Artikelen bij COM(2006)129 - Overbrugging van de breedbandkloof - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2006)129 - Overbrugging van de breedbandkloof. |
---|---|
document | COM(2006)129 |
datum | 20 maart 2006 |
|
52006DC0129
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Overbrugging van de breedbandkloof {SEC(2006) 354} {SEC(2006) 355} /* COM/2006/0129 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 20.3.2006
COM(2006) 129 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Overbrugging van de breedbandkloof {SEC(2006) 354}{SEC(2006) 355}
INHOUD
1. Inleiding 3
2. De betekenis van breedband 4
3. De breedbandkloof: de geografische scheidslijnen 5
3.1. Hoe groot is de kloof? 5
3.2. De nieuwe lidstaten 6
3.3. Technologische oplossingen 6
4. De huidige respons 7
4.1. Het beleidsproces 7
4.2. Redenen voor overheidsbemoeienis 8
4.3. Beschikbare instrumenten 9
5. Conclusies 11
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Overbrugging van de breedbandkloof
1. INLEIDING
De dynamiek van de Europese economie is in doorslaggevende mate afhankelijk van de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie. Voor de realisatie van de groei- en werkgelegenheidsdoelstellingen van de hernieuwde Lissabon-strategie is het van belang de vraag naar en het aanbod van informatie- en communicatietechnologie (ICT) te verruimen.
Snelle toegang tot internet via breedbandverbindingen schept ongekende mogelijkheden om de beloften van de 'informatiemaatschappij' waar te maken. De voordelen van breedband zijn dermate groot dat dringend actie nodig is waar deze ontbreekt. Het tekort aan breedbandverbindingen is een van de aspecten van het bredere probleem van 'de digitale kloof', waarmee gerefereerd wordt aan de verschillen tussen personen, bedrijven en gebieden waar het gaat om de toegangsmogelijkheden en de toepassing van ICT.
In deze mededeling wordt de nadruk gelegd op de geografische kloof voor breedbandtoegang. Getracht wordt de overheden en instanties op alle niveaus te doordringen van de ernst van dit probleem en van de bezorgdheid over het tekort aan breedbandtoegangsmogelijkheden in de minder ontwikkelde gebieden van de Unie. Met deze mededeling wordt ingespeeld op een van de prioriteiten van i2010 – het Europees Initiatief voor groei en werkgelegenheid.
De analyse is gebaseerd op de bevindingen van het rapport van het Digital Divide Forum, dat op 16 september 2005 is gepubliceerd met het oog op een publieke raadpleging. In die mededeling wordt de vooruitgang ten aanzien van breedbandtoegang in de EU15 en Noorwegen en IJsland in de periode 2003-2004 geëvalueerd. Gegevens voor de nieuwe lidstaten zijn nog niet beschikbaar.
Op basis van de in het kader van de openbare raadpleging ontvangen reacties wordt in deze mededeling een aantal instrumenten genoemd die op lokaal niveau kunnen worden ingezet om de beschikbaarheid van breedband te verbeteren. Bij de overheden en de particuliere stakeholders wordt erop aangedrongen de hoogste prioriteit te geven aan deze belangrijke communicatie-infrastructuur. Voorts wordt van de lidstaten verlangd dat zij doorgaan met hun activiteiten in het kader van hun nationale breedbandstrategie en deze waar mogelijk zelfs nog verruimen. De Commissie zal van haar kant een aantal maatregelen treffen om relevante informatie gemakkelijker toegankelijk te maken en de uitwisseling van beste praktijken te verbeteren.
De geografische digitale kloof is slechts één van de aspecten van een breder maatschappelijk en economisch ontwikkelingsprobleem. Daarom is er behoefte aan activiteiten aan vraagzijde ter ondersteuning van de vaardigheden, de toegankelijkheid en het gebruik van on-line diensten, enz. De Commissie pakt deze kwesties aan in het kader van het i2010-initiatief en met behulp van de Structuurfondsen en het Fonds voor plattelandsontwikkeling.
