Artikelen bij COM(2005)494 - Bijdrage van de Commissie voor de periode van bezinning en daarna: Plan D voor Democratie, Dialoog en Debat

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 13.10.2005

COM(2005) 494 definitief


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

De bijdrage van de Commissie voor de periode van bezinning en daarna:
Plan D voor Democratie, Dialoog en Debat

1. Inleiding

Aan het einde van de Europese Raad van 18 juni 2005 namen de staatshoofden en regeringsleiders een verklaring aan “over de ratificatie van het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa”. In die verklaring werd opgeroepen tot een “periode van bezinning” in aansluiting op de afwijzing van de Grondwet voor Europa bij de in Frankrijk en Nederland gehouden referenda.

De staatshoofden en regeringsleiders gaven een oriëntatie aan de lidstaten over het soort debat dat zou kunnen plaatsvinden: “Van deze periode van bezinning zal gebruik worden gemaakt om een breed debat in elk van onze landen mogelijk te maken, waarbij de burgers, de civiele samenleving, de sociale partners, de nationale parlementen en de politieke partijen zullen worden betrokken”. Terzelfder tijd wezen zij erop dat ook de Europese instellingen “daaraan moeten bijdragen en in dit verband heeft de Commissie een speciale rol te vervullen”. Deze mededeling is het antwoord op de oproep van de staatshoofden en regeringsleiders.

De Europese Commissie heeft de ratificatie van de Grondwet krachtig gesteund en heeft alle lidstaten assistentie verleend bij hun voorlichtingscampagnes. De leden van de Commissie hebben deelgenomen aan de debatten in de lidstaten. De Commissie blijft ervan overtuigd dat de Grondwet een belangrijke stap voorwaarts zou betekenen op weg naar een democratischer, transparantere, effectievere en naar buiten toe sterkere Europese Unie. Zij betreurt daarom dat, zoals de zaken er nu voorstaan, een ratificatie van de Grondwet in de nabije toekomst onwaarschijnlijk is. Ondertussen is de Commissie van oordeel dat het algemene evenwicht van de Grondwet niet mag worden verstoord door delen van de tekst toch in werking te doen treden vooraleer het geheel is geratificeerd. De bezinningsperiode moet volgens haar in een eerste stadium worden benut voor een breed en levendig debat over het Europese beleid. Een toekomstvisie voor Europa moet in elk geval steunen op een klaar en helder inzicht in de behoeften en verwachtingen van de burger. Plan D beoogt dat te verwezenlijken.

2. Doelstellingen van Plan D

De Commissie stelt Plan D voor ‑ waarbij “D” staat voor Democratie, Dialoog en Debat, niet als reddingsboei voor de Grondwet, maar als katalysator voor een breed debat tussen de democratische instellingen van de Europese Unie en de burgers. Dit plan is complementair aan bestaande of voorgenomen initiatieven en programma’s, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, jeugd, cultuur en bevordering van actief Europees burgerschap.

Plan D sluit nauw aan bij het actieplan voor de communicatie over Europa1, dat erop gericht is de manier waarop de Commissie haar activiteiten aan de buitenwereld presenteert te verbeteren, en bij het komende witboek over communicatiestrategie en democratie, dat de aanzet moet geven tot een overlegronde over de beginselen waarop het communicatiebeleid in de Europese Unie moet zijn gebaseerd en over de terreinen waarop met de andere Europese instellingen en organen kan worden samengewerkt. Die initiatieven vormen samen met Plan D een langetermijnplan ter versterking van de Europese democratie en ter bevordering van een Europese publieke ruimte waarin de burgers de beschikking hebben over de informatie en de instrumenten om actief aan de besluitvorming deel te nemen en het Europese project te sturen.

Het vertrouwen van het publiek in de Europese Unie herstellen

De Commissie vindt het in het licht van het afnemende vertrouwen in de politiek belangrijk te waarborgen dat de Europese burgers hun vertrouwen in en betrokkenheid bij de vertegenwoordigende democratie niet verliezen. Volgens de jongste Eurobarometerpeiling2 is de publieke opinie over de Europese Unie de voorbije maanden gestadig verslechterd. Dit geldt voor alle indicatoren (vertrouwen, beeld van Europa, beoordeling van het EU-lidmaatschap). Een vergelijkbare ontwikkeling wordt waargenomen wat het burgervertrouwen in de nationale politiek betreft. Het lidmaatschap van de Europese Unie wordt weliswaar nog door 54% van de EU-burgers als positief ervaren, maar de algemene perceptie van de Europese Unie door de burger is met nog slechts 47% gunstige antwoorden voortdurend verslechterd. Het burgervertrouwen in de Europese Unie is van 50% in het najaar van 2004 afgenomen tot 44% in het voorjaar van 2005.

