrotingsjaar zal er nauw worden toegezien op de uitvoering van begrotingsonderdeel 13 03 16.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2009 | Begroting 2009 | VOGB 1/2009 | Begroting 2009 + VOGB 1/2009 |

|VK |BK |VK |BK |VK |BK |VK |BK | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid |11 272 000 000 | |11 768 997 000 |11 024 385 513 | | |11 768 997 000 |11 024 385 513 | |1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid |48 428 000 000 | |48 426 884 669 |34 975 134 166 | |-11 785 377 |48 426 884 669 |34 963 348 789 | | Totaal | 59 700 000 000 | |60 195 881 669 | 45 999 519 679 | |-11 785 377 | 60 195 881 669 | 45 987 734 302 | | Marge | | |4 118 331 | | | |4 118 331 | | | 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN | | | | | | | | | | waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |46 679 000 000 | |41 131 356 325 |41 083 823 325 | | |41 131 356 325 |41 083 823 325 | | Totaal | 59 639 000 000 | |56 121 437 011 | 52 566 129 680 | | |56 121 437 011 | 52 566 129 680 | | Marge | | |3 517 562 989 | | | |3 517 562 989 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | | 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |872 000 000 | |863 925 000 |617 440 000 | | |863 925 000 |617 440 000 | |3b. Burgerschap |651 000 000 | |650 963 000 |678 960 000 |+11 785 377 |+11 785 377 |662 748 377 |690 745 377 | | Totaal | 1 523 000 000 | |1 514 888 000 | 1 296 400 000 | +11 785 377 | +11 785 377 | 1 526 673 377 | 1 308 185 377 | | Marge

| | |8 112 000 | | | |8 112 000 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER |7 440 000 000 | | 8 103 930 360 | 8 324 169 158 | | | 8 103 930 360 | 8 324 169 158 | | Marge | | | -419 930 360 | | | | -419 930 360 | | | 5. ADMINISTRATIE |7 699 000 000 | |7 700 730 900 | 7 700 730 900 | | |7 700 730 900 | 7 700 730 900 | | Marge | | | 76 269 100 | | | | 76 269 100 | | | 6. COMPENSATIES | 210 000 000 | |209 112 912 | 209 112 912 | | |209 112 912 | 209 112 912 | | Marge | | | 887 088 | | | | 887 088 | | | TOTAAL | 136 211 000 000 | 123 858 000 000 | 133 845 980 852 | 116 096 062 329 | +11 785 377 | 0 |133 857 766 229 | 116 096 062 329 | | Marge | | |3 187 019 148 |8 083 937 671 | | |3 187 019 148 |8 083 937 671 | |

PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9.

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a.

Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

De marge voor 2009 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp of de beschikbaarstelling van het flexibiliteitsinstrument.

Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 78 miljoen euro aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.