2. DE BETEKENIS VAN BREEDBAND
Internet is een van de grootste innovaties van deze tijd. Het biedt de economie en de samenleving belangrijke voordelen. De impact van breedband begint nog maar net merkbaar te worden. Het precieze effect blijkt moeilijk te meten. Toch is ook nu al duidelijk dat de mogelijkheid om met hoge snelheid via verschillende platforms informatie over te brengen essentieel is voor de ontwikkeling van nieuwe goederen en diensten.
Breedband maakt nieuwe toepassingen mogelijk en verruimt de mogelijkheden van bestaande. Dankzij nieuwe diensten, nieuwe investeringsmogelijkheden en nieuwe werkgelegenheid stimuleert breedband ook de economische groei. Maar breedband verhoogt tevens de productiviteit van allerlei bestaande processen, waardoor de inkomens en de winsten op investeringen worden verbeterd. Overheden op alle niveaus erkennen dat breedband ingrijpt in het dagelijks leven van iedereen en hebben zich ertoe verplicht ervoor te zorgen dat ook iedereen van de voordelen ervan kan profiteren.
Duurzame ontwikkeling van afgelegen gebieden en het platteland vraagt om een strategische benadering voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij. De beschikbaarheid van breedbanddiensten is een kritische factor in de ondersteuning van lokale gemeenschappen bij het aantrekken van bedrijvigheid, het mogelijk maken van telewerken, het garanderen van de gezondheidszorg en de verbetering van het onderwijs en de overheidsdiensten. Breedbanddiensten zorgen voor de kritische link naar informatie. Voorbeelden zijn:
Telegeneeskunde en e-gezondheidszorg : Toepassingen van telegeneeskunde en e-gezondheidszorg overbruggen tijd en afstand en maken het mogelijk het individu deze diensten in zijn eigen gemeenschap aan te bieden. Plattelandsziekenhuizen kunnen van breedband gebruik maken om dezelfde medische expertise te kunnen aanbieden als in stedelijke centra. De aankoop van medische producten, de verwerking van recepten en het bijhouden van elektronische dossiers kunnen online worden afgehandeld. Elektronisch toezicht wordt mogelijk, hetgeen grote voordelen heeft voor begeleid wonen.
E-overheid : Breedband verruimt de mogelijkheden voor diensten van de elektronische overheid en verbetert de interactie tussen overheidsdiensten, waardoor de overheid voor de bevolking en het bedrijfsleven toegankelijker wordt. Breedband bevordert de ontwikkeling van diensten van hoge kwaliteit en kan de organisatorische prestaties verbeteren met efficiencywinst voor de betrokken overheidsdiensten.
Onderwijs : Breedband ondersteunt het proces van permanente educatie en stelt studenten in de gelegenheid realtime-onderwijs te krijgen van gekwalificeerde leraren in gebieden waar deze opleidingsmogelijkheden niet voorhanden zijn. Studenten kunnen toegang krijgen tot alternatief onderwijsmateriaal en kennis maken met nieuwe vormen van onderwijs en educatief materiaal. Breedband opent de mogelijkheid videoconferenties te houden en de samenwerking tussen onderwijsinstellingen te vergemakkelijken.
Plattelandsontwikkeling : In plattelandsgebieden zorgt breedband er in belangrijke mate voor dat landbouw- en andere bedrijven contact houden met de nationale en internationale markten. Breedband draagt bij tot de ontwikkeling van de plattelandseconomie door het elektronisch zaken doen te vergemakkelijken, met name in de landbouw- en voedingsmiddelensector. Breedbandtoegang kan de diversificatie bevorderen door plattelandsgebieden aantrekkelijker te maken en de marktkansen voor producten en diensten, zoals toerisme en de trekpleisters op het platteland, te vergroten. Door in de dorpen rond de breedbandknooppunten ICT-initiatieven te ontplooien, kunnen bedrijven en lokale gemeenschappen de beschikking krijgen over kosteneffectieve diensten.
