Artikelen bij COM(2006)334 - Herziening van het regelgevingskader van de EU voor elektronische communicatienetwerken en diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52006DC0334


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 29.6.2006

COM(2006) 334 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

over de herziening van het regelgevingskader van de EU voor elektronische communicatienetwerken en diensten {SEC(2006) 816}{SEC(2006) 817}

Deze mededeling en het begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie geven het startschot voor een openbare raadpleging over de toekomst van het regelgevingskader voor elektronische communicatie, die tot 27 oktober 2006 zal lopen. Ziehttp://ec.europa.eu./information_society/policy/ecomm/tomorrow/index_en.htmOpmerkingen kunnen op basis van het model dat te vinden is op bovenstaande site per e-mail worden verzonden naar

infso - 2006review@ec.europa.eu

Reacties zullen worden gepubliceerd behoudens wanneer specifiek om geheimhouding is gevraagd. Vermeld de naam van een contractpersoon in uw organisatie voor eventuele vragen over uw bijdrage. Gewoonlijk zal binnen 2 werkdagen een bericht van ontvangst worden verstuurd per e-mail. Is dit niet het geval neem dan contact op met:

Eenheid Beleidsontwikkeling (B1)DG Informatiemaatschappij en mediaB-1049 BrusselBelgiëTel + 32 2 296 8633Persoonlijke gegevens die tijdens deze raadpleging zijn ontvangen zullen worden verwerkt overeenkomstig de wetgeving inzake gegevensbescherming. Zie http://ec.europa.eu./information_society/policy/ecomm/info_centre/documentation/public_consult/privacy_statement/index_en.htm

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE COMMISSIE, DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

over de herziening van het regelgevingskader van de EU voor elektronische communicatienetwerken en diensten (Voor de EER relevante tekst)

SAMENVATTING

In deze mededeling wordt verslag uitgebracht over de werking van de vijf richtlijnen van het regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en diensten, zoals vereist op grond van deze richtlijnen. In deze mededeling wordt tevens het startschot gegeven voor een openbare raadpleging over de toekomst van het regelgevingskader voor de elektronische communicatie. Gevraagd wordt vóór 27 oktober 2006 opmerkingen in te dienen. Toegelicht wordt in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt en aangegeven wordt op welke gebieden veranderingen nodig zijn. De voorgestelde veranderingen worden besproken in het begeleidend Werkdocument van de diensten van de Commissie. Met het oog op de beginselen van betere regelgeving wordt voorgesteld de administratieve rompslomp te verminderen en verouderde maatregelen in te trekken. In bijgaande Effectbeoordeling wordt ingegaan op de opties die onderzocht zijn alvorens de hier vermelde conclusies konden worden getrokken. Rekening houdend met de opmerkingen die zij ontvangt, zal de Commisse wetsvoorstellen formuleren voor de wijziging van het kader die, vergezeld door de relevante effectbeoordelingen, aan het Europees Parlement en de Raad zullen worden voorgelegd.

Achtergrond

De oprichting van een interne Europese Informatieruimte met een open en concurrentiële interne markt vormt één van de voornaamste uitdagingen voor Europa in het kader van de ruimere strategie voor groei en werkgelegenheid. Elektronische communicatie schraagt de hele economie en wordt op EU-niveau ondersteund door een regelgevingskader dat in 2003 in werking trad. Dit kader beoogt de concurrentie te bevorderen en de interne markt voor elektronische communicatie te consolideren ten gunste van consumenten en gebruikers. Bij de opzet is rekening gehouden met convergentie, omdat het betrekking heeft op markten en niet op technologieën. Markten worden gedefinieerd op grond van de beginselen van de mededingingsvoorschriften, aan de hand van algemene overwegingen van vraag en aanbod en staan los van veranderingen in de onderliggende technologie. Het kader bepaalt dat de regelgeving geleidelijk wordt opgeheven wanneer er sprake is van daadwerkelijke concurrentie. De markten waarin de Commissie regelgeving van bovenaf gerechtvaardigd acht en de criteria voor de definitie van die markten, zijn vermeld in de Aanbeveling van de Commissie die eveneens wordt onderzocht. Dankzij dit totaalconcept kan met behulp van het kader ook worden ingespeeld op veranderingen in technologie en marktomstandigheden.

