Artikelen bij COM(2017)325 - Vierde verslag over het operationeel maken van de Europese grens- en kustwacht

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Straatsburg, 13.6.2017

COM(2017) 325 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VIERDE VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

over het operationeel maken van de Europese grens- en kustwacht


1.DE EUROPESE GRENS- EN KUSTWACHT – ZORGEN VOOR EEN EUROPEES GEÏNTEGREERD GRENSBEHEER


De doeltreffende bescherming van de buitengrenzen van de Europese Unie is een voorwaarde voor de normale werking van het Schengengebied zonder binnengrenzen en het verwezenlijken van de Europese migratieagenda. Met gezamenlijke investeringen en verbintenissen om de Europese grens- en kustwacht zo spoedig mogelijk operationeel te maken, geven de lidstaten praktisch uiting aan hun vaste voornemen om in het algemeen belang verantwoordelijkheid te delen en solidariteit aan de dag te leggen. De Commissie brengt daarom op regelmatige basis verslag uit over het operationeel maken van de Europese grens- en kustwacht.

In dit verslag wordt de balans opgemaakt van de vooruitgang die sinds begin mei 2017 is geboekt. In het licht van de vorderingen op het gebied van uitvoering worden in het verslag de belangrijkste acties uiteengezet die de Europese grens- en kustwacht (hierna “het agentschap” genoemd), de Commissie en de lidstaten de komende maanden moeten uitvoeren.

Het agentschap heeft voor nagenoeg alle Schengenstaten de basiskwetsbaarheidsbeoordelingen voltooid met betrekking tot de uitdagingen aan hun delen van de buitengrens van de EU. Aan de hand daarvan heeft het agentschap in een aantal Schengenstaten kwetsbare punten geïdentificeerd en aanbevelingen geformuleerd om deze punten aan te pakken. Zoals uiteengezet in de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht (hierna “de verordening” genoemd), zal het agentschap simulatieoefeningen organiseren en verdere beoordelingen van nieuwe dreigingen uitvoeren om de Schengenstaten te helpen kwetsbare punten te identificeren met betrekking tot mogelijke toekomstige of reeds bestaande uitdagingen aan de buitengrenzen.

Het agentschap voert reeds enige tijd gezamenlijke operaties uit langs de belangrijkste migratieroutes, met name in het centrale Middellandse Zeegebied, het oostelijke Middellandse Zeegebied en langs de Westelijke Balkanroute. Het is ook een nieuwe gezamenlijke operatie gestart om de irreguliere migratiestroom langs de westelijke Middellandse Zeeroute aan te pakken.


2.OPERATIONELE ONDERSTEUNING VAN LIDSTATEN


Het agentschap blijft de lidstaten operationele ondersteuning verlenen voor het grensbeheer ter plaatse door meer dan 1 600 grenswachters en ander deskundig personeel in te zetten aan meerdere delen van de EU-buitengrenzen. De in eerdere verslagen geïdentificeerde tekorten wat inzet betreft, zijn nog niet volledig opgelost. De tekorten worden gedeeltelijk aangevuld met activa en grenswachters van de ontvangende lidstaten, met medefinanciering van het agentschap. Om een efficiënte en duurzame impuls te geven aan de algehele capaciteit van de ontvangende lidstaten om hun delen van de EU-buitengrens doeltreffend te beschermen, moeten echter alle lidstaten een bijdrage leveren.

2.1.    Inzet in de lidstaten in de voorste linie

Griekenland

In Griekenland worden door het agentschap drie verschillende operaties uitgevoerd. In het kader van gezamenlijke operatie Poseidon in de Egeïsche Zee krijgt Griekenland ondersteuning bij het grenstoezicht, bij de toepassing van de hotspotaanpak op de Egeïsche eilanden en bij de toepassing van de Verklaring EU-Turkije.

In het kader van de gezamenlijke operatie Poseidon zet het agentschap 891 functionarissen in, onder meer ter ondersteuning van overname-activiteiten. De Griekse politie heeft, met medefinanciering van het agentschap, 280 veiligheidsfunctionarissen ingezet. Onder de ingezette personen zijn ook deskundigen die helpen bij de toepassing van de hotspotaanpak, bemanningsleden voor het ingezette materieel en coördinatiepersoneel. Voorts bestaan de ingezette middelen uit 2 vaartuigen voor patrouilles op zee, 3 kustpatrouillevaartuigen, 10 kustpatrouilleboten, 1 vliegtuig met vaste vleugels, 2 helikopters, 16 patrouillewagens, 4 bussen en 3 voertuigen met warmtecamera's.

Bovendien verleent het agentschap Griekenland in het kader van de gezamenlijke operaties Flexible Operational Activities en Focal Points ondersteuning bij het grenstoezicht met de inzet van in totaal 53 functionarissen, 2 voertuigen met warmtecamera’s, 14 patrouillewagens, 1 hondenteam en 3 camera’s met bewegingssensoren aan de Griekse landgrenzen met Turkije, Albanië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en met luchtoperaties. De operationele activiteit in Noord-Griekenland zorgt voor een betere grensbewaking en voorkomt irreguliere secundaire bewegingen, waardoor de EU nog meer greep krijgt op de problemen op de Westelijke Balkanroute.

Aan de Griekse landgrens met Albanië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden momenteel 28 functionarissen ingezet (met 2 camera's met bewegingssensoren en 1 patrouillewagen), terwijl dat er volgens het overeengekomen operationele plan 63 moeten zijn, waardoor er sprake blijft van een tekort van ongeveer 35 functionarissen.

Italië

In het kader van de gezamenlijke operatie Triton in Italië en het centrale Middellandse Zeegebied heeft het agentschap 402 functionarissen ingezet, waaronder bemanningsleden voor het ingezette materieel, coördinatiepersoneel en deskundigen voor hulp bij de toepassing van de hotspotaanpak. De inzet wordt ondersteund door 3 vliegtuigen, 3 helikopters, 4 vaartuigen voor patrouilles op zee, 7 kustpatrouillevaartuigen en 3 kustpatrouilleboten.