De bevolking moet het gevoel hebben dat Europa een meerwaarde betekent en dat zij de besluitvorming kan beïnvloeden. Momenteel vindt 53% dat in de Europese Unie geen rekening wordt gehouden met hun mening2. Op de vraag welke rol men de Europese Unie graag zou zien spelen over vijf jaar, antwoordt niettemin 49% dat die rol groter mag zijn en slechts 14% dat de invloed op essentiële beleidsgebieden moet worden teruggeschroefd. Er is bijgevolg behoefte aan een Europa dat beter naar de burger luistert om aan diens verwachtingen te beantwoorden.

De vervulling daarvan is cruciaal, want al te vaak fungeren de Europese instellingen als zondebok voor onpopulaire maatregelen en worden zij als ver van de bevolking afstaand en bureaucratisch ervaren. Eén van de hoofddoelstellingen van de bezinningsperiode moet erin bestaan helderder en juister te communiceren over de werkzaamheden van de Europese Unie. Het is zaak voor zowel de lidstaten als de Europese instellingen te stoppen met het aanwijzen van schuldigen.

Doelpubliek en gebruik van moderne media

De Commissie vindt dat het debat niet mag worden beperkt tot de politieke leiders en de traditionele deelnemers. Zij is het met de staatshoofden en regeringsleiders eens dat “de burgers, de civiele samenleving, de sociale partners, de nationale parlementen en de politieke partijen” bij het debat moeten worden betrokken, maar is er tevens van overtuigd dat het luisteren naar de stem van bepaalde doelgroepen die tijdens de campagnes voor de referenda niet werden bereikt, zoals de jongeren en de minderheden, een plus zou betekenen. Tot slot kan het debat maar succes hebben als de massamedia, en met name de televisie, daarbij worden betrokken. Ook het internet kan een uiterst belangrijke functie vervullen als motor van het debat.

Een werk van lange adem

Plan D beperkt zich niet tot de duur van de bezinningsperiode. Het is een werk dat zich uitstrekt over de gehele ambtsperiode van deze Commissie en ook daarna moet worden voortgezet. De huidige crisis kan alleen worden te boven gekomen door een nieuwe consensus over het Europese project ‑ verankerd in wat de burger ervan verwacht ‑ tot stand te brengen.

Gehoord en meer betrokken worden

Waar het bij Plan D, met de “D” van democratie, dialoog en debat, uiteindelijk om draait, is luisteren naar de bekommernissen van de burger en dit als Europese Unie vertalen in concrete actie. Het doel van de Commissie is, het debat aan te zwengelen en de meerwaarde die de Europese Unie biedt, te doen erkennen. In dit proces van democratische vernieuwing moeten de burgers van de EU het recht hebben gehoord te worden.

3. Het debat in de lidstaten ondersteunen

3.1. Organisatie van het debat in de lidstaten

De verantwoordelijkheid om de oproep tot het inlassen van een periode van bezinning te beantwoorden, berust in de eerste plaats bij de lidstaten. Alle lidstaten hebben toegezegd een breed nationaal debat over de toekomst van Europa te organiseren.

De Commissie erkent dat in sommige lidstaten al een levendig debat wordt gevoerd; in andere daarentegen moet het nog beginnen of moet het worden verlevendigd of een bredere opzet krijgen. De Commissie wil daaraan een bijdrage leveren door een gemeenschappelijke benadering voor te stellen en ideeën aan te brengen over hoe zij als instelling aan het debat kan deelnemen.

De taak die zij voor zichzelf weggelegd ziet, is assistentie te verlenen aan – niet in de plaats te treden van ‑ de lidstaten bij het organiseren van de nationale debatten. De Commissie zal met de nationale regeringen samenwerken om evenementen die het debat bevorderen te helpen organiseren en financieren. Deze evenementen dienen het volledige spectrum aan meningen en opvattingen aan bod te laten komen. De vertegenwoordigingen van de Europese Commissie in de lidstaten en de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement hebben tijdens de bezinningsperiode een prominente assisterende rol te vervullen. Het Europees Parlement kan tevens een belangrijke speler zijn in de nationale debatten, hetzij via samenwerking met de nationale instellingen, hetzij door deelneming van parlementariërs aan het debat.

