Artikelen bij COM(2024)424 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)424 - . |
---|---|
document | COM(2024)424 |
datum | 30 september 2024 |
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie in 2024, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) 2021/1229
1. Inleiding
In januari 2020 heeft de Commissie het mechanisme voor een rechtvaardige transitie (Just Transition Mechanism — JTM) aangekondigd als onderdeel van het investeringsplan voor de Europese Green Deal1, om ervoor te zorgen dat niemand en geen enkele regio achterop raakt bij de transitie naar een klimaatneutrale economie. Het mechanisme voor een rechtvaardige transitie bestaat uit drie pijlers: de eerste pijler is het Fonds voor een rechtvaardige transitie, de tweede pijler is een specifieke regeling voor een rechtvaardige transitie uit hoofde van het InvestEU-programma en de derde pijler is de leenfaciliteit voor de publieke sector (“public sector loan facility”, hierna de “faciliteit” of de PSLF genoemd)2.
Dit jaarverslag gaat vooral over de derde pijler en over de vooruitgang die tot dusver is geboekt bij de uitvoering van de faciliteit. Het is een cumulatief verslag over de uitvoering van de faciliteit vanaf het begin tot en met 30 juli 2024. Over het resterende deel van het jaar 2024 zal in het volgende verslag worden gerapporteerd overeenkomstig de rapportageverplichtingen van de leenfaciliteit voor de publieke sector (voor meer details zie punt 1.2).
1. Rechts- en begrotingskader van de leenfaciliteit voor de publieke sector uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie
De algemene doelstelling van de faciliteit is het aanpakken van ernstige sociale, economische en milieu-uitdagingen die voortvloeien uit de transitie naar een klimaatneutrale economie3, ten behoeve van de in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie4 aangewezen gebieden in de Unie.
De specifieke doelstelling van de faciliteit is overheidsinvesteringen te mobiliseren die tegemoetkomen aan de ontwikkelingsbehoeften van de in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie beschreven gebieden. Dit gebeurt door de financiering te faciliteren van projecten die niet voldoende inkomstenstromen genereren om hun investeringskosten te dekken, en zo te voorkomen dat potentiële steun en investeringen uit alternatieve middelen worden verdrongen. Er is steun beschikbaar voor een breed scala aan investeringen5.
De verordening betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector voorziet in een totale maximumbegroting van 1,525 miljard EUR aan steun van de Unie voor de subsidiecomponent van de faciliteit (met inbegrip van technische bijstand en advies). In februari 2024 heeft het Europees Parlement toestemming gegeven voor en heeft de Raad met eenparigheid van stemmen ingestemd met de tussentijdse herziening van de uitgavenplafonds in het meerjarig financieel kader (MFK), naar aanleiding van het voorstel van de Commissie van juni 2023. Uit het akkoord over de tussentijdse herziening van het MFK blijkt hoe belangrijk het is de EU-begroting uit te rusten met de nodige middelen om de prioriteiten voor Europa en onze partners te blijven verwezenlijken, hetgeen werd benadrukt in belangrijke sectorale voorstellen. In dit verband is besloten tot een herschikking van in totaal 1,1 miljard EUR uit de componenten direct en indirect beheer van het GLB en de fondsen voor het cohesiebeleid. Als gevolg daarvan is de begroting van de leenfaciliteit voor de publieke sector met 150 miljoen EUR verlaagd. Na deze herschikkingen bedraagt het maximale budget voor de leenfaciliteit voor de publieke sector 1,375 miljard EUR.
In het kader van de faciliteit worden leningen die door de Europese Investeringsbank als financiële partner worden verstrekt, gecombineerd met subsidies van de Unie ter ondersteuning van projecten die zijn ingediend door entiteiten uit de publieke sector. De Europese Investeringsbank (EIB) verstrekt ongeveer 6 tot 8 miljard EUR voor de leningcomponent van de faciliteit.
Voor de uitvoering van de faciliteit werkt de Commissie nauw samen met de EIB en het Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu (Cinea). Het Cinea is verantwoordelijk voor de budgettaire, juridische, financiële en operationele aspecten van de uitvoering van de subsidies, terwijl de Commissie volledig verantwoordelijk blijft voor alle beleidsaspecten.
2. Reikwijdte van het uitvoeringsverslag 2024
Artikel 16, lid 3, van de verordening betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector luidt: “Uiterlijk op 31 oktober van elk kalenderjaar, met ingang van 2022, brengt de Commissie verslag uit over de uitvoering van de faciliteit. Dat verslag bevat informatie over de mate waarin aan de doelstellingen, voorwaarden en prestatie-indicatoren van de faciliteit is voldaan.”
De vorige verslagen werden afgegeven op 7 februari 2023 en op 21 november 2023.
Dit verslag bevat informatie over i) de resultaten van de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector voor de zes indieningstermijnen, met inbegrip van potentiële projectvoorstellen, ii) technische bijstand, iii) communicatie, iv) de geboekte vooruitgang, met inbegrip van uitdagingen en versterkingen van de faciliteit, en v) de volgende stappen.