Bulgarije

Het agentschap blijft Bulgarije helpen bij het toezicht op de landgrenzen, onder meer om irreguliere secundaire bewegingen te voorkomen. De ondersteuning wordt verleend in het kader van de gezamenlijke operaties Flexible Operational Activities en Focal Points aan de Bulgaarse landgrenzen met Turkije en Servië en via luchtoperaties. Momenteel worden 166 functionarissen ingezet (waaronder bemanningsleden voor het ingezette materieel), die worden ondersteund door 12 hondenteams, 6 voertuigen met warmtecamera's, 50 patrouillewagens, 6 CO₂-detectoren, 39 camera's met bewegingssensoren en 1 helikopter.

Spanje

Ter ondersteuning van gecoördineerde operationele activiteiten aan de zeebuitengrenzen van het westelijke Middellandse Zeegebied werd op 3 mei 2017 de gezamenlijke operatie Indalo 2017 gelanceerd om de irreguliere migratiestromen naar de EU te beheersen en grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden. Momenteel worden 65 functionarissen ingezet (waaronder bemanningsleden voor het ingezette materieel, coördinatiepersoneel en debriefing-teams), die worden ondersteund door 1 vliegtuig en 1 vaartuig voor patrouilles op zee.

Westelijke Balkan

Momenteel worden in de lidstaten 127 functionarissen ingezet ter ondersteuning van het grensbeheer in de Westelijke Balkan. De inzet vindt vooral plaats in het kader van de gezamenlijke operatie Flexible Activities aan de landgrenzen van Kroatië en Hongarije met Servië en in het kader van de gezamenlijke operaties Focal Points en Coordination Points aan de landgrenzen. De functionarissen worden ondersteund door 9 hondenteams, 4 voertuigen met warmtecamera's, 31 patrouillewagens, 1 hartslagdetector, 10 CO₂-detectoren en 12 camera's met bewegingssensoren.

2.2.    Bundeling van middelen en opbouw van eigen capaciteit van het agentschap met het oog op het verlenen van operationele ondersteuning

In het vorige verslag benadrukte de Commissie dat het van belang is een alomvattende strategie uit te werken voor de ontwikkeling van de eigen capaciteit van het agentschap. Zoals uiteengezet in dat verslag beschikt het agentschap vanaf 2017 jaarlijks over 10 miljoen EUR (in totaal 40 miljoen EUR voor de periode 2017-2020) om eigen uitrusting te verwerven, in het bijzonder kleine en middelgrote activa. Op 13-14 juni 2017 zal het agentschap aan de raad van bestuur een ontwerp van deze alomvattende strategie presenteren, rekening houdend met verschillende opties die het agentschap ter beschikking staan (zoals aankoop, huur, leasing, langdurige inzet) en de wijze waarop deze na verwerving operationeel kunnen worden gehouden.

Volgende stappen

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·meer inspanningen doen om in het kader van bilaterale contacten met lidstaten proactief op zoek te gaan naar de noodzakelijke bijdragen aan de lopende operaties;

·erop toezien dat de raad van bestuur snel overgaat tot de goedkeuring van de brede strategie voor de manier waarop de eigen capaciteiten van het agentschap in de periode 2017-2020 zullen worden ontwikkeld en gebruikt.

De lidstaten zouden het volgende moeten doen:

·ervoor zorgen dat de overeengekomen middelen ter beschikking van het agentschap worden gesteld voor het beheer van operaties en de verplichte pools;

·de volgende middelen verstrekken op basis van de thans vastgestelde tekorten:

Tekorten voor Griekenland – gezamenlijke operatie Poseidon

Ø16 mei – 29 juni 2017: 13 functionarissen (operationele behoeften: 197 functionarissen);

ØJuni 2017: 3 kustpatrouilleboten (30 % van de operationele behoeften – door een gebrek aan aanbiedingen wordt het tekort gedeeltelijk aangevuld met door het agentschap gefinancierde activa van de ontvangende lidstaat), 1 vliegtuig met vaste vleugels (100 % van de operationele behoeften – het tekort wordt gedeeltelijk aangevuld met door het agentschap gefinancierde activa van de ontvangende lidstaat en de inzet van het gehuurde vliegtuig met vaste vleugels zal een deel van de periode dekken), 1 vaartuig voor patrouilles op zee (50 % van de operationele behoeften – door een gebrek aan aanbiedingen wordt het tekort aangevuld met door het agentschap gefinancierde activa van de ontvangende lidstaat), 2 transportvoertuigen (33 % van de operationele behoeften);

Ø29 juni – 17 augustus 2017: 43 functionarissen (operationele behoeften: 197 functionarissen);

ØJuli 2017: 4 kustpatrouilleboten (40 % van de operationele behoeften), 1 helikopter (50 % van de operationele behoeften), 1 vaartuig voor patrouilles op zee (50 % van de operationele behoeften), 1 patrouillevoertuig, 2 transportvoertuigen (33 % van de operationele behoeften);

ØAugustus 2017: 7 kustpatrouilleboten (54 % van de operationele behoeften), 1 kustpatrouillevaartuig (33 % van de operationele behoeften), 2 vaartuigen voor patrouilles op zee (67 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (33 % van de operationele behoeften);

Ø17 augustus – 28 september 2017: 35 functionarissen (operationele behoeften: 197 functionarissen);

ØSeptember 2017: 5 kustpatrouilleboten (38 % van de operationele behoeften), 2 vaartuigen voor patrouilles op zee (67 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (33 % van de operationele behoeften);

Ø28 september – 16 november: 25 functionarissen (operationele behoeften: 197 functionarissen);

Tekorten voor Griekenland – Gezamenlijke operatie Flexible Operational Activities 2017 Land

Ø24 mei – 21 juni 2017: 36 functionarissen (operationele behoeften: 79 functionarissen), 17 patrouillewagens (55 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (100 % van de operationele behoeften);

Ø21 juni – 19 juli 2017: 45 functionarissen (operationele behoeften: 79 functionarissen), 21 patrouillewagens (68 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (100 % van de operationele behoeften);

Ø19 juli 201716 augustus 2017: 46 functionarissen (operationele behoeften: 79 functionarissen), 22 patrouillewagens (71 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (100 % van de operationele behoeften);

Ø16 augustus – 13 september 2017: 45 functionarissen (operationele behoeften: 79 functionarissen), 21 patrouillewagens (68 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (100 % van de operationele behoeften);

Ø13 september – 11 oktober 2017: 46 functionarissen (operationele behoeften: 79 functionarissen), 20 patrouillewagens (65 % van de operationele behoeften), 2 transportvoertuigen (100 % van de operationele behoeften).