Voor de organisatie van de debatten in de lidstaten bestaat geen gemeenschappelijk model. Sommige lidstaten beschikken over permanente structuren, fora e.d. waar stelselmatig over Europese aangelegenheden wordt gediscussieerd. In andere daarentegen, verlopen dialoog en debat minder georganiseerd. De lidstaten kunnen zich inspireren op voorbeelden zoals het National Forum in Ierland of het Plataforma para Europa in Spanje.

Voor de nationale, regionale en lokale volksvertegenwoordigingen is inzake het organiseren en bevorderen van de debatten een specifieke rol weggelegd. De nationale parlementen vervullen een brugfunctie met betrekking tot het toetsen van de besluiten die de regeringen van de lidstaten nemen over Europese zaken. Hoewel sommige nationale parlementen zich hiervan voorbeeldig kwijten, is er nog veel ruimte om deze controlerende taak beter te vervullen. De Commissie is daarom vragende partij om inzake samenwerking met de nationale parlementen verder te gaan dan de doelstellingen die voor haar betrekkingen met die parlementen zijn vastgelegd en met de verwezenlijking waarvan zij aanvang 2005 is begonnen. Die doelstellingen omvatten drie hoofdthema’s – wederzijdse dienstverlening; praktische samenwerking in netwerkverband; contacten met de burgers en hun gekozen vertegenwoordigers: een krachtiger stem voor de parlementen is een krachtiger stem voor de burgers van Europa – en behelzen een aantal concrete acties zoals participatie op hoog niveau in de Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden (Cosac) en de Conferentie van parlementsvoorzitters, inventarisatie van de behoeften van de nationale parlementen op het gebied van informatie- en samenwerkingsvormen, bevordering van de interparlementaire elektronische uitwisseling van informatie over de EU.

In nauwe samenwerking met het Europees Parlement en na overleg met het voorzitterschap van de Conferentie van parlementsvoorzitters en met de voorzitterstrojka van de Cosac zal de Commissie zo spoedig mogelijk de nationale parlementen van de lidstaten uitnodigen voor een forum in Brussel, om te discussiëren over de bijdragen van die parlementen tijdens de bezinningsperiode, van gedachten te wisselen over nationale ervaringen en beproefde werkmethoden, en eventuele vormen van samenwerking en gezamenlijke acties met en/of steun van de Europese instellingen tijdens de bezinningsperiode te onderzoeken.

3.2. Inhoud

Plan D voor democratie, dialoog en debat behelst een gestructureerde aanpak om een publiek debat over de toekomst van de Europese Unie aan te zwengelen. De uitkomst van dit publieke debat moet worden verwerkt in de aanpak waarvoor aan het einde van de bezinningsperiode wordt gekozen.

De Commissie wil weliswaar een gemeenschappelijk kader aanreiken, maar erkent ten volle dat elk debat zijn specifieke lokale, regionale en nationale karakter zal dragen. Naargelang van het land en het beleidsthema dat wordt besproken, zullen andere accenten worden gelegd en zal het gewicht van de Europese Unie verschillend zijn.

Dit gezegd zijnde, moet het debat in elk van de lidstaten de aandacht van de bevolking concentreren op de toekomst van Europa, peilen naar de verwachtingen van de burgers, en de meerwaarde en de tastbare voordelen van het Gemeenschapsbeleid belichten. Het debat moet met andere woorden verder gaan dan institutionele kwesties en de Grondwet. Het moet zich toespitsen op het werkgelegenheidsbeleid van Europa, op de economie, het vervoersvraagstuk, de terrorismebestrijding, de milieuproblematiek, de olieprijzen, de aanpak van natuurrampen en de armoedebestrijding in Afrika en elders. De uitkomst van de debatten moet de Europese instellingen, en met name de Commissie, helpen om nauwkeuriger te bepalen waar de prioriteiten liggen.

