Artikelen bij COM(2024)198 - DE LA COMMISSION AU PARLEMENT EUROPÉEN ET AU CONSEIL sur le septième rapport d’avancement de la mise en œuvre de la stratégie de l’Union européenne pour l’union de la sécurité

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


I Inleiding

In juli 2020 heeft de Europese Unie de strategie voor de veiligheidsunie 2020-20251 vastgesteld. Deze strategie, ontwikkeld op het hoogtepunt van de COVID-19-pandemie, werd opgesteld tegen de achtergrond van een steeds complexer wordend veiligheidslandschap, met hybride en terroristische dreigingen die gericht zijn op de veiligheid van Europese burgers en bedrijven, zowel in fysieke ruimten als in cyberspace. Het antwoord van de EU op deze uitdagingen was gebaseerd op een holistische, maatschappijbrede benadering van veiligheid, met als doel de verkokering tussen de verschillende beveiligingsbeleidsmaatregelen te doorbreken en verbindingen te realiseren binnen en tussen het hele Europese veiligheidsecosysteem.

Vier jaar later is de geopolitieke, economische en veiligheidscontext in de EU en in de landen van het nabuurschap ingrijpend en duurzaam veranderd. De risico’s waarmee we vandaag worden geconfronteerd, verschillen sterk van de risico’s die dominant waren toen de strategie voor de veiligheidsunie voor het eerst werd geformuleerd. De COVID-19-pandemie heeft duidelijk gemaakt dat onze samenlevingen en economieën afhankelijk zijn van informatie- en communicatienetwerken en ook van verwante producten, en dat het noodzakelijk is de cyberbeveiliging daarvan te waarborgen in het licht van de toenemende cybercriminaliteit, die een zeer goed aanpassingsvermogen heeft.

Er blijft een zekere mate van terroristische dreiging op Europees grondgebied bestaan en een aantal lidstaten heeft onlangs het nationale dreigingsniveau verhoogd tot het hoogste niveau. De georganiseerde misdaad vormt een steeds grotere bedreiging voor de stabiliteit, doordat veel handel en menselijke interactie nu online plaatsvindt, wat nieuwe mogelijkheden biedt voor criminele activiteit. Aangezien miljoenen mensen kwetsbaarder zijn geworden door de instabiliteit in het nabuurschap van de EU, zijn criminelen die winsten willen behalen door anderen uit te buiten, zich vooral gaan richten op migrantensmokkel en mensenhandel. De instrumentalisering van migranten aan onze buitengrenzen heeft nieuwe, hybride vormen van dreigingen aan het licht gebracht die, in combinatie met desinformatiecampagnes, tot doel hebben verdeeldheid te zaaien in de Europese samenlevingen en wantrouwen aan te wakkeren. Tot slot brengt de mogelijke uitbuiting van nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie door kwaadwillige partijen, hetzij voor cybercriminele doeleinden, hetzij voor informatiemanipulatie, nieuwe veiligheidsproblemen met zich mee voor onze democratieën, met name in een jaar dat wordt gekenmerkt door belangrijke verkiezingen in heel Europa.

Interne en externe beveiliging zijn met elkaar verbonden. De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft tot een toename van het aantal cyberaanvallen2 geleid en de mogelijke kwetsbaarheid van bepaalde kritieke infrastructuur in de EU aan het licht gebracht. De huidige situatie in het Midden-Oosten en de ongekende omvang van het geweld in de regio hebben het handhaven van de interne veiligheid van de EU tot een nog grotere uitdaging gemaakt, met een verhoogd risico van terroristische aanslagen, hetzij door eenlingen, hetzij door georganiseerde groeperingen, aangewakkerd door pogingen om terroristische inhoud via onlineplatforms en -netwerken te verspreiden.

In dit veranderende dreigingslandschap is de visie die is uiteengezet in de strategie voor de veiligheidsunie, bijzonder relevant gebleken. Hoewel niet alle risico’s kunnen worden weggenomen, kunnen kwetsbaarheden worden aangepakt, en de strategie voor de veiligheidsunie biedt een robuust kader om de capaciteit van de EU op te bouwen om, eensgezind en met verbeterde collectieve actiemechanismen, bestaande en nieuwe dreigingen het hoofd te bieden. Dit zevende voortgangsverslag over de veiligheidsunie heeft tot doel een overzicht te geven van de uitvoering van de strategie sinds deze in 2020 werd vastgesteld. Hoewel alle oorspronkelijk in de strategie voor de veiligheidsunie genoemde punten door de Commissie zijn aangepakt, zijn er ook nieuwe initiatieven opgenomen om in te spelen op veranderende veiligheidsuitdagingen. De voltooiing van lopende dossiers die nog niet zijn vastgesteld door het Parlement en de Raad, alsook de handhaving en uitvoering van overeengekomen wetgeving door de lidstaten, is nu van cruciaal belang voor de doeltreffende bescherming van EU-burgers tegen veiligheidsdreigingen.

II EEN BETER BESCHERMDE EN VEERKRACHTIGERE FYSIEKE EN DIGITALE INFRASTRUCTUUR

II.1. Kritieke infrastructuur

Burgers, bedrijven en instanties in de EU zijn afhankelijk van kritieke infrastructuur, die essentiële diensten zoals de energie-, water- en voedselvoorziening, vervoer en telecommunicatie ondersteunt. Het dagelijks leven van de burgers en de gezondheid van de economie op lange termijn zijn afhankelijk van de levering van deze diensten. De geopolitieke context waarin de kritieke infrastructuur in de EU wordt geëxploiteerd, is echter zeer instabiel. Deze situatie is nog verergerd door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, zoals blijkt uit het toegenomen aantal hybride aanvallen, de sabotage van de Nord Stream-pijpleiding en de schade aan de gaspijpleidingen die onderdeel uitmaken van de Oostzeeverbinding.

Sinds het begin van het mandaat van deze Commissie heeft de EU een reeks maatregelen getroffen om de bescherming van kritieke infrastructuur en de weerbaarheid van de entiteiten die deze exploiteren, te verbeteren, teneinde de gevolgen van verstoringen van essentiële diensten te voorkomen of te beperken. Met de vaststelling van de richtlijn betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten (“CER-richtlijn”)3 en de herziene richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (“NIS2-richtlijn”)4 heeft de EU het rechtskader versterkt om huidige en toekomstige risico’s, online en offline, van cyberaanvallen tot natuurrampen, aan te pakken. Zodra de richtlijnen door de lidstaten zijn omgezet, zullen zij ervoor zorgen dat beter rekening wordt gehouden met risico’s en kwetsbaarheden die entiteiten in een aantal belangrijke sectoren5 treffen. Om de uitvoering van beide richtlijnen te versnellen, heeft een aanbeveling van de Raad6 als basis gediend voor het uitvoeren van stresstests bij entiteiten die kritieke infrastructuur exploiteren, te beginnen in de energiesector, waarvan de resultaten nu door de Commissie worden geanalyseerd.

Recente gebeurtenissen hebben ook aangetoond dat er dringend optreden op EU-niveau nodig is wanneer zich een incident voordoet. De Commissie heeft een voorstel7 gedaan voor een aanbeveling van de Raad betreffende een blauwdruk waarin coördinatie op EU-niveau wordt vastgesteld om te reageren op pogingen om kritieke infrastructuur van aanzienlijk grensoverschrijdend belang te verstoren. De wet inzake noodsituaties en veerkracht voor de interne markt zal de middelen bieden om ervoor te zorgen dat de interne markt tijdens een crisis blijft functioneren.

De Commissie heeft ook maatregelen getroffen om de weerbaarheid van kritieke infrastructuur op sectoraal niveau te vergroten, voortbouwend op het basisscenario dat in de horizontale wetgeving is vastgesteld. In de energiesector zal de opstelling van een netcode voor sectorspecifieke regels voor cyberbeveiligingsaspecten van grensoverschrijdende elektriciteitsstromen helpen om het elektriciteitssysteem van de EU veerkrachtiger en veiliger te maken. De Commissie heeft ook het actieplan voor windenergie aangekondigd om de cyberweerbaarheid van windinstallaties te versterken. In de vervoerssector heeft de Commissie verder gewerkt aan het systeem voor beveiligingsinspecties in de lucht- en zeevaart, bestaande uit meer dan 100 luchtvaartinspecties en 60 maritieme inspecties. Wat maritieme veiligheid betreft, werd in oktober 2023 de herziene strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid8 met bijbehorend actieplan goedgekeurd om kritieke maritieme infrastructuur en schepen beter te beschermen tegen fysieke en cyberdreigingen. De Commissie ontwikkelt ook een gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur om de uitwisseling van informatie tussen maritieme autoriteiten over grenzen en sectoren heen te vergemakkelijken. De herziening van de verordening inzake het trans-Europees vervoersnetwerk9 voorziet in nieuwe risicobestendigheidsvereisten voor de lidstaten om ervoor te zorgen dat de belangrijkste vervoersinfrastructuur van de Unie doeltreffend wordt beschermd. Na een grondige risicobeoordeling van de connectiviteitsinfrastructuursector van de EU met de lidstaten en Enisa heeft de Commissie een aantal aanbevelingen gedaan om de cyberbeveiliging en weerbaarheid te vergroten, zoals de in februari 202410 vastgestelde maatregelen om de beveiliging te verbeteren van de onderzeese kabelinfrastructuur die essentieel is voor onze communicatienetwerken. In de mededeling over het beheer van klimaatrisico’s werden de belangrijkste categorieën maatregelen geïdentificeerd, waaronder het verbeterde gebruik van beschikbare satellietgegevens en -diensten om kritieke infrastructuur beter bestand te maken tegen klimaatrisico’s11.

Voor de ruimtevaartsector omvat de EU-ruimtestrategie voor veiligheid en defensie12, die in maart 2023 is vastgesteld, maatregelen om de weerbaarheid van systemen en diensten in de ruimtevaartsector te vergroten en om in de ruimte gestationeerde EU-diensten voor tweeërlei gebruik verder te ontwikkelen. Wat watersystemen betreft, bevat het handboek van het waterveiligheidsplan veiligheidsmaatregelen ter bestrijding van vijandige acties tegen de fysieke en digitale integriteit van waterleidingssystemen en opzettelijke watergedragen verontreiniging13. Voor de financiële sector versterkt de vaststelling van de verordening digitale operationele weerbaarheid (DORA)14 de digitale weerbaarheid van entiteiten in de Europese financiële sector door de bestaande regels te stroomlijnen en aan te scherpen. Tot slot ondersteunt de Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied (HERA) in de gezondheidssector, als onderdeel van de Europese gezondheidsunie15, het onderzoek naar en de ontwikkeling, productie en levering van medische tegenmaatregelen. Daarnaast wordt de crisisbeheermodule van het EU-systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen uitgebreid om de coördinatie van ernstige bedreigingen voor de gezondheid en gezondheidszorgstelsels te ondersteunen en voor voortdurende coördinatie op het gebied van gezondheidsbedreigingen binnen de EU en op mondiaal niveau te zorgen. De eerste zes Europese referentielaboratoria voor de volksgezondheid werden in maart 2024 aangewezen, en het preventie-, paraatheids- en responsplan van de Unie wordt momenteel ontwikkeld en zal eind 2024 zijn afgerond en getest.

II.2. Cyberbeveiliging

Het cyberdreigingslandschap is de afgelopen jaren aanzienlijk verslechterd, zoals blijkt uit de dramatische toename van het aantal aanvallen in de toeleveringsketen en het uitbuiten van kwetsbaarheden in software, besturingssystemen voor mobiele apparaten of personal computers, en virtuele particuliere netwerken. Cyberaanvallen komen steeds vaker voor16 en zijn gericht tegen de zware industrie, informatiediensten, de overheid en de gezondheidszorg. Ransomware blijft een uitdaging, niet alleen in termen van het aantal aanvallen, maar ook van de toenemende collusie van criminele bendes met overheidsactoren die worden gedreven door belangen die verder gaan dan financieel gewin17. In het licht van deze toenemende en zich ontwikkelende cyberdreigingen heeft de EU aanzienlijke stappen gezet om de cyberbeveiliging in de lidstaten te verbeteren, de veiligheid van toeleveringsketens en producten te versterken, de solidariteit op EU-niveau te versterken en de capaciteit te vergroten om cyberdreigingen en -incidenten beter te kunnen opsporen, erop voorbereid te zijn en erop te reageren.