Tekorten voor Griekenland – Gezamenlijke operatie Focal Points 2017 Land

Ø24 mei – 21 juni 2017: 7 functionarissen (operationele behoeften: 16 functionarissen);

Ø21 juni – 19 juli 2017: 7 functionarissen (operationele behoeften: 16 functionarissen), 1 hartslagdetector (100 % van de operationele behoeften);

Ø19 juli 201716 augustus 2017: 8 functionarissen (operationele behoeften: 16 functionarissen), 1 hartslagdetector (100 % van de operationele behoeften);

Ø16 augustus – 13 september 2017: 6 functionarissen (operationele behoeften: 16 functionarissen), 1 hartslagdetector (100 % van de operationele behoeften);

Tekorten voor Italië – Gezamenlijke operatie Triton

ØJuni 2017: 23 functionarissen (operationele behoeften: 126 functionarissen, 1 kustpatrouilleboot (33 % van de operationele behoeften – door een gebrek aan aanbiedingen wordt het tekort aangevuld met door het agentschap gefinancierde activa van de ontvangende lidstaat), 4 kustpatrouillevaartuigen (67 % van de operationele behoeften – door een gebrek aan aanbiedingen wordt het tekort aangevuld met door het agentschap gefinancierde activa van de ontvangende lidstaat);

ØJuli 2017: 24 functionarissen (operationele behoeften: 126 functionarissen), 1 kustpatrouilleboot (33 % van de operationele behoeften ), 4 kustpatrouillevaartuigen (67 % van de operationele behoeften), 0,5 maand een vliegtuig met vaste vleugels (25 % van de operationele behoeften), 1 helikopter (50 % van de operationele behoeften);

ØAugustus 2017: 15 functionarissen (operationele behoeften: 126 functionarissen), 2 kustpatrouilleboten (67 % van de operationele behoeften), 4 kustpatrouillevaartuigen (67 % van de operationele behoeften), 1 helikopter (50 % van de operationele behoeften);

ØSeptember 2017: 10 functionarissen (operationele behoeften: 126 functionarissen), 4 kustpatrouillevaartuigen (67 % van de operationele behoeften), 1 vaartuig voor patrouilles op zee (50 % van de operationele behoeften).

Tekorten voor Bulgarije – Gezamenlijke operatie Flexible Operational Activities 2017 Land

Ø24 mei – 21 juni 2017: 58 functionarissen (operationele behoeften: 175 functionarissen – door het gebrek aan aanbiedingen 24 door het agentschap mede te financieren functionarissen van de ontvangende lidstaat), 22 patrouillewagens (37 % van de operationele behoeften), 2 voertuigen met warmtecamera's (25 % van de operationele behoeften);

Ø21 juni – 19 juli 2017: 77 functionarissen (operationele behoeften: 175 functionarissen – door het gebrek aan aanbiedingen 24 door het agentschap mede te financieren functionarissen van de ontvangende lidstaat), 30 patrouillewagens (50 % van de operationele behoeften - door het gebrek aan aanbiedingen 12 door het agentschap mede te financieren patrouillewagens van de ontvangende lidstaat), 3 voertuigen met warmtecamera’s (38 % van de operationele behoeften);

Ø19 juli 2017 – 16 augustus: 67 functionarissen (operationele behoeften: 175 functionarissen – door het gebrek aan aanbiedingen 24 door het agentschap mede te financieren functionarissen van de ontvangende lidstaat), 28 patrouillewagens (47 % van de operationele behoeften – door het gebrek aan aanbiedingen 12 door het agentschap mede te financieren patrouillewagens van de ontvangende lidstaat), 2 voertuigen met warmtecamera’s (25 % van de operationele behoeften);

Ø16 augustus – 13 september: 59 functionarissen (operationele behoeften: 175 functionarissen – door het gebrek aan aanbiedingen 24 door het agentschap mede te financieren functionarissen van de ontvangende lidstaat), 29 patrouillewagens (48 % van de operationele behoeften – door het gebrek aan aanbiedingen 12 door het agentschap mede te financieren patrouillewagens van de ontvangende lidstaat), 1 voertuigen met warmtecamera’s (13 % van de operationele behoeften);

Ø13 september – 11 oktober: 59 functionarissen (operationele behoeften: 175 functionarissen – door het gebrek aan aanbiedingen 24 door het agentschap mede te financieren functionarissen van de ontvangende lidstaat), 26 patrouillewagens (43 % van de operationele behoeften – door het gebrek aan aanbiedingen 12 door het agentschap mede te financieren patrouillewagens van de ontvangende lidstaat).

