Artikelen bij COM(2007)700 - Ten volle profijt trekken van het digitale dividend in Europa: Een gemeenschappelijke aanpak voor het gebruik van het spectrum dat vrijkomt door de digitale omschakeling - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2007)700 - Ten volle profijt trekken van het digitale dividend in Europa: Een gemeenschappelijke aanpak voor het gebruik van het ... |
---|---|
document | COM(2007)700 |
datum | 13 november 2007 |
1. De belofte van de digitale omschakeling: het 'digitale dividend' 3
2. Wat is het digitale dividend? 3
3. Een hulpbron met uitzonderlijke sociale, culturele en economische waarde 4
4. Enkel EU-coördinatie kan het volledige potentieel van het digitale dividend ontsluiten 6
5. Tot gemeenschappelijke spectrumplanning komen 8
6. Conclusie 11
1. DE BELOFTE VAN DE DIGITALE OMSCHAKELING: HET 'DIGITALE DIVIDEND'
Door de omschakeling van analoge naar digitale terrestrische tv eind 2012 zal er in Europa een ongekende hoeveelheid spectrum vrijkomen als gevolg van de superieure uitzendefficiëntie van de digitale technologie. Dit spectrum staat bekend als het 'digitale dividend'.
Het digitale dividend is een unieke gelegenheid om te voldoen aan de snel groeiende vraag naar draadloze communicatiediensten . Er komt voldoende spectrum vrij om de omroepen in staat te stellen hun diensten in belangrijke mate te ontwikkelen en uit te breiden en er tegelijk voor te zorgen dat andere belangrijke sociale en economische toepassingen, zoals breedbandtoepassingen om de 'digitale kloof' te overwinnen, toegang hebben tot deze waardevolle hulpbron. Het digitale dividend kan daarom een ' win-winsituatie' voor alle belanghebbenden creëren. Maatregelen op dit gebied zouden ondersteuning bieden aan het i2010 initiatief, een deel van de hernieuwde Lissabon-strategie , waarbij de nadruk ligt op het belang van ICT bij het creëren van groei en werkgelegenheid als een belangrijke motor van innovatie en productiviteitswinsten.
Maar van het digitale dividend kan enkel ten volle profijt worden getrokken indien het zwaartepunt ligt bij het zoeken naar de meest waardevolle toepassingen voor het spectrum zonder eerste vereisten. In deze mededeling worden aldus gecoördineerde maatregelen op EU-niveau voorgesteld om te zorgen voor optimaal gebruik van het dividend vanuit gecombineerd sociaal en economisch perspectief.
2. WAT IS HET DIGITALE DIVIDEND?
Het digitale dividend kan beschreven worden als het spectrum buiten de frequenties die vereist zijn voor het ondersteunen van de bestaande omroepdiensten in een volledig digitale omgeving, inclusief de huidige openbaredienstverplichtingen.
Meer tv-kanalen met minder spectrum
Commercieel beschikbare digitale compressiesystemen maken nu al de uitzending mogelijk van 6 à 8 standaard digitale tv-kanalen in het spectrum dat voordien door één analoog tv-kanaal werd gebruikt, en dergelijke efficiëntievoordelen zullen naar verwachting in de toekomst blijven toenemen. Het VK bijvoorbeeld is nu van plan om 45 tv-kanalen aan te bieden in veel minder spectrum dan voordien gebruikt werd voor het equivalent van 7 nationale analoge omroepkanalen, en onderzoekt nu de invoering van tot twintig extra tv-kanalen op de overtollige frequenties. Met andere woorden, het digitale dividend moet groter zijn dan het spectrum dat nu beschikbaar is voor gsm-systemen in de meeste lidstaten.
Spectrum van 'premiumkwaliteit'
Niet alle spectrumbanden hebben dezelfde fysische kenmerken: hogere frequenties dragen signalen niet zo ver en dringen niet zo gemakkelijk door gebouwen, en lagere frequenties hebben capaciteitsbeperkingen en veroorzaken meer interferentie. Het spectrum van het digitale dividend is bijzonder attractief omdat het deel uitmaakt van het 'beste' spectrum tussen 200 MHz en 1GHz en een optimaal evenwicht biedt tussen uitzendcapaciteit en afstand. De goede signaalvoortplantingskenmerken ervan vereisen minder infrastructuur voor een breder bereik, hetgeen de kosten vermindert en de dienst verbetert, vooral bij communicatie binnen gebouwen en aansluiting van afgelegen rurale gebieden.