Het huidige mandaat heeft een sterke basis gelegd voor de voortdurende inspanningen van de EU om haar digitale infrastructuur te beschermen. Bij de herziening van de NIS-richtlijn is het toepassingsgebied ervan aanzienlijk uitgebreid tot alle middelgrote en grote entiteiten die actief zijn in 18 kritieke sectoren, met strengere cyberbeveiligingsvereisten, verplichte melding van incidenten en een bij wet vastgestelde Europese coördinatiestructuur voor cybercrises. Andere resultaten zijn onder meer het akkoord dat is bereikt over de verordening cyberweerbaarheid18 en de vaststelling van de Europese verordening inzake een digitale identiteit19, die onze algehele cyberbeveiliging aanzienlijk zal versterken. De verordening cyberweerbaarheid voert verplichte vereisten voor cyberbeveiliging “door ontwerp” en “door standaardinstellingen” in voor hardware en software, gedurende de hele levenscyclus van het product, om ervoor te zorgen dat producten vrij van bekende kwetsbaarheden op de markt worden gebracht. De Europese verordening inzake een digitale identiteit zal de ontwikkeling van de digitale eengemaakte markt op basis van vertrouwensdiensten vergemakkelijken en zal een cruciaal element zijn bij de inspanningen om phishing-aanvallen aan te pakken en de authenticatie en het toegangsbeheer te verbeteren. Ondertussen zullen op 1 augustus 2025 nieuwe regels in het kader van de richtlijn radioapparatuur in werking treden, met verplichtingen voor fabrikanten van draadloze apparatuur om hun niveau van cyberbeveiliging, privacy en bescherming tegen fraude te verbeteren.

De verordening cybersolidariteit20 zal een doorbraak betekenen op het gebied van de opsporing van cyberdreigingen, paraatheid en respons op incidenten op EU-niveau. Het voorziet in een Europees waarschuwingssysteem voor cyberbeveiliging, dat zal bestaan uit een pan-Europees netwerk van cyberhubs, om een gecoördineerde EU-detectiecapaciteit en gemeenschappelijk situationeel bewustzijn op te bouwen. Een cybernoodmechanisme zal de paraatheid en de respons- en herstelcapaciteit van de lidstaten versterken. De EU-cyberbeveiligingsreserve zal worden opgericht ter ondersteuning van de respons op significante en grootschalige cyberbeveiligingsincidenten en het initiële herstel. Deze reserve is beschikbaar voor de lidstaten, EU-instellingen en derde landen die geassocieerd zijn met het programma Digitaal Europa.

Het Europees Kenniscentrum voor cyberbeveiliging moet dit jaar volledig autonoom worden en zal de capaciteit en het concurrentievermogen van Europa op het gebied van cyberbeveiliging vergroten om de Europese economie en samenleving te beschermen tegen cyberaanvallen en haar technologische soevereiniteit te vergroten door middel van gezamenlijke investeringen in strategische cyberbeveiligingsprojecten.

Daarnaast is de vaststelling van de allereerste Europese regeling voor cyberbeveiligingscertificering21, met Europese gemeenschappelijke criteria, een belangrijke stap richting het creëren van een omgeving op de interne markt waarin bedrijven en consumenten vertrouwen kunnen hebben. In het werkprogramma van de Unie voor Europese cyberbeveiligingscertificering22, dat in februari 2024 is vastgesteld, worden strategische prioriteiten voor toekomstige Europese regelingen voor cyberbeveiligingscertificering genoemd. De verordening cyberbeveiliging is gewijzigd om regelingen voor cyberbeveiligingscertificering mogelijk te maken voor beheerde beveiligingsdiensten waar de Commissie Enisa om zal verzoeken zodra de verordening in werking treedt. Er wordt gewerkt aan andere regelingen, zoals de Europese regeling voor cyberbeveiligingscertificering voor clouddiensten, die gebruikers zal helpen om gefundeerde beslissingen te nemen over de diensten die zij kopen. Hoe gevoeliger de gegevens zijn en hoe meer borging wordt gewenst, hoe strenger de vereisten in deze regelingen moeten zijn.

Ondertussen heeft de EU stappen ondernomen om de cyberbeveiliging van de instellingen, organen en instanties van de EU te versterken door een kader op te zetten voor risicobeheer, governance en controle op het gebied van cyberbeveiliging, wat de rol van CERT-EU versterkt; ook wordt een nieuwe interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging opgericht om de uitvoering van dat kader te monitoren en te ondersteunen. Het gebrek aan voortgang in de onderhandelingen over het parallelle voorstel betreffende informatiebeveiliging, dat van essentieel belang is om een robuust wetgevingskader voor de instellingen, agentschappen en organen van de EU te voltooien en zo bij te dragen tot een veilig Europees ambtenarenapparaat, moet echter als prioriteit worden aangepakt.

Als aanvulling op de intensieve wetgevingswerkzaamheden van de afgelopen jaren heeft de Commissie zich ingezet om de operationele samenwerking met de lidstaten te intensiveren. De oprichting van de eerste grensoverschrijdende netwerken van beveiligingsoperatiecentra en ook de ondersteuning aan de lidstaten de afgelopen twee jaar via de ondersteunende actie van Enisa, met 35 miljoen EUR in het kader van het programma Digitaal Europa, hebben aangetoond hoe de EU haar burgers veiligheid kan bieden door middelen te bundelen en zo de cyberbeveiligingscapaciteit te versterken.

Om de economische veiligheid en open strategische autonomie te waarborgen, heeft de EU ook een proactieve benadering gehanteerd om cyberbeveiligingsrisico’s in opkomende technologieën aan te pakken. Als onderdeel van de strategie voor economische veiligheid worden er gemeenschappelijke risicobeoordelingen uitgevoerd met betrekking tot kritieke technologieën zoals AI, geavanceerde halfgeleiders, biotechnologieën en kwantumtechnologie23. Om gegevens en gevoelige communicatie veilig te stellen, heeft de Commissie een aanbeveling24 gedaan waarin de lidstaten worden opgeroepen een gecoördineerde routekaart voor de transitie naar post-kwantumcryptografie (PQC) in de hele EU te ontwikkelen en uit te voeren. De aanbeveling moedigt de lidstaten aan de ontwikkeling van relevante algoritmen en normen voor post-kwantumcryptografie te ondersteunen voor toepassing in de hele Unie. 

De uitvoering van de EU-toolbox inzake 5G-cyberbeveiliging25 is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat 5G- en post-5G-netwerken en daarmee verbonden technologieën betrouwbaar en cyberveilig zijn. In overeenstemming met de toolbox zal de Commissie trachten te voorkomen dat haar interne communicatie wordt blootgesteld aan mobiele netwerken die gebruikmaken van leveranciers met een hoog risico, en haar beoordeling weer te geven in alle relevante financieringsprogramma’s en -instrumenten van de EU26. De Europese benadering van cyberbeveiliging heeft tegenwoordig niet alleen betrekking op preventie en de bescherming van kritieke infrastructuur, maar ook op crisisbeheersing, onder meer door de oprichting en formalisering van het Europees Netwerk van verbindingsorganisaties voor cybercrises (EU-CyCLONe). De ontwikkeling van een ecosysteem van belanghebbenden en netwerken voor crisisbeheersing heeft de paraatheid van de EU voor een collectieve respons in het geval van een groot cyberincident vergroot. Een goede coördinatie tussen de verschillende niveaus (technisch, operationeel en politiek) en sterke synergieën tussen de verschillende cyberbeveiligingsgemeenschappen vereisen regelmatige oefeningen en interacties tussen sectoren, risicobeoordelingen, stresstests en documentatie die duidelijk en actueel is en die door alle partijen goed begrepen wordt.

De veiligheid en het concurrentievermogen van de EU zijn afhankelijk van professioneel cyberbeveiligingspersoneel. De EU kampt echter met een aanzienlijk tekort aan cyberbeveiligingsprofessionals, waardoor de risico’s voor de EU, haar lidstaten, bedrijven en burgers toenemen als gevolg van cyberbeveiligingsincidenten die mogelijk niet snel worden opgemerkt of niet tijdig worden aangepakt27. De oprichting van de academie voor cyberbeveiligingsvaardigheden zal helpen om deze kwestie aan te pakken, door bestaande opleidingsinitiatieven op het gebied van cyberbeveiligingsvaardigheden samen te brengen en beter te coördineren. Het toenemende aantal toezeggingen aan de academie toont aan dat de industrie en de academische gemeenschap bereid zijn om een belangrijke bijdrage te leveren om meer professionals, waaronder jonge vrouwen, aan te moedigen om tot het vakgebied van cyberbeveiliging toe te treden.

Het nieuwe cyberdefensiebeleid van de EU voorziet in de middelen om de coördinatie tussen de civiele gemeenschappen op het gebied van cyberbeveiliging en het ecosysteem in de militaire/defensiesector te verbeteren, en de samenwerking tussen deze twee gebieden zal in de toekomst waarschijnlijk toenemen. Het beleid stelt de EU en haar lidstaten ook in staat hun beschermings-, opsporings-, verdedigings- en afschrikkingscapaciteiten te vergroten, waarbij voor de bredere veiligheid en defensie van de EU passend gebruik wordt gemaakt van het hele scala van defensieve opties waarover de civiele en militaire gemeenschappen beschikken, in overeenstemming met het internationaal recht. In het nieuwe beleid wordt gewezen op de noodzaak van nauwere samenwerking tussen de publieke en de private sector en worden manieren voorgesteld om dit mogelijk te maken.

De EU in actie

Sinds de oprichting van het agentschap heeft Enisa 70 verslagen over situationeel bewustzijn opgesteld, met analyses van meer dan 4 000 incidenten. Het agentschap heeft 22 grootschalige incidenten behandeld. Enisa heeft een aantal simulatieoefeningen mede georganiseerd; bij de meest recente, die samen met de Commissie werd georganiseerd, werd de paraatheid getest van het Europees Netwerk van verbindingsorganisaties voor cybercrises (EU-CyCLONe), waarin de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor cybercrisisbeheer, en de Commissie samenwerken. Dergelijke oefeningen verbeteren de coördinatie en beperken zo de gevolgen van mogelijke toekomstige aanvallen in de EU.

In het kader van het programma Digitaal Europa heeft de Commissie een budget ingezet van 84 miljoen EUR voor de ondersteuning van maatregelen ter ondersteuning van cyberbeveiliging in het kader van nieuwe EU-wetgeving, met inbegrip van de toepassing van AI en andere ontsluitende technologieën voor beveiligingsoperatiecentra, alsook de Europese transitie naar post-kwantumcryptografie. Het Europees Kenniscentrum voor cyberbeveiliging zal ervoor zorgen dat bedrijven, kmo’s en overheidsdiensten in de lidstaten en geassocieerde landen van deze projecten kunnen profiteren.

III BESTRIJDING VAN TERRORISME EN RADICALISERING

III.1. Terrorismebestrijdingsmaatregelen

De terroristische dreiging blijft acuut en dreigt toe te nemen als gevolg van conflicten buiten de EU. Volgens Europol28 hebben de lidstaten in 2022 melding gemaakt van 28 voltooide, mislukte of verijdelde aanvallen, een stijging ten opzichte van 2021 (18 aanvallen), maar ruim onder de 56 aanvallen die in 2020 werden gemeld. Sinds de aanslag van Hamas op 7 oktober 2023 hebben in het licht van de toenemende spanningen in sommige gemeenschappen in de lidstaten drie terroristische aanslagen plaatsgevonden (op 13 oktober 2023 in Arras in Frankrijk, op 16 oktober 2023 in Brussel en op 2 december 2023 in Parijs). Tegelijkertijd worden sommige lidstaten geconfronteerd met een aanzienlijke dreiging van gewelddadig rechts-extremisme. Naar verluidt nemen de verheerlijking van terrorisme alsook haatzaaiende uitlatingen, met name in de vorm van antisemitisme en moslimhaat, sinds 7 oktober 202329 toe in de EU.