2. Uitvoering van de faciliteit
1. Resultaten van de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector na zes indieningstermijnen
Sinds het vorige verslag over de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector zijn drie indieningstermijnen voor de oproep tot het indienen van PSLF-voorstellen verstreken. Voor deze drie termijnen zijn 29 voorstellen ingediend, waarvan er 13 door het evaluatiecomité voor financiering zijn geselecteerd. De goedkeuring van de leningen voor sommige daarvan is nog niet afgerond6 (zie tabel 1). Volgens de verstrekte informatie vertegenwoordigen de ingediende aanvragen een bedrag van naar schatting 123 miljoen EUR aan subsidies van de Commissie en een geraamd bedrag van 732 miljoen EUR aan leningen van de EIB7. Twee Franse voorstellen werden geselecteerd voor financiering door de Commissie en op een reservelijst geplaatst wegens een gebrek aan resterende middelen in de Franse nationale begrotingstoewijzing. De reservelijst zal van kracht zijn tot het einde van de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector (eind december 2025), wanneer de resterende financiële middelen worden verstrekt zonder vooraf toegewezen nationale aandelen. Om de efficiëntie te verbeteren, is de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector op 1 februari 2024 gewijzigd om te verduidelijken dat projectaanvragen die zijn ingediend door lidstaten waarvoor het nationale budget is opgebruikt, niet als subsidiabel worden beschouwd8. Daarnaast waren tien voorstellen niet-ontvankelijk omdat zij onvolledig waren en was één voorstel (Frankrijk) niet subsidiabel omdat het nationale budget in het kader waarvan het werd ingediend, reeds was opgebruikt (het voorstel werd ingediend na de wijziging van de bovengenoemde oproep tot het indienen van voorstellen). Bovendien werden twee voorstellen (Frankrijk en Ierland) niet geselecteerd voor financiering omdat zij niet voldeden aan de gunningscriteria, en werd één voorstel, dat voor financiering was geselecteerd (Tsjechië), door de projectontwikkelaar ingetrokken vanwege andere beschikbare financieringsbronnen.
Sinds de lancering van de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector op 19 juli 2022 zijn in totaal 37 voorstellen ingediend, waarvan er 15 zijn geselecteerd voor financiering door het evaluatiecomité (de goedkeuring van de lening voor sommige daarvan is nog niet afgerond) en zijn vier PSLF-subsidieovereenkomsten ondertekend (zie punt 2.2 voor meer details). Volgens de in de ingediende aanvragen verstrekte informatie vertegenwoordigen deze naar schatting 148 miljoen EUR aan subsidies van de Commissie en een geraamd bedrag van 863 miljoen EUR aan leningen van de EIB9.
Na de afsluiting van de indieningstermijnen zijn sommige nationale middelen volledig (Frankrijk) of bijna volledig (Zweden) gebruikt.
Figuur 1 Nationale aandelen (gereserveerd tot en met 31 december 2025) en het gebruik ervan door middel van toegekende of ter beoordeling staande subsidies10
Tabel 1 Samenvatting van de beoordeling van de voorstellen die zijn ontvangen naar aanleiding van de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de faciliteit.
De projectvoorstellen die tot dusver door het evaluatiecomité van de leenfaciliteit voor de publieke sector voor financiering zijn geselecteerd, hebben betrekking op sectoren als energie-efficiëntie, cultuur, sociale huisvesting, infrastructuur voor volksgezondheid en duurzame mobiliteit, stadsverwarming en -koeling, stedelijke vernieuwing en regeneratie. Wat het soort gevraagde steun betreft, betreffen drie projectvoorstellen kaderleningen, vijf op zichzelf staande projecten en twee tussentijdse leningen.
Tabel 2 Projectvoorstellen geselecteerd voor subsidiefinanciering
Uiterste datum voor indiening | Regio/gebied | Titel van het projectvoorstel | Sector | Gevraagd subsidiebedrag (EUR) | Gevraagd bedrag van de lening (EUR) | |
FR | 20 september 2023 | Région Provence-Alpes-Côte d’Azur, Marseille | Uitbreiding van de tramlijn voor Zuid-Noord-Marseille fase 1 | duurzame mobiliteit | 15 000 000 | 100 000 000 |
FR | 20 september 2023 | Hauts-de-France (Nord-Pas-de-Calais), Lille | MEL in GREEN Mobility | duurzame mobiliteit | 31 500 000 | 210 000 000 |
NL | 20 september 2023 | Zuid-Limburg, Mijnwater | Mijnwater opschaling Masterplan fase 1 | duurzame stadsverwarming en -koeling | 13 500 000 | 90 000 000 |
CZ | 19 januari 2024 | Regio Ústí, Ústí nad Labem | Openbaar vervoer Ústí nad Labem | duurzame mobiliteit, energie-efficiëntie | 430 612 | 1 722 449 |
PL | 19 januari 2024 | Silezië, Dąbrowa Górnicza | Duurzame ontwikkeling Dąbrowa Górnicza | energie-efficiëntie, duurzame mobiliteit | 2 784 793 | 11 139 173 |
CZ | 17 april 2024 | Regio Ústí, Děčín | EPC Děčín | energie-efficiëntie, duurzaam waterbeheer | 391 843 | 1 567 370 |
CZ | 17 april 2024 | Regio Ústí, Děčín | Renovatie van het historische deel van Podmokly — fase D | stadsvernieuwing, duurzame mobiliteit, duurzaam toerisme | 581 624 | 2 326 498 |
CZ | 17 april 2024 | Regio Ústí, Litvínov | Bouw van een nieuwe zwemhal in de vrijetijdszone Koldům in Litvínov | sociale infrastructuur | 1 975 894 | 7 903 576 |
CZ | 17 april 2024 | Regio Ústí, Ústí nad Labem | Modernisering van geselecteerde delen van de spoorweginfrastructuur in de regio Ústí nad Labem | duurzame mobiliteit | 2 348 773 | 9 395 092 |
CZ | 17 april 2024 | Regio Ústí, Postoloprty | Vredesplein Postoloprty | duurzaam toerisme, stadsvernieuwing | 535 714 | 2 142 857 |
