Artikelen bij COM(2000)351 - Uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de EU, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nrs. 1763/1999 en 6/2000 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2000)351 - Uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het ... |
---|---|
document | COM(2000)351 |
datum | 18 september 2000 |
Inhoudsopgave
- Artikel 1 - Preferentiële regelingen
- Artikel 2 - Voorwaarden voor preferentiële regelingen
- Artikel 3 - Beperkte concessies voor bepaalde textielproducten
- Artikel 4 - Landbouwproducten - tariefcontingenten
- Artikel 5 - Tariefcontingenten voor aluminiumproducten van oorsprong uit de Federale Republiek Joegoslavië
- Artikel 6 - Toepassing van de tariefcontingenten voor baby-beef
- Artikel 7 - Beheer van de tariefcontingenten
- Artikel 8 - Toegang tot de tariefcontingenten
- Artikel 9 - Verlening van bevoegdheden
- Artikel 10 - Beheerscomité
- Artikel 11 - Samenwerking
- Artikel 12 - Tijdelijke schorsing
- Artikel 13
- Artikel 14 - Intrekkingen
- Artikel 15 - Aanvankelijke toepassing naar verhouding
- Artikel 16 - Overgangsmaatregelen
- Artikel 17 - Inwerkingtreding
Artikel 1 - Preferentiële regelingen
2. Voor de invoer van wijn van oorsprong uit de Republiek Slovenië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gelden de in artikel 4 vastgestelde concessies.
3. Voor bepaalde industrieproducten van oorsprong uit de Federale Republiek Joegoslavië gelden de in artikel 5 vastgestelde concessies.
Artikel 2 - Voorwaarden voor preferentiële regelingen
(a) de bepalingen betreffende de oorsprong in titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden inachtgenomen, en
(b) de in dit artikel genoemde landen en gebieden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking dan wel nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking vaststellen voor de invoer van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, noch de bestaande douanerechten of heffingen verhogen dan wel andere beperkingen invoeren.
2. Voor Albanië, Bosnië-Herzegovina en Kroatië is het recht op de in artikel 1 vastgestelde preferenties eveneens afhankelijk van de bereidheid van deze landen tot daadwerkelijke economische hervormingen en regionale samenwerking met andere landen die bij het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie betrokken zijn, met name door de totstandbrenging van vrijhandelzones in overeenstemming met artikel XXIV van de GATT-overeenkomst van 1994 en andere toepasselijke WTO-bepalingen.
Bij niet-naleving hiervan kan de Raad bij gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de Commissie passende maatregelen nemen.
Artikel 3 - Beperkte concessies voor bepaalde textielproducten
2. Voor wederinvoer na passieve veredeling, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3036/94 van de Raad wordt wanneer producten van oorsprong uit de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening genoemde landen of gebieden zijn, de vrijstelling van douanerechten beperkt tot de in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 517/94 vastgestelde jaarlijkse hoeveelheden van de Gemeenschap.
PB L 322 van 15.12.1994, blz. 1.
Artikel 4 - Landbouwproducten - tariefcontingenten
2. De bij invoer van de in bijlage II vermelde producten van de categorie 'baby beef' van oorsprong uit de in artikel 1, lid 1, genoemde landen en gebieden toepasselijke douanerechten bedragen 20% van het ad-valoremrecht en 20% van het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde specifieke recht, binnen een jaarlijks tariefcontingent van 10 900 ton geslacht gewicht.
Het tariefcontingent van 10 900 ton wordt als volgt over de begunstigde republieken verdeeld:
a) 1 500 ton geslacht gewicht voor producten van de categorie 'baby beef' van oorsprong uit Bosnië-Herzegovina;
b) 9 400 ton geslacht gewicht voor producten van de categorie 'baby beef' van oorsprong uit Kroatië.
Voor de invoer in de Gemeenschap van de in bijlage II omschreven producten van de categorie 'baby beef' van oorsprong uit Albanië en Kosovo, gelden geen tariefconcessies.
Verzoeken om invoer binnen deze contingenten moeten vergezeld gaan van een door de bevoegde instanties van het land van uitvoer afgegeven certificaat van echtheid, waarin wordt verklaard dat de goederen van oorsprong zijn uit het betrokken land of gebied en aan de omschrijving in bijlage II voldoen. Dit certificaat wordt volgens de in artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad vastgestelde procedure door de Commissie vastgesteld.
PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.
Artikel 5 - Tariefcontingenten voor aluminiumproducten van oorsprong uit de Federale Republiek Joegoslavië
Artikel 6 - Toepassing van de tariefcontingenten voor baby-beef
Artikel 7 - Beheer van de tariefcontingenten
De verbindingen die daartoe tussen de lidstaten en de Commissie bestaan, geschieden zoveel mogelijk door middel van een telematicaverbinding.
Artikel 8 - Toegang tot de tariefcontingenten
Artikel 9 - Verlening van bevoegdheden
a) wijzigingen en technische aanpassingen naar aanleiding van wijzigingen in de codes van de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-onderverdelingen,
b) de nodige aanpassingen als gevolg van de sluiting van andere overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de in artikel 1 genoemde landen en gebieden,
Artikel 10 - Beheerscomité
PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van artikel 7, van dat besluit van toepassing.
3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op een maand vastgesteld.
Artikel 11 - Samenwerking
Artikel 12 - Tijdelijke schorsing
a) het Comité heeft ingelicht;
b) de lidstaten ertoe heeft opgeroepen de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de financiële belangen van de Gemeenschap veilig te stellen en/of de begunstigde landen en gebieden ertoe te brengen artikel 2, lid 1, na te leven;
c) in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen een bericht heeft bekendgemaakt waarin wordt medegedeeld dat er gegronde twijfel bestaat over de toepassing van de preferentiële regelingen en/of de naleving van de bepalingen in artikel 2, lid 1, van deze verordening door het betrokken begunstigde land of gebied, waardoor twijfel wordt opgeroepen over het recht van dit land of gebied verder voor de voordelen van deze verordening in aanmerking te komen.
2. Een lidstaat kan het besluit van de Commissie binnen tien dagen naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen dertig dagen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.
3. Aan het einde van de schorsingsperiode besluit de Commissie, na overleg met het Comité, de voorlopige schorsing te beëindigen of de schorsing overeenkomstig de procedure van lid 1 te verlengen.
Artikel 13
In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 2820/98 worden de volgende woorden geschrapt: AL Albanië(1), BA Bosnië-Herzegovina(1) en HR Kroatië(1).
Artikel 14 - Intrekkingen
Artikel 15 - Aanvankelijke toepassing naar verhouding
2. De omvang van de tariefcontingenten wordt berekend naar verhouding van de in de bijlagen I en III vermelde basishoeveelheden, rekening houdend met het gedeelte van de termijn dat voor de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, is verstreken.
3. De hoeveelheden die in het kader van de tariefcontingenten met volgnummers 09.1515 en 09.1561 uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 6/2000 respectievelijk nr. 1763/99 zijn ingevoerd, worden van de dienovereenkomstige in bijlage I bij deze verordening vermelde tariefcontingenten afgeboekt.
4. De hoeveelheden die in het kader van de tariefcontingenten voor 'baby-beef' op grond van artikel 5, lid 3, van en Bijlage F bij Verordening (EG) nr. 6/2000 zijn ingevoerd, worden van de dienovereenkomstige in artikel 4, lid 2, van en bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde tariefcontingenten afgeboekt.
Artikel 16 - Overgangsmaatregelen
a) deze goederen door een koopcontract worden gedekt dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening is gesloten, en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt vastgesteld dat deze goederen het land van oorsprong voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben verlaten.
2. De douaneautoriteiten kunnen aannemen dat aan de in lid 1, onder b), gestelde voorwaarde is voldaan indien hun een van de volgende documenten wordt voorgelegd:
a) bij vervoer over zee of de binnenwateren, het cognossement waaruit blijkt dat de goederen voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn geladen;
b) bij vervoer per spoor, de vrachtbrief die door de spoorwegen van het land van verzending voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening is aanvaard;
c) bij vervoer over de weg, het TIR-carnet (transport international routier) dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening door het douanekantoor van het land van oorsprong is afgegeven, of elk ander passend document dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening door de bevoegde douaneautoriteiten van het land van oorsprong is afgegeven;
d) bij vervoer door de lucht, de luchtvrachtbrief waaruit blijkt dat de vliegtuigmaatschappij de goederen voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening heeft ontvangen.
Artikel 17 - Inwerkingtreding
Zij is van toepassing vanaf de eerste dag van de tweede maand volgende op haar inwerkingtreding tot en met 31 december 2002.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.