Artikelen bij COM(2016)73 - Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de associatieovereenkomst met Midden-Amerika

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 18.2.2016

COM(2016) 73 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds

1. Inleiding

In 2015 is deel IV, betreffende handel, van de Overeenkomst tussen de EU en Midden-Amerika waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd) het tweede uitvoeringsjaar ingegaan 1 . Overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 20/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds 2 (hierna 'de verordening' genoemd), moet de Commissie een jaarlijks verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Dit verslag komt tegemoet aan dat vereiste. Het is als volgt ingedeeld:

• een samenvatting van de statistieken en een algemene beoordeling van de handelsstromen (deel 2);

• informatie over de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst (deel 3) en over de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de titel Handel en duurzame ontwikkeling (deel 4);

• informatie over de toezichtactiviteiten als bedoeld in de verordening (deel 5).


2. ALGEMENE BEOORDELING: ONTWIKKELING VAN DE HANDEL

2.1.Methode

Zoals aangegeven in het vorige verslag over de uitvoering van de overeenkomst 3 , vertonen de statistieken van Eurostat en die van Midden-Amerika grote verschillen. De cijfers van de EU liggen doorgaans significant boven die van Panama wat de EU-uitvoer naar Panama betreft, maar significant onder die van Costa Rica wat de EU-invoer uit Costa Rica betreft. In de andere landen in de regio blijven de afwijkingen binnen de grenzen van het redelijke. Deze patronen zijn besproken in het bij de overeenkomst ingestelde subcomité Markttoegang voor goederen. Naar blijkt komt een groot deel van de handelsgoederen die als uitvoer naar Panama worden aangegeven, uiteindelijk, vanwege de belangrijke rol die de vrijhandelszone van Panama speelt, niet op de Panamese markt terecht; ze worden weer uitgevoerd naar andere Latijns-Amerikaanse landen.

Daarom is met Midden-Amerika overeengekomen gegevens over de handel jaarlijks uit te wisselen en gezamenlijk een analyse te verrichten op basis van de respectieve invoerstatistieken, die over het algemeen betrouwbaarder worden geacht dan statistieken over de uitvoer.

In de analyse hieronder worden de handelsstromen beschreven volgens de met Midden-Amerika overeengekomen methode: de EU-invoer is geraamd aan de hand van de in mei 2015 geëxtraheerde gegevens van Eurostat; de cijfers voor de EU-uitvoer naar Midden-Amerika zijn gebaseerd op de cijfers van Midden-Amerika die op dat moment beschikbaar waren. Aangezien deze laatste cijfers in US-dollar zijn uitgedrukt, zijn ze in euro omgezet op basis van de jaarlijkse wisselkoers die door Eurostat wordt gehanteerd. 4

Er zij op gewezen dat de veranderingen die voor de handelsstromen zijn waargenomen, niet uitsluitend aan de uitvoering van de overeenkomst kunnen worden toegeschreven. Tal van andere factoren zijn eveneens van invloed op deze cijfers.

2.2.Ontwikkeling van de algemene handelsstromen met Midden-Amerika (goederen)

Volgens de door het Secretariaat voor Midden-Amerikaanse Economische Integratie (SIECA) gepubliceerde statistieken zijn de handelsstromen tussen Midden-Amerikaanse landen en de rest van de wereld tussen 2013 en 2014 met 1,4 % toegenomen. Omgekeerd is de wereldwijde handel van de EU in dezelfde periode volgens Eurostat met 2,3 % gekrompen. Ondanks die algemene daling van de handelsstromen, en hoewel geen definitieve conclusies kunnen worden getrokken, is een stijgende trend zichtbaar wat betreft de handelsstromen van bepaalde landen en specifieke goederen.

De handelsstroom tussen de EU en Midden-Amerika is met 1,2 % toegenomen tot 10,5 miljard EUR. De handelsbalans van de EU met Midden-Amerika laat een tekort zien dat weliswaar is gedaald, maar in 2014 nog altijd 1,7 miljard EUR bedroeg (tegen 2,2 miljard in 2013).