CZ | 17 april 2024 | Moravië-Silezië, Ostrava | Studentenkamers — Universiteit van Ostrava — verhoging van de kwaliteit en uitbreiding van de capaciteit van betaalbare studentenwoningen | onderwijs, sociale infrastructuur | 3 007 428 | 12 029 713 |
2. Eerste projecten gefinancierd door de leenfaciliteit voor de publieke sector
Tabel 3 Presentatie van projecten met ondertekende PSLF-subsidieovereenkomsten
Sociaal-economische transitie van West-Macedonië11 | ||||
Rechtvaardigetransitiegebied | Uiterste datum voor indiening | Projectbeschrijving | Begroting | Looptijd project |
West-Macedonië (EL) | 19 april 2023 | Het project is een kaderlening die door de regio West-Macedonië wordt gecoördineerd. Het verenigt 15 projecten in 6 gemeenten (Argos Orestiko, Kozani, Kastoria, Florina, Eordaia en Kastoria), die betrekking hebben op: - 8 — energie-efficiëntie - 1 — weginfrastructuur - 2 — gezondheidszorg - 1 — cultuur - 1 — toerisme Verwachte emissiebesparingen: 8 650 ton CO2 per jaar Verwachte energieprestaties: energieprestatiecertificaat (EPC) van A; 60-97 % energiebesparing Verwachte banen gecreëerd: 200 banen | Totale kosten: 81 miljoen EUR (100 %) EIB-lening: 59 miljoen EUR (72 %) PSLF-subsidie: 15 miljoen EUR (18 %) Eigen financiering: 8 miljoen EUR (10 %) | Ondertekening van de subsidieovereenkomst: 23 oktober 2023 Startdatum: 1 november 2023 Duur: 36 maanden |
De infrastructuur voor duurzame mobiliteit voor emissiearme en kwalitatieve diensten (SMILES)12 | ||||
Rechtvaardigetransitiegebied | Uiterste datum voor indiening | Projectbeschrijving | Begroting | Looptijd project |
Regio Pays de la Loire (FR) | 20 september 2023 | Het project bestaat uit duurzame vervoersinfrastructuur in Nantes door: - modernisering en renovatie van drie tramlijnen - vernieuwing van het tramvloot (46 nieuwe voertuigen) - bouw van een technisch en operationeel centrum en multimodaal relais/uitwisselingshub - ontwikkeling van 38 km fietspaden De resultaten van het project zullen de prestaties en de kwaliteit van het tramnet verbeteren, intermodaliteit ontwikkelen, het aanbod van openbaar vervoer diversifiëren en verkeerscongestie verminderen. Verwachte emissiebesparingen: 21 000 ton CO2 per jaar Verwachte banen gecreëerd: 106 nieuwe banen Verwacht aantal mensen dat door het project wordt bereikt: 672 420 | Totale kosten: 388 miljoen EUR (100 %) EIB-lening: 200 miljoen EUR (52 %) PSLF-subsidie: 30 miljoen euro (8 %) Eigen financiering: 158 miljoen EUR (40 %) | Ondertekening van de subsidieovereenkomst: 2 april 2024 Startdatum: 1 mei 2024 Duur: 60 maanden |
Duurzame en betaalbare huisvesting voor de nieuwe groene industrie en samenleving (SHERIS)13 | ||||
Rechtvaardigetransitiegebied | Uiterste datum voor indiening | Projectbeschrijving | Begroting | Looptijd project |
Västerbotten (SE) | 19 april 2023 | Het project zal tegemoetkomen aan de groeiende huisvestingsbehoefte van de gemeente Skelleftea door de bouw van zeven woningcomplexen met ongeveer 750 energie-efficiënte betaalbare wooneenheden te ondersteunen. Het huisvestingsprogramma zal voornamelijk gericht zijn op de inkomende werknemers van de nieuwe gigafabriek voor batterijen Northvolt en op studenten, vluchtelingen en mensen met een laag inkomen of speciale behoeften. Verwachte energieprestaties: 20 % hoger dan de bouwnormen in Zweden Verwachte banen gecreëerd: 1000 nieuwe banen Verwacht aantal mensen dat door het project wordt bereikt: 44 000 | Totale kosten: 142 miljoen EUR EIB-lening: 71 miljoen EUR (50%) PSLF-subsidie: 11 miljoen EUR (8 %) Eigen financiering: 60 miljoen EUR (42 %) | Ondertekening van de subsidieovereenkomst: 5 april 2024 Startdatum: 1 januari 2023 Duur: 60 maanden |
Concertgebouw van Ostrava14 | ||||
Rechtvaardigetransitiegebied | Uiterste datum voor indiening | Projectbeschrijving | Begroting | Looptijd project |
Regio Moravië-Silezië (CZ) | 20 september 2023 | Het project betreft de bouw van het concertgebouw van Ostrava met akoestiek van wereldklasse en een capaciteit van maximaal 1 300 zitplaatsen. Dit project zal de ontwikkeling van culturele infrastructuur ondersteunen en bijdragen tot de revitalisering van Ostrava, een voormalige mijnbouwstad die de traditionele staalproductie nog steeds in stand houdt. De oprichting van een nieuwe culturele locatie zal de aantrekkelijkheid van de stad voor zowel haar inwoners als bezoekers vergroten en de sociaal-economische transformatie van de regio vergemakkelijken. Verwachte energieprestaties: EPC B Hernieuwbare energiebronnen die in het project moeten worden gebruikt: ongeveer 392 fotovoltaïsche panelen; 125 geothermische boorgaten Verwacht aantal mensen dat door het project wordt bereikt: 151 200 | Totale kosten: 116 miljoen EUR EIB-lening: 84 miljoen EUR (73 %) PSLF-subsidie: 21 miljoen EUR (18 %) Eigen financiering: 10,5 miljoen EUR (9 %) | Ondertekening van de subsidieovereenkomst: 16 juli 2024 Startdatum: 19 juli 2024 Duur: 52 maanden |
3. Potentiële projectvoorstellen
Op basis van uitwisselingen met de EIB en andere belanghebbenden uit de leenfaciliteit voor de publieke sector worden projectvoorstellen in zes lidstaten voorbereid en kunnen deze worden ingediend bij de volgende uiterste termijnen voor de indiening van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector. Deze potentiële projectvoorstellen hebben betrekking op de sectoren hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, infrastructuur voor volksgezondheid en andere sectoren die in overeenstemming zijn met de goedgekeurde territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie. De Commissie schat dat zij een volume van meer dan 100 miljoen EUR aan subsidies zouden vertegenwoordigen.