Maar nu in hoge mate gefragmenteerd
Het spectrum dat het digitale dividend vormt, valt nu in hoge mate uiteen in relatief smalle banden, verspreid liggend over veel frequenties en verstrengeld met digitale omroepkanalen. Dit is een gevolg van opties i.v.m. spectrumplanning die zijn aangenomen tijdens de Regionale Radioconferentie van de ITU die, op basis van traditioneel omroepgebruik, een internationaal plan heeft opgeleverd, de Overeenkomst van Genève van 2006. De Overeenkomst van Genève laat enige ruimte om het spectrum open te stellen voor andere toepassingen. Deze ruimte is onder de bestaande technische voorwaarden echter beperkt, en in de praktijk is de huidige situatie niet bevorderlijk voor de toewijzing van dit spectrum aan efficiëntere alternatieve toepassingen.
3. EEN HULPBRON MET UITZONDERLIJKE SOCIALE, CULTURELE EN ECONOMISCHE WAARDE
Het digitale dividend moet ook gezien worden in de bredere context van het totale evenwicht tussen aanbod van en vraag naar radiospectrum. Dit is een voortdurend schaarse publieke hulpbron waarnaar er steeds meer vraag is in de moderne maatschappij: hij ondersteunt elk type draadloze dienst gaande van professioneel gebruik zoals radionavigatie, satellietsystemen of radar tot consumententoepassingen zoals radio en televisie of vaste en mobiele communicatie. Naar schatting bedraagt de totale waarde van de elektronische communicatiediensten die afhangen van het gebruik van radiospectrum in de EU meer dan 250 miljard euro ongeveer 2,2% is van het jaarlijkse Europese BBP. Deze essentiële rol van het radiospectrum als een mogelijkmaker van groei werd eveneens erkend in het i2010 initiatief, hetgeen onderstreept dat een effectiever spectrumbeheer de ICT-innovatie in Europa zou stimuleren en helpen om aan de Europese burgers betaalbaardere diensten te verlenen.
Het is daarom in het publieke belang dat het digitale dividend zo efficiënt en effectief mogelijk wordt beheerd om aan de maximumvraag te voldoen, en dat hinderpalen voor een efficiënt gebruik ervan uit de weg worden geruimd. Dit doel is een van de fundamenten van het spectrumbeleid van de EU en maakt deel uit van de hoofdvoorstellen van de Commissie bij de huidige evaluatie van het regelgevingskader voor elektronische communicatiediensten.
Indien het digitale dividend op de juiste manier wordt georganiseerd, is de verscheidenheid van mogelijke toepassingen zeer groot, aangezien praktisch alle gangbare draadloze toepassingen van dit deel van het spectrum gebruik zouden kunnen maken. De meest beloftevolle potentiële toepassingen behoren echter tot de categorie van de elektronische communicatiediensten . Er zijn minstens drie brede categorieën van diensten waarvoor het spectrum van het digitale dividend zeer geschikt zou zijn. Sommige worden nu al door verschillende lidstaten onderzocht.
1. Draadloze breedbandcommunicatie. 'Alomtegenwoordige breedbandtoegang voor allen' is de volgende uitdaging voor de informatiemaatschappij. Draadloze toegang is waarschijnlijk de meest beloftevolle manier om de 'breedbandkloof' te overbruggen en de 'digitale kloof' te overwinnen, vooral in afgelegen en rurale gebieden. Toegang tot breedbandcommunicatie kan een belangrijke impact hebben op het concurrentievermogen van de Europese economie in termen van productiviteitswinsten en sociale effecten. De draadloze technologie biedt ook een alternatief platform dat de concurrentie zou vergroten en de toepassing van breedband zou versnellen. Draadloze breedbandcommunicatie heeft ook het potentieel om de EU-wijde interoperabiliteit van essentiële toepassingen op het gebied van publieke veiligheid zoals diensten voor publieke bescherming en noodherstelplannen te ondersteunen. Hetzelfde spectrum zou ook kunnen worden gedeeld om het mobiele communicatiebereik te verbeteren en op langere termijn in te spelen op de groeiende vraag naar snelle mobiele data diensten. Breedbandcommunicatie zou ook kunnen worden gebruikt voor toekomstige innovatieve omroepdiensten.