In het kader van de strategie voor de veiligheidsunie is een reeks maatregelen en instrumenten vastgesteld om de lidstaten te ondersteunen bij de bestrijding van terrorisme. De EU-agenda voor terrorismebestrijding30 heeft, sinds de vaststelling ervan in december 2020, de EU voorzien van de middelen om beter te anticiperen op terroristische dreigingen, deze dreigingen te voorkomen, zich ertegen te beschermen en erop te reageren. De richtlijn inzake terrorismebestrijding31 die in 2017 werd vastgesteld, wordt nu door alle lidstaten uitgevoerd; bij deze richtlijn zijn het ontvangen van een training voor terrorisme, reizen met een terroristisch oogmerk en ook het financieren van terrorisme strafbaar gesteld. Tekortkomingen bij de omzetting van de richtlijn in een aantal lidstaten worden aangepakt door middel van inbreukprocedures en er zijn verschillende workshops georganiseerd om ervoor te zorgen dat de wetgeving de nagestreefde doeltreffendheid zal hebben door de uitvoering ervan.

Sommige buitenlandse terroristische strijders zijn teruggekeerd naar de EU, maar een aanzienlijk aantal bevindt zich nog steeds in kampen en gevangenissen in het noordoosten van Syrië. Hoewel de primaire verantwoordelijkheid bij de lidstaten ligt, helpt samenwerking op EU-niveau de lidstaten bij de aanpak van gemeenschappelijke uitdagingen zoals het vervolgen van personen die terreurdaden hebben begaan, het voorkomen van onopgemerkte binnenkomst in het Schengengebied, en de re-integratie en rehabilitatie van teruggekeerde buitenlandse terroristische strijders. Zowel Europol als Eurojust hebben een sleutelrol gespeeld bij de coördinatie van deze onderzoeken en vervolgingen.

Terroristen de middelen ontnemen om een aanval uit te voeren, is van cruciaal belang in de strijd tegen terrorisme. Nieuwe vuurwapenwetgeving zal gevolgen hebben voor het vermogen van terroristen om in de EU toegang te krijgen tot wapens. In februari 2021 is nieuwe wetgeving32 in werking getreden die gericht is op de beperking van de toegang tot precursoren voor explosieven die terroristen zouden kunnen gebruiken om bommen te vervaardigen. Voortbouwend op de aanpak die wordt gehanteerd om de toegang tot precursoren voor explosieven te reglementeren, heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd om de toegang tot chemische stoffen met een hoog risico te reglementeren. Bovendien zijn er door de snelle ontwikkelingen op het gebied van AI en biotechnologie minder belemmeringen voor de toegang tot gevaarlijke chemicaliën en pathogenen, waardoor het risico op chemische en biologische incidenten toeneemt.

Om de paraatheid te vergroten, werkt de Commissie via rescEU en HERA aan het opbouwen van Europese strategische capaciteitsreserves om te kunnen reageren op chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. Deze strategische reserves zorgen ervoor dat tegenmaatregelen, waaronder uitrusting, beschikbaar zijn om bescherming te bieden tegen de gevolgen van incidenten. De EU is doorgegaan met het versterken van het EU-kader ter voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, en houdt de uitvoering ervan nauwgezet in de gaten om ervoor te zorgen dat de wetgeving bijdraagt tot een doeltreffendere opsporing van middelen die bestemd zijn voor de financiering van terroristische organisaties. Ter ondersteuning van onderzoeken in verband met terrorismefinanciering heeft de Commissie in 2021 ook een netwerk van financiële onderzoekers voor terrorismebestrijding opgericht. Het netwerk, dat wordt voorgezeten door de Commissie, ondersteunt de uitwisseling tussen onderzoekers in de lidstaten over technieken en ervaringen bij de bestrijding van terrorismefinanciering.

De bescherming van mensen en openbare ruimten is een prioriteit van de terrorismebestrijdingsagenda. Via het EU-programma voor veiligheidsadviseurs zijn meer dan honderd speciaal opgeleide nationale deskundigen en deskundigen van de Commissie beschikbaar om, op verzoek van een instantie in een lidstaat en gefinancierd door de Commissie, missies ter beoordeling van de kwetsbaarheid uit te voeren om openbare ruimten, gebeurtenissen met een hoog risico en kritieke infrastructuur in de EU te beveiligen tegen terroristische dreigingen. Zoals blijkt uit de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van 6 december 202333, getiteld “Geen plaats voor haat: een verenigd Europa tegen haat”, wordt de financiering voor de bescherming van openbare ruimten en gebedshuizen van alle religies verhoogd. Sinds 2020 is er via het Fonds voor interne veiligheid 30 miljoen EUR beschikbaar voor het Protect-programma, dat bijzondere aandacht besteedt aan de bescherming van gebedshuizen, waaronder synagogen en moskeeën: nog eens 5 miljoen EUR is bestemd om specifieke dreigingen als gevolg van toenemend antisemitisme aan te pakken. De Commissie werkt samen met het maatschappelijk middenveld aan het bestrijden van haatzaaiende uitlatingen, bijvoorbeeld via het Europees burgerpanel over de aanpak van haat in de samenleving.

Drones worden steeds meer gebruikt en kunnen worden ingezet voor legitieme doeleinden, maar ook met kwaadwillige bedoelingen, zoals aanvallen op openbare ruimten, personen en kritieke infrastructuur. In oktober 2023 heeft de Commissie een mededeling vastgesteld over de bestrijding van mogelijke dreigingen van niet-coöperatieve drones die voor civiel gebruik zijn ontworpen34. Een paar van de belangrijkste maatregelen die reeds zijn uitgevoerd, zijn de oprichting van een counter-dronedeskundigengroep, die advies verstrekt op beleids- en operationeel niveau, en een specifieke risicobeoordeling over de dreiging van niet-coöperatieve onbemande luchtvaartuigen voor de burgerluchtvaart en luchthavenfaciliteiten. De Commissie heeft ook een uitgebreide inventarisatie van de luchtvaartbeveiligingsrisico’s uitgevoerd om de bestaande en zich ontwikkelende dreigingen en kwetsbaarheden in kaart te brengen, met het oog op het bijwerken van het referentiescenario van de EU-regelingen voor beveiliging van de luchtvaart op EU-luchthavens35.

III.2. Radicalisering voorkomen en bestrijden

Preventie van radicalisering is de eerste stap om terroristische aanslagen te voorkomen. De Commissie heeft haar steun aan de lidstaten versterkt om te helpen voorkomen dat burgers worden blootgesteld aan schadelijke extremistische en terroristische inhoud, online en offline, ook in gevangenissen. Via het netwerk voor voorlichting over radicalisering brengt de Commissie 6 500 beroepsbeoefenaars (beleidsmakers, rechtshandhavers, onderzoekers) uit heel Europa samen om beste praktijken te ontwikkelen om gewelddadig extremisme aan te pakken. Vanaf juni 2024 zal het netwerk voor voorlichting over radicalisering worden geïntegreerd in het EU-kenniscentrum voor de preventie van radicalisering. Met het EU-kenniscentrum wil de EU de verkokering tussen betrokken beleidsmakers, beroepsbeoefenaars en onderzoekers doorbreken door diepgaande studies, toekomstscenario’s, steun voor reacties op geopolitieke ontwikkelingen, opleiding op het gebied van strategische communicatie te bieden, alsook instrumenten om beleid en praktijken tegen radicalisering te ontwikkelen. De Commissie heeft ook een aanbeveling vastgesteld over de procedurele rechten van verdachten en beklaagden die zich in voorlopige hechtenis bevinden, en over materiële detentieomstandigheden36, waarin maatregelen zijn opgenomen om radicalisering in gevangenissen aan te pakken.

De EU werkt momenteel ook aan het voorkomen van buitenlandse beïnvloeding en financiering van steun voor radicale/extremistische standpunten in de lidstaten. De Commissie blijft waakzaam om te beletten dat EU-middelen worden gebruikt ter ondersteuning van projecten die onverenigbaar zijn met de Europese waarden of die een illegale agenda nastreven. Het herziene Financieel Reglement37 bevat nu een bepaling dat een veroordeling voor “aanzetten tot haat” grond is voor uitsluiting van EU-financiering. In januari 2024 heeft de Commissie nieuwe richtsnoeren uitgevaardigd aan beheerders van financiële programma’s over de gevolgen van schendingen van EU-waarden.

Desinformatie die bedoeld is om aan te zetten tot haat en terroristische inhoud, circuleert online, onder andere in de vorm van door AI gegenereerde afbeeldingen, en kan aanzetten tot gewelddadig extremisme. Een belangrijk instrument om te voorkomen dat terroristische inhoud online circuleert, is de verordening inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud38, die aanbieders van hostingdiensten verplicht om binnen een uur na ontvangst van een verwijderingsbevel van de autoriteiten van een van de lidstaten terroristische inhoud te verwijderen of de toegang ertoe te blokkeren. In haar evaluatieverslag van februari 2024 meldt de Commissie dat de verordening doeltreffend is geweest in het voorkomen van de verspreiding van terroristische online-inhoud. Tot nu toe hebben 23 lidstaten bevoegde autoriteiten aangewezen om verwijderingsbevelen uit te vaardigen en zijn er tussen juni 2022 en april 2024 ongeveer 500 verwijderingsbevelen uitgevaardigd. Parallel hieraan worden tekortkomingen in de omzetting van de verordening in een aantal lidstaten aangepakt door middel van inbreukprocedures.

De Commissie heeft ook een reeks richtsnoeren gepubliceerd voor leerkrachten en opvoeders over het aanpakken van desinformatie en het bevorderen van digitale geletterdheid via onderwijs en opleiding.

Wat offline illegaal is, moet online ook verboden zijn. De handhaving van de digitaledienstenverordening39, die sinds 17 februari 2024 van toepassing is, is een beslissende stap in deze richting; deze verordening legt alle onlineplatforms de verplichting op om illegale inhoud tegen te gaan. Een ander element van de EU-toolbox voor terrorismebestrijding is de EU-eenheid voor de melding van internetuitingen binnen Europol, die terroristische inhoud bij meer dan 300 platforms meldt, wat het bewustzijn van en maatregelen tegen terroristische propaganda versterkt. Ook het EU-internetforum ondersteunt de technologie-industrie bij het matigen van extremistische inhoud en pakt momenteel het risico van uitbuiting door terroristen van generatieve AI aan, als aanvulling op ontwikkelingen op wetgevingsgebied, met name de AI-verordening40. Na de aanslag in Christchurch in maart 2019 heeft het EU-internetforum het EU-crisisprotocol goedgekeurd om in de nasleep van een crisis te zorgen voor samenwerking tussen rechtshandhaving en het bedrijfsleven.

III.3. Bescherming van slachtoffers van terrorisme

De Commissie heeft in januari 2020 het EU-kenniscentrum voor slachtoffers van terrorisme opgericht om expertise, begeleiding en ondersteuning te bieden aan nationale autoriteiten en organisaties voor slachtofferhulp. Het EU-kenniscentrum helpt ervoor te zorgen dat de Europese regels voor slachtoffers van terrorisme correct worden toegepast, door de uitwisseling van beste praktijken en het delen van expertise te bevorderen.

De EU in actie

In 2022 zijn er 28 voltooide, mislukte of verijdelde terroristische aanslagen gemeld. In 2022 werden in de lidstaten 380 personen gearresteerd voor terroristische misdrijven. Daarvan ging het in 14 gevallen om terrorismefinanciering, allemaal gerelateerd aan jihadistisch terrorisme. In 203 gevallen werden acties ondersteund door Eurojust, waaronder de activiteiten van 8 gemeenschappelijke onderzoeksteams. In het kader van de verordening inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud zijn sinds juni 2022 350 verwijderingsbevelen ten uitvoer gebracht.

Met de steun van de Commissie hebben de lidstaten risicobeoordelingsinstrumenten, speciale detentieregelingen, rehabilitatie- en re-integratieprogramma’s, opleiding voor gevangenis- en reclasseringspersoneel, structuren voor informatie-uitwisseling en multidisciplinaire samenwerking voor het beheer van ex-gedetineerden na hun vrijlating ingevoerd.