Gezien de bijzondere kenmerken van mobiele roaming in de Gemeenschap zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een richtlijn voorleggen die deze specifieke kwestie moet regelen. Hiermee zal ook rekening worden gehouden bij de herziening van de Aanbeveling betreffende relevante markten.

Regulerende besluiten worden weliswaar vastgesteld door de nationale regelgevende instanties (NRI’s), maar een herzieningsmechanisme op EU-niveau (ook bekend als de artikel 7-procedure) beschermt de interne markt door te zorgen voor een consequente ex ante regelgeving in de EU. De Commissie bracht in februari 2006 verslag uit over de werking van deze procedure.

Behalve voor de hierboven beschreven “economische” regulering dient het kader ook voor de bescherming van de consument omdat wettelijke verplichtingen worden vastgesteld op het gebied van bescherming van gegevens en van de persoonlijke levenssfeer, universele diensten en gebruikersrechten. Het regelgevingskader heeft geen betrekking op inhouddiensten, die onder andere EU-voorschriften vallen, maar verleent de NRI’s wel bevoegdheden om in te grijpen op markten met een gebrek aan mededinging, waar inhouddiensten samen met elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

beoordeling van het kader – VERWEZENLIJKING VAN DOELSTELLINGEN

Marktontwikkeling

Elektronische communicatie blijft een succesverhaal voor de EU. Sinds de markten volledig werden opengesteld voor mededinging in 1998, hebben gebruikers en consumenten de vruchten kunnen plukken van een grotere keuze, lagere prijzen en innovatieve producten en diensten. Mobiele diensten hebben een hoge penetratiegraad bereikt; breedbandcommunicatie vertoont een snelle groei. De totale omzet van deze branche blijft een sterke stijging vertonen en stijgt sneller dan de groei van de EU-economie. In 2005 werd de waarde van de ICT-sector in het 11e Tenuitvoerleggingsverslag van de Commissie, dat meer informatie verschaft over deze ontwikkelingen, geraamd op 614 miljard euro. ICT levert tevens een macro-economische bijdrage aan de productiviteitsgroei en een verbetering van het concurrentievermogen van de Europese economie als geheel en vormt dan ook een belangrijke factor voor meer groei en werkgelegenheid.

Raadpleging van belanghebbenden

De antwoorden op het verzoek van de Commissie om reacties over de herziening waren over het algemeen positief over de impact van het regelgevingkader, hoewel sommigen van oordeel waren dat het nog te vroeg was om definitieve conclusies te trekken. Consumenten- en bedrijfssectorgroepen steunden de aanpak van het regelgevingskader, zij het met kritische kanttekeningen wat betreft de tenuitvoerlegging. Een aantal belanghebbenden was van oordeel dat zelfs indien bepaalde aspecten moesten worden bijgewerkt, het regelgevingskader meer rechtszekerheid heeft gebracht. Velen vroegen om een vereenvoudiging van de procedures voor marktanalyse en toonden zich over het algemeen verheugd over de nieuwe institutionele regelingen voor spectrumharmonisatie.

Nieuwe exploitanten, kabelexploitanten, leveranciers van internetdiensten (ISP’s) en producenten van software en hardware merkten op dat concurrentie en innovatie zich dankzij het kader op Europees niveau hadden kunnen ontwikkelen en dat investeringen en breedbandpenetratie erdoor werden bevorderd. De meeste gevestigde exploitanten waren echter van mening dat ex-ante regelgeving een obstakel vormde voor nieuwe investeringen en vóór 2015 geleidelijk moet worden afgeschaft.