LandUitvoerInvoerTotale stroom
Costa Rica1 0656,7 %3 771– 5,8 %
4 836– 3,3 %
Guatemala9766,8 %67410,5 %1 6508,3 %
Honduras47035,0 %83414,8 %1 30521,3 %
Nicaragua2463,5 %2841,6 %5302,5 %
Panama1 1808,3 %380– 15,5 %
1 5611,3 %
El Salvador465– 10,3 %
167– 20,9 %
632– 13,4 %
TOTAAL4 4027,2 %6 110– 2,7 %
10 5131,2 %

De handelsstroom tussen de EU en Midden-Amerika en de jaarlijkse ontwikkeling ervan

miljoen EUR — jaar 2014) 

De EU-uitvoer naar Midden-Amerika nam met 7,2 % toe; de EU-invoer uit Midden-Amerika gaf een daling met 2,7 % te zien. Deze tegengestelde ontwikkeling hangt samen met twee ernstige problemen waarmee Midden-Amerika te kampen heeft:

(1) Een sterke daling van de koffie-invoer, gevolg van de ernstige droogte en de koffieroestplaag ("roya" in het Spaans). In 2014 werden de Midden-Amerikaanse landen al met een daling in dit segment geconfronteerd. De EU-invoer van koffie uit Midden-Amerika (HS 0901) is afgenomen van 1,1 miljard EUR in 2012 tot 0,7 miljard EUR in 2014. De gevolgen daarvan deden zich in 2014 al in de hele regio voelen.


De sterkste daling van de koffie-uitvoer naar de EU in 2014 ten opzichte van 2013 ondervond El Salvador. De invoer van koffie uit dit land, het op een na meest ingevoerde product, is verder gedaald met 61 % tot 27 miljoen EUR.

Op 27 mei 2015 heeft de Commissie een samenwerkingsprogramma met een budget van 15 miljoen EUR goedgekeurd om Midden-Amerika te helpen bij de bestrijding van koffieroest (een bladziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel). Doel van het programma is de regio beter in staat te stellen beleid, programma's en maatregelen te ontwikkelen en uit te voeren om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in de koffieproducerende gebieden van Midden-Amerika en de Dominicaanse Republiek de helpende hand te bieden.

(2) De verplaatsing van de activiteiten van de belangrijkste Costa Ricaanse exporteur van IT-componenten naar Zuidoost-Azië. Deze post (HS 8473) was in 2012 goed voor 61 % van de Costa Ricaanse uitvoer naar de EU. De gevolgen werden in 2014 al merkbaar, maar omdat de verplaatsing van activiteiten zich geleidelijk voltrok, heeft ze ook in 2014 een nadelig effect op de Costa Ricaanse uitvoer gehad. Tussen 2012 en 2013 nam de waarde voor deze post af van 2,6 miljard EUR tot 1,8 miljard EUR, een daling die een afname van 19 % van de EU-invoer uit Costa Rica en van 12 % van de EU-invoer uit geheel Midden-Amerika vertegenwoordigt.

In absolute cijfers zijn dit ernstige problemen, maar ze beperken zich tot twee producten: voor het overige laat de EU-invoer uit Midden-Amerika met een stijging van 11,1 % in 2014 een zeer sterke groei zien.

201220132014%
HS 0901 en 84733 792 8293 019 8852 471 355– 18,2 %
Overig2 999 3793 262 1743 638 96511,1 %
Totaal6 792 2086 282 0596 110 320– 2,7 %

Uitsplitsing naar productcategorie van de EU-invoer uit Midden-Amerika en jaarlijkse ontwikkeling (in EUR)


Een en ander laat zien dat de uitvoer uit Midden-Amerika naar de EU sterk leunt op slechts enkele producten, al nam het aantal naar de EU uitgevoerde producten in 2014 toe in vergelijking met 2013 (+ 3 %, verspreid over 2 657 tarieflijnen). De vijf meest ingevoerde producten maken echter nog altijd 61 % van de totale EU-invoer uit Midden-Amerika uit. Deze producten zijn, in volgorde van belang: elektronische assemblages van gegevensverwerkende machines, koffie, bananen, ananas en ruwe palmolie.