Tekorten voor Bulgarije – Gezamenlijke operatie Focal Points 2017 Land

Ø24 mei – 21 juni 2017: 3 functionarissen (operationele behoeften: 12 functionarissen);

Ø21 juni – 19 juli 2017: 3 functionarissen (operationele behoeften: 12 functionarissen);

Ø19 juli 201716 augustus 2017: 3 functionarissen (operationele behoeften: 12 functionarissen);

Ø16 augustus – 13 september 2017: 4 functionarissen (operationele behoeften: 12 functionarissen);

Tekorten voor Spanje – Gezamenlijke operatie Indalo

ØJuni 2017: 4 functionarissen (operationele behoeften: 11 functionarissen – door een gebrek aan aanbiedingen wordt het tekort gedeeltelijk aangevuld met 3 door het agentschap mede te financieren functionarissen van de ontvangende lidstaat), 1 vaartuig voor patrouilles op zee (100 % van de operationele behoeften - door een gebrek aan aanbiedingen wordt het tekort aangevuld met door het agentschap gefinancierde activa van de ontvangende lidstaat);

ØJuli 2017: 3 functionarissen (operationele behoeften: 11 functionarissen);

ØAugustus 2017: 3 functionarissen (operationele behoeften: 11 functionarissen), 1 vliegtuig met vaste vleugels (100 % van de operationele behoeften);

ØSeptember 2017: 3 functionarissen (operationele behoeften: 11 functionarissen).

Tekorten voor Spanje – Gezamenlijke operatie Hera

ØAugustus 2017: 2 functionarissen (operationele behoeften: 2 functionarissen), 1 vaartuig voor patrouilles op zee (100 % van de operationele behoeften), 1 kustpatrouillevaartuig (100 % van de operationele behoeften).

Tekorten voor Spanje – Gezamenlijke operatie Minerva

Ø14 juli – 15 september 2017: 32 functionarissen (operationele behoeften: 74 functionarissen), 12 hondenteams (44 % van de operationele behoeften).

Tekorten voor de Westelijke Balkan – Gezamenlijke operatie Focal Points 2017 Land

Ø25 mei – 21 juni 2017: 1 functionaris (operationele behoeften: 22 functionarissen) aan de grens tussen Roemenië en Servië;

Ø21 juni – 19 juli 2017: geen openstaande behoeften;

Ø19 juli – 16 augustus 2017: 1 functionaris (operationele behoeften: 22 functionarissen) aan de grens tussen Roemenië en Servië, 1 hartslagdetector (100 % van de operationele behoeften) aan de grens tussen Kroatië en Servië;

Ø16 augustus – 13 september 2017: 1 hartslagdetector (100 % van de operationele behoeften) aan de grens tussen Kroatië en Servië.


3.VOORUITGANG BIJ DE TENUITVOERLEGGING OP DE PRIORITAIRE GEBIEDEN

3.1.    Versterking van het snellereactievermogen van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, met inbegrip van het verplicht bundelen van middelen

Snel inzetbare pool

Hoewel is bevestigd dat meer dan 1 500 grenswachters en andere functionarissen volledig beschikbaar zijn, zijn er nog twee kwesties die de volledige inzetbaarheid van de snel inzetbare pool overeenkomstig de verordening belemmeren:

1) aanwijzing van grenswachters

De verplichting om grenswachters aan te wijzen, is duidelijk vastgesteld in artikel 20, lid 4, van de verordening. Het agentschap dient de namen van de functionarissen te kennen om de kwaliteit van de pool te waarborgen, door na te gaan of de aangewezen grenswachters beantwoorden aan de vastgestelde profielen en door ervoor te zorgen dat zij voldoende worden opgeleid voordat zij aan de operationele activiteiten deelnemen. Sinds het vorige verslag hebben nog eens vier Schengenstaten de namen van hun deskundigen verstrekt, waarbij het aantal deskundigen overeenstemt met hun respectieve bijdragen als vastgesteld in bijlage 1 bij de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht, of de vastgestelde bijdrage zelfs overstijgt. Samen hebben echter nog maar tien Schengenstaten de namen van hun grenswachters meegedeeld (België, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Roemenië, Zwitserland en gedeeltelijk ook Duitsland).

Na verschillende discussies met het oog op een praktische oplossing 1 zou het agentschap binnenkort op de vergadering van de raad van bestuur van 13-14 juni 2017 een conceptnota moeten presenteren met de verschillende opties voor het aanwijzen van deskundigen voor de snel inzetbare pool. Voorts zal de Commissie de lidstaten er nogmaals toe oproepen het volledige aantal deskundigen aan te wijzen, zodat het agentschap ervoor kan zorgen dat deze deskundigen voldoen aan de profielen en indien nodig kunnen worden opgeleid.

2) harmonisatie van de profielen

Het agentschap heeft sinds het vorige verslag bilaterale ontmoetingen gehad met de lidstaten om ervoor te zorgen dat het aantal deskundigen dat zij aanwijzen per profiel in overeenstemming is met de grenswaarden die in het betrokken uitvoeringsbesluit van de raad van bestuur zijn vastgesteld. Het agentschap wacht echter nog op de definitieve antwoorden van de lidstaten. Terwijl er 137 grenswachters en verscheidene functionarissen voor andere profielen te veel werden toegezegd, is er sprake van een tekort van 167 deskundigen op het gebied van registratie/vingerafdrukken en van 38 screeningdeskundigen. Voorts heeft Frankrijk nog geen definitieve informatie verstrekt met betrekking tot zijn 25 functionarissen.

Het gebrek aan harmonisatie van de profielen duidt er eens te meer op dat het noodzakelijk is dat de lidstaten het volledige vastgestelde aantal individuele deskundigen aanwijzen, zodat het agentschap kan nagaan of deze deskundigen voldoen aan de vereiste profielen, maar ook om ervoor te zorgen dat voor ieder profiel de door de raad van bestuur overeengekomen totalen worden bereikt.

Uitrustingspool voor snelle reactie

Net als in eerdere verslagen is opgemerkt, heeft het agentschap de lidstaten nogmaals om nieuwe toezeggingen gevraagd, deze keer op de vergadering van het netwerk gebundelde middelen van 25-26 april 2017. Tegen eind mei 2017 waren echter nog geen aanvullende toezeggingen gedaan voor kustpatrouilleboten, vaartuigen voor patrouilles op zee en voertuigen met warmtecamera's. Er zijn bijgevolg nog steeds aanzienlijke tekorten.