3. DE BREEDBANDKLOOF: DE GEOGRAFISCHE SCHEIDSLIJNEN
3.1. Hoe groot is de kloof?
De vraag naar breedbanddiensten onder de huishoudens in de EU neemt in hoog tempo toe. Het aantal breedbandaansluitingen is in de afgelopen twee jaar bijna verdubbeld. In oktober 2005 waren er ongeveer 53 miljoen aansluitingen in de EU25, hetgeen betekent dat 11,5% van de bevolking of ongeveer 20% van de huishoudens over breedband beschikt. Deze ontwikkeling vond vooral onder invloed van de markt plaats maar werd nog versterkt door de concurrentie.
Breedbandtoegang kan via verschillende platforms worden aangeboden: telefoon en kabel, draadloze aansluitingen, glasvezel, satelliet en het elektriciteitsnet. DSL (de digitale abonneelijn) is in de EU de toonaangevende technologie voor breedbandtoegang. Het aandeel van DSL in de totale breedbandmarkt groeit gestaag en bedraagt nu 80% van het totaal aantal aansluitingen. Toegang via de kabel is met een aandeel van 18% qua marktpenetratie de op een na belangrijkste technologie. De overige technologieën nemen de resterende 2% voor hun rekening.
Ondanks de algemene toename van de breedbandconnectiviteit zijn de toegangsmogelijkheden in meer afgelegen gebieden en op het platteland beperkt, omdat de kosten vanwege de lage bevolkingsdichtheid en de grote afstanden hoog zijn. Vanwege die geringe bevolkingsdichtheid zijn de schaalvoordelen bescheiden en is de vraag laag, waardoor de verwachte winst op de investeringen beperkt is. De perifere ligging impliceert vaak dat er grote afstanden moeten worden overbrugd tussen de lokale centrales enerzijds en de abonnees en het backbonenetwerk anderzijds. Er zijn vaak onvoldoende commerciële drijfveren om in deze gebieden in de uitrol van breedband te investeren. Een positief aspect is dat de uitrolkosten door de technologische innovatie dalen.
Daardoor was er toch een belangrijke verbetering van de breedbanddekking in 2004, maar desondanks was de kloof tussen stad en platteland in januari 2005 in de EU15-lidstaten (plus Noorwegen en IJsland) nog groot. Aan het begin van het jaar was DSL beschikbaar voor ongeveer 85% van alle huishoudens tegenover 80% een jaar eerder. Gezien het overwicht van DSL als afgiftetechniek is dit cijfer een goede indicatie voor de algemene beschikbaarheid van breedband.
De huishoudens met breedbandtoegang bevinden zich vooral in steden en voorstadsgebieden. In januari 2005 was DSL in plattelandsgebieden voor slechts 62% van de huishoudens beschikbaar. Bovendien heeft slechts 8% van deze huishoudens zich ook werkelijk op breedband geabonneerd, tegenover 18% in stedelijke gebieden.
Plattelandsgebieden lopen ook achter wat betreft de snelheid van de verbindingen. Downloadsnelheden van 144 kbps tot 512 kps waren in de afgelopen twee jaar in plattelandgebieden het meest gangbaar. In stedelijke gebieden liggen deze gemiddeld in de orde van 512 à 1000 kbps. Terwijl er in stedelijke gebieden een duidelijke trend is naar een grotere bandbreedte, dreigt de downloadsnelheid in de plattelandsgebieden op hetzelfde peil te blijven steken. Deze divergentie in de technische prestaties is enerzijds een gevolg van afstand en anderzijds het resultaat van een gebrek aan concurrentie. De lagere snelheden in plattelandsgebieden vormen daar een beperking voor de acceptatie van breedband door het bedrijfsleven en door de huishoudens, die niet van de echte multimedia-ervaring kunnen genieten.
Ofschoon de connectiviteit in hoog tempo groeit, gaapt er in alle regio's een brede kloof tussen breedbanddekking en breedbandacceptatie. In de minder ontwikkelde gebieden zetten structurele kenmerken zoals lagere inkomens- en opleidingsniveaus een rem op de vraag, ook waar breedbandtoegang beschikbaar is. De Commissie zal deze problematiek nader onderzoeken in de jaarlijkse voortgangsverslagen in verband met het i2010-initiatief.