2. Aanvullende terrestrische omroepdiensten. Radio en televisie komen nu in een periode van intense transformatie en grote innovatie nu zij de overgang maken naar digitale en hogedefinitiediensten. Het vergroten van het aantal omroepkanalen houdt vooruitzichten in voor verhoogd mediapluralisme , groei in de productie van media-inhoud en interactievere diensten van grotere kwaliteit voor de kijkers. Het is daarom aangewezen dat de omroepen aanspraak moeten kunnen maken op een eerlijk aandeel in het digitale dividend in ruil voor hun inspanningen en investeringen in de digitale omschakeling.
3. Mobiele multimedia. Tot de meest innovatieve toepassingsgebieden in de ICT-sector behoren mobiele tv en satellietgerelateerde omroepdiensten, waarvoor de vooruitzichten indrukwekkend zijn.
Bovendien zijn er andere toepassingscategorieën, zoals vergunningsvrij gebruik van spectrum, die al werken of zouden kunnen werken op de frequenties van het digitale dividend (bv. kortebereikapparatuur met laag vermogen die zeer weinig bandbreedte gebruikt zoals medische telemetrie, gehoorapparatuur of vooral RFID, waarvoor Europa's huidige spectrumtoewijzing in de UHF-banden de komende jaren de groei en nieuwe toepassingen zou kunnen beperken.
Het digitale dividend dient te worden gezien als wat het is: een publieke hulpbron met een uitzonderlijk sociaal, cultureel alsook economisch potentieel; zo werd bijvoorbeeld onlangs de winst voor de economie van het VK alleen geschat op 7,5 miljard euro à 15 miljard euro gedurende 20 jaar.
4. ENKEL EU-COÖRDINATIE KAN HET VOLLEDIGE POTENTIEEL VAN HET DIGITALE DIVIDEND ONTSLUITEN
Europa wordt geconfronteerd met de noodzaak ervoor te zorgen dat optimaal gebruik wordt gemaakt van het digitale dividend. In de komende maanden en jaren genomen beslissingen over organisatie, toewijzing en aanwijzing van het dividend zullen niet enkel een effect hebben op het concurrentievermogen van Europa's informatie- en mediasector, maar ook op Europa's innovatievermogen om zijn maatschappelijke en economische uitdagingen aan te gaan.
Het digitale dividend kent geen grenzen
Radiogolven zijn niet gebonden aan nationale grenzen. Hoe krachtiger het uitzendvermogen, hoe verder signalen zich kunnen verwijderen van het bedoelde bedekkingsgebied en de kans bestaat van interferentie met andere systemen die in dezelfde of naburige spectrumbanden werken. Vermijding van interferentie is de technische rechtvaardiging van spectrumbeheer en grensoverstijgende coördinatie. Dit was ook de reden om op internationale schaal over de Overeenkomst van Genève van 2006 te onderhandelen.
Verwijderen van technische barrières om de volledige mogelijkheden van het digitale dividend te ontsluiten
Zoals hierboven opgemerkt liggen de UHF-banden die i.v.m. de digitalisering vrijkomen overeenkomstig het frequentieplan van de Overeenkomst van Genève van 2006 nu binnen dit brede frequentiespectrum in smalle segmenten verspreid. Het is daarom moeilijk of onmogelijk om het dividend op een andere manier te gebruiken. De vrijkomende spectrumbanden zijn vaak te smal om werkelijk kosteneffectief te zijn voor nieuwe diensten en de ruimte voor hun ontwikkeling wordt verder beperkt door de gefragmenteerde uitvoering van de Overeenkomst van Genève van 2006 op nationaal niveau. Bijgevolg zouden innovatieve toepassingen van het dividend, indien überhaupt mogelijk, belemmerd worden door een lage spectrumefficiëntie en vereisen zij specifieke aanpassingen van de bedrijfsapparatuur aan de lokale situatie.