De belangrijkste bestemming van de EU-uitvoer naar Midden-Amerika blijft Panama (26 %), gevolgd door Guatemala en Costa Rica (24 % respectievelijk 22 %). De meest uitgevoerde goederen waren in 2014 machines en toestellen en mechanische werktuigen (27 % van de EU-uitvoer), gevolgd door elektrische apparaten en farmaceutische producten (beide 12,5 %) en motorvoertuigen en werken van staal (beide 10 %).

Opmerkelijke positieve veranderingen konden onder meer bij de volgende producten worden vastgesteld:

• vis en schaaldieren (HS 3), waarvan de invoer uit Midden-Amerika is gestegen met 28 % tot 250 miljoen EUR, met vooral een sterke stijging voor ingevroren garnalen (+ 36 %, van 124 miljoen EUR tot 169 miljoen EUR);

• vruchten en noten (HS 8), waarvoor de invoer met 16 % is gestegen tot 1,4 miljard EUR, met een opvallende stijging voor ananas (+ 18 %, van 456 miljoen EUR tot 537 miljoen EUR);

• gebottelde rum, waarbij sprake was van een stijging met 110 % (van 8,5 miljoen EUR tot 18 miljoen EUR). 

Opmerkelijk zijn de specifieke positieve trends in de handelsstroom tussen de EU en Honduras, die in 2014 met 21 % toenam — de hoogste stijging in de gehele regio. Deze sterke ontwikkeling kenmerkt zich door een forse toename van zowel belangrijke EU-uitvoerproducten (+ 35 %) als EU-invoerproducten (+ 14,5 %). De EU-uitvoer naar Honduras gaf met name voor de volgende posten een sterke stijging te zien: + 34 % voor machines en toestellen en mechanische werktuigen (HS 84; nu 207 miljoen EUR), + 65 % voor elektrische machines (HS 85; nu 93 miljoen EUR), + 54 % voor werken van ijzer (HS 73) en + 42 % voor farmaceutische producten (HS 30). Tegelijkertijd nam ook de invoer uit Honduras significant toe, met name voor de volgende posten: + 64 % voor plantaardige olie (HS 15, nu 113 miljoen EUR), + 26 % voor vis en schaaldieren (HS 03, nu 50 miljoen EUR), + 168 % voor suiker (HS 17, nu 15 miljoen EUR), + 22 % voor kledingtoebehoren (HS 61, nu 49 miljoen EUR) en + 71 % voor ertsen en assen (HS 26, nu 22 miljoen EUR).

2.3.Gebruik van tariefpreferenties in het kader van de overeenkomst

Het gebruik van tariefpreferenties uit hoofde van de overeenkomst kan worden geraamd door te kijken naar dat deel van de handelsstroom dat in het kader van de overeenkomst wordt gerealiseerd. Voor het bepalen van dit aandeel zijn gedetailleerde douanegegevens nodig. Midden-Amerika heeft de EU meegedeeld dat het met de databases van de nationale douaneautoriteiten in de regio niet mogelijk is regelmatig gedetailleerde statistieken uit te wisselen om het gebruik van tariefpreferenties te analyseren. Alleen Costa Rica heeft de EU dergelijke gegevens verstrekt.

Blijkens de Costa Ricaanse statistieken vond 8,8 % van de totale EU-uitvoer naar het land (in waarde) plaats in het kader van de overeenkomst. Deze lage benuttingsgraad hangt samen met de lange tariefafbraakperiode die geldt voor Costa Rica; in dit vroege uitvoeringsstadium kon daardoor slechts een klein deel van de EU-uitvoer profiteren van de door de overeenkomst geboden preferentie. Opgemerkt zij echter dat de benuttingsgraad voor de EU-uitvoer die valt onder de tarieflijnen die door Costa Rica volledig zijn geliberaliseerd, 48,4 % bedraagt en zelfs op 71 % ligt voor de EU-uitvoer die valt onder de tarieflijnen waarvoor Costa Rica de EU een contingent heeft toegekend.

Wat de EU-invoer uit Midden-Amerika betreft, vindt 41 % van deze handelsstroom (in waarde) in het kader van de overeenkomst plaats. De benuttingsgraad bedraagt 78 % voor de invoer die valt onder tarieflijnen waarvoor de EU Midden-Amerika contingenten heeft toegekend. Dat het cijfer voor de invoer hoger ligt dan dat voor de uitvoer, komt door de asymmetrie van de programma's: gezien het verschil in ontwikkeling tussen de EU en Midden-Amerika biedt de overeenkomst verhoudingsgewijs meer voordelen voor EU-invoer dan voor EU-uitvoer, en dat zal zo blijven tot de liberaliseringsprogramma's zijn voltooid (doorgaans maximaal 10 jaar, voor enkele producten oplopend tot 15 jaar).