Aan de pool nemen nog steeds slechts 14 lidstaten deel (Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Duitsland, Finland, Hongarije, Italië, Letland, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië en Slovenië).

Volgende stappen

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·dringend bilaterale besprekingen voortzetten met de Schengenstaten, in het bijzonder met de landen die nog niet hebben bijgedragen aan de uitrustingspool voor snelle reactie (België, Cyprus, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Malta, Litouwen, Luxemburg, Noorwegen, Spanje, Slowakije en Zweden), met het oog op het aanvullen van de vastgestelde tekorten op het gebied van uitrusting;

·er onverwijld voor zorgen dat de voor de snel inzetbare pool aangewezen deskundigen, met name functionarissen voor registratie/vingerafdrukken en screeningfunctionarissen, ter beschikking worden gesteld overeenkomstig de aantallen die per specifiek profiel door de raad van bestuur zijn vastgesteld;

·onverwijld de beschikbaarheid nagaan van alle 1 500 grenswachters in de snel inzetbare pool en voor eind oktober 2017 een proefinzet van de personele en technische middelen van de pools uitvoeren.

De lidstaten zouden het volgende moeten doen:

·de geconstateerde tekorten in de uitrustingspool voor snelle reactie onverwijld aanvullen. De lidstaten die nog niet hebben bijgedragen, zouden een speciale inspanning moeten doen.

·uiterlijk eind juni 2017 de namen meedelen van de deskundigen voor de snel inzetbare pool.


3.2.    Uitvoering van preventieve kwetsbaarheidsbeoordelingen op basis van een gemeenschappelijke methode

Het versterken van preventieve beoordelingen ter waarborging van de doeltreffende werking van het Schengengebied blijft een van de belangrijkste beleidsprioriteiten van de Europese Unie. Het agentschap heeft hard gewerkt om de kwetsbaarheidsbeoordelingen, die essentieel zijn voor het kwaliteitscontroleproces van Schengen, voor te bereiden overeenkomstig de gemeenschappelijke methode en binnen de afgesproken termijn. 

Het agentschap beschikt voor alle lidstaten (met uitzondering van Denemarken en Duitsland 2 ) over verslagen van de basisbeoordeling, d.w.z. een uitvoerige analyse van de bestaande capaciteiten van de lidstaten in samenhang met de relevante dreigingsindicatoren op basis van een reeks objectieve criteria. Het verslag van de basisbeoordeling voor Duitsland moet medio juni zijn afgerond en aan de beoordeling voor Denemarken kan pas worden begonnen als het land de onderliggende gegevens aan het agentschap heeft verstrekt.

Op basis van de verslagen van de basisbeoordelingen heeft de uitvoerend directeur van het agentschap op 5 juni 2017 besloten om tot 20 Schengenstaten aanbevelingen te richten waarin concrete maatregelen worden voorgesteld, als bedoeld in artikel 13, lid 7, van de verordening. Gezien de belangrijkste doelstelling van de kwetsbaarheidsbeoordelingen, met name voor Schengenstaten die met specifieke en onevenredig grote uitdagingen worden geconfronteerd, wordt in de aanbevelingen prioriteit gegeven aan de meest dringende kwetsbare punten die verband houden met de bestaande uitdagingen bij de buitengrenzen.

Het agentschap zal doeltreffend toezicht houden op de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen en maatregelen door de Schengenstaten. Indien de maatregelen niet binnen de gestelde termijn worden uitgevoerd, moet de uitvoerend directeur de zaak doorverwijzen naar de raad van bestuur en de Commissie daarvan in kennis stellen.

De kwetsbaarheidsbeoordelingen en de aanbevelingen die daaruit voortvloeien, moeten worden gezien als instrumenten die de lidstaten helpen bij het identificeren van dreigingen die gevolgen kunnen hebben voor het doeltreffend beheer van hun buitengrenzen en bij het vaststellen en uitvoeren van maatregelen op grond daarvan. De Commissie beschouwt het monitoren van de uitvoering van de vastgestelde maatregelen dan ook als een integrerend onderdeel van het gezamenlijke Europese streven om migratie in alle opzichten te beheren. Derhalve zal de Commissie ook op politiek niveau vinger aan de pols houden en is zij steeds bereid om samen met de lidstaten, het Europees Parlement en de Raad bestaande of nieuwe zwakke punten te verhelpen.

De basisbeoordelingen hebben ook geleid tot de vaststelling van zes lidstaten ten aanzien waarvan het agentschap de zogenaamde simulatieoefeningen zal organiseren ter beoordeling van hun capaciteit om het hoofd te bieden aan toekomstige uitdagingen aan de buitengrenzen. Bij deze oefeningen zullen de capaciteiten van de lidstaten worden onderzocht en getest, met name hun noodplanning, in het licht van de risico’s en scenario’s die zich niet hebben voorgedaan, maar waarvan wel zou kunnen worden uitgegaan op basis van de analyse van de situatie in de naburige derde landen en de belangrijkste landen van herkomst en doorreis. Wanneer de resultaten van de simulatieoefeningen eind oktober 2017 beschikbaar zijn, kan de uitvoerend directeur eventueel een tweede ronde van aanbevelingen tot de betrokken lidstaten richten.

Sinds april 2017 voert het agentschap de zogenaamde beoordeling van nieuwe dreigingen uit. Op basis van een maandelijkse doorlichting van lidstaten aan de hand van relevante indicatoren kan het agentschap te allen tijde een specifieke beoordeling/simulatie starten met het oog op het onderzoeken van de capaciteiten van een lidstaat om het hoofd te bieden aan nieuwe dreigingen. Als gevolg daarvan kunnen eventueel verdere aanbevelingen worden gedaan over kwetsbare punten waarmee geen rekening werd gehouden bij de vorige basisbeoordelingen of simulatieoefeningen. Momenteel wordt een dergelijke beoordeling van nieuwe dreigingen uitgevoerd voor Griekenland, Italië en Spanje. Deze lidstaten zijn uitgekozen op basis van constante situatiemonitoring en de meest recente trends in migratiebewegingen.