Daarnaast kan de vraag naar steun in het kader van de faciliteit worden waargenomen in de lidstaten die hun nationale toewijzingen reeds hebben gebruikt. De voorstellen van deze lidstaten kunnen worden ingediend nadat de tweede oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector is gelanceerd (d.w.z. na 31 december 2025).
3. COMMUNICATIEACTIVITEITEN
De Commissie blijft met steun van het Cinea en de EIB de bekendheid van de faciliteit vergroten. De gezamenlijke acties die tussen 1 september 2023 en 30 juli 2024 door de Commissie, de EIB en het Cinea zijn ondernomen, hebben geleid tot:
- twintig vergaderingen met overheidsinstanties op nationaal, regionaal en lokaal niveau;
- drie vergaderingen met nationale stimuleringsbanken en -instellingen (NPBI’s);
- vier vergaderingen met interne (Groep structuurmaatregelen en ultraperifere gebieden) en externe belanghebbenden (EVV, Bankwatch);
- presentatie van de leenfaciliteit voor de publieke sector tijdens zeven thematische evenementen (presentaties, vraag-en-antwoordsessies, speciale stands). Onder meer de Europese Week van Regio’s en Steden (10 oktober 2023), het Tsjechische voorzitterschap van het evenement van de Visegrad-groep “Van steenkoolregio’s naar de toekomst van een rechtvaardige transitie” in Ústí nad Labem (11 oktober 2023), het Investeringsforum van het Burgemeestersconvenant (25 oktober 2023), Ecomondo (7-10 november 2023), koffiehoek van de leenfaciliteit voor de publieke sector tijdens de JTP-conferentie (16-17 april 2024), de Groene Week van de EU (29-30 mei 2024) en de Europese Week van de Duurzame Energie (11-13 juni 2024);
- startvergadering voor het Griekse project in West-Macedonië, Griekenland (5-7 maart 2024), uitreikingsceremonie voor de ondertekening van het Zweedse project in Brussel (10 april 2024), en baanbrekende ceremonie voor het concertgebouw van Ostrava, Tsjechië (19 juli 2024);
- 82 berichten, persberichten en andere artikelen gepubliceerd in diverse thematische nieuwsbrieven en websites, en op sociale media;
- publicatie van de promotie-15 en instructievideo’s16 over de leenfaciliteit voor de publieke sector;
- publicatie van 76 veelgestelde vragen op het financierings- en aanbestedingsportaal van de EU.
Figuur 2 Evenementen per lidstaat
Alle lidstaten werden benaderd en kregen de mogelijkheid gebruik te maken van een informatiebijeenkomst over de leenfaciliteit voor de publieke sector17. Sinds het begin van de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector zijn in totaal 110 vergaderingen georganiseerd, waarvan 66 met de lidstaten en 36 met interne en externe belanghebbenden; de faciliteit werd gepresenteerd op 28 themagerelateerde evenementen, en 161 berichten en artikelen op sociale media, waaronder persberichten, werden gepubliceerd in diverse themagerelateerde nieuwsbrieven en websites en op socialemediakanalen. Daarnaast werden twee brochures en vier video’s uitgebracht.
Daarnaast publiceert het Cinea een online openbaar dashboard waarin alle programma’s die het beheert, met inbegrip van de leenfaciliteit voor de publieke sector, worden samengebracht18. Het dashboard bevat actuele informatie over de in elk programma ondersteunde projecten, kruisverwijzingen daartussen en gegevensextractie voor mogelijk hergebruik.
Figuur 3 Online openbare dashboard van het Cinea met een overzicht van PSLF-projecten
Aangezien de faciliteit beschikbaar is voor privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, heeft de Commissie bovendien contact opgenomen met verschillende sectorale organisaties, onder meer organisaties die entiteiten vertegenwoordigen op het gebied van cultuur, stadsverwarming en -koeling, distributiesysteembeheerders, gezondheidszorg, onderwijs, spoorwegen, sociale infrastructuur en afvalbeheer. In totaal werden negen vergaderingen georganiseerd met organisaties zoals E.DSO, Lifelong learning Platform, Euroheat&Power, Municipal Waste Europe, CER en EIM, en leden van Housing Europe.