Uit de publieke raadpleging van de Beleidsgroep Radiospectrum bij de opstelling van zijn advies over het digitale dividend is gebleken dat veel potentiële toepassingen van het dividend er eenvoudig niet zullen komen indien de spectrumtoegang in de lidstaten niet beter wordt gecoördineerd. Dit zal op zijn beurt de totale waarde van het digitale dividend doen afnemen. Het overwinnen van deze belangrijke hindernis vereist het 'opschonen' van het spectrum van het digitale dividend om het bruikbaarder te maken en consistenter over de grenzen heen. Dit kan op grond van de Overeenkomst van Genève van 2006 worden bereikt op een wijze die verenigbaar is met de internationale overeenkomsten met de buurlanden en met kleine aanpassingen om aan de interne EU-eisen te voldoen. Maar dit is enkel mogelijk indien de lidstaten samenwerken en indien de EU-dimensie van de spectrumplanning voor het digitale dividend wordt versterkt.
Bovendien zou versterkte spectrumcoördinatie van de EU EU-wijde interoperabiliteit bevorderen waardoor op de interne markt de concurrentie verstoringen zouden verminderen die bepaalde sectoren of marktspelers bevorderen, en kansen creëren voor bestaande spelers en nieuwkomers om innovatieve draadloze diensten op te starten.
Schaalvoordelen en reikwijdte zijn van cruciaal belang voor veel potentiële toepassingen van het digitale dividend
De meeste investeringen in nieuwe draadloze technologieën gebeuren nu op Europese of mondiale schaal. In het geval van het digitale dividend zijn veel potentiële toepassingen diensten voor de massamarkt waarvoor een effectieve door Europese coördinatie tot stand gebrachte interne markt van cruciaal belang is de nodige investeringen in de toepassen van nieuwe technologie te stimuleren. Innovatie , een van de hoekstenen van de 'Lissabon-strategie', zal enkel ten volle worden ondersteund indien de lidstaten samenwerken aan het openen van de toegang tot het digitale dividend onder consistente en meer flexibele voorwaarden. Coördinatie zou een positieve impuls creëren voor nieuwe en robuuste industriële en zakelijke ontwikkelingen en de economie aanzwengelen. Een gefragmenteerd digitaal dividend zal waarschijnlijk enkel leiden tot het ontstaan van nieuwe lokale of 'niche'toepassingen, die misschien niet de vereiste schaal hebben om succesvol te zijn. Een coherente aanpak in heel de EU zal ook helpen bij het verkleinen van regionale verschillen op bepaalde terreinen van het EU-beleid, zoals e-gezondheid, e-onderwijs en andere diensten van publiek belang.
Een vergelijking: ontwikkelingen op het gebied van het digitale dividend buiten Europa
Het belang van het digitale dividend heeft ook veel aandacht getrokken buiten Europa en is al door verschillende regeringen in andere regio's van de wereld erkend.
- In de VS zal na de afschaffing van de analoge tv in 2009 ongeveer de helft van het UHF-spectrum door de omroepen worden vrijgegeven, en is dit al gereserveerd als digitaal dividend voor herverdeling aan nieuwsdiensten, vooral via technologieneutrale veilingen die aangekondigd zijn voor januari 2008. Bovendien wordt volop gewerkt aan regelgevingsplannen om 'intelligente' apparatuur de 'witruimte' tussen tv-dekkingsgebieden te laten gebruiken.
- In Japan zijn grote hoeveelheden omroepspectrum vrij gemaakt of wordt onderzocht deze vrij te geven via technologieneutrale veilingen.
Deze stappen zullen deze economieën in staat stellen nieuwe en innovatieve diensten en toepassingen aan te bieden (bv. mobiele multimedia, draadloze breedbandtoegang, geïntegreerde infrastructuren voor publieke bescherming en noodherstel) en voor hun respectieve industrieën een concurrentievoordeel opleveren.
Een gemeenschappelijke aanpak van het digitale dividend zal de algemene concurrentiepositie van Europa op de wereldmarkt en de positie van zijn telecommunicatie- en IT-sectoren versterken. Die gemeenschappelijke aanpak zal er ook voor zorgen dat het spectrum van het digitale dividend wordt toegesneden op Europese eisen, en niet wordt 'opgelegd' door succesvolle toepassingen elders in de wereld.
Europa kan het zich niet veroorloven aan de zijlijn te blijven staan. Het is van cruciaal belang de kernkwesties die aan de basis liggen van het digitale dividend strategisch aan te pakken.