Dit proces dient in twee richtingen te verlopen: de burgers moeten aan de hand van concrete verwezenlijkingen en projecten worden geïnformeerd over de rol van Europa, en gehoor krijgen wat betreft hun verwachtingen inzake het toekomstige beleid. De volgende gespreksthema’s zouden aan bod kunnen komen:

- De sociaal-economische toekomst van Europa: het vermogen van Europa om groei tot stand te brengen en meer jobs te creëren, om de effecten van de zogeheten Lissabonstrategie te maximaliseren; de gemeenschappelijke waarden waarop de sociaal-economische modellen in Europa zijn gebaseerd; de noodzakelijke hervormingen om de wereldwijde concurrentie het hoofd te bieden en de voorwaarden voor duurzame ontwikkeling.

- Het beeld van Europa en van de taken van de Unie: uitgaande van de concrete verwezenlijkingen en voordelen van de Europee Unie in het dagelijkse leven (b.v. voedselveiligheid, Erasmus, de euro, consumentenbescherming, interne markt) zou tijdens het debat kunnen worden gepeild naar wat de bevolking op het lokale niveau van de Unie verwacht en naar de visie op haar toekomstige rol, onder meer wat betreft de ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht of de aanpak van de klimaatverandering en natuurrampen.

- De grenzen van Europa en zijn rol op het wereldtoneel: nieuwe uitbreidingen, het vermogen van de Unie om nieuwe lidstaten op te nemen, de veiligheid van het continent, de relatie met buurlanden of de invloed van Europa in vergelijking met de andere grote blokken in de wereld. Wat verwacht de bevolking in een wereld zonder grenzen van Europa, op het gebied van handel (b.v. textiel), milieu (b.v. klimaatverandering), mobiliteit (b.v. trans-Europese netwerken), veiligheid (b.v. deelneming aan vredesoperaties) en ontwikkeling (b.v. ontwikkelingshulp, schuldverlichting voor de derde wereld)?

Het spreekt echter vanzelf dat er binnen Plan D geen beperking geldt wat de te bespreken onderwerpen betreft. Naargelang van het publiek en de omstandigheden moeten de meest interessante en levendige onderwerpen worden gekozen en besproken. De Commissie is bereid om op verzoek van de lidstaten deze thema’s nader uit te werken.

3.3. Terugkoppeling

Om een directe impact van de feedback op de politieke agenda van de Europese Unie te garanderen, moeten de nationale debatten worden gestructureerd. Het luisterproces moet duidelijke resultaten opleveren waarmee aan het einde van de bezinningsperiode rekening wordt gehouden. Elke lidstaat moet een synthese van de eerste resultaten van het nationale debat aan de Commissie en aan het voorzitterschap van de Raad doen toekomen. Die synthese dient openbaar te worden gemaakt.

In april 2006 is een eerste terugkoppelingsmoment gepland om een aantal eerste conclusies te kunnen trekken. De Commissie zal bij wijze van eerste stap op 9 mei 2006, ter gelegenheid van de jaarlijkse “Europadag”, een Conferentie over de toekomst van Europa organiseren waarbij het maatschappelijk middenveld, vertegenwoordigers van de lidstaten, van het Europees Parlement en de nationale parlementen, de burgers en de andere EU-instellingen en -organen betrokken zullen worden. Het is de bedoeling bij die gelegenheid een Europese samenvatting te maken van de voornaamste conclusies en van de activiteiten die uit de grensoverschrijdende discussie zijn voortgevloeid. In mei 2006 zal de Commissie eveneens een algemene synthese maken van de bezoeken aan de lidstaten en van de overal in de Unie gehouden debatten.

Dit moet het Oostenrijkse voorzitterschap de nodige input verschaffen voor het opmaken van een tussentijdse balans op de Europese Raad van juni 2006, zoals in de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders wordt gevraagd.

4. Initiatieven van de Gemeenschap

De Europese Commissie staat klaar om in het brede debat over de toekomst van Europa een rol van betekenis te spelen. Ook al ligt het zwaartepunt van het debat niet bij haar, zij kan ervoor te zorgen dat grensoverschrijdende initiatieven worden aangemoedigd en ondersteund. Een aantal in het oog lopende gemeenschappelijke evenementen kan er eveneens toe bijdragen het proces zichtbaarder te maken en de betrokkenheid van nieuwe spelers in de Europese besluitvorming te vergroten.

Partnerschap met de Europese instellingen en organen

De Commissie zal samen met de huidige en de komende voorzitters van de Unie, het Europees Parlement, de Raad, het Comité van de regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité het debat op Europese schaal aanzwengelen. Dergelijke initiatieven kunnen voor het merendeel gezamenlijk worden opgezet met het Europees Parlement en de andere instellingen en organen. De Commissie nodigt alle Europese instellingen en organen uit om de mogelijkheden voor samenwerking en gezamenlijke actie naar voren te brengen en te bespreken.