3.2. De nieuwe lidstaten
Er zijn nog geen vergelijkbare gegevens over de breedbanddekking in de nieuwe lidstaten beschikbaar. De breedbandmarkt begint zich daar net te ontwikkelen maar wordt beperkt door de lagere pc- en telefoonlijnpenetratie. In sommige landen zijn de kabeltelevisienetwerken daarentegen wel goed ontwikkeld, zodat deze als alternatief kunnen dienen voor de aanpassing van telefooncentrales.
Terwijl de uitrol van breedband in de EU15 overwegend op het upgraden van bestaande netwerken is gebaseerd, mag redelijkerwijs worden verwacht dat de ontwikkeling in de nieuwe lidstaten een ander patroon zal volgen. In die landen is er dikwijls sprake van een trage aanpassing van de markt en niet van een mislukte marktintroductie. Bovendien is er een duidelijke trend in de richting van mobiele aansluitingen in plaats van vaste lijnen. Waar beschikbaar zullen de mensen de vaste lijn aanhouden voor internettoegang, maar ook bij de levering van breedbanddiensten zullen draadloze ontwikkelingen een grotere rol gaan spelen.
3.3. Technologische oplossingen
Breedbanddiensten kunnen worden geleverd via allerlei combinaties van communicatienetwerktechnologieën ("platforms"). Deze technologieën zijn gebaseerd op de vaste infrastructuur of op een draadloze infrastructuur en naar gelang van de situatie kunnen zij elkaar vervangen of elkaar aanvullen. Elke technologie heeft haar eigen kenmerken en haar eigen impact qua totale netwerkcapactiteit en mogelijkheden.
Dankzij de technologische innovatie kunnen het bereik en de prestaties van de huidige technologieën worden verbeterd, waardoor nieuwe platforms hun intrede op de markt doen met een lagere minimumexploitatie-omvang, waardoor gemakkelijker van schaalvoordelen kan worden geprofiteerd.
Bij de aanleg van de passieve infrastructuur zijn verdere, civieltechnische besparingen mogelijk door te profiteren van de synergie bij de aanleg van de ICT-, energie-, water- en vervoersinfrastructuur.
Een interessante ontwikkeling is de opkomst van nieuwe draadloze platforms die met name geschikt zijn voor plattelandsgebieden. Daarvoor moet echter wel voldoende spectrum beschikbaar wordt gesteld, zodat het tevens belangrijker wordt efficiënte en flexibele vormen van beheer voor deze schaarse hulpbron te ontwikkelen.
De optimale combinatie van technologieën is afhankelijk van de eigenschappen van elke afzonderlijke locatie. De kosten van deze technologieën variëren met het aantal potentiële gebruikers, de afstand van de consument tot het 'point of present' en de aanwezigheid van een backhaul-verbinding. Dunbevolkte, afgelegen gebieden zijn misschien beter af met een draadloze oplossing en een kleine stad met een draadoplossing. Bij sommige draadloze oplossingen moeten zender en ontvanger elkaar zien, hetgeen in heuvelachtige gebieden niet altijd het geval is.
Er is niet één bepaalde technologie die in alle situaties de beste oplossing biedt. Vaak is een combinatie van technologieën en oplossingen optimaal. Samengevat: Alleen op lokaal niveau kan worden bepaald wat de beste oplossing is. Welke investeringen moeten worden gedaan en welke keuzes moeten worden gemaakt, zal afhangen van de beschikbare mogelijkheden en van de feitelijke vraag.
4. DE HUIDIGE RESPONS
4.1. Het beleidsproces
De Commissie heeft bij herhaling de aandacht gevestigd op de problematiek van de geografische digitale kloof. Al in het kader van e Europe 2005 werd gewezen op de wenselijkheid van overheidsbemoeienis ten gunste van gebieden met lage dekking. De nadruk werd toen gelegd op de rol die de Structuurfondsen zouden kunnen spelen bij de introductie van breedband in achterstandsgebieden. In de in juli 2003 door de Commissie gepubliceerde 'Richtsnoeren met betrekking tot de toepassingscriteria en -modaliteiten voor de Structuurfondsen ter ondersteuning van de sector elektronische communicatie' werd een toelichting gegeven op de mogelijkheid en verenigbaarheid van overheidsfinanciering, gelet op de regels ten aanzien van staatssteun.