Figuur 4 Soort bereikte entiteiten
3. Geboekte vooruitgang en verdere ontwikkelingen
1. Uitdagingen
Na twee jaar na de publicatie van de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector werd een lage benutting waargenomen, aangezien de lancering ervan samenviel met de programmering van andere fondsen (d.w.z. het Fonds voor een rechtvaardige transitie, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling19, het Cohesiefonds20 of de herstel- en veerkrachtfaciliteit21) die financiering boden voor soortgelijke projecten met aantrekkelijkere voorwaarden (een groter aandeel subsidiefinanciering in de totale projectbegroting). Daarnaast werd erkend dat de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector tussen de lidstaten sterk kon verschillen op basis van parameters zoals het volume van beschikbare alternatieve financieringsbronnen op nationaal niveau, de beschikbaarheid van rijpe projecten, het uiteenlopende niveau van strategieën voor een rechtvaardige transitie en de verschillende aanpak van op schulden gebaseerde instrumenten.
De meeste beperkingen waarmee de faciliteit wordt geconfronteerd, zoals beschreven in het tweede jaarlijkse uitvoeringsverslag22, blijven bestaan. Dit is met name het geval voor lidstaten met de hoogste nationale budgetten (Duitsland, Polen, Roemenië), waar geen of bijna geen projecten werden ingediend. Specifieke factoren waarvan is vastgesteld dat zij een trage toepassing in deze lidstaten veroorzaken, zijn onder meer:
- de nationale toewijzingen uit de leenfaciliteit voor de publieke sector volgen de JTF-verordening. Als gevolg daarvan zijn de lidstaten met de hoogste toewijzingen voor beide instrumenten identiek. Hun focus ligt daarom in de eerste plaats op het besteden van middelen die beschikbaar zijn in het kader van het JTF, gezien de beperkte tijd om de middelen ervan te absorberen23. Daarnaast biedt het JTF een groter aandeel subsidiefinanciering in de totale projectbegrotingen (Duitsland, Polen, Roemenië).
- sommige lidstaten zijn doorgaans ook de grootste begunstigden van andere fondsen, waardoor hun capaciteit om aanvullende middelen uit te voeren, beperkt is (Polen, Roemenië);
- er is aantrekkelijkere en toegankelijkere financiering uit nationale middelen (Duitsland);
- het schuldniveau van kleine begunstigden maakt het moeilijk om gebruik te maken van op schulden gebaseerde instrumenten (Polen) of de nationale regelgeving inzake leningen door de overheid verhindert subsidiabele begunstigden leningen op te nemen.
Een meer gedetailleerde analyse en beoordeling van de uitdagingen die zich bij de uitvoering van de faciliteit voordoen, zal worden uitgevoerd in het kader van de tussentijdse evaluatie van de leenfaciliteit voor de publieke sector, die uiterlijk in juni 2025 wordt verwacht (zie punt 4.4).
Zoals uiteengezet in punt 1.1, is de leenfaciliteit voor de publieke sector opgenomen in de herziening van het MFK 2021-2027, wat heeft geleid tot een daling van de in het kader van de faciliteit beschikbare begroting. De nationale aandelen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector worden berekend in verhouding tot de totale begroting die beschikbaar is voor subsidies en werden daarom ook naar beneden bijgesteld. De herziening heeft geleid tot een versnelde opname van een aantal van de nationale aandelen, waar de vraag naar de leenfaciliteit voor de publieke sector is gestegen (Frankrijk, Zweden). Gemiddeld is voor de projecten die zijn geselecteerd voor steun uit de leenfaciliteit voor de publieke sector, een subsidie van 9 miljoen EUR aangevraagd. Door extrapolatie zou een verlaging van 150 miljoen EUR uit de begroting van de leenfaciliteit voor de publieke sector het aantal projecten dat met de leenfaciliteit voor de publieke sector kan worden ondersteund, met 16 of 17 verminderen.
2. Sterke punten
Ondanks deze uitdagingen is er veel belangstelling voor de leenfaciliteit voor de publieke sector. Dit is met name het geval in Frankrijk, waar de leenfaciliteit voor de publieke sector heeft bijgedragen aan het dekken van financieringsbehoeften die niet door andere financieringsprogramma’s van de EU werden ondersteund. Voorts is een groot aantal voorstellen ingediend, en worden nog meer voorstellen van Tsjechië verwacht. De hoge benutting in Tsjechië kan mogelijk worden verklaard door de mogelijkheid om kleinere investeringen te financieren via intermediaire financiering die wordt geboden door de overeenkomst tussen de EIB en de Tsjechische nationale ontwikkelingsbank, de beschikbaarheid van technische bijstand om de faciliteit te promoten, en de algemene bereidheid van het land om de financiering van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie te absorberen. Aanvragers uit Griekenland, Nederland, Ierland, Polen en Zweden hebben aanvullende projecten ingediend en verdere projecten worden nog verwacht vóór het einde van de huidige oproep tot het indienen van voorstellen in 2025.