Innovatie, investeringen en mededinging

Uit de beschikbare cijfers blijkt dat de Europese investeringen in deze sector de afgelopen jaren minstens even hoog waren als in andere regio’s van de wereld (45 miljard euro in 2005). Geconfronteerd met concurrentie investeren zowel nieuwkomers als gevestigde exploitanten om zowel de vaste als de draadloze netwerkinfrastructuur uit te breiden en te verbeteren en zo innovatieve diensten te kunnen leveren. In verhouding tot hun omzet investeren nieuwe exploitanten meer dan gevestigde exploitanten. Investeringen kunnen in tal van regelgevingssituaties lonend zijn, maar concurrentie blijft de drijvende kracht. Volgens een studie in opdracht van de Commissie hebben landen die het EU-regelgevingskader op een doelmatige en op concurrentiegerichte wijze hebben toegepast de meeste investeringen aangetrokken.

De nauwe samenhang tussen investeringen in breedband en infrastructuurconcurrentie is duidelijk geworden. Landen met sterke concurrentie tussen gevestigde exploitanten en kabelexploitanten hebben in de meeste gevallen ook de hoogste breedbandpenetratie .

Investeringen in de modernisering van het netwerk in deze sector zijn aanzienlijk, maar de operationele besparingen en het gebruik van moderne technologie zijn eveneens van belang. Sommige belanghebbenden dringen aan op behoedzaamheid bij het opleggen van regulering teneinde investeringen in nieuwe netwerkinfrastructuur aan te moedigen, maar er zijn weinig aanwijzingen dat zogenaamde ‘regulatory holidays’ los van andere factoren zoals mededinging, tot nieuwe investeringen leiden.

Het regelgevingskader bepaalt dat nieuw opkomende markten niet moeten worden onderworpen aan ongerechtvaardigde regelgeving. Als nieuw opkomende markten beschouwt de Commissie markten die zo nieuw zijn en zo snel veranderen dat het nog te vroeg is te bepalen of zij voldoen aan de drie in de Aanbeveling vastgestelde criteria voor ex-ante regelgeving. Voor meer volwassen markten, die aan deze criteria voldoen, verlenen de autoriteiten aanzienlijke flexibiliteit om innovatieve en risicovolle investeringen te belonen. In het kader wordt dan ook expliciet de noodzaak erkent voor regulators om ervoor te zorgen dat de kosten van bestaande activa adequaat kunnen worden gedekt en innovatie en nieuwe, risicovolle investeringen te belonen door de NRI's te vragen “rekening te houden met de aan de investering verbonden risico’s van de door de eigenaar van de faciliteit verrichte initiële investering”.

Samenvatting

De wijze waarop het spectrum wordt beheerd kan nog aanzienlijk worden verbeterd. De Commissie is met name van mening dat een meer doelmatig spectrumbeheer zou kunnen bijdragen aan een aanbod van innovatieve, diverse en betaalbare diensten voor de Europese burger en het concurrentievermogen van Europese ICT-bedrijven kan versterken. Voorts is de Commissie van mening dat de beginselen en flexibele instrumenten van het regelgevingskader, wanneer deze volledig en doelmatig worden toegepast, de meest geëigende manier zijn om investeringen, innovatie en marktontwikkeling aan te moedigen. Er is desalniettemin ruimte voor de Commissie en de NRI’s om richtsnoeren te verstrekken over de wijze waarop de regels moeten worden toegepast zodat alle belanghebbenden meer zekerheid krijgen bij hun planning.

Technologie en marktevolutie

Bij deze herziening gaat het erom ervoor te zorgen dat het regelgevingskader ook het komende decennium tegemoet komt aan de behoeften van deze sector.

De voornaamste technologische trends die worden verwacht zijn een volledige migratie naar volledig op IP-gebaseerde netwerken, toenemend gebruik van draadloze communicatie en draadloze toegangsplatformen (bijvoorbeeld 3G, WiFi, WiMAX en satelliet), het gebruik van glasvezel in het aansluitnet en de overgang naar digitale tv. Verwacht wordt dat dit verstrekkende gevolgen zal hebben voor de bestaande netwerkarchitecturen, diensten en eindapparatuur. Marktdeelnemers krijgen te maken met nieuwe concurrenten en zoeken, naar aanleiding van de veranderingen die zich op de huidige markt van elektronische communicatie aankondigen, naar nieuwe handelsmodellen.