De verordening inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud heeft zijn waarde bewezen, bijvoorbeeld door de snelle verwijdering van terroristische inhoud mogelijk te maken na de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023.

IV BESTRIJDING VAN GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT

De georganiseerde criminaliteit is een bedreiging voor Europese burgers, bedrijven, overheidsinstellingen en de economie als geheel. Criminele netwerken zijn betrokken bij uiteenlopende criminele activiteiten, waaronder drugshandel, georganiseerde vermogensdelicten, milieucriminaliteit, fraude, migrantensmokkel en mensenhandel. Het toegenomen gebruik van internet en onlinediensten heeft geleid tot meer cybercriminaliteit en gendergerelateerd cybergeweld. Daarnaast heeft de ontwrichting als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne nieuwe mogelijkheden gecreëerd, waar georganiseerde criminele organisaties snel misbruik van maken. Criminelen opereren gemakkelijk online en over de grenzen heen, waardoor er behoefte is aan consistent Europees en transnationaal optreden. In de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit 2021-202541, die in april 2021 door de Commissie is vastgesteld, wordt het belang benadrukt van het ontmantelen van de structuren van de georganiseerde misdaad, gericht op de personen aan de top van criminele organisaties, met name die groepen die het grootste risico vormen voor de veiligheid van Europa.

IV.1. Cybercriminaliteit

Hoewel technologische ontwikkelingen belangrijke en snelle verbeteringen in onze samenleving met zich meebrengen, stellen zij cybercriminelen ook in staat om het grenzeloze karakter van de digitale wereld uit te buiten. Tussen mei 2021 en juni 2022 waren er 3 640 gemelde aanvallen met gijzelsoftware tegen bedrijven en instellingen in de EU en in 2023 steeg het totale bedrag aan betalingen inzake gijzelsoftware voor het eerst boven de 1 miljard EUR42. De criminele activiteiten, variërend van grootschalige cyberaanvallen tot die waarbij malware, spyware, phishing en spam worden toegepast, verstoren de werking van digitale en fysieke infrastructuren en hebben ernstige gevolgen voor de levens van mensen. Om deze criminaliteit aan te pakken, heeft de EU een aantal wetgevende en niet-wetgevende maatregelen getroffen om de grensoverschrijdende samenwerking op EU- en internationaal niveau te stimuleren.

In 2021 heeft de EU zich aangesloten bij het International Counter Ransomware Initiative, dat de inspanningen van meer dan 50 partners uit de EU en derde landen bundelt om de personen die achter ransomware zitten, verantwoordelijk te houden voor hun misdaden en hen een veilige haven te ontzeggen. Het initiatief helpt voorkomen dat de personen die achter ransomware zitten, van de illegale opbrengsten kunnen profiteren, door hun activiteiten te verstoren en hen voor de rechter te brengen.

Omdat alleen al in 2023 wereldwijd meer dan 100 miljoen foto’s en video’s van seksueel misbruik van kinderen werden gemeld en nog veel meer beelden ongemeld blijven, komt seksueel misbruik van kinderen alarmerend veel voor. Omdat kinderen meer tijd doorbrengen op internet, zijn zij vatbaarder voor grooming, wat leidt tot een toename aan door henzelf gemaakt uitbuitingsmateriaal. Overeenkomstig de EU-strategie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen43 en de alomvattende EU-strategie voor de rechten van het kind44 heeft de Commissie een voorstel vastgesteld voor regels ter voorkoming en bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen45, dat aanbieders van onlinediensten nieuwe verplichtingen oplegt. Wanneer een aanzienlijk risico niet kan worden beperkt met behulp van preventie, zouden aanbieders kunnen worden verplicht om online seksueel misbruik op te sporen, te melden, te verwijderen en te blokkeren. Het voorstel houdt tevens de oprichting in van een speciaal EU-centrum om de uitvoering van de verordening te vergemakkelijken. Tijdelijke wetgeving die is aangenomen om online dienstverleners in staat te stellen vrijwillige opsporing en melding van seksueel misbruik van kinderen online voort te zetten, is verlengd tot 3 april 2026, zodat er voldoende tijd is om overeenstemming te bereiken over de verordening voor de lange termijn. Dit initiatief is aangevuld met een voorstel tot actualisering van de richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie46 die dateert van 2011. De herziene regels breiden de definities van strafbare feiten uit, met name om gelijke tred te houden met de toename van criminele activiteiten online, en voeren hogere straffen en meer specifieke vereisten in voor preventie en bijstand aan slachtoffers.

Geschat wordt dat de helft van alle jonge vrouwen te maken krijgt met gendergerelateerd cybergeweld47. De in mei 2024 vastgestelde richtlijn ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld stelt bepaalde vormen van geweld die vrouwen onevenredig treffen strafbaar, met name het zonder instemming delen van intiem of gemanipuleerd materiaal (met inbegrip van deepfakes), cyberstalking, cyberintimidatie en misogyne haatzaaiende uitlatingen. De richtlijn zal ook de toegang van slachtoffers tot de rechter verbeteren.

IV.2. Drugshandel

Illegale drugshandel is een van de belangrijkste veiligheidsdreigingen voor de EU. De waarde van de kleinhandelsmarkt voor drugs in de EU wordt geschat op minstens 30 miljard EUR per jaar48. De inbeslagnames van cocaïne in de EU bereiken recordhoogten49. Er zijn groeiende zorgen over de productie en verspreiding van synthetische drugs in Europa en het verband tussen drugshandel en geweld50. In de EU-agenda en het EU-actieplan inzake drugs voor 2021-202551 worden concrete maatregelen vastgesteld om de actie op EU-niveau op te voeren, waaronder inspanningen om de internationale samenwerking op het gebied van drugshandel te versterken en de omvorming van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving tot het Drugsagentschap van de Europese Unie52. Het agentschap start zijn activiteiten in juli 2024.

De agenda is aangevuld met het EU-stappenplan dat de Commissie in oktober 2023 heeft vastgesteld53 en dat aanvullende maatregelen bevat om drugshandel en georganiseerde misdaad te bestrijden, waaronder de oprichting van een nieuwe Europese havenalliantie om de weerbaarheid van havens tegen criminele infiltratie te vergroten door het werk van douaneautoriteiten, rechtshandhavingsinstanties, publieke en private actoren in havens in de hele EU te vergroten. De uitvoering van het stappenplan heeft ook geleid tot een thematische Schengenevaluatie, waarbij de capaciteiten van de lidstaten op het gebied van politiële samenwerking, bescherming van de buitengrenzen en beheer van IT-systemen ter bestrijding van drugshandel werden beoordeeld en 40 beste praktijken werden geïdentificeerd.

IV.3. Illegale handel in goederen

De illegale handel in goederen is een zeer winstgevende onderneming en de kosten voor de samenleving manifesteren zich niet alleen in ontbrekende ontvangsten, maar ook in het gevaar voor de gezondheid en veiligheid van burgers, wat gecoördineerd optreden van overheden, rechtshandhavingsinstanties en particuliere actoren vereist.

De illegale handel in vuurwapens voedt de georganiseerde criminaliteit in de EU en in haar buurlanden. Naar schatting zijn er in de EU 35 miljoen illegale vuurwapens in het bezit van burgers. Ongeveer 630 000 vuurwapens zijn als gestolen of verloren in het Schengeninformatiesysteem opgenomen. Door de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals 3D-printen, vindt de illegale handel in vuurwapens nieuwe manieren om onder controles uit te komen. Samen met het EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel54 hebben alle lidstaten nu de vuurwapenrichtlijn55 omgezet in hun nationale wetgeving, wat de veiligheid aanzienlijk vergroot door het moeilijker te maken om de gevaarlijkste wapens legaal te verwerven. De Raad en het Europees Parlement hebben ook overeenstemming bereikt over de herziene regels voor de invoer, uitvoer en doorvoer van vuurwapens56 om de traceerbaarheid van civiele vuurwapens te verbeteren, met een bredere focus op digitalisering.

De illegale handel in cultuurobjecten is ook een lucratieve handel voor georganiseerde criminele groepen, en in sommige gevallen voor partijen bij een conflict en terroristen57. De Commissie heeft in december 2022 een EU-actieplan goedgekeurd om de strijd tegen de handel in cultuurgoederen58 op te voeren, met inbegrip van een dialoog met belanghebbenden om een eerlijke en gerenommeerde kunstmarkt te bevorderen die cultureel erfgoed beschermt.

IV.4. Migrantensmokkel en mensenhandel

Naar schatting maakt meer dan 90 % van de migranten die zonder toestemming in de EU aankomen, gebruik van de diensten van smokkelaars. De winst uit de smokkel van migranten wordt wereldwijd geschat op 4,7 tot 6 miljard EUR per jaar, terwijl sinds 2014 alleen al in de Middellandse Zee naar schatting 28 000 personen zijn overleden als gevolg van deze criminele handel.

Om de inspanningen tegen migrantensmokkel te vergroten, heeft de Commissie voorgesteld om het huidige wetgevingskader59 bij te werken met een voorstel voor een richtlijn, gericht op een doeltreffendere aanpak en vervolging van smokkelaars en een voorstel voor een verordening om de EU-coördinatie te verbeteren door het Europees Centrum tegen migrantensmokkel binnen Europol te versterken en de uitwisseling van informatie tussen de verantwoordelijke instanties te verbeteren. De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op om zo snel mogelijk overeenstemming te bereiken over deze dossiers. Tegelijkertijd heeft de Commissie op 28 november 2023 een wereldwijde alliantie ter bestrijding van migrantensmokkel gelanceerd, met een oproep tot actie, die nu wordt uitgevoerd met betrokken belanghebbenden. In april 2024 heeft de Commissie een evenement georganiseerd om een gemeenschap van belanghebbenden en bevoegde autoriteiten te creëren om het gebruik van digitale diensten bij migrantensmokkel aan te pakken. De Commissie ondersteunt ook rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten van belangrijke derde landen om hun capaciteit te vergroten om onderzoek te doen naar georganiseerde groepen die zich bezighouden met smokkel en mensenhandel, en deze te vervolgen.

Veel van de criminele netwerken die zich bezighouden met migrantensmokkel, zijn ook betrokken bij mensenhandel. Europol schat dat wereldwijd met mensenhandel meer dan 29,4 miljard EUR per jaar60 wordt verdiend. De meerderheid van de slachtoffers zijn vrouwen en meisjes, maar de handel in mannen neemt ook toe, met name met het oog op arbeidsuitbuiting. In april 2021 heeft de EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel 2021-202561 voorzien in een alomvattend intern en extern actiekader. De onlangs herziene richtlijn ter bestrijding van mensenhandel heeft betrekking op nieuwe vormen van uitbuiting (uitbuiting met het oog op draagmoederschap, gedwongen huwelijken en illegale adoptie), versterkt de instrumenten voor rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten, en verplicht de lidstaten om mensen te bestraffen die welbewust gebruikmaken van diensten die afhankelijk zijn van de slachtoffers van mensenhandel. Eurojust heeft in samenwerking met de EU-coördinator voor de bestrijding van mensenhandel een focusgroep van gespecialiseerde aanklagers tegen mensenhandel opgericht.

IV.5. Milieucriminaliteit

Milieudelicten veroorzaken vaak onomkeerbare en langdurige schade aan de gezondheid van mensen, maar ook aan ecosystemen en het milieu. Deze delicten zijn zeer lucratief en worden vaak gepleegd met georganiseerde criminele groepen; deze daders zijn echter moeilijk op te sporen en te vervolgen. Milieucriminaliteit is de op twee na grootste criminele activiteit ter wereld in termen van opbrengsten, waarbij het aantal illegale handelingen en de winst elk jaar aanzienlijk toenemen62, en ook blijven toenemen.