Voor de tweede oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector, die in 2026 zal worden gelanceerd, zal de benutting naar verwachting blijven toenemen, aangezien andere financieringsbronnen die betere voorwaarden bieden, zullen zijn geprogrammeerd of uitgeput en de bekendheid met het instrument blijft toenemen. Met name EU-programma’s die door NextGenerationEU worden ondersteund, hebben te kampen met specifieke tijdsbeperkingen. Bovendien zal de tweede PSLF-oproep tot het indienen van voorstellen niet langer worden beperkt door nationale aandelen, zodat i) lidstaten die hun nationale aandelen eind 2025 hebben uitgeput of naar verwachting zullen hebben uitgeput, deze kunnen blijven gebruiken, maar met meer tijd voor planning dan toen het instrument werd gelanceerd, ii) lidstaten met de laagste nationale aandelen nu een extra prikkel zullen hebben om deze te gebruiken, aangezien de gevraagde subsidie niet meer zal worden beperkt tot het bedrag dat in het kader van de nationale aandelen is vastgesteld. Hierdoor zal de leenfaciliteit voor de publieke sector de regio’s met de hoogste vraag en rijpe projecten beter kunnen bedienen.
Bovendien is na twee jaar na de lancering van de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector bevestigd dat de subsidiecomponent van de leenfaciliteit voor de publieke sector een duidelijke stimulans is voor het gebruik van EIB-leningen door entiteiten uit de publieke sector ter ondersteuning van overheidsinvesteringen in de regio’s die een klimaattransitie doormaken. De faciliteit biedt aantrekkelijke kredietvoorwaarden in vergelijking met instrumenten die gewoonlijk op de markt beschikbaar zijn. Dit is met name van belang om de economische beperkingen als gevolg van de COVID-19-crisis en de aanhoudende economische gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne te boven te komen.
3. Maatregelen van de Commissie om de uitdagingen aan te pakken
Er is een positieve trend waargenomen wat betreft de bekendheid van potentiële begunstigden met de leenfaciliteit voor de publieke sector. Dit wordt in de eerste plaats geïllustreerd door het gebruik van de faciliteit en de ontwikkelingspijplijn ervan, maar ook door het toenemende aantal projectontwikkelaars dat de Commissie specifieke vragen over de leenfaciliteit voor de publieke sector heeft gesteld. Om deze trend te ondersteunen, heeft de Commissie aanvullend voorlichtingsmateriaal geproduceerd en haar bewustmakingscampagne voortgezet.
Voorts hebben de Commissie en de EIB gezamenlijk inspanningen geleverd om de toegankelijkheid van de leenfaciliteit voor de publieke sector voor kleinere begunstigden en projecten te vergemakkelijken en om meer leningen via intermediairs met nationale stimuleringsbanken en -instellingen (NPBI’s) te verkrijgen door de bestaande regels te herzien. Ten eerste werd het minimumbedrag van de lening via intermediairs in een overeenkomst tussen de Commissie en de EIB sinds september 2023 verlaagd van 3 miljoen EUR tot 1 miljoen EUR24. Ten tweede wordt de beperking in de administratieve overeenkomst met betrekking tot de betrokkenheid van NPBI’s bij de uitvoering van de PSLF als financiële intermediairs van de EIB naar verwachting opgeheven25. In overeenstemming met deze inspanningen zijn de eerste projecten in verband met leningen via intermediairs ingediend bij de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector, met betrokkenheid van de Tsjechische Nationale Ontwikkelingsbank.
4. Voorbereidende werkzaamheden voor de tussentijdse evaluatie van de leenfaciliteit voor de publieke sector
Overeenkomstig artikel 17 van de verordening betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector moet de Commissie uiterlijk op 30 juni 2025 de uitvoering van de faciliteit en haar capaciteit om de doelstellingen van artikel 3 van de verordening betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector te verwezenlijken, aan de hand van een tussentijdse evaluatie beoordelen.
Het doel van de evaluatie is geleerde lessen te trekken die kunnen worden gebruikt om de prestaties van de leenfaciliteit voor de publieke sector in de resterende uitvoeringsperiode te verbeteren. De evaluatie zal betrekking hebben op de subsidiecomponent van de faciliteit vanaf de datum waarop de verordening betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector in 2021 in de 27 lidstaten in werking is getreden, tot de meest recente beschikbare informatie.
Met het oog op de voorbereiding van het werkdocument van de diensten van de Commissie over de tussentijdse evaluatie zullen de volgende stappen als basis dienen:
i. een interne beoordeling van de leenfaciliteit voor de publieke sector door de Commissie;
ii. een studie om bewijsmateriaal te verzamelen, gericht op kwesties in verband met uitvoering, technische bijstand, samenhang, synergieën met andere EU- en nationale financieringsinstrumenten, EU-meerwaarde en andere onderwerpen.
De beoordeling is begin 2024 van start gegaan en zal gedurende de hele voorbereidende tijdlijn van de evaluatie worden voortgezet. In april 2024 ondertekende de Commissie een contract met T33 srl en Prognos AG om de studie uit te voeren.
3. Technische bijstand
De EIB-adviesdiensten zijn in het kader van de InvestEU-advieshub beschikbaar voor de voorbereiding, ontwikkeling en uitvoering van subsidiabele projecten26. Tot eind juli 2024 werd in Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Frankrijk, Roemenië, Spanje en Zweden adviserende bijstand verleend ter ondersteuning van de leenfaciliteit voor de publieke sector27.