Dit alles zal leiden tot nieuwe en innovatieve diensten voor gebruikers. Voorloper van de toekomstige, meer geavanceerde dienstenbundels is het huidige ‘triple play-’ dienstenpakket (spraaktelefonie, internettoegang en televisie). De grenzen tussen elektronische communicatieproducten en -diensten zullen blijven vervagen; nieuwe vormen van mobiele en draagbare apparatuur zullen op de markt worden gebracht met interactieve en omroepfuncties. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de veiligheid blijven een belangrijk probleem voor de gebruikers.

Tot dusverre bleek het regelgevingskader ook geschikt voor nieuwe technologieën zoals Voice over Internet Protocol (VoIP) en konden nieuwe technologische en marktontwikkelingen in het kader worden ingepast. De bepalingen inzake het beheer van radiofrequenties, die van groot belang zijn voor innovatieve draadloze producten en diensten en met tal van andere sectoren worden gedeeld, moeten echter worden aangepast om overregulering te voorkomen.

Overzicht van de voorgestelde veranderingen

Het huidige regelgevingskader heeft belangrijke voordelen opgeleverd, maar moet op een aantal gebieden worden bijgesteld om het komende decennium doelmatig te kunnen blijven. Deze gebieden zijn:

- het toepassen van de beleidsaanpak van de Commissie inzake spectrumbeheer, zoals uiteengezet in haar mededeling van september 2005;

- het terugschroeven van de procedurele eisen in verband met de controle van markten die in aanmerking komen voor ex-ante regelgeving .

Daarnaast zijn er voortstellen om:

- de interne markt te consolideren,

- consumenten en gebruikers een betere bescherming te bieden,

- de veiligheid te verbeteren en

- verouderde bepalingen te schrappen.

Deze mededeling en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie geven een overzicht van de analyse van de Commissie en de huidige ideeën voor verandering. Deze zullen worden aangepast in het licht van de openbare raadpleging, met name voorstellen die betrekking hebben op de manier waarop doelmatige concurrentie tijdens de overgang van een monopoliesituatie naar volledige concurrentie kan worden versterkt.

Voor veel voorstellen moeten het Europees Parlement en de Raad eerst doelstellingen formuleren voor de regelgeving, waarbij de Commissie de gedetailleerde technische maatregelen moet uitwerken om de doelstellingen te bereiken. Op deze wijze kan ex-ante regelgeving inspelen op veranderingen in de sector terwijl de door de wetgever geformuleerde doelstellingen en beginselen in acht worden genomen.

Een verbeterde aanpak van het spectrumbeheer voor elektronische communicatie

Elektronische communicatiediensten delen spectrum met andere sectoren (luchtvaart, zeevaart, ruimtevaart, veiligheid, defensie, aardobservatie, enz.). Het is dan ook van belang een evenwicht te vinden tussen deze verschillende spectrumbelangen en tegelijkertijd de Europese dimensie niet uit het oog te verliezen.

De snelle technologische ontwikkeling en de convergentie hebben het belang onderstreept van spectrum als een waardevolle hulpbron, maar het spectrumbeheer in de EU heeft geen gelijke tred kunnen houden. De totale waarde van elektronische communicatiediensten waarbij gebruik wordt gemaakt van radiospectrum in de EU wordt geraamd op meer dan 200 miljard euro, hetgeen neerkomt op ongeveer 2% à 2,5% van het jaarlijks Europees BBP. Het optimaal benutten van het sociale en economische potentieel dat voortvloeit uit het gebruik van het radiospectrum, is van fundamenteel belang om de doelstellingen van het EU i2010-beleid te verwezenlijken en om de hernieuwde strategie voor groei en werkgelegenheid te steunen. Exploitanten zullen de interne markt met de verbeteringen van het huidige systeem van spectrumbeheer op EU-niveau bovendien doelmatiger kunnen benutten.