In het kader van e Europe 2005 en op basis van de vergaderingen van de Telecomraad hebben de 15 lidstaten van destijds in 2003 een nationale breedbandstrategie ontwikkeld. Vijf van de nieuwe lidstaten hebben inmiddels soortgelijke documenten opgesteld. In alle strategieën wordt gewezen op de betekenis van concurrentie voor het stimuleren van de particuliere investeringen. Deze nationale strategieën bepalen evenwel ook dat wanneer de marktwerking het laat afweten de overheid de taak heeft voor breedbanddekking te zorgen en daarvoor steunprogramma's kan vaststellen. Met de huidige initiatieven wordt op de aanbod- én de vraagzijde van de markt een “virtueuze” cirkel gestimuleerd: de ontwikkeling van de kwaliteit van de inhoud en diensten is afhankelijk van de uitrol van de infrastructuur maar ook het omgekeerde is waar. Bij de recente herziening van een deel van deze strategieën zijn de doelstellingen verfijnd.
De initiatieven worden doorgaans op nationaal niveau gecoördineerd, ofschoon zij meestal op regionaal of lokaal niveau worden uitgevoerd. Met het rapport van het Digital Divide Forum, dat in het witboek over ruimtevaart was aangekondigd, werd een maatschappelijke discussie geopend over de wenselijkheid van overheidsbemoeienis. In dat rapport werden de kosten en prestaties van alternatieve technologieën gedetailleerd en werden voorbeelden gegeven van lopende initiatieven. De openbare raadpleging bevestigt het belang dat de lokale, regionale en nationale overheden, alsmede de industrie en de diverse organisaties aan deze kwestie hechten. In de bijlage bij deze mededeling wordt een uitvoerig overzicht gegeven over de resultaten van deze openbare raadpleging.
4.2. Redenen voor overheidsbemoeienis
Met maatregelen van overheden op alle niveaus kan de dekking in achterstandsgebieden worden verbeterd. Maar of de marktwerking tekortschiet, valt moeilijk te bepalen, vooral als er onduidelijkheid is over het tempo van de breedbanduitrol. De voordelen van overheidsbemoeienis moeten daarom duidelijk en aanzienlijk zijn, zodat de risico's van ongewenste gevolgen worden gecompenseerd. Een van die risico's is dat de technologische ontwikkeling kan worden afgeremd door in overheidsprogramma's voor een bepaalde technologie of dienst te kiezen. Een ander risico is dat overheidsbemoeienis een concurrentievervalsend effect kan hebben, evenals gevolgen voor investeringen op commerciële basis. Ten slotte zijn de mensen, gezien het grote verschil dat er momenteel tussen dekking en acceptatie bestaat, misschien gewoon niet bereid deze technologie te gebruiken.
Van al deze risico's moet een inschatting worden gemaakt wanneer initiatieven worden overwogen met betrekking tot stimulering of bundeling van de vraag, verstrekking van subsidies en leningen, gemeentelijke initiatieven, concurrentie, enz. Een dergelijke analyse verplicht beleidsmakers ertoe voortdurend en tijdig van betrouwbare gegevens over breedband gebruik te maken. Bijzonder relevant hierbij is het kaartmateriaal met betrekking tot de infrastructuur.
Lokale overheden verkeren in de juiste positie om lokale informatie te verzamelen en de lokale vraag naar breedbanddiensten te bundelen. Zij zijn vertrouwd met de plaatselijke topografie en daarom in staat de optimale combinatie van technologieën te bepalen. Zij kunnen de ontwikkeling van lokale diensten vergemakkelijken of lokale proefprojecten opstarten om nieuwe technologieën uit te proberen. Zij kunnen steun verlenen voor de uitrol van een krachtige, toekomstvaste infrastructuur die toegankelijk is voor dienstverleners die met elkaar concurreren op voet van gelijkheid.