2.5.Gebruik van tariefcontingenten (TC's)

De overeenkomst voorziet in verscheidene TC's die de andere partij een preferentiële tariefbehandeling toekennen tot aan de kwantitatieve drempel van het contingent. Boven die drempel is voor de invoer het meestbegunstigingstarief van toepassing.

De EU heeft ingestemd met acht TC's ten gunste van Midden-Amerika voor producten waarvoor vóór de uitvoering van de overeenkomst geen preferentiële toegang tot de EU-markt gold. In 2014 werd slechts voor twee categorieën (rietsuiker en rum) van TC's gebruikgemaakt.

OorsprongProductenEenheidTC-volumeEU-invoerBenuttingsgraad
Midden-AmerikaKnoflookton55000 %
Rijst21 00000 %
Maniokwortel5 00000 %
Vlees van runderen9 97500 %
Champignons27500 %
Suikermais1 56000 %
Midden-Amerika met uitzondering van PanamaSuiker154 500141 04791 %
Rum in recipiënt > 2 lLiter zuivere alcohol730 000243 81933 %
PanamaRum in recipiënt >2 l105 00000 %
Suikerton12 3608 54869 %
NicaraguaVlees van runderen52500 %

Door de EU aan Midden-Amerika toegekende TC's — Benutting in 2014


Naast de TC's heeft de EU aan Midden-Amerika ook voor 118 tarieflijnen een afwijking van de oorsprongsregels uit hoofde van specifieke contingenten toegekend. Het gebruik van die afwijkingen in 2014, het eerste volledige toepassingsjaar, is echter vrijwel verwaarloosbaar en de hoeveelheden die uit hoofde van die contingenten worden ingevoerd, blijven zeer beperkt en betreffen slechts een klein deel van de handelsstroom die voor de preferentiële behandeling in aanmerking kan komen.

Midden-Amerika heeft de EU voor vijf specifieke producten TC's toegekend. In 2014 hebben exporteurs in de EU van de door deze TC's geboden mogelijkheden gebruik gemaakt, behalve voor wei. Wel is er gezien de benuttingsgraad nog ruimte voor groei, zoals blijkt uit onderstaande tabel:

 ProductenContingenten (ton)Jaarlijkse stijgingHoeveelheden (ton)Benuttingsgraad
Gepekelde ham9454521022 %
Poedermelk1 9959554527 %
Wei1101000 %
Kaas3 15015087428 %
Bereidingen van varkensvlees94545475 %

Door Midden-Amerika aan de EU toegekende TC's — Benutting in 2014


2.6.Diensten

Gegevens over de handel in diensten worden met vertraging gegenereerd en zijn voor 2014 niet voorhanden. Daarom kan voor diensten nog geen analyse worden verricht zoals voor goederen om het effect van de overeenkomst te beoordelen.

Duidelijk is wel dat de handel in diensten in 2013 toenam tot 5,9 miljard EUR (+ 4,5 % vergeleken met het voorafgaande jaar). In 2013 bleef Panama de belangrijkste handelspartner voor diensten (50 %), gevolgd door Costa Rica en Guatemala (beide 18 %).

 LandOntvangstenDebet
Costa Rica560,7494,6
El Salvador202,294,0
Guatemala817,2204,8
Honduras151,7186,4
Nicaragua174,750,1
Panama1 480,01 574,7
Totaal3 386,52 604,6

Handel in diensten tussen Midden-Amerika en de EU in 2013

3. ACTIVITEITEN VAN DE INSTANTIES DIE TOEZICHT HOUDEN OP DE UITVOERING

3.1.Subcomité Technische handelsbelemmeringen

Tijdens de bijeenkomst op 26 mei 2015 van dit subcomité hebben Midden-Amerika en de EU zich gebogen over:

• de EU-wetgeving inzake pesticiden, voedingssupplementen en conformiteitsbeoordelingen;

• de voorschriften van Midden-Amerika betreffende de etikettering van textiel,

• de voorschriften van Midden-Amerika betreffende de etikettering van alcoholhoudende dranken;

• de Costa Ricaanse technische voorschriften inzake brandveiligheid en elektrische installaties;

• de verbintenissen die de Midden-Amerikaanse regio is aangegaan om de economische integratie door de vaststelling van regionale technische voorschriften te bevorderen.