Er is een nieuw systeem voor spectrumbeheer nodig waarbij verschillende modellen voor vergunningen (de traditionele administratieve vergunningen, ongelicensieerd gebruik en nieuwe op de markt-gebaseerde benaderingen) naast elkaar kunnen bestaan zodat de economische en technische doelmatigheid van het gebruik van deze waardevolle hulpbron wordt bevorderd.

Uitgaande van gemeenschappelijke EU-voorschriften, zou een grotere flexibiliteit geïntroduceerd kunnen worden op het gebied van spectrumbeheer door het gebruik van algemene machtigingen zoveel mogelijk te bevorderen. Wanneer dit niet mogelijk is zouden houders van spectrumgebruiksrechten niet onnodig moeten worden beperkt doch, met inachtneming van bepaalde eisen, de vrijheid moeten hebben om eender welk type elektronische communicatiedienst te verstrekken (dienstneutraliteit) met behulp van de technologie of norm naar keuze onder gemeenschappelijke voorwaarden (technologische neutraliteit). De geselecteerde frequentiebanden worden aan de hand van economische doelmatigheidscriteria die via een comitéprocedure op EU-niveau zijn goedgekeurd, beschikbaar gesteld voor gebruik met algemene machtigingen of, voor de secundaire handel in frequenties in de EU. Bij deze procedure zouden in de relevante gevallen ook voorwaarden kunnen worden vastgesteld voor het gebruik van radiospectrum (zie 5.3.3).

Het administratieve model blijft van belang, met name daar waar vraagstukken op het gebied van juridische zekerheid en het beheer van de interferentie prioriteit hebben en waar algemene belangen op het spel staan.

Rationaliseren van marktanalyses

In februari 2006 bracht de Commissie verslag uit over haar ervaringen met de artikel 7-procedure en stelde zij vast dat de procedure een belangrijke stap voorwaarts vertegenwoordigt op weg naar de oprichting van een interne markt voor elektronische communicatie. Aansluitend op dat verslag stelt de Commissie nu voor de zware administratieve eisen voor de marktanalyseprocedure te verlichten door de eisen in verband met kennisgeving voor bepaalde nationale ontwerpmaatregelen te vereenvoudigen, aangezien de NRI’s tegen de tijd dat dergelijke veranderingen volledig zijn uitgevoerd, over veel meer ervaring met het proces zullen beschikken.

Deze aanpak stemt overeen met het programma voor een betere regelgeving van de Commissie om dezelfde beleidsdoelstellingen op eenvoudigere wijze te bereiken. Regelgevers zouden nog steeds markten moeten analyseren en nationaal en Europees overleg moeten voeren, maar voor bepaalde marktonderzoeken en kennisgevingen zouden bepaalde eisen niet langer meer nodig zijn. In een aantal vooraf gedefinieerde categorieën zou een vereenvoudigde kennisgevingprocedure worden ingevoerd. Zo zouden de Commissie en de NRI’s zich kunnen concentreren op gevallen waarin zich belangrijke problemen zouden kunnen voordoen.

Op de korte termijn wordt voorgesteld om met een herziene versie van de procedurele aanbeveling te komen om de vereenvoudigde kennisgevingprocedure met ingang van 2007 in te voeren en op langere termijn het kader te wijzigen zodat alle procedurele elementen in één richtlijn kunnen worden ondergebracht.

Consolidering van de interne markt

Om investeringen aan te trekken en de vruchten te kunnen plukken van de interne markt moet in alle 25 lidstaten dezelfde regelgeving gelden. Een geharmoniseerde interne markt biedt EU-leveranciers een brede basis voor de ontwikkeling van innovatieve producten, en dat is met name van belang op gebieden als draadloze communicatie waar schaalvoordelen tellen. Hoewel vooruitgang is geboekt, is een interne Europese markt voor elektronische communicatie en voor radioapparatuur nog geen realiteit en daarom worden verdere maatregelen voorgesteld.

Maatregelen in het kader van de procedure van artikel 7

De procedure van artikel 7 heeft geleid tot eenheid op het gebied van marktdefinities en de beoordeling van “aanmerkelijke marktkracht” van de NRI’s. Toch heeft de Commissie ook hier vastgesteld dat een meer consistente aanpak nodig is bij de toepassing van deze maatregelen .