Hoewel de criminele winsten in verband met deze vorm van criminaliteit worden geschat op 200 miljard EUR per jaar, met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de economie, is de schade aan ons milieu, de biodiversiteit, de menselijke gezondheid en veiligheid onbetaalbaar. Het optreden op EU-niveau om milieucriminaliteit aan te pakken, is versterkt door de nieuwe richtlijn milieucriminaliteit63, die het toepassingsgebied van te onderzoeken en te vervolgen strafbare feiten uitbreidt en voorziet in concrete soorten en niveaus van sancties voor natuurlijke personen en rechtspersonen die milieudelicten hebben gepleegd. Er is daarnaast actie ondernomen door de verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen vast te stellen en door illegale houtkap doeltreffend aan te pakken door nieuwe regels voor ontbossingsvrije producten in te voeren. Bovendien worden met het herziene Actieplan van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten de prioriteiten van de EU om de onderliggende oorzaken van dit fenomeen beter te voorkomen en aan te pakken, geactualiseerd.

IV.6. Economische en financiële criminaliteit

Witwassen en de financiering van terrorisme vormen een ernstige bedreiging voor de integriteit van de economie en het financiële stelsel van de EU en voor de veiligheid van haar burgers. Europol schat dat ongeveer 1 % van het jaarlijkse bruto binnenlands product van de EU betrokken is bij verdachte financiële activiteiten64.

De EU heeft overeenstemming bereikt over nieuwe regels om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen, om de preventie en opsporing te verbeteren van pogingen van criminelen om illegale opbrengsten wit te wassen of terroristische activiteiten te financieren via het financiële stelsel van de Unie65, waarbij rechtstreeks toepasselijke EU-brede vereisten voor exploitanten in de particuliere sector worden vastgesteld, waaronder het uitvoeren van cliëntenonderzoek en het melden van verdachte gevallen. Taken en bevoegdheden van nationale toezichthouders en financiële-inlichtingeneenheden zullen worden versterkt en geharmoniseerd om ervoor te zorgen dat de verantwoordelijke instanties hun taken doeltreffender uitvoeren en doelmatiger samenwerken. Daarnaast versterken duidelijke regels de preventieve functie van uiteindelijke begunstigde en bankregisters. Er zal een nieuwe antiwitwasautoriteit worden opgericht die de bevoegdheid krijgt van direct toezicht op de meest risicovolle grensoverschrijdende entiteiten in de financiële sector en die operationele ondersteuning zal bieden bij de gezamenlijke analyse van grensoverschrijdende zaken door de financiële-inlichtingeneenheden.

Naast de nieuwe antiwitwasregels zal de onlangs vastgestelde richtlijn over ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen een belangrijk instrument zijn in de strijd tegen zware en georganiseerde criminaliteit, door strengere maatregelen vast te stellen voor de confiscatie van illegale winsten uit een breed scala van misdrijven. Bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen zullen een mandaat hebben om criminele vermogensbestanddelen te identificeren, op te sporen en te bevriezen. In combinatie met de onlangs vastgestelde richtlijn inzake de strafbaarstelling van schendingen van beperkende maatregelen van de Unie, die de definitie en sancties voor dergelijke strafbare feiten in de hele Unie harmoniseert, zullen deze regels ook voorzien in de mogelijkheid om voordelen die criminelen hebben verkregen door de schending van sancties van de Unie, op te sporen, te bevriezen, te beheren en te confisqueren.

IV.7. Corruptiebestrijding

Corruptie brengt grote maatschappelijke schade met zich mee; het ondermijnt openbare instellingen, de wijze waarop zij overheidsbeleid en -diensten aanbieden en het vertrouwen van burgers in democratische instellingen. Corruptie in de private sector ondermijnt de eengemaakte markt en biedt nieuwe kansen aan de georganiseerde misdaad.

Om de risico’s en uitdagingen in verband met corruptie aan te pakken, heeft de Commissie een voorstel66 gedaan voor een richtlijn ter bestrijding van corruptie om de regels voor het strafbaar stellen van corruptiedelicten aan te scherpen en de sancties in de hele EU te harmoniseren. In februari 2024 heeft het Europees Parlement zijn standpunt vastgesteld. Om ervoor te zorgen dat er in de EU geen schuilplaatsen voor corruptie zijn, roept de Commissie de Raad op om verdere stappen te zetten in de besprekingen en de doelstellingen van het voorstel van de Commissie te ondersteunen.

Specifieke regels om de EU-begroting te beschermen tegen criminele activiteiten, waaronder corruptie, zijn vastgelegd in de PIF-richtlijn67. Samen met de voorgestelde richtlijn ter bestrijding van corruptie is een robuuste uitvoering van deze maatregel absoluut noodzakelijk om de financiën van de EU te beschermen tegen fraude en corrupte activiteiten, en de Commissie speelt hierin haar rol door, indien nodig, inbreukprocedures in te leiden. OLAF en het Europees Openbaar Ministerie spelen hierbij een sleutelrol, door onregelmatigheden te onderzoeken en misdrijven te vervolgen die de financiële belangen van de Unie schaden68. Het nieuwe EU-netwerk tegen corruptie69, dat dient als forum voor alle belanghebbenden in de EU om goede praktijken, kansen, ideeën en plannen voor verdere activiteiten uit te wisselen, kwam in september 2023 voor het eerst bijeen.

IV.8. Bescherming van slachtoffers van misdrijven

Slachtoffers van alle soorten misdrijven verdienen steun en aandacht. De Commissie heeft de meeste maatregelen in het kader van haar eerste EU-strategie voor de rechten van slachtoffers (2020-2025)70 al uitgevoerd. Op 12 juli 2023 heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een richtlijn tot wijziging van de richtlijn slachtofferrechten71 van 2012 om de rechten van alle slachtoffers van misdrijven in de EU verder te versterken, met name de rechten van de meest kwetsbare slachtoffers.

De EU in actie

Op 5 april 2024 heeft Europol, als een belangrijk resultaat van het EU-stappenplan voor de bestrijding van drugshandel en georganiseerde criminaliteit, een verslag gepubliceerd met een eerste inventarisatie van de gevaarlijkste criminele netwerken. Uit de bevindingen blijkt dat 821 criminele netwerken met een hoog risico, bestaande uit in totaal 25 000 leden, de grootste bedreiging vormen. Van de criminele netwerken met een hoog risico is 34 % al meer dan 10 jaar actief in de EU, is 76 % aanwezig of actief in maximaal 7 landen en vertegenwoordigen hun leden 112 nationaliteiten.

Bij acties tegen grensoverschrijdende criminaliteit (onder de noemer “Operation Mobile 6”) hebben 400 rechtshandhavingsfunctionarissen uit 25 landen 505 gestolen auto’s, 2 000 auto-onderdelen, 16 vaartuigen, 32 buitenboordmotoren en 248 vervalste documenten aangetroffen. Er werden 209 vermeende mensensmokkelaars aangehouden. In 2022 en 2023 heeft het EOM een groot onderzoek uitgevoerd, dat 30 landen bestreek, naar georganiseerde criminele groeperingen die ervan worden verdacht verantwoordelijk te zijn voor grensoverschrijdende btw-fraude voor een bedrag van naar schatting 2,2 miljard EUR (onder de noemer “Operation Admiral”).

V DE VEILIGHEID VAN ONZE GRENZEN WAARBORGEN EN SAMENWERKING TUSSEN RECHTSHANDHAVINGINSTANTIES EN JUSTITIE ONDERSTEUNEN

In een ruimte zonder controles aan de binnengrenzen zouden politiefunctionarissen in de ene lidstaat toegang moeten hebben tot de informatie waarover hun collega’s in een andere lidstaat beschikken. Doeltreffende samenwerking moet de norm zijn. Daarom is een versterking van de instrumenten voor informatie-uitwisseling en grensoverschrijdende samenwerking waarover rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten in de hele EU beschikken van cruciaal belang.

Zoals wordt benadrukt in het verslag over de staat van Schengen 202472, dragen de voortdurende versterking van het Schengengebied, de aanpak van tekortkomingen die in evaluaties aan het licht zijn gekomen, en gerichte, collectieve inspanningen met een meer gecoördineerde Schengengovernance niet alleen bij aan het vrije verkeer, maar ook aan de veiligheid van burgers in heel Europa. De goede werking van het Schengengebied berust op drie pijlers: een doeltreffend beheer van de buitengrenzen van de EU, de versterking van de binnenlandse maatregelen ter compensatie van het ontbreken van controles aan de binnengrenzen (met name op het gebied van politiële samenwerking, veiligheid en migratiebeheer) en de garantie van slagvaardigheid en goed bestuur73.

Het beheer van de buitengrenzen zal worden versterkt met nieuwe wetgeving inzake de screening74 van irreguliere aankomende migranten. De nieuwe definitie van instrumentalisering van migranten75 zal helpen om de uitbuiting van migranten bij hybride aanvallen aan de buitengrenzen van de EU aan te pakken, zoals bijvoorbeeld aan de grens met Wit-Rusland in 2021. Effectief migratiebeheer met naadloze grensprocedures76 zal het Schengengebied versterken door te zorgen voor nauwere samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid tussen de lidstaten. Zodra de Schengengrenscode is vastgesteld, zal deze leiden tot meer coördinatie binnen de EU en zullen de lidstaten beter zijn toegerust om het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen aan de gemeenschappelijke buitengrenzen van de EU en binnen het Schengengebied, terwijl de EU-agentschappen de lidstaten zullen blijven helpen om een hoog niveau van interne veiligheid in het Schengengebied te handhaven.

Het pakket maatregelen inzake politiële samenwerking77 vormde een belangrijke uitbreiding van de beschikbare instrumenten om grensoverschrijdende operaties te verbeteren, duidelijke kanalen en tijdschema’s voor de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsinstanties in de lidstaten te bieden en Europol een grotere rol te geven. Bovendien zullen herziene regels voor geautomatiseerde uitwisseling helpen om hiaten in de informatievoorziening te dichten, en het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten in de EU te stimuleren. Er is ook significante voortgang geboekt bij het ontwikkelen van doeltreffende instrumenten om soepel reizen per vliegtuig naar, vanuit en binnen de EU te waarborgen, terwijl de capaciteit voor autoriteiten om veiligheidsbedreigingen op te sporen, wordt vergroot door het wettelijke kader voor het gebruik van op voorhand af te geven passagiersgegevens (API-gegevens) te herzien.

Wat terrorisme betreft, zal de wijziging van de Eurojust-verordening betreffende de uitwisseling van digitale informatie in terrorismezaken die in 2023 is vastgesteld78, de uitwisseling van informatie tussen de nationale bevoegde instanties en Eurojust doelmatiger maken via het gerechtelijk register voor terrorismebestrijding.

De vervolging van cybercriminelen vereist bepaalde vormen van bewijsmateriaal en er is essentiële voortgang geboekt om de grensoverschrijdende samenwerking bij de uitwisseling van elektronisch bewijsmateriaal te verbeteren. Verwacht wordt dat met het Tweede Aanvullend Protocol bij het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit van de Raad van Europa79 de strijd tegen cybercriminaliteit wordt geïntensiveerd doordat justitiële autoriteiten meer mogelijkheden krijgen om elektronisch bewijsmateriaal van een strafbaar feit te verzamelen (bv. door het opzetten van gezamenlijke onderzoeksteams). Met de interne regels voor elektronisch bewijsmateriaal in de EU80, vastgesteld in 2023, wordt een nieuw systeem geïntroduceerd voor het verkrijgen van elektronisch bewijsmateriaal in strafprocedures door rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten toe te staan zich rechtstreeks te richten tot private dienstverleners in een andere lidstaat.

Artificiële intelligentie is een veelzijdig en cruciaal onderdeel geworden van de technologieën die rechtshandhavingsinstanties en andere actoren op het gebied van interne veiligheid tot hun beschikking hebben; tegelijkertijd moeten bij de inzet ervan voor dit doel de grondrechten worden gerespecteerd. Generatieve AI kan door cybercriminelen echter ook worden gebruikt om geavanceerde cyberaanvallen en andere kwaadwillige activiteiten te organiseren. De verordening artificiële intelligentie (AI-verordening) is een eerste stap om het gebruik van AI binnen de EU te reguleren, door waarborgen te bieden voor het verantwoord gebruik van AI-systemen op dit gebied en tegelijkertijd de fundamentele rechten en de veiligheid van burgers te waarborgen. Het AI-bureau zal de uitvoering van de verordening ondersteunen en ervoor zorgen dat de waarborgen en procedurele vereisten worden gerespecteerd. De Commissie zal bijdragen aan de ontwikkeling van passende richtsnoeren om rechtshandhavingsinstanties en andere actoren op het gebied van veiligheid te ondersteunen bij de vraag hoe zij AI in hun werkzaamheden op passende en effectieve wijze kunnen gebruiken.