Volgende stappen

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·waarborgen dat het team dat zich bezighoudt met het proces ter beoordeling van de kwetsbaarheid tegen de zomer van 2017 over voldoende personeel beschikt;

·uiterlijk op 15 juni 2017 de eerste resultaten van de kwetsbaarheidsbeoordelingen toesturen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, overeenkomstig artikel 13, lid 9, van de verordening;

·tot en met oktober 2017 simulatieoefeningen houden voor toekomstige uitdagingen;

·de situatie aan de buitengrenzen blijven monitoren, de lopende beoordeling van nieuwe dreigingen voltooien en de resultaten daarvan tijdig doorgeven aan de betrokken lidstaten;

·op basis van de opgedane ervaringen uiterlijk eind november 2017 de herziene methodologie voor kwetsbaarheidsbeoordelingen vaststellen.

De lidstaten zouden het volgende moeten doen:

·Denemarken zou onverwijld, en uiterlijk op 15 juni 2017, de nodige gegevens moeten indienen zodat het agentschap de basisbeoordeling kan verrichten [Denemarken beloofde op 4 juni zijn gegevens te sturen – onder voorbehoud];

· gelet op de terugkerende kwetsbaarheidsbeoordelingen die het agentschap minstens eenmaal per jaar moet verrichten, zouden de lidstaten die geen volledige gegevens over de bestaande capaciteiten hebben verstrekt, hun respectieve nationale processen van gegevensverzameling moeten verbeteren;

·de lidstaten die na de basisbeoordeling aanbevelingen zullen ontvangen, zouden de nodige actieplannen moeten opstellen en regelmatig verslag aan het agentschap moeten uitbrengen;

·de voor de simulatieoefening geselecteerde lidstaten zouden vlot gehoor moeten geven aan verzoeken van het agentschap om aanvullende gegevens en informatie.

3.3.    Ondersteuning bij terugkeer

Dankzij zijn versterkte mandaat op het gebied van terugkeer zorgt het agentschap voor positieve resultaten door de lidstaten bij het verrichten van terugkeeroperaties te ondersteunen. Het agentschap en de lidstaten moeten echter een aantal nieuwe instrumenten nog volledig operationeel maken om het potentieel ervan optimaal te benutten.

Het tempo van de door het agentschap ondersteunde terugkeeroperaties is verder gestegen. In de periode van 1 januari tot en met 9 juni 2017 heeft het agentschap ondersteuning verleend aan 144 terugkeeroperaties voor onderdanen van derde landen, waarbij 6 799 illegaal verblijvende onderdanen van derde landen zijn teruggebracht; nog eens 43 operaties zijn in voorbereiding. Dit is een toename van meer dan 157 % ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het merendeel van deze operaties (101 van de 144) betrof vluchten naar de Westelijke Balkan. Het agentschap ontwikkelt een gericht proefproject voor een overeenkomst met commerciële luchtvaartmaatschappijen die op een aantal vastgestelde bestemmingen vliegen en er wordt gewerkt aan een uitvoerbaarheidsstudie inzake de financiële en administratieve procedures. Deze aanpak zou het gemakkelijker moeten maken om terugkeeroperaties uit te voeren naar andere bestemmingen dan de Westelijke Balkan.

Overigens verzoeken slechts enkele lidstaten het agentschap om bijstand bij het organiseren van terugkeeroperaties 3 . Ook de andere lidstaten zouden deze mogelijkheid moeten benutten. Tegelijkertijd zou het agentschap ook gebruik moeten maken van zijn recht om proactief voor te stellen terugkeeroperaties te organiseren, op basis van de maandelijks door de lidstaten te verstrekken informatie 4 . Samen met het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken kan het agentschap met name bij de ondersteuning van de lidstaten van eerste aankomst een belangrijke rol spelen waar het gaat om het op snelle en doeltreffende wijze doen terugkeren van aanvragers die geacht worden duidelijk geen internationale bescherming nodig te hebben.

De drie terugkeerpools van toezichthouders voor gedwongen terugkeer, begeleiders voor gedwongen terugkeer en specialisten inzake terugkeer zijn beschikbaar voor operationele ondersteuning, maar zijn nog niet volledig operationeel gemaakt. Op 26 mei 2017 hadden alle lidstaten aan ten minste een van deze pools bijgedragen; in totaal waren 549 van de benodigde 690 deskundigen ter beschikking gesteld 5 . De terugkeerpools worden inmiddels ingezet: op 26 mei 2017 was er op 34 terugkeeroperaties toezicht gehouden door een toezichthouder voor gedwongen terugkeer uit de pool.

Verder moet nog steeds dringend duidelijkheid worden verschaft over de praktische regelingen en de voorschriften inzake de inzet van personele middelen in het kader van de pool, hun operationele taken en hun wettelijke verantwoordelijkheden.

Ofschoon er stappen zijn gezet om de beschikbare personeelsposten te vervullen, heeft het agentschap nog steeds moeite om competente en ervaren kandidaten aan te trekken. Wat betreft het voor terugkeer uitgetrokken budget heeft het agentschap zijn absorptiecapaciteit verbeterd; naar het zich laat aanzien zal het de streefcijfers zeker halen, met als belangrijke uitzondering de bijstand voorafgaand aan de terugkeer 6 .

Volgende stappen

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·proactief voorstellen terugkeeroperaties te organiseren op basis van de informatie die de lidstaten maandelijks moeten verstrekken;

·onmiddellijk de laatste hand leggen aan de praktische regelingen, de voorschriften, operationele taken en wettelijke verantwoordelijkheden van de leden van de pool;

·een gericht proefproject starten voor een overeenkomst met commerciële luchtvaartmaatschappijen;

·blijven streven naar vervulling van alle beschikbare personeelsposten die zijn toegewezen voor terugkeeractiviteiten;

·ervoor zorgen dat de financiële middelen die voor 2017 zijn toegewezen voor activiteiten op het gebied van bijstand voorafgaand aan terugkeer, worden benut.