5. TOT GEMEENSCHAPPELIJKE SPECTRUMPLANNING KOMEN
"Opschonen" van het spectrum van het digitale dividend
Adequate spectrumplanning is van essentieel belang om optimaal gebruik te maken van het digitale dividend en alle technische barrières uit de weg te ruimen zodat de lat gelijk komt te liggen voor alle potentiële gebruikers.
Uit vroegere technische studies waartoe de Commissie het initiatief had genomen is duidelijk gebleken dat wegens interferentieproblemen standaard digitale omroepdiensten en andere via fundamenteel verschillende communicatienetten geleverde diensten niet in dezelfde spectrumbanden kunnen worden 'gemengd'. Dit kan worden verholpen door het vaststellen van contigue of hecht gerelateerde spectrumbanden om 'clusters' van diensten te creëren die gebruik maken van een vergelijkbaar type communicatienetwerk. Door de huidige fragmentatie van het digitale dividend in het niet mogelijk te clusteren in gemeenschappelijke banden. Enkel een gezamenlijke inspanning door alle lidstaten kan een dergelijke clustering mogelijk maken aangezien er een hoge mate van grensoverschrijdende spectrumplanningsinterdependentie is.
Samen handelen
Bijgevolg stelt de Commissie nu voor tot een gemeenschappelijk spectrumplan op EU-niveau te komen. Dit zou de spectrumefficiëntie boven het niveau tillen van hetgeen nationaal zou kunnen worden bereikt, waardoor de totale capaciteit en de verscheidenheid aan toepassingen van het digitale dividend worden versterkt.
Ruimte laten om verschillen op nationaal niveau aan te pakken
De Commissie erkent dat de spectrumsituatie per lidstaat kan verschillen naargelang van de specifieke omroepomgeving, vooral de mate van afhankelijkheid van terrestrische tv, met name om openbaredienstverplichtingen te ondersteunen. Er zijn ook duidelijke verschillen in tijdschema en strategie van nationale plannen betreffende de digitale omschakeling die moeten worden onderzocht. Het gemeenschappelijk spectrumplan zou daarom gefaseerd moeten worden ingevoerd met voldoende ruimte voor legitieme nationale specificiteit, zoals lokale sociale en marktbehoeften. Gezien de snelle evolutie van de technologie moet gemeenschappelijke spectrumplanning ook gemonitord worden zodat voor zover nodig aanpassingen kunnen gebeuren.
Het terrein voorbereiden
Om de weg te effenen voor een geharmoniseerde clustering van spectrumbanden stelt de Commissie voor voorbereidselen te treffen voor het aangaan van een aantal belangrijke uitdagingen. Een en ander omvat het bepalen van de grootte, grenzen en toegangsvoorwaarden van elke subband die gebruikt wordt voor een bepaald type netwerk en de gerelateerde dienstencluster alsook het beoordelen van het tijdschema en de middelen die vereist zijn om tot een flexibele en realistische overgang naar geharmoniseerde clustering te komen. Bij de voorbereidende werkzaamheden moeten ook aan bod komen: de vaststelling van de administratieve en technische kosten i.v.m. het verplaatsen van diensten naar nieuwe frequentiebanden, wanneer nodig, en de noodzaak om deze kosten wanneer zij onvermijdelijk zijn te minimaliseren. Het zal ook belangrijk zijn om de weg te effenen voor een veilige en verantwoorde toepassingsontwikkeling en de toepassing van infrastructuuroplossingen en om hun impact op lange termijn te bestuderen.
Na het voorbereiden van het terrein om te komen tot een geharmoniseerde aanpak zou de Commissie vervolgens een bindend communautair rechtsinstrument gebruiken om een clusteringbesluit vast te stellen.
Creëren van 'toepassingsclusters' in gemeenschappelijke spectrumbanden
De voorgestelde spectrumclustering moet gelden voor het hoofdgedeelte van het digitale dividend, de UHF-band. Deze zou een 'top'spectrumstructuur vormen waarop nationale en EU-wijde plannen kunnen worden ontwikkeld en die de grenzen aangeeft waarbinnen nationaal ruimte is voor verschillende niveaus van EU-harmonisatie voor elke cluster.