Met het initiatief wil de Commissie de EU-burgers aanmoedigen om een actieve bijdrage te leveren aan het debat over de toekomst van Europa, de meerwaarde van de Europese Unie in de verf zetten en de regeringen, politieke partijen en opinieleiders stimuleren om van Europa een thema te maken waarover iedereen spreekt. Hierna volgen een aantal initiatieven die tijdens de bezinningsperiode op Gemeenschapsniveau moeten worden genomen.

4.1. Een breed publiek debat stimuleren

4.1.1. Bezoeken aan de lidstaten door leden van de Commissie

De Commissie is voornemens om een directer contact met de burgers te hebben, naar hun bekommernissen te luisteren en nadrukkelijker aanwezig te zijn in de nationale en regionale debatten.

De voorzitter en/of de vice-voorzitter voor Institutionele betrekkingen zullen aan zoveel mogelijk lidstaten een bezoek brengen. Een bijzondere inspanning zal worden geleverd in de komende maanden. Het lid van de Commissie uit de betrokken lidstaat en eventueel andere leden zullen de voorzitter en/of vice-voorzitter vergezellen. De Commissie acht het aanbevelenswaardig dat daarbij ook leden van het Europees Parlement worden betrokken. Het is de bedoeling dat er ontmoetingen plaatsvinden met de regeringen, de nationale parlementen, bedrijfs- en vakbondsleiders, het maatschappelijk middenveld, studenten en regionale en lokale overheden. Bij elk bezoek zal een prominente plaats ingeruimd worden voor media events en contacten met de bevolking.

4.1.2. Beschikbaarheid van de leden van de Commissie voor de nationale parlementen

De nationale parlementen vervullen een brugfunctie met betrekking tot het toetsen van de besluiten die de regeringen van de lidstaten nemen over Europese zaken. Zoals eerder gezegd, is de Commissie voornemens om een actieve rol te spelen als facilitator van het debat over Europese aangelegenheden en om de Europese besluitvorming in alle politieke fora doorzichtiger te maken.

Behalve dat er een vice-voorzitter voor de betrekkingen met de nationale parlementen is, zullen de leden van de Commissie ernaar streven beschikbaar te zijn voor die parlementen om het beleid van de Commissie en actuele ontwikkelingen op het vlak van de EU toe te lichten. Er lopen contacten met de nationale parlementen om daarvoor praktische afspraken te maken.

4.1.3. Vertegenwoordigingen toegankelijk voor het publiek

De vertegenwoordigingen in de lidstaten zijn het nationale gezicht van de Commissie, maar zijn onvoldoende bekend bij de doorsneeburger, die de Commissie als een verre instelling blijft beschouwen. De Commissie werkt aan een versterking van de rol van de vertegenwoordigingen en is voornemens deze bij het publiek bekend te maken als centrale bron van informatie en doorgeefluik voor opmerkingen en vragen in verband met Europese aangelegenheden.

De gebouwen van de vertegenwoordigingen staan permanent open voor het publiek. Daarnaast zal het hoofd van de vertegenwoordiging (en zo mogelijk leden van de Commissie) beschikbaar zijn voor vraag-en-antwoordsessies met het publiek. Deze mogen niet uitsluitend in de hoofdsteden plaatsvinden. Het Europees Parlement wordt uitgenodigd om dit voorbeeld te volgen; een en ander zou moeten worden gecoördineerd.

4.1.4. Europa Direct centra gebruiken voor regionale evenementen

In partnerschapsverband met regionale en lokale gaststructuren heeft de Commissie een gedecentraliseerd netwerk van plaatselijke EU-voorlichtingspunten opgezet. Dat netwerk is voor alle EU-instellingen en –organen een waardevol instrument om op het terrein met de burger te communiceren over Europa en een middel voor de Commissie om haar communicatiestrategie in praktijk te brengen.

De vertegenwoordigingen zullen het netwerk van Europa Direct centra “van de nieuwe generatie” optimaal benutten ter ondersteuning van Plan D. Die centra moeten het zwaartepunt vormen van de activiteiten op regionaal vlak.