De lidstaten zouden het volgende moeten doen:

·onmiddellijk een begin maken met het maandelijks verstrekken van informatie over de indicatieve planning van hun nationale terugkeeroperaties, met inbegrip van het aantal terugkeerders en de desbetreffende derde landen van terugkeer;

·dringend voorzien in alle resterende tekorten in de pools;

·de door het agentschap aangeboden ondersteuning bij de organisatie van terugkeeroperaties ten volle benutten;

·het agentschap voorzien van competent en ervaren personeel door gedetacheerde nationale deskundigen in te zetten.

3.4.    Instellen van het klachtenmechanisme van het Europees Grens- en kustwachtagentschap

In deze verslagperiode heeft de grondrechtenfunctionaris negen nieuwe klachten ontvangen. Twee hiervan zijn ontvankelijk verklaard en doorgezonden aan de respectieve nationale autoriteiten en de uitvoerend directeur van het agentschap. De grondrechtenfunctionaris is de ontvankelijkheid van vier van de in mei ontvangen klachten nader aan het beoordelen. Het agentschap streeft er momenteel naar de toegankelijkheid van het klachtenmechanisme te waarborgen; het agentschap zal er ook op zijn website de aandacht op vestigen. Verder zal het agentschap het klachtenmechanisme onder de aandacht brengen door middel van een voorlichtingscampagne.

Wat betreft extra personeel ter ondersteuning van de grondrechtenfunctionaris, zijn er in mei/juni 2017 aanwervingsprocedures van start gegaan voor twee assistenten. Bovendien is het agentschap van plan meer personeel toe te wijzen aan de grondrechtenfunctionaris, ter ondersteuning van andere taken waarmee deze bij de verordening is belast.

Een belangrijk uitvoeringsaspect van de verordening betreft de bescherming van kinderen in het kader van de activiteiten van het agentschap. Naar aanleiding van een aantal belangrijke aanbevelingen die het adviesforum voor de grondrechten in mei 2017 heeft gedaan, zal het agentschap in nauwe samenwerking met de grondrechtenfunctionaris bepaalde aspecten van de bescherming van kinderen versterken; ook bij de lopende herziening van de grondrechtenstrategie van het agentschap krijgt dit punt bijzondere aandacht.

Volgende stappen

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·uiterlijk eind november 2017 extra personeelsleden aanwerven ter ondersteuning van de grondrechtenfunctionaris;

·uiterlijk eind juni 2017 de IT-infrastructuur voltooien om de klachtenformulieren toegankelijker te maken;

·een voorlichtingscampagne houden om meer bekendheid te geven aan het klachtenmechanisme;

·uiterlijk in november 2017 de grondrechtenstrategie herzien en verder ontwikkelen, en bij al zijn activiteiten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van kinderen en andere kwetsbare categorieën personen.


3.5.    De weg effenen voor betere operationele samenwerking met prioritaire derde landen

Het agentschap heeft zijn raad van bestuur een conceptnota gepresenteerd over samenwerking tussen de verbindingsfunctionarissen van het agentschap, de verbindingsfunctionarissen van de lidstaten en de Europese migratieverbindingsfunctionarissen die op dezelfde locaties worden ingezet.

De verbindingsofficier die in Niger zal worden ingezet, is op 16 mei 2017 in dienst van het agentschap getreden en wordt nu opgeleid om in juli 2017 in dat land aan het werk te gaan.

De verbindingsfunctionaris voor de Westelijke Balkan komt op 1 juli 2017 bij het agentschap in dienst. Na een voorbereidende opleiding zal de verbindingsfunctionaris in augustus 2017 worden ingezet in Belgrado.

De voorbereidende opleiding omvat een opleiding op de hoofdzetel, bezoeken aan externe partners en het bijwonen van relevante gezamenlijke operaties die door het agentschap worden gecoördineerd.

Het agentschap voert zijn samenwerking met GVDB-actoren verder op. Sinds mei 2017 geeft een deskundige van het agentschap ondersteuning aan de EU-missie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer in Libië in Tunis.  

Op 11 en 12 mei 2017 vond een tweede onderhandelingsronde met Servië plaats over de statusovereenkomst die nodig is om teams van de Europese grens- en kustwacht te kunnen inzetten op Servisch grondgebied. Er hoeft nu nog maar een beperkt aantal kwesties te worden besproken. Er zijn nog geen onderhandelingen geopend met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Ook is de Commissie van plan binnenkort een voorstel te presenteren voor mandaten om te onderhandelen over de statusovereenkomsten met Albanië, Bosnië en Herzegovina, en Montenegro.

Volgende stappen

De Commissie zal:

·de formele onderhandelingen met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië starten zodra dat land bereid is om de onderhandelingen over de statusovereenkomst te beginnen;

·binnenkort de onderhandelingen met Servië afronden;

·binnenkort voorstellen presenteren voor mandaten om te onderhandelen over de statusovereenkomsten met Albanië, Bosnië en Herzegovina, en Montenegro.

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·de verbindingsfunctionarissen voor Niger en Servië zoals gepland uiterlijk in juli en augustus 2017 inzetten.

3.6.    Zetelovereenkomst

Polen wordt nog steeds geacht de zetelovereenkomst te ratificeren en zal naar verwachting in juni 2017 op de bijeenkomst van de raad van bestuur verslag uitbrengen over de stand van zaken met betrekking tot de betreffende procedure.

De volgende stap

·Polen zou de zetelovereenkomst zo snel mogelijk moeten ratificeren.

3.7. Inzet van verbindingsfunctionarissen in lidstaten

Het Agentschap moet regelmatig toezicht houden op het beheer van de buitengrenzen door de lidstaten, niet alleen door middel van risicoanalyse, gegevensuitwisseling en het Europees grensbewakingssysteem (Eurosur), maar ook door de aanwezigheid van zijn eigen verbindingsfunctionarissen in de lidstaten.