In aansluiting op deze bijeenkomst zijn diverse ad-hoc-videoconferenties georganiseerd om voortgang te boeken op dit dossier.

Wat toezeggingen op THB-gebied met betrekking tot regionale economische integratie betreft, heeft Midden-Amerika laten weten dat een stap voorwaarts is gezet met de goedkeuring van wetgeving die binnenkort van kracht wordt. Wel moeten nog meer administratieve procedures worden uitgewerkt.

3.2.Raad inzake handel en duurzame ontwikkeling

Op 27, 28 en 29 mei 2015 vonden bijeenkomsten plaats van de instanties voor het toezicht op de uitvoering van de bepalingen van de overeenkomst aangaande handel en duurzame ontwikkeling (zie deel 4 hieronder).

3.3.Subcomité Intellectuele eigendom

Op 26 mei 2015 vond de tweede bijeenkomst van het subcomité voor intellectuele-eigendomsrechten plaats. Er werd met name gesproken over:

• de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in Midden-Amerika, meer bepaald in relatie tot geografische aanduidingen (GA's) waarvoor de meeste beschermingscertificaten voor het einde van 2014 waren afgegeven. Begin 2015 liepen er nog enkele opposities en beroepen;

• mogelijke acties die een gunstig klimaat voor de eventuele overdracht van technologie (veelal in particuliere handen) zouden kunnen helpen creëren.

Wat GA's betreft, toonden de partijen zich bereid te overleggen over manieren om de procedures in de toekomst soepeler te laten verlopen. Besloten werd het probleem van de complexiteit van het proces voor de registratie van GA's in Midden-Amerika aan te pakken en een inventarisatie dienaangaande uit te voeren, een en ander met inachtneming van de respectieve wetgeving.

Deze bijeenkomst bood de EU tevens de gelegenheid Midden-Amerika aan te moedigen om bij het vaststellen van prioriteiten voor samenwerking ook bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in aanmerking te nemen, aangezien technologieoverdracht vanuit de private sector tevens van adequate bescherming van die rechten in Midden-Amerika afhangt.

3.4.Subcomité Sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden

Tijdens de tweede bijeenkomst van dit subcomité, op 27 mei 2015, werd gesproken over technische kwesties met betrekking tot invoervereisten, verificaties en maatregelen in verband met dier- en plantgezondheid. Meer bepaald betroffen de besprekingen tussen Midden-Amerika en de EU:

• een tijdpad en werkafspraken, bedoeld om ervoor te zorgen dat de respectieve autoriteiten verzoeken om een invoervergunning snel en gecoördineerd afhandelen;

• het belang van het naleven van normen, richtsnoeren en aanbevelingen van de internationale normeringsorganisaties;

• de recente maatregelen van de EU ter bestrijding van de bacterie Xyllela Fastidiosa;

• het niveau van integratie van Midden-Amerika op sanitair en fytosanitair gebied.

Wat de bepalingen inzake regionale economische integratie op sanitair en fytosanitair gebied betreft, benadrukte de EU dat de werkzaamheden voor het vrije verkeer van de in bijlage XIX genoemde EU-goederen in de regio op 1 december 2015 moeten zijn afgerond.

Over het geheel genomen was het subcomité positief en waren de resultaten bemoedigend, hetgeen bevestigt dat de partijen, door voortdurend te werken aan overeengekomen acties, vooruitgang weten te boeken op sanitair en fytosanitair gebied.

3.5.Subcomité Douane, handelsbevordering en oorsprongsregels

Op 1 en 2 juni 2015 spraken Midden-Amerika en de EU in dit subcomité over:

• de nakoming door Midden-Amerika van zijn verbintenissen inzake regionale integratie;

• twee toelichtingen met betrekking tot oorsprongsregels en het oplossen van praktische problemen die de EU en Midden-Amerika ondervinden bij de uitvoering van het hoofdstuk over oorsprongsregels.