De ondersteunende dienst was afgestemd op en aangepast aan de specifieke behoeften van individuele projectontwikkelaars en varieerde van algemene begeleiding bij het identificeren van geschikte projecten, upstreamsteun bij de voorbereiding van investeringsprogramma’s tot projectontwikkelingsadvies en steun bij de aanvraag van PSLF-subsidies. Daarnaast heeft de EIB verschillende activiteiten ontplooid om projecten te identificeren en te ondersteunen die in aanmerking zouden kunnen komen voor financiering uit hoofde van de leenfaciliteit voor de publieke sector.
Op basis van deze eerste ervaring en ter ondersteuning van de noodzaak om in de toekomst een vraag naar PSLF-steun te ontwikkelen (zie punt 4.1), overweegt de EIB vooruitgang te boeken met adviesactiviteiten in vijf werkstromen:
i. rechtstreeks advies aan individuele projectontwikkelaars, kredietnemers van op zichzelf staande investeringsleningen, via een breed scala aan adviesdiensten in de voorbereidings- en uitvoeringsfase, met inbegrip van bijstand bij subsidieaanvragen;
ii. steun voor capaciteitsopbouw voor niet-bancaire instellingen, die doorgaans optreden als aggregatoren van kleinere projecten, om administratieve en operationele capaciteit te ontwikkelen om een aantal subprojecten doeltreffend te screenen, te selecteren, te prioriteren, te monitoren of anderszins te coördineren;
iii. “indirecte” adviesondersteuning aan eindbegunstigden van leningen via intermediairs of kaderleningen via gestandaardiseerde steunpakketten die bedoeld zijn om de deugdelijkheid van de voorstellen en de naleving van het toepasselijke kredietverleningsbeleid te verbeteren;
iv. advies over marktontwikkeling op het niveau van de lidstaten om de potentiële vraag naar PSLF-steun vast te stellen en om vast te stellen of de beschikbare financiële producten van de leenfaciliteit voor de publieke sector geschikt zijn;
v. screening, verkenning en verspreiding om het gebruik van de faciliteit te bevorderen, geschikte projecten te identificeren en te prioriteren, en algemene richtsnoeren te verstrekken voor subsidieaanvragen uit de leenfaciliteit voor de publieke sector.
In aanvulling op de diensten die door de EIB via de InvestEU-advieshub worden aangeboden, werden adviesdiensten verstrekt door de Commissie op verzoek van Griekenland, Slowakije en Tsjechië met als doel het bewustzijn over de faciliteit te vergroten en projectvoorstellen te identificeren en uit te werken. De technische bijstand aan Tsjechië wordt door de Commissie verleend en Slowakije wordt ondersteund in het kader van het instrument voor technische ondersteuning (TSI)28. In het kader van beide contracten wordt een breed scala aan diensten verleend, waaronder bewustmaking, mobilisatie van potentiële begunstigden in de regio’s van het plan voor een rechtvaardige transitie, en het screenen van projectideeën.
Griekenland profiteert van bredere steun in het kader van het TSI voor de uitvoering van alle drie de JTM-pijlers. Daarnaast verzocht Griekenland om steun die beschikbaar is in het kader van het JTP Groundwork29 voor de identificatie van projecten en de daaropvolgende voorbereiding van projectvoorstellen die moeten worden ingediend voor PSLF-financiering in de regio Peloponnesos.
De Commissie en de EIB nemen deel aan het toezicht op de uitvoering van adviserende ondersteuning om ervoor te zorgen dat de ondersteuning de andere adviserende activiteiten van de Commissie en de EIB in de begunstigde lidstaten aanvult.
3. Volgende stappen
De Commissie, in overleg met het Cinea en de EIB, zal de aandacht blijven vestigen op de faciliteit om ervoor te zorgen dat potentiële aanvragers het aanbod van de faciliteit begrijpen en steun kunnen aanvragen. Met name zal meer gedetailleerde informatie over door de leenfaciliteit voor de publieke sector ondersteunde projecten beschikbaar worden gesteld op het openbare dashboard van het Cinea30.
In het kader van haar mandaat voor de InvestEU-advieshub zal de EIB de uitvoering van de faciliteit voortzetten door potentiële projecten in kaart te brengen en te screenen, projectontwikkelaars en relevante autoriteiten ondersteunend advies te verlenen, alsook door middel van specifieke vergaderingen en evenementen op EU-, nationaal en regionaal niveau. De lidstaten kunnen via het TSI ook steun blijven ontvangen voor de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector.
In 2026 zal een tweede oproep tot het indienen van voorstellen worden gedaan, in overeenstemming met de verordening betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector.
Tot slot zal de Commissie de tussentijdse evaluatie van de leenfaciliteit voor de publieke sector afronden, die uiterlijk op 30 juni 2025 aan de Raad en het Europees Parlement zal worden toegezonden.
3. Conclusies
De leenfaciliteit voor de publieke sector is een instrument dat ervoor moet zorgen dat de transitie naar een klimaatneutrale economie op een rechtvaardige en sociaal duurzame manier plaatsvindt, gezien de sleutelrol van de publieke sector bij het aanpakken van marktfalen.
De grote verscheidenheid aan sectoren die zij kan ondersteunen, zoals energie-efficiëntie, sociale en betaalbare huisvesting en duurzame mobiliteit, in combinatie met de beschikbare middelen, maakt haar relevant voor de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de Unie voor 2030 en de doelstelling van klimaatneutraliteit in de Unie tegen 2050, waarbij ervoor wordt gezorgd dat niemand en geen enkele regio aan zijn lot wordt overgelaten.