4.1.5. Europese rondetafel voor democratie

De Commissie wil burgers, voornamelijk jongeren, die belangstelling hebben voor Europese vraagstukken tegemoet treden. Bedoeling is te experimenteren met methoden om intensiever over de grenzen heen te discussiëren, actief burgerschap te stimuleren en de voeling met het Europese integratieproces te versterken.

De Commissie zal daartoe samenwerken met het maatschappelijk middenveld om een Europese rondetafel voor democratie op poten te zetten. Dit moet een trefpunt worden voor burgers met een verschillende achtergrond die samen iets zullen ondernemen met betrekking tot of debatteren over Europese aangelegenheden. Voortbouwend op de resultaten van de Europese rondetafel dienen in alle lidstaten meetings te worden georganiseerd.

4.1.6. Europese goodwillambassadeurs

Een goede voorlichting en communicatie over de activiteiten zal cruciaal zijn. Goed beleid moet gepaard gaan met goede, creatieve initiatieven om de aandacht van het publiek en de media te trekken.

De Commissie zal samen met de lidstaten een aantal regionale evenementen trachten op te zetten met “Europese goodwillambassadeurs”, naar het voorbeeld van wat de Verenigde Naties doen of in het kader van de referenda over het lidmaatschap in de nieuwe lidstaten is gebeurd, en daarvoor bekende personen en nationale of lokale beroemdheden inviteren uit de wereld van de cultuur, het bedrijfsleven, de sport of enige andere belangstellingssfeer van een bepaald doelpubliek. Deze ambassadeurs zouden actief kunnen zijn in de betrokken lidstaat, bij open meetings, workshops en lezingen over specifieke Europese beleidsterreinen of programma’s, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, armoedebestrijding, opkomst voor verkiezingen, onderzoek en ontwikkeling, enz.

4.2. Een grotere burgerparticipatie in het democratisch proces

4.2.1. Raadpleging en overleg effectiever maken

De Commissie heeft de afgelopen jaren haar methoden van overleg en raadpleging over belangrijke beleidsinitiatieven verbeterd. Het aantal raadplegingen van belanghebbenden via groen- en witboeken en internet is sterk toegenomen. Als onderdeel van het luisterproces wil de Commissie feedback direct verzamelen bij de burgers, de consumenten en het bedrijfsleven, en de bestaande middelen verbeteren in samenwerking met het Europees Parlement en de andere instellingen.

De Commissie zal haar bestaande overlegprocedures effectiever promoten om de betrokkenheid van nationale en regionale belanghebbenden te vergroten, zoals het Actieplan voor een betere communicatie voorschrijft.

4.2.2. Ondersteuning van projecten van Europese burgers

Om iets te doen aan het gevoel van de Europese burgers dat zij te weinig door de politiek worden gehoord en erbij worden betrokken, moet de burgerparticipatie en de betrokkenheid bij de Europese idealen op alle niveaus worden versterkt. Het recentelijk voorgestelde programma “Burgers voor Europa” ter bevordering van actief Europees burgerschap heeft dat als zijn hoofddoel gesteld.

Voorts zijn in sommige lidstaten op lokaal niveau diverse burgerpanels opgericht die vaak bij de besluitvorming op regionaal niveau worden ingeschakeld. De Commissie streeft ernaar initiatieven van Europese burgerpanels te steunen, teneinde zo mogelijk een representatieve steekproef van burgers uit de regio’s van Europa bijeen te brengen om over specifieke beleidsgebieden te spreken. Deze initiatieven moeten voortbouwen op in de lidstaten bestaande modellen en tevens eventueel ook feedback leveren voor de Europese debatten.

4.2.3. Meer openheid

De Europese burger heeft recht op openbare instellingen die efficiënt functioneren, toegankelijk en servicegericht zijn. De Commissie is daarom voorstander van meer doorzichtigheid op alle niveaus van de Europese instellingen, onder andere via haar eigen European Transparency-initiatief. Wat de Raad betreft, heeft de Europese Raad van Sevilla beslist om de beraadslagingen openbaar te maken wanneer de Raad als medewetgever optreedt (medebeslissingsprocedure). Deze beslissing zal formeel worden omgezet in het reglement van orde van de Raad. Zij behelst presentatie van de belangrijkste voorstellen en openbaarheid van de stemming en de stemverklaringen. Deze toezeggingen zijn nog niet in concrete daden omgezet. Het Britse voorzitterschap bestudeert momenteel een aantal mogelijke opties om de beraadslagingen van de Raad doorzichtiger te maken.