De partijen bereikten overeenstemming over toelichtingen voor het invullen van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1. Daardoor zal de praktische toepassing daarvan consistenter en duidelijker worden. Deze toelichtingen zijn tevens bedoeld om duidelijk te maken in hoeverre van de exacte bewoordingen en het vereiste format voor de EUR.1-certificaten mag worden afgeweken.

Midden-Amerika en de EU boekten ook vooruitgang bij het aanpassen van de overeenkomst aan de wijzigingen van de indeling die voortvloeien uit het van kracht worden van het Geharmoniseerd Systeem 2012.

3.6.Subcomité Markttoegang voor goederen

Tijdens de tweede bijeenkomst van dit subcomité, op 29 mei 2015, namen Midden-Amerika en de EU de toezeggingen door die tijdens de eerste bijeenkomst waren gedaan en bespraken ze nieuwe kwesties inzake markttoegang, met name:

• de Costa Ricaanse wetgeving inzake een minimumuitvoerprijs voor bananen;

• de toezegging van Costa Rica om zijn accijnsregeling voor bier te herzien;

• de door Nicaragua bij elke grenscontrolepost aangerekende vergoeding voor het scannen van goederen;

• de evaluatie van vrijwaringsmaatregelen en het beheer van contingenten.

De EU en Midden-Amerika waren het er tevens over eens dat toegang tot betrouwbare, uitgebreide actuele statistieken van groot belang is voor het handelsbeleid; ze verbonden zich er dan ook toe cijfers uit te wisselen om de ontwikkeling van de handel in goederen en diensten te volgen.

3.7.Associatiecomité

Het Associatiecomité heeft tijdens zijn tweede bijeenkomst, op 3 juni 2015, de stand van zaken van de werkzaamheden van de verschillende subcomités opgemaakt, maar ook andere handelsgerelateerde kwesties besproken. Bijzondere aandacht ging uit naar het vraagstuk van regionale economische integratie.

Tijdens deze bijeenkomst verwelkomde de EU de wijzigingen die recentelijk in de Panamese wet op de maritieme hulpdiensten (wet nr. 41/2013) zijn doorgevoerd. De vereisten die tot ongerustheid hadden geleid, met name onder marktdeelnemers uit de EU, zijn geschrapt.

Wat regionale economische integratie betreft, gaf Midden-Amerika aan dat op de nakoming van de toezeggingen aan de EU nauwlettend was toegezien door de Raad van Ministers van Economie en Handel van Midden-Amerika (COMIECO). De EU benadrukte dat het voor Midden-Amerika van groot belang is het door de inwerkingtreding van de overeenkomst gegenereerde momentum vast te houden en het nodige te doen om verdere vooruitgang bij deze kwesties te boeken.

Wat de noodzakelijke wijziging van de overeenkomst in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU betreft, erkenden de partijen dat er ondanks enige vooruitgang nog steeds grote verschillen van inzicht bestaan waar het gaat om de methode voor het beoordelen van compensaties. Besloten werd de dialoog hierover voort te zetten, met de bedoeling zo snel mogelijk overeenstemming te bereiken.

3.8.Associatieraad

De eerste bijeenkomst van de Associatieraad vond plaats op 27 juni 2014. Dit jaar werd een bijeenkomst van deze raad door de partijen niet noodzakelijk geacht.

4. NALEVING VAN DE VERPLICHTINGEN OP HET GEBIED VAN HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING

4.1    Institutionele aspecten

De tweede bijeenkomst van de Raad inzake handel en duurzame ontwikkeling werd op 27 en 28 mei 2015 in Brussel, België, gehouden. De organisatie was in handen van de Europese Commissie, die werd bijgestaan door vertegenwoordigers van de regeringen van de zes Midden-Amerikaanse partijen.

Op 29 mei 2015 vond een bijeenkomst van het — uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uit de EU en Midden-Amerika bestaande — forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld plaats, alsook een gezamenlijke bijeenkomst van de raad en het forum onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de interne-adviesgroep van de EU.