Kortom, de lokale/regionale overheden verkeren in de beste positie om een breedbandproject te plannen waarbij rekening wordt gehouden met de lokale behoeften en de technologische eisen. De nationale breedbandstrategieën moeten worden versterkt om rekening te houden met lokale behoeften. Aangezien de projecten versnipperd zijn, kunnen de lokale en regionale overheden ook enorm profiteren van een betere uitwisseling van beste praktijken.
4.3. Beschikbare instrumenten
De ontwikkeling en toepassing van doeltreffende beleidsinstrumenten om een gebrekkige marktwerking te ondervangen, is een complexe zaak. Toch staan er op EU-niveau hiervoor verschillende instrumenten ter beschikking:
i) Toepassing van het regelgevingskader voor elektronische communicatie: Breedband ontwikkelt zich op de geliberaliseerde markten in hoog tempo. Meer concurrentie is daarom de beste manier om de marktontwikkeling te stimuleren. Vanwege het belang van draadloze oplossingen voor plattelandsgebieden zou door een betere coördinatie met het EU-radiospectrumbeleid bovendien voor meer harmonisatie kunnen worden gezorgd en de breedbandontwikkeling kunnen worden gestimuleerd.
Actie 1: De lidstaten moeten het regelgevingskader voor elektronische communicatie volledig ten uitvoer leggen om een open toegang en commerciële introductie in plattelandsgebieden te vergemakkelijken. Wat het spectrum betreft, werkt de Commissie samen met de lidstaten aan de harmonisatie van de technische voorwaarden voor het gebruik van draadloze breedbandtoepassingen in de EU met de bedoeling een interne markt tot stand te brengen en de introductie van innovatieve technologieën aan te moedigen.
ii) Financiering door de overheid: Nu overheden steeds meer betrokken raken bij breedbandinitiatieven, wordt stilaan duidelijker dat overheidsbemoeienis de uitrol van breedband in minder winstgevende regio's kan versnellen, waarbij de concurrentie in de toekomst gegarandeerd wordt door eisen te stellen aan de open toegankelijkheid van deze infrastructuur.
Actie 2: Vormen van overheidsbemoeienis, zoals leningen en subsidies en publiek-private partnerschappen, moeten in gebieden met een te lage dekking worden aangemoedigd. De lidstaten kunnen ook experimenteren met belastingvoordelen voor abonnees, mits deze aan de mededingingsregels en het principe van technologische neutraliteit voldoen.
iii) Overheidssteun en mededingingsbeleid: Overheidsbemoeienis kan de mededinging verstoren. Daarom zijn de voorschriften ten aanzien van staatssteun zo belangrijk voor het garanderen van de mededinging. Wanneer wordt overwogen staatssteun te verlenen, moet de Europese Commissie hiervan in kennis worden gesteld. De Commissie onderzoekt of de plannen verenigbaar zijn met de regels van het Verdrag. Er zijn al diverse beslissingen genomen waarmee steun werd toegekend voor breedbandprojecten op het platteland en in afgelegen gebieden waartegen de Commissie geen bezwaar heeft gemaakt. Een overzicht van deze beslissingen is te vinden in hoofdstuk 3 en bijlage 3 van het verslag van het Digital Divide Forum. De uitrol van een open infrastructuur die gebaseerd is op technologische neutraliteit en die door een onafhankelijke organisatie wordt beheerd, lijkt de meest geschikte oplossing om de mededinging te waarborgen.
Actie 3: De Commissie zal haar gedragslijn nader toelichten en onder de aandacht brengen ten einde het nodige houvast te geven inzake de verlening van staatssteun voor breedbandprojecten.
iv) EU-financiering: Structuurfondsen en Fonds voor plattelandsontwikkeling: Op EU-niveau dragen de Structuurfondsen en het Fonds voor plattelandsontwikkeling bij aan de ontwikkeling van regionale en rurale gebieden met een achterstand. In het kader van het herziene Lissabon-proces heeft de Commissie voorgesteld de programma's te steunen met gerichte investeringen in kennis door de Structuurfondsen. Met name in afgelegen gebieden, op het platteland en in de nieuwe lidstaten moeten de Structuurfondsen de beschikbaarheid van ICT-infrastructuur waarborgen wanneer de markt er niet in slaagt deze aan te bieden tegen een betaalbare prijs en met de voor de te leveren diensten vereiste kwaliteit. Bovenal moeten de Structuurfondsen streven naar een betere spreiding van de informatiemaatschappij door een evenwichtige ondersteuning van de vraag naar en het aanbod van ICT-producten en -diensten, evenals door verbetering van het menselijk kapitaal. De investeringsbalans moet de huidige kloof tussen de breedbanddekking en de breedbandpenetratie in dit gebied weerspiegelen.