Terwijl de werkzaamheden aan een EU-systeem voor kritieke communicatie doorgaan, biedt een nieuwe verordening tot oprichting van een samenwerkingsplatform voor gezamenlijke onderzoeksteams81 de betrokkenen veilige middelen voor de uitwisseling van bewijsmateriaal en informatie, doelmatige communicatie en eenvoudige samenwerking met derde landen.

Door de toename van het aantal grensoverschrijdende misdrijven wordt de EU steeds vaker geconfronteerd met situaties waarin verschillende lidstaten bevoegd zijn om dezelfde zaak te vervolgen. De nieuwe regels betreffende de overdracht van strafvervolging zullen niet-doelmatige duplicatie van procedures helpen voorkomen en eveneens voorkomen dat gedragingen onbestraft blijven wanneer overlevering op grond van een Europees aanhoudingsbevel wordt geweigerd, terwijl ervoor wordt gezorgd dat de rechten van verdachten en slachtoffers naar behoren worden eerbiedigd. Doelmatige grensoverschrijdende justitiële samenwerking vereist veilige, betrouwbare en snellere communicatie tussen rechtbanken. Dit zal nu mogelijk zijn dankzij het pakket digitale justitie. Instanties zullen met elkaar kunnen communiceren en zaakgerelateerde gegevens in civiele, handels- en strafzaken kunnen uitwisselen via veilige, betrouwbare digitale kanalen. Dit zal de bestrijding van criminaliteit vergemakkelijken, en een snelle uitvoering door de lidstaten is van cruciaal belang.

De EU in actie

In 2022 heeft het Empact geleid tot:

• 9 922 arrestaties;

• de identificatie van 4 019 slachtoffers van mensenhandel;

• de arrestatie van 3 646 migrantensmokkelaars;

• de inbeslagname van activa en geld voor een bedrag van meer dan 180 miljoen EUR;

• de inbeslagname van meer dan 62 ton drugs.

VI DE NEXUS INTERNE-EXTERNE VEILIGHEID: VEILIGHEID IN DE EU, HET NABUURSCHAP VAN DE EU EN IN DE PARTNERLANDEN

De toenemende verwevenheid tussen interne en externe veiligheid is de afgelopen jaren gezien de huidige geopolitieke context alleen maar duidelijker geworden. De EU is veiliger als haar partners ook veiliger zijn. Alleen al in 2023 is er ongeveer 700 miljoen EUR uitgegeven om de capaciteiten van derde landen te ondersteunen en onze samenwerking met hen te versterken bij het tegengaan van terrorisme en het voorkomen en bestrijden van gewelddadig extremisme; daarvan was 72 % bestemd voor Afrika, gezien de toenemende instabiliteit en de aanwezigheid van terroristische groeperingen in de Sahel. Dat is vijf keer zoveel als tien jaar geleden. Ondertussen is de samenwerking met derde landen op het gebied van rechtshandhaving geïntegreerd in alle operationele actieplannen van het Empact.

De Commissie heeft snel gehandeld om bedreigingen van de interne veiligheid als gevolg van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne te voorkomen, en heeft gezorgd voor maximale waakzaamheid met betrekking tot de uitbuiting van het conflict en de stroom van mensen die veiligheid zoeken in Europa door georganiseerde criminele groeperingen en mensenhandelaars. De diensten van de Commissie en de EDEO zijn, samen met de EU-coördinator voor terrorismebestrijding, met Oekraïne overeengekomen om een gestructureerde interne veiligheidsdialoog op te zetten, ook op gebieden als de illegale handel in vuurwapens en grensbeheer. De cyberdialoog tussen de EU en Oekraïne, samen met gecoördineerde politieke, technische, financiële en materiële steun van de EU, heeft Oekraïne geholpen bij de versterking van zijn cyberweerbaarheid. Het aangekondigde EU-bureau voor defensie-innovatie in Kyiv zal fungeren als een brug tussen starters en innovatoren in de EU en de industrie en strijdkrachten van Oekraïne, ook op het gebied van cyberdefensie. Het bureau zal bijdragen tot de overdracht van technologische doorbraken die van invloed kunnen zijn op het slagveld.

De Republiek Moldavië heeft ook sterk te kampen met de implicaties op het gebied van criminaliteit en veiligheid van de Russische invasie van Oekraïne en een reeks hybride en cyberbedreigingen. In juli 2022 hebben de diensten van de Commissie, in samenwerking met de EDEO, een EU-ondersteuningscentrum voor interne veiligheid en grensbeheer opgestart met Moldavië. De EU ondersteunt Moldavië bij het verbeteren van zijn weerbaarheid en vermogen om hybride en cyberdreigingen af te slaan, onder meer door de uitvoering van de aanbevelingen van het opnieuw gelanceerde onderzoek naar hybride risico’s en door de partnerschapsmissie van de EU in de Republiek Moldavië.

Gezien hun nabijheid is de veiligheid van de partners van de Westelijke Balkan nauw verbonden met de interne veiligheid van de EU, en de samenwerking tussen de EU en de landen van de Westelijke Balkan op het gebied van rechtshandhaving is tijdens dit mandaat verder geïntensiveerd. Het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding dat in 2018 met alle partners van de Westelijke Balkan is ondertekend, is voortgezet en boekt goede voortgang, en waar de meeste acties in Noord-Macedonië, Albanië en Montenegro zijn voltooid, zijn bijgewerkte regelingen ondertekend. De EU blijft ook de collectieve cyberweerbaarheid van de partners van de Westelijke Balkan verbeteren, door middel van operationele en technische ondersteuning, opleiding en betrokkenheid van de regio bij de cyberbeveiligingsmechanismen van de EU.

De huidige situatie in het Midden-Oosten heeft ook een potentiële impact op de interne veiligheid van de EU, waaronder een aanzienlijke toename van het aantal incidenten in sommige lidstaten. Het netwerk van financiële onderzoekers voor terrorismebestrijding heeft de lidstaten in staat gesteld informatie te delen over zaken die verband houden met de fondsenwerving van Hamas in de EU, wat onderzoekers een beter inzicht geeft in hoe dergelijke bedreigingen kunnen worden aangepakt.

In het licht van ontwikkelingen in Afghanistan heeft de EU-coördinator voor terrorismebestrijding, in samenspraak met de Commissie, de hoge vertegenwoordiger, het voorzitterschap en belangrijke EU-agentschappen, een actieplan inzake terrorismebestrijding voor Afghanistan opgesteld, dat in oktober 2021 door de Raad werd bekrachtigd. De EU blijft actief in Afghanistan en versterkt haar rol in de bredere regio door nauwere samenwerking op het gebied van veiligheid met Centraal-Aziatische landen en een dialoog over terrorismebestrijding met Pakistan.

De EU heeft de samenwerking met landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied geïntensiveerd, met name op het gebied van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, illegale drugshandel en terrorismefinanciering.

Multilaterale samenwerking vormt de kern van de aanpak van de EU. De EU werkt nauw samen met de VN, met name met het Bureau van de Verenigde Naties voor terrorismebestrijding en het uitvoerend directoraat van het Comité terrorismebestrijding. De EU werkt ook samen met de meer dan 40 VN-entiteiten die deel uitmaken van het mondiaal pact voor de coördinatie van terrorismebestrijding van de VN. Sinds september 2022 is de EU samen met Egypte medevoorzitter van het Mondiaal Forum Terrorismebestrijding, een multilateraal forum ter ondersteuning van de civiele aspecten van de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme, met een sterke focus op Afrika. De EU is ook een niet-militaire partner van de wereldwijde coalitie tegen Da’esh en werkt actief samen met de NAVO, Interpol en de OVSE. Op het gebied van het voorkomen van witwassen van geld, terrorismebestrijding en het tegengaan van financiering van proliferatie draagt de Commissie actief bij aan de werkzaamheden van de Financiële-actiegroep (FATF). De betrokkenheid bij de wereldwijde coalitie tegen Da’esh is een belangrijk onderdeel van de respons van het buitenlands beleid van de EU op terrorisme/gewelddadig extremisme en aanverwante bedreigingen.

De EU heeft haar samenwerking met de NAVO aanzienlijk verdiept en uitgebreid, met name op gebieden als weerbaarheid, kritieke infrastructuur, bescherming van de gezondheid, het tegengaan van hybride en cyberdreigingen, waaronder desinformatie, militaire mobiliteit, ruimtevaart, opkomende en ontwrichtende technologieën, en klimaat en defensie. In januari 2022 werd een gestructureerde dialoog over weerbaarheid gestart, versterkt door de EU-NAVO-taskforce voor de veerkracht van kritieke infrastructuur. In juni 2023 heeft de taskforce een verslag gepubliceerd waarin de huidige beveiligingsuitdagingen voor kritieke infrastructuur in vier sleutelsectoren (energie, vervoer, digitale infrastructuur en ruimtevaart) in kaart werden gebracht. De uitvoering van de aanbevelingen voor verdere samenwerking tussen de EU en de NAVO in het verslag verloopt vlot, waarbij de nadruk ligt op oefeningen, civiel-militaire coördinatie en betrokkenheid bij de private sector.

De herziene uitvoeringsrichtlijnen van het EU-instrumentarium voor cyberdiplomatie maken de ontwikkeling mogelijk van duurzame, op maat gemaakte, samenhangende en gecoördineerde strategieën tegen actoren van persistente cyberbedreigingen, waardoor de uitdagingen van aanhoudende bedreigingen die zich op een lager niveau in de grijze zone bevinden en activiteiten die hun oorsprong vinden bij actoren van persistente cyberbedreigingen, beter kunnen worden aangepakt. De EU blijft werken aan het verbeteren van de cyberweerbaarheid, het ondersteunen van partners en het bevorderen van het VN-kader voor verantwoord gedrag in cyberspace, alsook het beveiligen van digitale infrastructuur via de Global Gateway. De EU heeft de samenwerking met de NAVO op het gebied van cyberveiligheid geïntensiveerd via een speciale gestructureerde dialoog en met internationale partners. De dialoog met de Verenigde Staten, die heeft geleid tot het gezamenlijk actieplan voor cyberveiligheid van de EU en de VS, de gezamenlijke technische werkzaamheden om wetgeving en inspanningen op het gebied van normalisatie in kaart te brengen en te vergelijken, is een goed voorbeeld van de concrete samenwerking van de EU met partners ter ondersteuning van wereldwijde cyberbeveiliging. In 2023 heeft de EU ook de cyberdialogen hervat met Japan en India en is de eerste dialoog opgestart met het Verenigd Koninkrijk, waardoor uitwisselingen over het dreigingslandschap, de opbouw van cybercapaciteiten, en samenwerking in multilaterale en regionale fora mogelijk werden.

In de afgelopen jaren heeft de EU dialogen over terrorismebestrijding opgezet met belangrijke partnerlanden en multilaterale organisaties, waaronder de VN, Australië, Egypte, India, Pakistan, Saoedi-Arabië, Turkije en de VS. De EU beschikt tevens over een netwerk van twintig deskundigen op het gebied van terrorismebestrijding/veiligheid, die overal ter wereld in EU-delegaties worden ingezet om de doelstellingen van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU met betrekking tot de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme te ondersteunen. De Commissie blijft werken aan het van het internet verwijderen van terroristische inhoud, waarbij de fundamentele vrijheden in de geest van de “Christchurch Call to Action”82 in acht worden genomen. Als onderdeel van de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK vond in december 2023 en februari 2024 de eerste ronde plaats van de dialogen tussen de EU en het VK over cyberbeveiliging en terrorismebestrijding.

Wat de illegale drugshandel betreft, heeft de bijeenkomst op hoog niveau van het coördinatie- en samenwerkingsmechanisme inzake drugs tussen de EU en de Celac in februari 2024 geleid tot de vaststelling van een verklaring83 waarin voor de komende vijf jaar prioriteiten voor samenwerking zijn vastgesteld. De EU draagt bij aan de werkzaamheden van de Global Coalition to Address Synthetic Drug Threats (wereldwijde coalitie om bedreigingen door synthetische drugs aan te pakken), opgezet door de Verenigde Staten. Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving versterkt de samenwerking met Colombia, Ecuador en Chili door het sluiten van werkafspraken.