Op de bijeenkomst van de raad van bestuur van 13 en 14 juni 2017 zal de uitvoerend directeur de raad van bestuur het definitieve ontwerpbesluit ter goedkeuring voorleggen, waarin de rol en de taken van deze verbindingsfunctionarissen, hun toegang tot informatie en, indien van toepassing, de benoeming van één verbindingsfunctionaris voor verschillende lidstaten worden geregeld. Uiterlijk in oktober 2017 zou het agentschap met elke lidstaat een memorandum van overeenstemming moeten ondertekenen waarin de inzet nader wordt geregeld. In de tussentijd zou het agentschap de procedure voor het aanwerven en opleiden van de geselecteerde kandidaten moeten starten.

Volgende stappen

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap zou het volgende moeten doen:

·uiterlijk eind juni 2017 het betrokken uitvoeringsbesluit vaststellen;

·uiterlijk eind 2017 de relevante selectieprocedure starten voor de aanwerving van de verbindingsfunctionarissen met het oog op hun eventuele aanwerving, opleiding en effectieve inzet.

De lidstaten zouden het volgende moeten doen:

·uiterlijk in oktober 2017 met het agentschap overeenstemming bereiken over het memorandum van overeenstemming waarin de inzet van verbindingsfunctionarissen nader wordt geregeld.

4.CONCLUSIES

Uit dit vierde verslag blijkt dat de uitrol van de activiteiten en instrumenten in het kader van de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht, teneinde zo spoedig mogelijk de capaciteit van de EU om de buitengrenzen doeltreffend te beschermen en beheren, te versterken, is voortgezet.

Het agentschap heeft met name een eerste reeks aanbevelingen voor nagenoeg alle Schengenstaten gedaan, en voor 20 staten concrete maatregelen voorgesteld, teneinde de kwetsbare punten aan te pakken die bij de eerste basiskwetsbaarheidsbeoordelingen waren vastgesteld.

Er is nadere voortgang geboekt bij de onderhandelingen met Servië over de statusovereenkomst die – eenmaal gesloten – zal voorzien in een duidelijk rechtskader voor operationele samenwerking tussen de grenswachtautoriteiten van de lidstaten en Servië, waarbij het Europees Grens- en kustwachtagentschap faciliterend en coördinerend optreedt.

De lidstaten moeten echter nog hun toezeggingen gestand doen met betrekking tot het waarborgen van de volledige operationele capaciteit van de snel inzetbare pools, en met name de tekorten voor de uitrustingspool voor snelle reactie aanvullen. Voorts zijn ook verdere inspanningen nodig ter aanvulling van de aanhoudende tekorten met betrekking tot de inzet voor de lopende gezamenlijke operaties ter ondersteuning van de lidstaten in de voorste linie bij het doeltreffend beheer van de buitengrenzen. Het voorzien in deze tekorten moet voorrang krijgen. De lidstaten worden tevens aangemoedigd om snel ruimer gebruik te maken van de versterkte capaciteit van het agentschap om hen bijstand te verlenen op het gebied van terugkeeroperaties.

De achterliggende oorzaken van migratie naar Europa zijn niet verholpen. Daarom moet er zo spoedig mogelijk nog meer vaart worden gezet achter het versterken van de capaciteit van de EU om de buitengrenzen doeltreffend te beschermen en beheren.

Met het oog daarop verzoekt de Commissie het Europees Parlement en de Raad om de tot dusver geboekte voortgang te beoordelen en verzoekt zij de Raad het agentschap en de bevoegde autoriteiten van de Schengenstaten aan te moedigen om de voorgestelde maatregelen te nemen.

De Commissie zal in het najaar weer verslag uitbrengen over de vooruitgang op het gebied van de versterking van de buitengrenzen.

(1)

1     Alle 5 000 functionarissen in de reguliere pool van de Europese grens- en kustwacht zullen worden aangewezen (geregistreerd aan de hand van hun naam) en de lidstaten zullen aangeven welke van die 5 000 functionarissen deel zullen uitmaken van de 1 500-koppige snel inzetbare pool. Deze gegevens zouden te allen tijde in de loop van het jaar of bij het ontplooien van een snelle grensinterventie kunnen worden aangepast met vervangingen binnen dezelfde profielen vanuit het reguliere deel van de pool van de Europese grens- en kustwacht. 

(2)

     Overeenkomstig artikel 4 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, heeft Denemarken meegedeeld dat het de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht met ingang van 14 maart 2017 zou implementeren. Duitsland heeft de betrokken gegevens laattijdig ingeleverd.

(3)

     In 2017 zijn de meeste terugkeeroperaties geïnitieerd door Duitsland (20) en Oostenrijk (12), gevolgd door België, Zweden en Griekenland (elk 4). Verscheidene lidstaten die ondersteuning behoeven, maken daarentegen heel beperkt of geen gebruik van gezamenlijke terugkeeroperaties (zoals Frankrijk, dat slechts één operatie verrichtte, of Bulgarije, dat in 2016 en 2017 bij geen enkele operatie betrokken was).

(4)

     Zie deel 3.3 van het tweede verslag over het operationeel maken van de Europese grens- en kustwacht, COM(2017) 201 final.

(5)

     Op 26 mei 2017 kwam het aantal deskundigen inzake terugkeer dat de lidstaten voor de betrokken pool hadden aangeboden, nog steeds niet overeen met het benodigde aantal (419 deskundigen aangeboden, 600 nodig).

(6)

     Van het totaal van 50 miljoen EUR dat is toegewezen voor terugkeeroperaties in 2017, was op 25 mei 2017 18,65 miljoen EUR vastgelegd. Wat overnameactiviteiten betreft, was 3,05 miljoen EUR vastgelegd van de totale begrotingstoewijzing van 6 miljoen EUR. Van de totale begrotingstoewijzing van 4,85 miljoen EUR voor bijstand voorafgaand aan terugkeer was slechts 0,21 miljoen EUR vastgelegd.