Artikelen bij COM(2024)700 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)700 - .
document COM(2024)700
datum 17 december 2024



1. Inleiding

De afgelopen jaren heeft de EU ingrijpende aanpassingen ondergaan om haar beleidsprioriteiten op nieuwe uitdagingen af te stemmen. Dankzij collectieve inspanningen heeft de EU ettelijke crises overwonnen en de veerkracht van haar lidstaten vergroot. De economische bedrijvigheid zal naar verwachting geleidelijk aantrekken, terwijl de werkgelegenheid op recordhoogte blijft en de koopkracht verbetert naarmate de inflatie naar het streefcijfer terugkeert. Om onze duurzame welvaart te blijven waarborgen, moet de EU echter dringend de belemmeringen voor groei en concurrentievermogen wegnemen. Dit vereist een consistente en ambitieuze beleidsagenda.

De EU is vastbesloten haar duurzame welvaart en concurrentievermogen te waarborgen en tegelijk haar sociale markteconomie te versterken en haar soevereiniteit, economische veiligheid en mondiale invloed te vrijwaren, zoals is benadrukt door de EU-leiders in de Verklaring van Boedapest en door voorzitter Von der Leyen in haar politieke beleidslijnen1. In de verslagen Much more than a market van Enrico Letta2 en The future of European competitiveness van Mario Draghi3 wordt de aandacht gevestigd op de structurele belemmeringen die de economische groei en productiviteit van de EU in de weg staan en een gevaar vormen voor onze toekomstige welvaart. Een van de eerste belangrijke initiatieven van de nieuwe Europese Commissie, dat in januari zal worden gepubliceerd, is een kompas voor concurrentievermogen, dat stoelt op de drie pijlers van het Draghi-verslag: i) het dichten van de innovatiekloof met de VS en China; ii) een gezamenlijk plan voor decarbonisatie en concurrentievermogen om de transitie te versnellen en de energiekosten te verlagen; en iii) het vergroten van de veiligheid en het verminderen van afhankelijkheden. Vooruitgang met betrekking tot deze pijlers zal ook afhangen van horizontale en onderling verbonden factoren die van invloed zijn op concurrentievermogen en inclusieve groei — verdieping van de eengemaakte markt, vereenvoudiging, ontwikkeling van vaardigheden en hoogwaardige banen, financiering van investeringen en verbetering van de coördinatie.

Als centraal mechanisme voor de coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten biedt het Europees Semester het kader om de nodige investeringen en hervormingen te bevorderen. Binnen dat kader worden ook in de toekomst sociaal-economische uitdagingen aangewezen en richtsnoeren verstrekt voor de beleidsmaatregelen die nodig zijn om ze aan te pakken, teneinde het concurrentievermogen, de duurzaamheid en de sociale rechtvaardigheid van de EU te verbeteren.

2. Europees Semester 2025

De cyclus van het Europees Semester 2025 ging van start met de publicatie van het najaarspakket. Op 26 november heeft de Commissie het eerste deel van het pakket gepubliceerd, en zo de eerste uitvoeringscyclus van het nieuwe kader voor economische governance op gang gebracht. Het bestond uit de beoordeling van de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn voor 21 lidstaten, het advies van de Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen voor 2025 van 17 lidstaten van de eurozone, en stappen in de uitvoering van de buitensporigtekortprocedures voor 8 lidstaten. Zodra de Raad de aanbevelingen over de plannen voor de middellange termijn heeft aangenomen, zullen ze een coherent beleidsanker bieden voor het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten, zodat de EU concurrerender wordt en beter voorbereid is op toekomstige uitdagingen, door de vooruitgang in de richting van een groene, digitale, inclusieve en veerkrachtige economie te ondersteunen. De uitvoering van de plannen voor de middellange termijn zal worden gemonitord via het Europees Semester, en vanaf het voorjaar van 2025 zullen de lidstaten de eerste jaarlijkse voortgangsverslagen hierover moeten indienen.

Het pakket van vandaag vervolledigt het begin van de cyclus van 2025 van het Europees Semester. Het bevat de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone, het waarschuwingsmechanismeverslag in het kader van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid.

In de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone worden de lidstaten van de eurozone opgeroepen om binnen de Eurogroep individueel en collectief op te treden om het concurrentievermogen te verbeteren en de productiviteit te bevorderen. Dit vereist het versterken van innovatie, onder meer op het gebied van kritieke technologieën, het verbeteren van de toegang tot financiering voor bedrijven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het verbeteren van het ondernemingsklimaat door de administratieve lasten en de complexiteit van de regelgeving te verminderen, het wegnemen van investeringsbelemmeringen en het ondersteunen van publieke en particuliere investeringen op gebieden die gemeenschappelijke prioriteiten vormen, zoals de groene en de digitale transitie en de opbouw van defensievermogens, alsook de verdere ontwikkeling van vaardigheden bij de beroepsbevolking. In de aanbeveling wordt ook de nadruk gelegd op de noodzaak om de arbeidsmarktparticipatie te vergroten, hoogwaardige banen te bevorderen, arbeidsprikkels te versterken en divergenties op het gebied van concurrentievermogen te voorkomen. Tot slot moeten de lidstaten van de eurozone ervoor zorgen dat het nieuwe begrotingskader wordt nageleefd, teneinde de houdbaarheid van de schuld te verbeteren en de risico’s voor de macrofinanciële stabiliteit te monitoren. De aanbeveling gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie waarin economische uitdagingen in verband met concurrentievermogen, veerkracht en macro-economische stabiliteit worden geanalyseerd.