Concreet moet de clustering gebaseerd worden op drie subbanden voor de drie meest gangbare netwerktypes:
Netwerktypes in elke subband | Niveau van coördinatie van de spectrumplanning |
1) Unidirectionele netwerken met een hoog vermogen (d.w.z. in de regel voor vaste omroepdiensten): dit deel van de UHF-band moet worden gebruikt om de voortzetting van bestaande tv-programma's in digitaal formaat te verzekeren (hetgeen formeel buiten het bestek van het digitale dividend ligt) en om passende hulpbronnen toe te passen voor aanpassing aan nieuwe omroepbehoeften die geschikt zijn voor deze traditionele netwerkstructuur. | Nationaal beheer (nationaal deel van het dividend + voortzetting van nationale tv-kanalen). De technische gebruiksvoorwaarden voor dit deel van de UHF-band zouden niet onderworpen zijn aan formele EU-harmonisatie. Het blijft daarom onderworpen aan individueel nationaal beheer, overeenkomstig de Overeenkomst van Genève van 2006. Telkens wanneer dat mogelijk is moeten tv-kanalen die nu buiten deze subband werken geleidelijk binnen deze overeengekomen gemeenschappelijke subband worden verplaatst door middel van de wijzigingsmechanismen van de Overeenkomst van Genève van 2006. |
2) Unidirectionele netwerken met een middelhoog tot laag vermogen (d.w.z. vooral voor mobiele multimediadiensten en nieuwere vormen van geconvergeerde omroep- en communicatiediensten). | Nationaal beheer gecombineerd met optionele EU-coördinatie. Subband moet op niet-exclusieve basis beschikbaar zijn voor lidstaten die willen profiteren van grotere schaalvoordelen en gemakkelijkere spectrumcoördinatie voor toepassingen die voor dit netwerktype geschikt zijn. Daarbij moet ook de natuurlijke convergentie van soortgelijke diensten op soortgelijke frequenties in de loop der tijd gewaarborgd worden. Mogelijk biedt dit gelegenheid voor kosteneffectieve toepassing van mobiele tv . |
3) Bidirectionele netwerken met een laag vermogen (d.w.z. in de regel voor vaste en mobiele diensten voor breedbandtoegang): deze cluster zou ook andere toepassingen kunnen omvatten zoals innovatieve omroepdiensten met een laag vermogen. | EU-harmonisatie op flexibele basis, geleidelijke uitvoering om rekening te houden met nationale beperkingen. |
Enkel ter illustratie zou de totale clusteringstructuur als volgt kunnen worden geschetst:
Gemeenschappelijke spectrumsubbanden (clusters)
470 MHz <UHF-band-----------------------------------> 872 MHz
UITSLUITEND NATIONAAL BEHEERD SPECTRUM OP EU-NIVEAU GECOÖRDINEERD SPECTRUM
Voor de voortzetting van bestaande tv en radiodiensten gebruikt spectrum. Vrij spectrum ten behoeve van het nationale deel van het digitale dividend Voorbeeld van diensten: meer tv-diensten, mogelijk HDTV | Voorbeeld van dienst: mobiele smalband-tv | Voorbeeld van diensten: draadloze breedbandtoegang, snelle mobiele datatoegang |
Unidirectionele netwerken (hoog vermogen) | Unidirectionele netwerken (laag tot middelhoog vermogen) | Bidirectionele netwerken (hoog vermogen) |
deel dat het werkelijke digitale dividend vormt.
6. CONCLUSIE
Het digitale dividend dat voortvloeit uit de omschakeling van analoge naar digitale radio en televisie is een unieke gelegenheid om een impuls te geven aan de hele draadloze communicatie-industrie alsmede de omroepindustrie. Het kan een belangrijke bijdrage leveren tot de realisering van de Lissabon-doelstellingen inzake concurrentievermogen en economische groei en voldoen aan een grote verscheidenheid van sociale, culturele en economische behoeften van de Europese burgers.
De volledige voordelen van het digitale dividend kunnen enkel worden gerealiseerd met steun en actieve medewerking van de lidstaten en alle stakeholders, en indien een gemeenschappelijke aanpak voor spectrumplanning wordt gevolgd.
In het licht van het feit dat het digitale dividend al in een aantal lidstaten beschikbaar wordt en dat de overgang van de EU op digitale tv naar verwachting in 2012 voltooid zal zijn, is het dringend noodzakelijk het besluitvormingsproces inzake de gemeenschappelijke aanpak voor het gebruik van het digitale dividend te starten.