Doeltreffende maatregelen voor de ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen op mondiaal niveau zijn essentieel in de strijd tegen de zware en georganiseerde criminaliteit. De Commissie is vastbesloten bij de komende onderhandelingen over een aanvullend protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven (verdrag van Warschau), dat moet worden bijgewerkt, te komen tot een gemeenschappelijke EU-aanpak, rekening houdend met het snel evoluerende criminele landschap en de internationale ontwikkelingen. De Commissie heeft in april 2024 een aanbeveling voor een besluit aangenomen waarin de Raad wordt verzocht de Commissie te machtigen om namens de EU over het protocol te onderhandelen.

In een context van hybride dreigingen die steeds complexer en geavanceerder worden, is de uitvoering van het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van de EU van cruciaal belang. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden hebben bijgedragen aan het creëren van de EU-toolbox tegen hybride dreigingen, die een kader biedt voor een gecoördineerde respons op hybride campagnes, waarbij alle relevante interne en externe instrumenten en maatregelen worden samengebracht. Het operationele EU-protocol voor de bestrijding van hybride dreigingen, bijgewerkt in april 2023, helpt bij het waarborgen van een effectieve toepassing van processen en hulpmiddelen als reactie op hybride dreigingen gedurende de hele crisisbeheersingscyclus. Er worden hybride snelle-reactieteams van de EU opgezet om op korte termijn op maat gemaakte hulp te bieden bij het bestrijden van hybride dreigingen in EU-lidstaten en partnerlanden.

Het strategisch en gecoördineerd toepassen van buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging (FIMI) vormt een duidelijke bedreiging voor onze eigen veiligheid en die van onze partners, aangezien de helft van de wereldbevolking in 2024 naar de stembus gaat. In de afgelopen jaren is de EU, voortbouwend op het Actieplan voor Europese democratie en door de uitvoering van het strategisch kompas voor veiligheid en defensie van de EU, steeds sterker gaan optreden in de strijd tegen FIMI en heeft zij een taskforce van de Commissie voor strategische communicatie opgericht om te helpen hier beter op te kunnen reageren.

Pogingen tot buitenlandse inmenging zijn duidelijker zichtbaar geworden door beschuldigingen van corruptie door middel van betalingen door derde landen aan politici in de EU. Vooral in de aanloop naar de Europese verkiezingen is het risico op buitenlandse inmenging groot. Om het delen van informatie voorafgaand aan de verkiezingen te stroomlijnen, heeft de Raad in april 2024 de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR) geactiveerd.

In het strategisch kompas van de EU en de dreigingsanalyse wordt erkend dat de klimaatverandering en de aantasting van het milieu een groeiende impact hebben op het gebied van vrede, veiligheid en defensie. Deze factoren, in combinatie met waterschaarste, vormen een bedreiging voor kwetsbare omgevingen in het EU-nabuurschap en kunnen leiden tot ontheemdingscrises, interne onrust of geschillen tussen staten. In juni 2023 hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid een gezamenlijke mededeling vastgesteld over de samenhang tussen klimaat en veiligheid84.

In december 2023 werd in het pakket voor de verdediging van de democratie uiteengezet hoe transparantienormen voor belangenvertegenwoordiging kunnen worden gebruikt om de democratieën van de EU te beschermen tegen het risico van heimelijke inmenging85 en werd een uitleg gegeven over wat de EU doet om desinformatie aan te pakken, zoals intensieve realtime-uitwisselingen tussen de instellingen, gebruik van netwerken voor factchecking en intensieve samenwerking met de belangrijkste platforms via de praktijkcode betreffende desinformatie en nu de digitaledienstenverordening.

De EU in actie

In een geglobaliseerde wereld, waar zware criminaliteit en terrorisme in toenemende mate transnationaal zijn, is samenwerking en informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten van derde landen essentieel.

Europol en Eurojust hebben samenwerkingsovereenkomsten gesloten met derde landen om de uitwisseling van informatie in hun strijd tegen terrorisme en de georganiseerde criminaliteit te verbeteren. Een overeenkomst tussen de EU en Nieuw-Zeeland over de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol is in juli 2023 in werking getreden en er lopen onderhandelingen met Bolivia, Brazilië, Mexico, Peru en Ecuador over dergelijke overeenkomsten met Europol.

Eurojust faciliteert justitiële samenwerking om ernstige criminaliteit ook met derde landen te bestrijden, door middel van 13 samenwerkingsovereenkomsten, met internationale justitiële netwerken, door middel van werkafspraken, en binnen een netwerk van meer dan 70 rechtsgebieden wereldwijd en via contactpunten. Bij Eurojust zijn twaalf verbindingsofficieren van derde landen gedetacheerd. Er lopen onderhandelingen met Brazilië, Argentinië en Colombia over overeenkomsten over internationale justitiële samenwerking met Eurojust.

Enisa heeft zijn samenwerking en internationale bereik versterkt en heeft onlangs werkafspraken gemaakt met de Oekraïense en Amerikaanse agentschappen voor cyberbeveiliging.

VII UITVOERING VAN DE VEILIGHEIDSUNIE

De juiste uitvoering van de veiligheidsunie is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij elke deelnemer een rol heeft. De Commissie ondersteunt de strategieën, het beleid, de wetgeving, de organisatie en de capaciteitsopbouw van de lidstaten om de werkzaamheden van de veiligheidsunie uit te voeren, onder meer via het instrument voor technische ondersteuning.

VII.1. Inbreuken

Hoewel nu in de EU-wetgeving robuuste nieuwe regels zijn vastgelegd om de EU-burgers beter te beschermen, is het de verantwoordelijkheid van de lidstaten om dergelijke regels tijdig om te zetten, uit te voeren en toe te passen. Het niveau van de uitvoering van EU-wetgeving op het gebied van de veiligheidsunie door de lidstaten is overwegend bevredigend, maar aangezien dit een gevoelig gebied is, is er geen ruimte voor zwakke schakels.

Wanneer dat nodig is, vervult de Commissie haar plicht om inbreukprocedures in te leiden en daagt zij de lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU om inbreuken op het EU-recht aan te pakken. Dankzij de nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten zijn veel van de inbreukprocedures die zijn ingeleid met betrekking tot wetgeving in het kader van de strategie voor de veiligheidsunie, afgehandeld.

VII.2. Rol van EU-instanties en -organen

De EU-instanties en -organen op het gebied van justitie, binnenlandse zaken en cyberbeveiliging spelen een sleutelrol bij de uitvoering van het EU-veiligheidsacquis, welke steeds groter wordt naarmate hun verantwoordelijkheden toenemen. Deze samenwerking heeft tot concrete resultaten geleid, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het Empact, dat de gestructureerde multidisciplinaire samenwerking tussen de lidstaten faciliteert en wordt ondersteund door alle EU-instellingen, -organen en -agentschappen. De operaties die door het Empact worden uitgevoerd, onder meer via speciale operationele taskforces, coördineren de inspanningen van de lidstaten en operationele partners bij de strijd tegen criminele netwerken en zware criminaliteit.

Enisa heeft een cruciale rol gespeeld bij het versterken van de EU-capaciteiten om cyberaanvallen te voorkomen, op te sporen, af te schrikken en erop te reageren, terwijl het de cyberweerbaarheid bevordert, onze communicatie en gegevens beschermt, en de veiligheid van de samenleving en economie online bewaakt. Door middel van deskundig advies en ondersteuning bij cyberbeveiligingskwesties, onder meer door verslagen inzake situationele bewustzijn en risicobeoordelingen, wordt via het Enisa de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen lidstaten, EU-instellingen en andere belanghebbenden gefaciliteerd. De taken van Enisa zijn in lijn met de nieuwe cyberbeveiligingsregels uitgebreid. De recente update van het compendium inzake cyberbeveiliging van verkiezingstechnologie of het rapport over beste praktijken voor cybercrisisbeheer zijn enkele voorbeelden van de bijdrage van Enisa op het gebied van cyberbeveiliging.

Het Europees Kenniscentrum voor cyberbeveiliging is samen met het Netwerk van nationale coördinatiecentra het nieuwe Europese kader ter ondersteuning van innovatie en industriebeleid op het gebied van cyberbeveiliging. Zodra dit volledig draait, zullen het kenniscentrum en het netwerk strategische investeringsbeslissingen nemen en hun middelen bundelen om de technologische en capaciteiten voor industriële cyberbeveiliging te verbeteren en te versterken. Het kenniscentrum speelt daarom een sleutelrol bij de verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van cyberbeveiliging van de programma’s Digitaal Europa en Horizon Europa.

Europol heeft sinds 2022 een versterkt mandaat om de EU-lidstaten beter te ondersteunen bij de bestrijding van terrorisme en van zware en georganiseerde criminaliteit. Europol is nu in staat om de lidstaten te ondersteunen bij het gebruik van opkomende technologieën en de ontwikkeling van gemeenschappelijke technologische oplossingen. Het is nu ook in staat om gegevens rechtstreeks van private partijen te ontvangen (om bijvoorbeeld de verspreiding online van materiaal van seksueel misbruik van kinderen aan te pakken). Bovendien kan de uitvoerend directeur van Europol nu voorstellen een nationaal onderzoek uit te voeren als een misdrijf in een enkele lidstaat een gemeenschappelijk belang schaadt dat onder een beleidsdoelstelling van de Unie valt. Het mandaat versterkt tevens het gegevensbeschermingskader van Europol en het toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming. De permanente werkzaamheden van Europol hebben geleid tot veel succesvolle operaties zoals de Encrochat-zaak, die tot nu toe wereldwijd heeft geleid tot meer dan 6 500 arrestaties. Het mandaat versterkt tevens het gegevensbeschermingskader van Europol en het toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

In oktober 2023 is een wijziging van de Eurojust-verordening in werking getreden, waardoor Eurojust beter in staat is verbanden te leggen tussen onderzoeken naar en vervolgingen voor terrorisme, een modern casemanagementsysteem op te zetten, een veilig digitaal communicatiekanaal tussen de lidstaten en Eurojust te bieden, en de samenwerking met derde landen te vergemakkelijken. De wijziging zorgt er ook voor dat Eurojust bevoegdheden heeft voor het veiligstellen, analyseren en opslaan van bewijsmateriaal met betrekking tot de meest ernstige internationale misdrijven.

Sinds het begin van zijn operationele activiteiten in juni 2021 is het Europees Openbaar Ministerie (EOM) essentieel gebleken bij het onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, waarbij de nadruk ligt op misdaden tegen de begroting van de Unie. Op 31 december 2023 liepen er bij het EOM 1 927 onderzoeken, met een totale geschatte schade van meer dan 19,2 miljard EUR. In 2023 werden er 139 aanklachten ingediend, wat laat zien dat het EOM meer zaken tegen verdachten van EU-fraude voorlegt aan de nationale rechtbanken.

Frontex is ook actief geweest in veiligheidsaangelegenheden tijdens het uitvoeren van zijn grensgerelateerde taken, met name op het gebied van migrantensmokkel, maar ook op het gebied van maritieme veiligheid en mensenhandel. In januari 2024 hebben Frontex en Europol een overeenkomst ondertekend waarin wordt uiteengezet hoe de twee agentschappen hun activiteiten beter kunnen coördineren om elkaar aan te vullen en welke maatregelen concreet prioriteit hebben en op korte en lange termijn moeten worden uitgevoerd. In de praktijk is het de rol van Frontex om inlichtingen te verstrekken die zij bij het bewaken en toezicht houden op de grenzen vergaart. De rol van Europol is daarentegen om vanuit rechtshandhaving te reageren op georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme binnen de EU. Bovendien hebben Frontex, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en het Europees Bureau voor visserijcontrole hun samenwerking versterkt met de verlenging van de tripartiete werkafspraken over kustwachttaken in 2021, wat bijdraagt aan een betere veiligheid op zee.