De EU-adviesgroep heeft zijn reglement van orde vastgesteld en is in de loop van het jaar driemaal bijeengekomen. In de adviesgroep zijn tal van maatschappelijke organisaties uit de EU en het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) vertegenwoordigd. Het secretariaat wordt verzorgd door het EESC. Ook de Midden-Amerikaanse partijen hebben interne-adviesgroepen ingesteld. Ze hebben informatie uitgewisseld over de samenstelling ervan en contacten tussen deze adviesgroepen en de EU-adviesgroep gefaciliteerd.

4.2. Uitvoering van verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)

Tijdens de bijeenkomst van de raad hebben de partijen verslag uitgebracht over hun uitvoering van de IAO-verdragen. Diverse Midden-Amerikaanse landen wezen op maatregelen ter bestrijding van kinderarbeid die zij hebben genomen. Honduras en Panama meldden dat ze recentelijk arbeidswetgeving en beleidsmaatregelen op dat vlak hebben aangenomen. De EU rapporteerde voortgang bij de ratificatie door de EU-lidstaten van het nieuwe IAO-protocol ter aanvulling van het Verdrag betreffende de gedwongen arbeid, zoals ook verschillende Midden-Amerikaanse landen deden. Verder presenteerde de EU haar beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk en de bijbehorende structuren voor de dialoog met de sociale partners. De Midden-Amerikaanse partijen gaven op een aantal punten opheldering over kwesties in verband met de uitvoering van de IAO-verdragen.

Met de IAO is in 2015 een programma voor capaciteitsopbouw overeengekomen dat Guatemala en El Salvador moet helpen hun verplichtingen uit hoofde van de IAO-verdragen na te komen.

4.3. Uitvoering van multilaterale milieuovereenkomsten

Klimaatverandering was een belangrijk aandachtspunt tijdens de vergadering van de raad. De partijen brachten verslag uit over diverse maatregelen die op dit vlak zijn genomen. Midden-Amerika wees op de kwetsbaarheid voor klimaatverandering en extreme weersverschijnselen van de eigen landbouwsector en de daaraan gerelateerde agro-industrie. Aangezien producten uit die sectoren de hoofdmoot vormen van de uitvoer naar de EU, heeft het probleem nadrukkelijk gevolgen voor de handel en economie. Verschillende landen hebben sectorale programma's en streefdoelen ontwikkeld om de koolstofvoetafdruk van de betrokken sectoren te beperken. Veel partners kennen ambitieuze programma's voor uitbreiding van het aandeel hernieuwbare energie en zijn geïnteresseerd in investeringen en technologieën op dit vlak. De EU zette haar algemene doelstellingen inzake klimaatverandering uiteen en verzorgde samen met Costa Rica een briefing over de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over de overeenkomst inzake milieugoederen (EGA).

Verder werden de meest recente gegevens over de uitvoering van het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES), het Verdrag inzake biodiversiteit (Biodiversiteitsverdrag) en het Verdrag van Minamata inzake kwik gedeeld.

4.4. Ontwikkeling van een positieve agenda voor handel en duurzame ontwikkeling

Tijdens de bijeenkomst van de raad werd ook gesproken over de prioriteiten voor een positieve agenda voor handel en duurzame ontwikkeling. Daarbij werd voortgebouwd op de tijdens de eerste bijeenkomst, in november 2014, gelanceerde discussie. Waardevol voor dit debat waren ook de interventies tijdens de gezamenlijke sessie van de raad en het forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld, waarin er onder meer op werd gewezen dat ook de genderdimensie in aanmerking moet worden genomen. Verder vond op 29 mei 2015 in Brussel een workshop over eerlijke handel en duurzaamheid in landbouwwaardeketens plaats waaraan werd deelgenomen door vertegenwoordigers van eerlijke en ethische handelsstelsels, brancheorganisaties en producenten uit zowel de EU als Midden-Amerika. Doel was beste praktijken en ervaringen op dit gebied uit te wisselen – met name voor de suiker- en koffiesector. De besprekingen werden tussentijds voortgezet met als doel de prioritaire gebieden met zowel een milieu- als een arbeidsdimensie nader te definiëren.