In 2003 zijn richtsnoeren voor het gebruik van de Structuurfondsen op het gebied van elektronische communicatie verschenen. Bij het nieuwe Fonds voor plattelandsontwikkeling zal het accent worden gelegd op toekomstgerichte investeringen in menselijk kapitaal en innovatie, waaronder ook de toepassing van ICT in plattelandsgebieden. De programma's voor plattelandsontwikkeling kunnen een belangrijke rol spelen bij het garanderen van de aanleg van een passende kleinschalige lokale infrastructuur teneinde belangrijke investeringen te koppelen aan lokale strategieën voor diversificatie en ontwikkeling van het potentieel van de landbouw- en voedingssector. Alleen zo kunnen de beoogde multiplicatoreffecten op het gebied van werkgelegenheid en groei worden gerealiseerd.
Actie 4: De Commissie zal in de eerste helft van 2007 een conferentie organiseren om de ICT-wereld en de achterban op het platteland bijeen te brengen. Het doel is meer inzicht te verwerven in de behoeften van gebruikers in plattelandsgebieden en de betrokkenen te doordringen van de mogelijkheden van ICT bij de ontwikkeling van het platteland. Daarbij zal de nadruk worden gelegd op de wijze waarop plattelandsgemeenschappen en -bedrijven gebruik kunnen maken van een betere ICT-infrastructuur en breedbandtoegang, evenals op de synergie tussen de Structuurfondsen en het Fonds voor plattelandsontwikkeling.
v) Bundeling van vraag en aanbod: De onzekerheid omtrent de vraag beïnvloedt de verwachte winst op investeringen en ontmoedigt zakelijke investeringen. Lokale overheden verkeren in een goede positie om een registratiesysteem op te zetten teneinde de lokale behoefte te peilen zodat die uiteindelijk naar de markt kan worden gebracht. Wanneer de collectieve vraag in een gemeenschap ontoereikend is, kunnen de gemeenten de vraag uit verscheidene gemeenschappen bundelen.
Actie 5: De Commissie zal een website opzetten om de uitwisseling van beste praktijken en vraagbundeling te stimuleren. Deze zal als centraal informatieplatform fungeren, waarop aanbestedingen kunnen worden bekendgemaakt en dat als centrale ingang voor de uitwisseling van beste praktijken zal dienen. Deze website kan zich zo ontwikkelen tot een virtuele ontmoetingsplaats voor leveranciers en lokale overheden. In het bijzonder zou deze website zeer dunbevolkte gebieden in staat kunnen stellen de behoeften op het gebied van breedband te coördineren, zodat een kritische massa kan worden bereikt voor technologische oplossingen, b.v. met behulp van satellieten, waarmee een groot gebied kan worden gedekt.
vi) Modernisering van overheidsdiensten: Alle lidstaten ondersteunen de ontwikkeling van online-overheidsdiensten. De ontwikkeling van innovatieve diensten stimuleert op haar beurt de vraag van de gebruiker, waardoor weer de uitrol van de infrastructuur wordt bevorderd. De ontwikkeling van moderne online-overheidsdiensten is een krachtig instrument voor het stimuleren van de breedbandbehoefte.
Actie 6: Met een actief beleid op nationaal en regionaal niveau om de connectiviteit van overheden, scholen en gezondheidscentra te verbeteren, kan een kritieke massa van gebruikers worden gecreëerd, terwijl tegelijkertijd de vraag wordt gestimuleerd door de voordelen van op breedband steunende diensten te demonstreren. De Commissie zal bij de ontwikkeling van haar e-overheidsactieplan in 2006 rekening houden met de stimulerende werking van online-overheidsdiensten in minder begunstigde regio's.