Dit initiatief van het voorzitterschap, dat nauw aansluit bij haar Europees initiatief inzake transparantie, wordt volledig onderschreven door de Commissie.

4.2.4. Grotere opkomst voor verkiezingen

De lagere opkomst voor landelijke en lokale verkiezingen heeft het gevoel versterkt dat de politiek legitimiteit mist. Met name is de opkomst in sommige lidstaten voor de laatste verkiezingen van het Europees Parlement bedroevend laag geweest.

De Commissie zal aan de andere Europese instellingen voorstellen om gezamenlijk te bestuderen hoe de opkomst voor de Europese verkiezingen en nationale referenda over Europese aangelegenheden kan worden vergroot. Bijzonder aandacht dient uit te gaan naar participatie van jongeren en minderheidsgroepen en haar het gebruik van nieuwe technologieën om een grotere participatie te bewerkstelligen. Er zou een interinstitutionele werkgroep in het leven kunnen worden geroepen om de inspanningen op dit gebied te coördineren.

4.3. De instrumenten om een dialoog over het Europese beleid op gang te brengen

4.3.1. Specifieke Eurobarometer over de toekomst van Europa

Bij Plan D draait het om luisteren, bespreken, overleggen. Het is de Commissie er uiteindelijk om te doen lessen te trekken uit de respons van de burgers. Tevens zal het voor de lidstaten een middel zijn om gedurende de bezinningsperiode inzicht te krijgen in de problemen die hun bevolking bezighouden.

De Commissie zal een specifieke Eurobarometerenquête wijden aan de toekomst van Europa, waarbij zal worden gepeild naar de ideeën en opvattingen van de burgers over het Europese project en naar de bijval voor en verwachtingen omtrent het beleid en het optreden van Europa.

4.3.2. Internet

Er zijn steeds meer voorbeelden van het belang van het internet als politiek discussieforum. Als de Commissie het voortouw wil nemen om het debat over de toekomst van Europa in goede banen te leiden, dan mag zij geen enkel medium van interactieve communicatie onbenut laten.

De Commissie zal daarom de modernste internettechnologie bezigen om haar beleid te bespreken en te verdedigen in de internetgemeenschap, die tot een belangrijk opinievormend gespreksforum is uitgegroeid.

4.3.3. Specifieke focusgroepen

Als wezenlijk onderdeel van het luisterproces, moet de bestaande goede praktijk om focusgroepen in te schakelen als eerste stap in een politiek van open beleidsbepaling verder worden ontwikkeld door de Commissie. Daarbij dient bijzondere aandacht uit te gaan naar de opvattingen van jongeren. Dit kan de lidstaten helpen om het proces van terugkoppeling naar het nationale debat te versterken.

Zij kunnen daarbij rekenen op steun van de Commissie om deze modus operandi met betrekking tot welbepaalde Europese thema’s vorm te geven.

5. Financiering

Er moet worden gezorgd voor een adequate financiële ondersteuning van dit grootschalige debat over de toekomst van Europa. De Commissie is voornemens om de lidstaten en de civiele samenleving via ondersteuning van individuele initiatieven bij te staan.

Begin 2005 is voor het debat over de toekomst van Europa negen miljoen euro vastgelegd in het Prince-begrotingsonderdeel (referentie 25 03 02). Alle lidstaten hebben financiële bijstand ontvangen en in het kader van het ratificatieproces is al iets minder dan 6 miljoen euro toegewezen. De resterende middelen moeten volgens de Commissie worden gebruikt om initiatieven van de lidstaten en de civiele samenleving te steunen.

Zij is derhalve blij met de intentie van het Europees Parlement om in 2006 nog eens zes miljoen euro ter beschikking te stellen van het Prince-begrotingsonderdeel.

6. Slotopmerkingen

Uit de debatten die in de lidstaten hebben plaatsgevonden over de ratificatie van de Europese Grondwet kan worden onthouden dat het lidmaatschap van de Europese Unie nog steeds op bijval kan rekenen, maar dat het gevoel van vervreemding van het democratisch proces sterker wordt.

De staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie hebben een verklaring aangenomen waarin de noodzaak wordt benadrukt om de bezorgdheid van de burgers ter harte te nemen en een brede discussie op gang te brengen.

Het is tijd om te luisteren en te handelen. Deze mededeling presenteert Plan D voor democratie, dialoog en debat, en licht toe wat de inzet ervan is. Weliswaar wordt de nadruk gelegd op het nationale karakter van de debatten, maar terzelfder tijd wordt aanbevolen het terugkoppelingsproces te structureren en een aantal initiatieven op communautaire leest te schoeien.