5. TENUITVOERLEGGING VAN DE VERORDENING


De verordening stelt de passende procedures vast om ernstige schade voor de bananensector in de EU te vermijden indien bananen door de verlaging van de douanerechten in dermate toegenomen hoeveelheden worden ingevoerd dat de bedrijfstak van de EU er ernstige schade door lijdt of dreigt te lijden. Derhalve heeft de Commissie, overeenkomstig de artikelen 3 en 13 van de verordening, toezicht gehouden op de ontwikkeling van de invoer van bananen uit Midden-Amerikaanse landen om na te gaan of aan de voorwaarden van de verordening om een vrijwaringsonderzoek te beginnen of voorafgaande toezichtmaatregelen in te voeren, werd voldaan.

In 2014 heeft de Commissie noch een vrijwaringsonderzoek geopend of voorafgaande toezichtmaatregelen ingevoerd, noch daartoe strekkende verzoeken ontvangen, aangezien op geen enkel moment werd voldaan aan de in de verordening vastgelegde voorwaarden om een vrijwaringsonderzoek te beginnen of voorafgaande toezichtmaatregelen in te voeren.

LandBenut volumeDrempelvolume%
Guatemala28 972 78060 000 00048 %
Honduras4 502 64560 000 0008 %
Nicaragua012 000 0000 %
Panama222 446 518450 000 00049 %
Costa Rica924 184 7891 230 000 00075 %
El Salvador02 400 0000 %
Totaal1 180 106 7321 814 400 00065 %

De invoer in 2014 van bananen in het kader van het stabilisatiemechanisme (in kg)

6. CONCLUSIE

Over het geheel genomen blijkt de overeenkomst goed te werken en vordert de uitvoering gestaag.

Ondanks de weinig dynamische wereldeconomie hebben de handelsstromen van de EU met Midden-Amerika een tamelijk sterke positieve ontwikkeling laten zien. De koffieroest en de verplaatsing van activiteiten van een belangrijke exporteur hebben de nodige gevolgen gehad, maar voor het overige groeide de uitvoer uit Midden-Amerika naar de EU in 2014 met 11 %. De EU-uitvoer naar Midden-Amerika groeide met soortgelijke cijfers.

De benuttingsgraad voor preferenties blijft voor de EU-uitvoer naar Midden-Amerika aan de lage kant, maar voor de EU-invoer uit de regio zijn de cijfers beter. Aan weerszijden van de Atlantische Oceaan zal het nodige op het vlak van voorlichting moeten worden gedaan om de voordelen die de overeenkomst kan bieden beter onder de aandacht te brengen. De Commissie is betrokken bij acties die de marktdeelnemers bewuster moeten maken van de kansen die de overeenkomst biedt.

Aangezien de tariefcontingenten nog niet ten volle worden benut, zijn er voor marktdeelnemers nog mogelijkheden om de handelsbetrekkingen uit te breiden. Wat bananen betreft, bleef de invoer uit Midden-Amerikaanse landen over het algemeen stabiel onder de vastgestelde drempelvolumes, zodat het niet nodig was een schorsing van preferentiële douanerechten te overwegen.

Hoofdprioriteit voor de EU de komende jaren blijft het continueren van de goede samenwerking met Midden-Amerika om ervoor te zorgen dat de overeenkomst correct wordt uitgevoerd. Daardoor zullen marktdeelnemers, consumenten en maatschappelijke organisaties uit beide regio's ten volle kunnen profiteren van de kansen die ze biedt. Een goede werking van de bij de overeenkomst ingestelde instanties is daarbij cruciaal, aangezien zij een platform bieden voor overleg en het zoeken naar oplossingen voor kwesties inzake markttoegang en andere uitvoeringsproblemen. De Commissie zal de discussie met Midden-Amerika blijven aangaan over alle problemen in verband met de uitvoering van deze overeenkomst die door stakeholders worden aangekaart. Zij nodigt de EU-lidstaten en het Europees Parlement uit bij deze materie betrokken te blijven en hun mening daarover kenbaar te maken.


(1) PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3.
(2) PB L 17 van 19.1.2013, blz. 13.
(3) COM(2015) 131
(4) De gemiddelde wisselkoersen voor EUR/USD waren 1,2848 in 2012, 1,3281 in 2013 en 1,3285 in 2014.