5. CONCLUSIES
Grootschalige toegang tot breedband is een kernvoorwaarde voor de ontwikkeling van moderne economieën en een belangrijk onderdeel van de Lissabon-agenda. De Europese Unie moet meer doen om breedbanddiensten populair te maken en de verdere uitrol te stimuleren, met name in de minder ontwikkelde gebieden van de Unie.
In deze mededeling wordt er bij overheden op alle niveaus in de Europese Unie op aangedrongen actiever gebruik te maken van de beschikbare instrumenten en technologieën.
De lidstaten worden verzocht hun bestaande nationale breedbandstrategieën bij te stellen om alle betrokkenen meer houvast te geven. In de desbetreffende documenten zouden doelstellingen kunnen worden opgenomen ten aanzien van de dekking en de marktpenetratie, waarbij geprofiteerd kan worden van een actief partnerschap met regionale overheden en van alternatieve financieringswijzen (nationaal, Structuurfondsen, Fonds voor plattelandsontwikkeling). In de nationale breedbandstrategieën zouden ook duidelijke doelstellingen voor de connectiviteit van scholen, overheidsdiensten en gezondheidscentra kunnen worden opgenomen.
De Commissie zal in het kader van de 'Groep op hoog niveau voor i2010' discussiebijeenkomsten over deze strategieën sturen en organiseren.
De Commissie zal de voor de digitale kloof relevante ontwikkelingen blijven volgen door:
a) alle aspecten van het fenomeen 'digitale kloof' in het jaarlijkse voortgangsrapport voor i2010 en in het kader van het e-inclusie-initiatief, dat voor 2008 op stapel staat, te analyseren;
b) de breedbandontwikkelingen in de nieuwe lidstaten te volgen en daarover in 2006 verslag uit te brengen.
'Tijd voor een hogere versnelling', het jaarlijkse voortgangsverslag van de Europese Commissie voor 2006 over groei en werkgelegenheid: http://europa.eu.int/growthandjobs/annual-report_en.htm
COM(2005) 229.
Zie http://europa.eu.int/information_society/eeurope/i2010/digital_divide/index_en.htm
M. O’Mahony en B. Van Ark, “EU productivity and competitiveness: An industry perspective”, http://www.ggdc.net/pub/EU_productivity_and_competitiveness.pdf.
'Snelle verbindingen voor Europa: Nationale breedbandstrategieën', COM(2004) 369.
Er zijn nog geen vergelijkbare gegevens over de dekking in de nieuwe lidstaten beschikbaar.
Onder DSL-dekking wordt verstaan het percentage van de bevolking dat is aangesloten op centrales die aan DSL zijn aangepast. In de DSL-dekking zitten dus ook de natuurlijke personen en bedrijven die te ver van de centrale verwijderd zijn voor een breedbandaansluiting, waardoor dit getal hoger is dan de eigenlijke dekking.
In algemenere zin zullen er in 2013 naar verwachting ten minste 4,7 miljoen aspirant-gebruikers zijn die niet voor een commerciële breedbandaansluiting in aanmerking komen. Zie bijlage 1, voetnoot 17.
Een uitvoerige beschrijving van hun eigenschappen is te vinden in hoofdstuk 2 van het rapport van het Digital Divide Forum.
De Commissie heeft op 29 september 2005 een nieuwe strategie gepresenteerd voor een optimaal gebruik van het radiospectrum in Europa, zie COM(2005) 400, COM(2005) 411 en COM(2005) 461.
COM(2003) 65, COM(2003) 673, COM(2004) 61, COM(2004) 369 en COM(2004) 380.
COM(2002) 263.
Zie http://europa.eu.int/comm/regional_policy/sources/docoffic/working/sf2000_en.htm.
COM(2003) 673.
Zie voetnoot 13.
De Commissie heeft een reeks Communautaire strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 gepresenteerd (COM(2005) 299 en COM(2005) 304) om de volgende generatie van programma's inzake het cohesiebeleid en de plattelandsontwikkeling beter op groei en werkgelegenheid af te stemmen.