Veel opmerkingen van de Commissie over ontwerpmaatregelen van NRI’s hadden betrekking op de pertinentie van de voorgestelde maatregelen. De Commissie toonde zich met name verontrust over maatregelen die een concurrentieprobleem slechts ten dele aanpakken, maatregelen die ontoereikend blijken en maatregelen die te laat doelmatige resultaten opleveren. Om de voordelen van de interne markt te benutten, stelt zij voor haar vetobevoegdheden uit te breiden tot de voorgestelde maatregelen.

Beroep

Een belangrijk knelpunt bij de tenuitvoerlegging van de kaderregelgeving is de juridische praktijk om reguleringsbesluiten routinematig te schorsen, ondanks het bepaalde van artikel 4 van de kaderrichtlijn. Voorlopige maatregelen worden door de rechtbanken zeer verschillend gehandhaafd. Voorgesteld wordt nu het probleem van routinematige schorsing van besluiten door bepaalde nationale rechtbanken tijdens de periode waarin beroep kan worden aangetekend aan te pakken door op EU-niveau criteria vast te stellen voor het verlenen van schorsing inzake besluiten op het gebied van de regelgeving

Gemeenschappelijke aanpak voor het verlenen van vergunningen voor diensten met een pan-Europese of interne marktdimensie

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. De voorwaarden die gelden voor exploitanten – met inbegrip van de rechten van gebruik van nummers en frequenties – lopen per lidstaat uiteen, zodat het ingewikkeld wordt diensten met een pan-Europese of interne marktdimensie in te voeren.

Voor dergelijke diensten wordt een communautaire procedure voorgesteld om op EU-niveau overeenstemming te kunnen bereiken over gemeenschappelijke voorwaarden voor het gebruik, alsmede over gemeenschappelijke benaderingen op het gebied van vergunningen, zodat een gecoördineerde invoering van diensten mogelijk wordt. Een dergelijk vergunningenstelsel zou een aanvulling vormen op het huidige systeem en alleen in specifieke gevallen worden toegepast (bijvoorbeeld bij satellietcommunicatiediensten). De Machtigingsrichtlijn zou worden gewijzigd om de Commissie in staat te stellen besluiten goed te keuren op comiténiveau terwijl de lidstaten op nationaal niveau zorg zouden blijven dragen voor de voorwaarden in verband met vergunningen voor dergelijke diensten. Wanneer de vergunningen eenmaal geharmoniseerd zijn met behulp van dit gemeenschappelijke mechanisme zou een vergunning die in een lidstaat is verleend voldoende zijn voor de pan-Europese exploitatie van diensten.

Andere voorgestelde wijzigingen

Andere wijzigingen die worden voorgesteld ter versterking van de interne markt zijn: ervoor zorgen dat gebruikers toegang krijgen tot informatiemaatschappijdiensten die in andere landen worden verleend (bijv. gratis telefoonnummers); uitbreiding van de bevoegdheden van NRI’s om sancties op te leggen in geval van schending van verplichtingen; uitbreiding van de draagwijdte van technische uitvoeringsmaatregelen die de Commissie kan nemen op bijvoorbeeld gebieden als nummering; invoering van een mechanisme waarbij de Commissie toestemming moet verlenen voor maatregelen van NRI’s op grond van artikel 5, lid 1, van de Toegangs- en interconnectierichtlijn; de eis om doorgifteverplichting binnen bepaalde termijnen te controleren; een procedure vaststellen om EU-niveau makkelijker overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke eisen inzake netwerken en diensten.

Versterking van consumenten- en gebruikersrechten

Een centraal doel van het regelgevingskader is gebruikers belangrijke voordelen te verschaffen. Dit wordt grotendeels bereikt door meer concurrentie die leidt tot meer keuze, innovatieve diensten en een betere prijs-kwaliteitverhouding voor de consument. Dit wordt aangevuld door specifieke maatregelen ter bescherming van de consument, met inbegrip van universele dienstverplichtingen zodat de behoeften van de gebruikers gewaarborgd worden.