Het is twee jaar geleden dat de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector is gelanceerd en er is een toenemend aantal subsidiabele projectvoorstellen ingediend, met meer potentiële projecten die worden voorbereid. In de tussentijdse evaluatie van de leenfaciliteit voor de publieke sector, die vóór 30 juni 2025 moet worden afgerond, zullen gegevens worden verzameld aan de hand waarvan verdere conclusies kunnen worden getrokken over de stand van de uitvoering van de faciliteit.
Uiterlijk op 30 juli 2024 heeft het evaluatiecomité van de leenfaciliteit voor de publieke sector projectvoorstellen geselecteerd voor een geraamd subsidiebedrag van ongeveer 148 miljoen EUR en een door de EIB aangeboden lening van ongeveer 863 miljoen EUR. Er zijn vier subsidieovereenkomsten ondertekend en de uitvoering van de desbetreffende projecten is van start gegaan.
1Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Sustainable Europe Investment Plan — European Green Deal Investment Plan”, COM(2020) 21 final van 14.1.2020.
2 Verordening (EU) 2021/1229 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende de leenfaciliteit voor de publieke sector uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie (PB L 274 van 30.7.2021).
3Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243 van 9.7.2021).
4Zoals gedefinieerd in artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PB L 231 van 30.6.2021).
5Zie overweging 6 van Verordening (EU) 2021/1229.
6De aanvragers vragen afzonderlijk een lening aan bij de EIB/financiële intermediair; de procedure voor het aanvragen van leningen liep dus parallel aan de subsidieaanvraag. De ondertekening van de subsidieovereenkomst is afhankelijk van de goedkeuring van de lening. Zie voor meer details het document over de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector: call-fiche_jtm-2022-2025-pslf_en.pdf (europa.eu).
7Het bedrag omvat geen voorstellen die op de reservelijst zijn geplaatst.
8Zie details in het document over de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector: call-fiche_jtm-2022-2025-pslf_en.pdf (europa.eu).
9Het bedrag omvat geen voorstellen die op de reservelijst zijn geplaatst.
10De nationale toewijzingen vertegenwoordigen waarden na de herziening van het MFK 2021-2027.
11Persbericht Sociaal-economische transitie van West-Macedonië: De transitie naar een groenere toekomst van West-Macedonië is het eerste project dat wordt ondersteund door de leenfaciliteit voor de publieke sector van de Europese Unie — Europese Commissie (europa.eu).
12Persbericht SMILES: Groene mobiliteit in Nantes krijgt een impuls dankzij EU-steun — Europese Commissie (europa.eu).
13Duurzame en betaalbare huisvesting ter ondersteuning van groene groei in Zweden — Europese Commissie (europa.eu).
14De bouw van het concertgebouw van Ostrava in Tsjechië krijgt Europese steun ter waarde van 105 miljoen EUR — Europese Commissie (europa.eu).
15De leenfaciliteit voor de publieke sector uit hoofde van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie (youtube.com).
16https://youtu.be/_bgPXkIKU04.
17Vertegenwoordigers van Cyprus, Finland en Luxemburg hebben geen belangstelling getoond voor het organiseren van een specifieke vergadering.
18Projectportefeuille van het Cinea — Welkom | Sheet — Qlik Sense (europa.eu).
19Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) (europa.eu).
20Cohesiefonds (CF) (europa.eu).
21Herstel- en veerkrachtfaciliteit (europa.eu).
22Zie voor meer details punt 4.1 van het tweede verslag over de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector.
23De begroting van het JTF bestaat uit middelen uit het MFK en het herstelinstrument voor de Europese Unie of “NextGenerationEU” (NGEU). Binnen de goedgekeurde JTF-programma’s worden de NGEU-middelen geconcentreerd in de begrotingsvastleggingen voor 2022 en 2023, terwijl de MFK-middelen over de periode 2021-2027 zijn verdeeld. Als gevolg daarvan is 70 % van de JTF-begroting geconcentreerd in de eerste twee jaarlijkse tranches. De Commissie zal de bedragen vrijmaken die uiterlijk op 31 december van het derde kalenderjaar na het jaar van de vastleggingen niet zijn gebruikt voor voorfinanciering of waarvoor geen betalingsaanvraag is ingediend, de zogenaamde n+3-regel; meer informatie over het JTF: Inforegio — Fonds voor een rechtvaardige transitie (europa.eu).
24Zie het amendement op de oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van de leenfaciliteit voor de publieke sector van 25 september 2023.
25 De Commissie en de EIB werken momenteel aan een wijziging van de administratieve overeenkomst tussen beide partijen.
26Zie voor meer details punt 2.1.4 van het eerste verslag over de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector en punt 2.2 van het tweede verslag over de uitvoering van de leenfaciliteit voor de publieke sector.
27Sommige adviesactiviteiten in Cyprus, Griekenland en Frankrijk zijn van start gegaan voordat de leenfaciliteit voor de publieke sector van kracht was en werden daarom gefinancierd uit andere bronnen, zoals de Europese investeringsadvieshub (Griekenland) en het beleidsterrein duurzame infrastructuur van de InvestEU-advieshub (Cyprus en Frankrijk).
28Instrument voor technische ondersteuning (TSI) (europa.eu).
29Inforegio — Fonds voor een rechtvaardige transitie (europa.eu).
30Qlik Sense (europa.eu).
NL NL