In het waarschuwingsmechanismeverslag worden tien lidstaten genoemd waarvoor grondige evaluaties moeten worden verricht om te beoordelen of zij met onevenwichtigheden kampen. Het verslag geeft de aanzet tot de jaarlijkse uitvoeringsronde van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden, waarmee wordt beoogd onevenwichtigheden die een ongunstige invloed uitoefenen of kunnen uitoefenen op de goede werking van de economie van een lidstaat of van de Unie als geheel, op te sporen, te voorkomen en te corrigeren. Op basis van de economische lezing van het scorebord worden in het verslag de lidstaten aangewezen die volgens de Commissie mogelijk met onevenwichtigheden kampen of het risico daarop lopen. Volgend voorjaar zullen voor deze lidstaten diepgaande evaluaties worden opgesteld. Dat is het geval voor Griekenland, Cyprus, Italië, Hongarije, Slowakije, Roemenië, Nederland, Zweden en Duitsland, als follow-up van de onevenwichtigheden of buitensporige onevenwichtigheden die zijn vastgesteld op 19 juni 20244, terwijl voor Estland bij de diepgaande evaluatie het risico van nieuwe onevenwichtigheden zal worden beoordeeld.

Het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid monitort de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en van de Europese pijler van sociale rechten. Het verslag bevat een update over de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de EU-kerndoelen en de nationale streefcijfers voor 2030 inzake i) werkgelegenheid, ii) het versterken van vaardigheden en iii) het terugdringen van armoede. Uit het verslag blijkt dat de EU goed op schema ligt om de eerste doelstelling te bereiken, terwijl voor de andere twee aanzienlijke verdere inspanningen nodig zijn. Evenals in de vorige cyclus worden in het verslag ook potentiële risico’s voor opwaartse sociale convergentie geanalyseerd op basis van de beginselen van het kader voor sociale convergentie5. Ondanks enkele verbeteringen blijven er op EU-niveau risico’s met betrekking tot opwaartse convergentie bestaan wat de ontwikkeling van vaardigheden betreft. De uitdagingen in verband met concurrentievermogen en tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden zouden hierdoor groter kunnen worden. Terwijl de arbeidsmarkten sterk blijven presteren, met recordaantallen mensen aan het werk en een historisch lage werkloosheid, blijft de arbeidsmarktparticipatie van bepaalde bevolkingsgroepen nog steeds achter. Het percentage mensen dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd, is in 2023 licht gedaald, maar lag nog altijd hoger dan voor de crisis.

Het Europees Semester zal de coördinatie van het economisch en sociaal beleid van de EU blijven stimuleren en zorgen voor samenhang tussen de EU-, de nationale en de regionale dimensie. Om de prioriteiten van het economisch en sociaal beleid van de EU te verwezenlijken en nationale uitdagingen aan te pakken, zullen aanzienlijke maatregelen — op nationaal en regionaal niveau — van de lidstaten nodig zijn. In het voorjaarspakket van het Europees Semester zullen landspecifieke aanbevelingen worden gedaan, op basis van de voornaamste landspecifieke uitdagingen die in de landverslagen worden aangewezen. De eigen verantwoordelijkheid zal worden versterkt door beter gebruik te maken van gestructureerde dialogen met de lidstaten, de sociale partners en andere belanghebbenden, waaronder lokale en regionale overheden en maatschappelijke organisaties. In het kader daarvan zullen onder meer besprekingen worden gevoerd over de uitvoering van bestaande aanbevelingen, over huidige of toekomstige beleidsmaatregelen om geconstateerde uitdagingen aan te pakken, en over kansen voor verdere economische groei en sociale vooruitgang. Daartoe zullen de diensten van de Commissie in een vroeg stadium van het proces Europees Semestermissies uitvoeren, gevolgd door gedachtewisselingen in de aanloop naar de afronding van de landverslagen, om de analyse te verrijken. De interinstitutionele dialoog met het Europees Parlement en de Raad zal cruciaal blijven om democratische verantwoordingsplicht, transparantie en samenwerking te waarborgen gedurende het gehele Semesterproces.

De landspecifieke aanbevelingen voor 2025 zullen uitgebreide en coherente beleidsrichtsnoeren bevatten. Nu de herstel- en veerkrachtfaciliteit in 2026 ten einde loopt, zal in de cyclus van het Europees Semester 2025 geleidelijk op een uitgebreidere reeks landspecifieke aanbevelingen worden overgestapt, zodat de benadering van landspecifieke aanbevelingen die tijdens de vroegere fasen van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is gevolgd, wordt uitgefaseerd. De geleidelijke ontwikkeling van dergelijke uitgebreide beleidsrichtsnoeren voor elke lidstaat zal bijdragen tot het realiseren van gezamenlijk overeengekomen doelstellingen, in het licht van de voorbereiding van het volgende meerjarig financieel kader, terwijl rekening wordt gehouden met specifieke nationale kenmerken. Als zodanig zal het Semester 2025 een brugfunctie vervullen, op basis van een verbeterde analyse om de relevante structurele uitdagingen aan te wijzen en richtsnoeren te verstrekken over hervormings- en investeringsprioriteiten in elke lidstaat.


1 Politieke richtsnoeren voor de volgende Europese Commissie 2024-2029.

2 Enrico Letta, Much more than a market (april 2024).

3 EU competitiveness: Looking ahead - European Commission.

4 Europees Semester 2024: mededeling over het voorjaarspakket.

5 Overeenkomstig Verordening (EU) 2024/1263.

NL NL