Uit antwoorden op het verzoek om reacties met betrekking tot de herziening en de bijdragen die de Commissie ontving tijdens het overleg over de draagwijdte van universele diensten, blijkt dat een fundamentele bezinning nodig is over de rol en het concept van universele diensten in de 21ste eeuw. Verder rees de vraag over het evenwicht tussen sectorspecifieke en horizontale regels ter bescherming van de consument, en de haalbaarheid van een eenheidsconcept voor universele diensten in de Unie met 25 lidstaten. De Commissie is dan ook voornemens een Groenboek te publiceren over universele diensten in 2007, om zo een brede discussie op gang te brengen.

Ongeacht de uitkomst van dit debat, zijn veel bepalingen in de universele dienstenrichtlijn die verband houden met traditionele telefoondiensten dringend aan modernisering toe. Andere wijzigingen houden een kwaliteitsverbetering in van de tariefinformatie voor de consument, moeten derde partijen in staat stellen juridische stappen te ondernemen tegen “spammers” en dienen ervoor te zorgen dat de locatiegegevens van de beller beschikbaar zijn voor de hulpdiensten en dat de toegang van de hulpdiensten voor gehandicapte gebruikers verbetert.

Verbetering van de veiligheid

i2010 noemt het veiligheidsaspect een van de vier uitdagingen voor de oprichting van een interne Europese informatieruimte. Moderne elektronische communicatienetwerken en -diensten worden een essentieel onderdeel van het dagelijkse leven, zowel op het werk als thuis. Het functioneren van communicatiediensten kan als gevolg van technisch, organisatorisch of menselijk falen echter gevaar lopen. De trend in de richting van IP-technologie betekent ook dat netwerken over het algemeen meer open en kwetsbaar zijn dan in het verleden. De toename van spam, virussen, spyware en andere vormen van schadelijke programma’s die het vertrouwen van de gebruikers in elektronische communicatie ondermijnen, is deels het gevolg van die openheid, en deels van het gebrek aan passende veiligheidsmaatregelen. In de Mededeling “Een strategie voor een veilige informatiemaatschappij” (COM(2006) 251) werd onderstreept hoe belangrijk het is ervoor te zorgen dat het juiste evenwicht wordt gevonden tussen technologische ontwikkeling, zelfregulering en reguleringsmaatregelen. In de context van deze herziening worden specifieke reguleringsmaatregelen voorgesteld.

Om het vertrouwen van het bedrijfsleven en particuliere gebruikers in elektronische communicatie te versterken wordt een reeks maatregelen voorgesteld: 1) beheerders van elektronische communicatiediensten specifiek verplichten bepaalde veiligheidsinbreuken mee te delen en gebruikers hiervan op de hoogte te houden; 2) de bevoegde nationale autoriteiten toestemming verlenen specifieke veiligheidsmaatregelen te eisen die tot doel hebben de aanbevelingen of besluiten van de Commissie uit te voeren; en 3) de bepalingen inzake netwerkintegriteit te moderniseren.

Betere regelgeving: verouderde bepalingen schrappen

Voorgesteld wordt de bepalingen inzake het minimumaantal huurlijnen in de universele dienstenrichtlijn in te trekken omdat er andere bepalingen zijn die de NRI’s in staat stellen problemen op dit gebied aan te pakken. De verordening betreffende ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (ULL) moet eveneens worden geschrapt, omdat alle NRI’s hun marktanalyse van de ULL-markt hebben afgerond zodat de verordening overbodig is geworden.

Ander bepalingen die geschrapt moeten worden zijn de bepalingen van de Europese telefoonnummerruimte (ETNS) in de Universele dienstenrichtlijn en tal van andere verouderde artikelen die in het begeleidend werkdocument nader worden toegelicht.