VIII VOORUITBLIK

De schat aan wetgevende en operationele maatregelen die de afgelopen vier jaar zijn getroffen, hebben de EU beter toegerust om veiligheidsuitdagingen het hoofd te bieden dan aan het begin van het mandaat van deze Commissie. Het voortdurend veranderende dreigingslandschap betekent echter dat elke kans moet worden aangegrepen om potentiële kwetsbaarheden aan te pakken. De huidige strategie is aangenomen met een horizon tot en met 2025. Na die datum zullen de werkzaamheden met voortdurende waakzaamheid en vastberadenheid moeten worden voortgezet.

Het concept van veiligheid, van oudsher gericht op militaire en binnenlandse zaken, moet gelijke tred houden met veranderende dreigingen. Er moet rekening worden gehouden met risico’s en kwetsbaarheden, van economische zekerheid tot verstoringen van voorzieningen en crisisparaatheid, en die vrijwel elke sector van onze samenleving omvatten, van gezondheid, milieu en klimaat tot energie en vervoer. De digitale dimensie is nu fundamenteel voor alle aspecten van beveiliging, en waar er vroeger een scheidslijn te trekken was tussen dreigingen online en offline, is er op dat gebied geleidelijk een nieuwe realiteit ontstaan, waarin de meeste dreigingen een cyberelement en een hybride karakter hebben. De huidige situatie maakt ook meer dan ooit duidelijk dat er intrinsieke verbanden zijn tussen de interne en externe dimensies van beveiliging. Daarom zijn constante inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat beveiligingsaspecten worden ingebed in alle beleidslijnen en besluitvormingsprocessen van de EU.

De strategie voor economische veiligheid van de EU van 20 juni 2023 vormt een aanvulling op de “maatschappijbrede benadering” die wordt voorgesteld in de EU-strategie voor de veiligheidsunie, door een strategische component toe te voegen die zich richt op het verdedigen van de belangen van de EU, haar lidstaten en burgers tegen bedreigingen voor onze economie of het gebruik van economische middelen. Ook wordt in de strategie een kader geschetst voor het bereiken van economische veiligheid door het bevorderen van de economische basis en het concurrentievermogen van de EU, het beschermen tegen risico’s, en het samenwerken met een zo breed mogelijk scala van landen om gedeelde zorgen en belangen aan te pakken, wat in de toekomst een belangrijk element zal zijn bij overwegingen wat betreft de veiligheid van de EU.

Het nieuwe cyberdefensiebeleid van de EU is slechts een gebied dat laat zien dat de coördinatie tussen de burgergemeenschappen en het ecosysteem in de militaire/defensiesector op het gebied van cyberbeveiliging moet worden verbeterd, en de samenwerking tussen deze twee gebieden zal in de toekomst waarschijnlijk toenemen.

Criminelen passen zich snel aan en zetten nieuwe technologieën in bij hun activiteiten. Een groep op hoog niveau inzake toegang tot gegevens voor een doeltreffende rechtshandhaving, die wordt voorgezeten door de Commissie en het voorzitterschap van de Raad, heeft zich gebogen over de uitdagingen waarmee rechtshandhavers worden geconfronteerd, met name de toegang tot gegevens. Toekomstige reflecties op beveiliging en veiligheid zullen moeten onderzoeken hoe rechtshandhaving gebruik kan maken van digitale technologieën, terwijl ervoor wordt gezorgd dat de grondrechten volledig worden eerbiedigd als het gaat om toegang tot gegevens op gebieden zoals kwantumcommunicatie-infrastructuur, artificiële intelligentie en geavanceerde bewakingstechnologieën.

Toekomstig veiligheidsbeleid zal moeten blijven zoeken naar een effectieve respons op steeds veranderende en ontwikkelende risico’s. Dit vereist een heroverweging van de manier waarop de EU-instellingen en -organen alsook de lidstaten op uitdagingen moeten reageren en de capaciteit van de EU moeten garanderen om snel te kunnen reageren wanneer dat nodig is. Verkokering en responsmechanismen die risicobeoordelingen dupliceren of de crisisrespons bemoeilijken, moeten worden vermeden.

Ook mogen er, terwijl de EU zich blijft aanpassen aan veranderende risico’s, geen nieuwe kwetsbaarheden ontstaan door een ongelijke uitvoering van reeds overeengekomen instrumenten. Een doeltreffende uitvoering en toepassing van wetgeving op nationaal niveau is essentieel.

Hoewel de capaciteit van de EU is versterkt door de grotere rol die de EU-agentschappen op het gebied van veiligheid vervullen, kan deze worden geoptimaliseerd door de coördinatie en complementariteit tussen de agentschappen verder te verbeteren. Er zou kunnen worden overwogen om de samenwerking te verdiepen, niet alleen tussen agentschappen die van oudsher werkzaam zijn op het gebied van veiligheid, zoals Europol, Eurojust en Enisa, alsook tussen Frontex en het Europees Openbaar Ministerie, maar ook tussen sectorale agentschappen, waaronder het nieuwe EU-drugsagentschap, de antiwitwasautoriteit, het EU-Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en het Europees Bureau voor visserijcontrole.

De strategie voor een veiligheidsunie 2020-2025 heeft de beveiligingstoolbox van de EU geconsolideerd en biedt nu een krachtige basis voor de bescherming van Europeanen in de toekomst. In de toekomst zullen maatregelen op alle onderdelen van de veiligheidsunie essentieel blijven om ervoor te zorgen dat de EU zich kan aanpassen, zelfs wanneer zij wordt geconfronteerd met uitzonderlijke en onverwachte dreigingen.

1COM(2020) 605.

2ENISA Threat Landscape 2023, blz. 10-11.

3Richtlijn (EU) 2022/2557 van 14 december 2022 betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten.

4Richtlijn (EU) 2022/2555 van 14 december 2022 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie.

5Voorbeelden van sectoren die onder de NIS2- en CER-richtlijnen vallen, zijn energie, vervoer, bankwezen, financiëlemarktinfrastructuren, digitale infrastructuur, gezondheidszorg, drinkwater, afvalwater, openbaar bestuur, ruimtevaart en voedselproductie, -verwerking en-distributie.

6Het voorstel COM(2022) 551 van de Commissie werd gevolgd door Aanbeveling 2023/C 20/01 van de Raad.

7COM(2023) 526.

8JOIN(2023) 8.

9Voorlopige overeenkomst van 24 april 2024 over de Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk.

10COM(2024) 1181.

11COM(2024) 91.

12JOIN(2023) 9 final.

13Publicatieregister van het JRC — Water Security Plan Implementation Manual for Drinking Water Systems.

14Verordening (EU) 2022/2554 van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector.

15Mededeling over de Europese gezondheidsunie.

16ENISA Threat Landscape 2023, blz. 10-11.

17Zie bijvoorbeeld: https://www.nationalcrimeagency.gov.uk/news/ransomware-criminals-sanctioned-in-joint-uk-us-crackdown-on-international-cyber-crime.

18Op 30 november 2023 werd een voorlopig akkoord bereikt. De verordening zal naar verwachting in 2024 in werking treden.

19Op 8 november 2023 werd een voorlopig akkoord bereikt.

20COM(2023) 209.

21COM(2024) 560, vastgesteld op 31 januari 2024.

22SWD(2024) 38.

23COM(2023) 6689.

24COM(2024) 2393.

25NIS-samenwerkingsgroep 1/2020, Cybersecurity of 5G networks EU Toolbox of risk mitigating measures.

26COM(2023) 4049.

27Enisa, Foresight Cybersecurity Threats for 2030 — Update 2024.

28Europol, Verslag over de stand van zaken en de tendensen in verband met het terrorisme in de Europese Unie (TE-SAT), 2023.

29Zie: isdglobal.org, 31 oktober 2023; isdglobal.org, 2 november 2023.

30COM(2020) 795.

31Richtlijn (EU) 2017/541 van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding.

32Verordening (EU) 2019/1148 van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven.

33JOIN(2023) 51.

34COM(2023) 659.

35SWD(2023) 37 final.

36Aanbeveling (EU) 2023/681 van de Commissie van 8 december 2022.

37Op 7 december 2023 werd een voorlopig politiek akkoord bereikt.

38Verordening (EU) 2021/784 van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud.

39Verordening (EU) 2022/2065 van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (digitaledienstenverordening).

40Op 8 december 2023 werd een voorlopig politiek akkoord bereikt.

41COM(2021) 170.

42ENISA Threat Landscape for Ransomware Attacks.

43COM(2020) 607, vastgesteld in juli 2020.

44COM(2021) 142, vastgesteld in maart 2021.

45COM(2022) 209, vastgesteld in mei 2022.

46COM(2024) 60, vastgesteld in februari 2024.

47Onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS), Combating gender-based violence: Cyber violence, European added value assessment, 2021.

48Europol, 2024.

49In 2021 werd 303 ton cocaïne in beslag genomen. European Drug Report 2023, EMCDDA.

50Begin 2024 werden in Barbate (Spanje) twee agenten gedood door vermoedelijke drugshandelaren en vonden in Brussel (België) een aantal schietpartijen plaats die verband hielden met drugsgeweld, waarbij verschillende gewonden en doden vielen.

51COM(2020) 606.

52Richtlijn (EU) 2023/1322 van 27 juni 2023 betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA).

53COM(2023) 641 final.

54COM(2020) 608 final.

55Richtlijn (EU) 2021/555 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens.

56COM(2022) 480.

57Zie bijvoorbeeld resoluties 2199 (2015), 2253 (2015), 2322 (2016), 2347 (2017), 2462 (2019) en 2617 (2021) van de VN-veiligheidsraad; de Verklaring van Rome van de ministers van Cultuur van de G20 van 30 juli 2021.

58COM(2022) 800.

59COM(2023) 754 en COM(2023) 755.

60Studie over de economische, sociale en menselijke kosten van mensenhandel binnen de EU (2020).

61COM(2021) 171.

62 Organized crime groups pushing environmental security to tipping point (interpol.int).

63Richtlijn 99/2008/EG inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht.

64Verslag van de Financial Intelligence Group van Europol, From suspicion to action (2017).

65COM(2021) 420, COM(2021) 421, COM(2021) 422 en COM(2021) 423.

66COM(2023) 234.

67Richtlijn (EU) 2017/1371 van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt. Sinds december 2021 heeft de Commissie 19 inbreukprocedures ingeleid wegens niet-naleving van de PIF-richtlijn.

68Polen is in februari 2024 formeel toegetreden tot het Europees Openbaar Ministerie.

69JOIN(2023) 12.

70COM(2020) 258.

71COM(2023) 424.

72COM(2024) 173.

73In maart 2024 zijn Bulgarije en Roemenië Schengenleden geworden die het Schengenacquis volledig toepassen en zijn de controles aan de binnengrenzen bij de lucht- en zeegrenzen opgeheven.

74COM(2020) 612.

75COM(2020) 613.

76Verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie (COM(2016) 467 final en COM(2020) 614 final).

77COM(2021) 780, COM(2021) 782 en COM(2021) 784.

78Verordening (EU) 2023/2131 wat de uitwisseling van digitale informatie in terrorismezaken betreft.

79Vastgesteld door het Comité van Ministers op 17 november 2021.

80Verordening (EU) 2023/1543 van 12 juli 2023 betreffende het Europees verstrekkingsbevel en het Europees bewaringsbevel voor elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken en de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen als gevolg van een strafprocedure, en Richtlijn (EU) 2023/1544 van 12 juli 2023 tot vaststelling van geharmoniseerde regels inzake de aanwijzing van aangewezen vestigingen en de aanstelling van wettelijke vertegenwoordigers ten behoeve van de vergaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafprocedures.

81Verordening (EU) 2023/969 van 10 mei 2023 tot oprichting van een samenwerkingsplatform ter ondersteuning van de werking van gemeenschappelijke onderzoeksteams.

82De “Christchurch Call to Action” werd in 2019 gelanceerd door Frankrijk en Nieuw-Zeeland.

83Het coördinatie- en samenwerkingsmechanisme inzake drugs tussen de EU en de Celac — verklaring van La Paz, 22 februari 2024.

84JOIN(2023) 19.

85COM(2023) 637.

NL NL