De lidstaten worden daarom uitgenodigd om
- de invoering van nieuwe diensten te vergemakkelijken door met elkaar en de Commissie samen te werken om in het digitale dividend gemeenschappelijke spectrumbanden aan te wijzen die door toepassingsclusters te optimaliseren zijn.
De Commissie zal:
- de vereiste maatregelen op EU-niveau opstellen om de gemeenschappelijke banden te reserveren en te coördineren.
Het Europees Parlement en de Raad worden uitgenodigd om de in deze mededeling uiteengezette gemeenschappelijke aanpak te bespreken en de voorgestelde maatregelen te bevestigen.
COM(2005) 204 — Mededeling inzake "De versnelling van de overgang van analoge naar digitale omroep”.
Zoals ook erkend door het Europees Parlement, zie de Resolutie van het EP 'Naar een Europees radiospectrumbeleid' (14.2.2007).
COM(2006) 129 inzake "Overbrugging van de breedbandkloof”.
COM(2005) 229 inzake 'Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid'.
Deel van het spectrum van 174 tot 230 MHz (VHF) en 470 tot 862 MHz (UHF).
Bovendien hebben verschillende lidstaten het zogenaamde 'verscherfde spectrum' (of de 'witruimte' tussen twee tv-bereikgebieden) aangewezen als een potentieel belangrijke aanvulling op het digitale dividend.
Bij hogedefinitietelevisie zijn de spectrumwinsten beperkt aangezien meer informatie wordt uitgezonden. Toch vereist HDTV nog altijd minder spectrum dan analoge televisie.
Vóór de digitalisering waren er 5 nationale kanalen in het VK en een aantal beperkte regionale kanalen samen goed voor het spectrumequivalent van een à twee nationale kanalen.
COM(2005) 461 inzake 'Prioriteiten van het EU-spectrumbeleid voor de digitale omschakeling in de context van de voor 2006 geplande Regionale Radioconferentie van de ITU (RRC-06)'. Details over de conferentie op http://www.itu.int/ITU-R/conferences/rrc/rrc-06/index.asp.
Zoals geïllustreerd in het rapport van de Franse 'Commission consultative des radiocommunications' van 10.10.2007, beschikbaar op http://www.arcep.fr/uploads/tx_gspublication/rapport-ccr-151007.pdf.
Gemiddeld was in EU25 breedband beschikbaar voor meer dan 90% van de stedelijke bevolking, maar beperkt tot 71% van de rurale bevolking (Commissieschattingen, januari 2007).
Breedband is de basisinfrastructuur van de kenniseconomie en heeft, als motor van de helft van de productiviteitswinsten in de moderne economieën in het afgelopen decennium, in belangrijke mate bijgedragen tot de economische impact van ICT.
Zo is bijvoorbeeld de geschatte marktwaarde voor mobiele tv alleen 7 à 20 miljard euro in 2011, en worden daarbij 200 à 500 miljoen klanten wereldwijd bereikt (McKinsey Quarterly, maart 2006).
Er dient ook gedacht te worden aan bepaalde analoge toepassingen die nu in de UHF-band werken: bv. diensten voor programmaproductie en speciale evenementen of draadloze microfoons.
Ofcom, UK Digital Dividend Review project. Het zou om een 'voorzichtige' schatting gaan.
Advies van RSPG over de gevolgen voor het EU-spectrumbeleid van het digitale dividend. Volledige tekst beschikbaar op http://rspg.ec.europa.eu/doc/documents/opinions/rspg07_161_final_op_digdiv.pdf.
Circa 50 à 60 MHz.
CEPT Report in response to the Commission Mandate on technical considerations regarding harmonisation options for the digital dividend (Part A and Part B).
Het digitale dividend omvat de VHF- en UHF-band. De VHF-band is veel kleiner dan de UHF-band, minder aantrekkelijk in termen van spectrumvoortplanting en vandaar minder onderhevig aan spectrumschaarste. De VHF-band is daarom zonder EU-coördinatie te optimaliseren.
Het is ook dit deel van de UHF-band dat prioritair moet worden gebruikt voor het nakomen van lopende en toekomstige openbaredienstverplichtingen.
Voor details over de Commissievoorstellen betreffende mobiele tv zie de Commissiemededeling COM (2007) 409 inzake de versterking van de interne markt voor mobiele tv, 18.7.2007.