Conclusie

Het huidige regelgevingskader heeft aanzienlijke voordelen opgeleverd maar kan op een aantal gebieden nog worden herzien om ook het komende decennium nog doelmatig te kunnen werken. De twee voornaamste voorstellen zijn de beleidsaanpak van de Commissie inzake spectrumbeheer uitvoeren en de middelen die nodig zijn voor de analyse van de relevante markten reduceren door de procedures te harmoniseren. Andere voorgestelde wijzigingen beogen de versterking van de interne markt, een betere bescherming van de consumentenbelangen, een verbetering van de veiligheid en een algemene modernisering van het regelgevingskader.

In het werkdocument van de diensten van de Commissie worden deze voorstellen uitvoerig beschreven. Een evaluatie van deze veranderingen, alsmede andere opties die werden overwogen zijn te vinden in de begeleidende Effectbeoordeling.

Richtlijnen 2002/19/EG, 2002/20/EG, 2002/21/EG, 2002/22/EG (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7) en 2002/58/EG (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37). Zie tevens Bijlage I van de effectbeoordeling.

COM(2005) 24 van 2.2.2005.

Aanbeveling van de Commissie betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronische communicatiesector die aan regelgeving ex-ante kunnen worden onderworpen.

Werkdocument van de diensten van de Commissie over de aanbeveling betreffende relevante markten.

COM(2006) 28 van 6.2.2006.

COM(2006) 68 van 20.2.2006.

De antwoorden zijn te vinden ophttp://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/info_centre/documentation/public_consult/review/index_en.htm.

De Radiospectrumbeschikking 676/2002/EG voorziet in technische harmonisatiemaatregelen van het radiospectrumgebruik (via het Radiospectrumcomité) en in strategisch advies over het radiospectrumbeleid via de Radiospectrumbeleidsgroep

Zie voetnoot 6.

London Economics in association with PricewaterhouseCoopers, studie voor DG Informatiemaatschappij en media van de Europese Commissie getiteld ‘An assessment of the Regulatory Framework for Electronic Communications - Growth and Investment in the EU e-communications sector’ (moet nog gepubliceerd worden).

Zie begeleidend werkdocument van de Commissie, deel 2.

ibid.

Overweging 27 van de kaderrichtlijn.

De drie criteria zijn: a) de markt is onderworpen aan hoge toegangsbelemmeringen die niet van voorbijgaande aard zijn: b) de markt heeft dusdanige kenmerken dat zich hierop in de loop der tijd geen daadwerkelijke concurrentie zou ontwikkelen; c) de mededingingsvoorschriften zijn op zich onvoldoende om een eind te maken aan het falen van de markt (ex-ante regelgeving ontbreekt). Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie inzake de Aanbeveling betreffende relevante markten.

Artikel 12, lid 2, van de toegangrichtlijn .

Ibid.

COM(2005) 411van 6.9.2005.

Zie de studie die werd uitgevoerd door Analysys et al. ‘Conditions and options in introducing secondary trading of radio spectrum in the European Community’ (2004), blz. 12.

Zie voetnoot 5.

De Richtlijn Radio- en telecommunicatie-eindapparatuur 1999/5/EG (PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10) harmoniseert de eisen met betrekking tot apparatuur maar niet de spectrumtoewijzing.

Zie voetnoot 5.

Bijvoorbeeld in een geval waarin de afhandelingstarieven op het mobiele net uitsluitend werden gereguleerd voor gesprekken afkomstig van mobiele netwerken of uit het buitenland, maar niet voor gesprekken afkomstig van vaste netwerken.

Zoals in gevallen waarin de prijsregulering niet op het meest geschikte kostenmodel berustte of de keuze van het kostenmodel en de kostenberekeningsregels aan de betrokken ondernemingen werd overgelaten.

Zoals in een geval waarin de vaststelling van de kostengeoriënteerde afhandelingstarieven voor mobiele gesprekken op basis van een LRIC-kostenmodel in eerste instantie aan onderhandelingen tussen de exploitanten werd overgelaten, en de regelgever pas zou optreden als zij geen overeenstemming bereikten.

COM(2005) 203 van 24.5. 2005.

PB L 336 van 30.12.2000 blz 4.