Met Plan D wordt beoogd een nieuwe consensus over en legitimatie voor het Europese project tot stand te brengen, een kritische analyse te maken van niet ingeloste verwachtingen en oplossingen aan te dragen. Gelet op het voorgaande beveelt de Europese Commissie aan dat de lidstaten:

- het nodige doen om elk in hun land zo spoedig mogelijk een nationaal debat te organiseren;

- samenwerken met de Commissie en andere instellingen en organen om de assistentie en de bijdragen die deze laatste aan het nationaal debat kunnen leveren, zo efficiënt mogelijk te maken;

- het tegen de komende Europese Raad eens zijn over het terugkoppelingsproces dat moet garanderen dat de door de burgers geuite bekommernissen en verwachtingen bekend zijn en worden verdisconteerd in de balans die tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap moet worden opgemaakt.

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL:

De bijdrage van de Commissie voor de periode van bezinning en daarna: Plan D voor Democratie, Dialoog en Debat

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein: 16-PERS EN COMMUNICATIE

Bijbehorende activiteit(en): (volgens nomenclatuur VOB 2006) :

16 03 Analyse van de trends binnen de publieke opinie en ontwikkeling van algemene voorlichting voor de burgers

3. BEGROTINGSONDERDELEN

1. Begrotingsonderdeel inclusief omschrijving:

16 03 04 – Prince – Debat over de toekomst van de Europese Unie


2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Het is de bedoeling dat het in deze mededeling vervatte Plan D jaar na jaar ten uitvoer wordt gelegd en budgettair wordt ingepast in de financiële meerjarenprogrammering.


3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotings-onderdeelSoort uitgaveNieuwBijdrage EVABijdragen kandidaat-lidstatenRubriek Financiële vooruitzichten

16 03 04
NVU
GK
NONNONNONN°3


4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

1. Financiële middelen

1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)


Soort uitgave
Punt nr.
2006
Volgende jaren3
Totaal
Beleidsuitgaven4
Vastleggingskredieten (VK)8.1a6,000---6,000
Betalingskredieten (BK)b6,000---6,000
TOTAAL REFERENTIEBEDRAG

Vastleggingskredieten
a
6,000

---

6,000

Betalingskredieten
b
6,000

---

6,000
Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen5
Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK)8.2.3d
0,810

---

0.810

Totale indicatieve kosten van de maatregel

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgavena+d
6,810

---

6,810
TOTAAL BK inclusief personeelsuitgavenb+d
6,810

---

6,810




2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

Het voorstel is wat betreft de begroting 2005 verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

De uitvoering van plan D in 2005 zal worden gedekt door een interne herschikking van bestaande DG PRESS-kredieten voor het begrotingsonderdeel PRINCE.

De behoeften in 2006 zullen eveneens door het begrotingsonderdeel PRINCE worden gedekt, mits de begrotingsautoriteit de benodigde kredieten toekent. Er zij opgemerkt dat het Europees Parlement verschillende amendementen op het VOB 2006 heeft ingediend ter verhoging van de kredieten voor het betrokken begrotingsonderdeel.

In 2007 en 2008 zal de uitvoering van Plan D worden voortgezet. De kredieten voor die jaren zullen afhankelijk zijn van de uitkomst van de eerste terugkoppelingsronde en zijn bijgevolg niet in de tabellen van dit financieel memorandum opgenomen. Zij zijn eveneens afhankelijk van de goedkeuring van de financiële vooruitzichten 2007-2013 en de corresponderende financiële meerjarenprogrammering.



3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.


2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.


Jaarlijkse behoeften

2006

Volgende jaren
Totale personele middelen in VTE7,5---


5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Op 18 juni 2005 heeft de Europese Raad een verklaring aangenomen waarin wordt opgeroepen tot het inlassen van een periode van bezinning na de ongunstige uitslag van de referenda over de Grondwet in Frankrijk en Nederland. De Commissie stelt een Plan voor democratie, dialoog en debat voor, dat erop gericht is een breder debat te bevorderen over de relatie tussen de democratische instellingen van de EU en de burgers. In de onderhavige mededeling wordt een aantal initiatieven voorgesteld om op nationaal en Europees niveau een grootschalig publiek debat op gang te brengen. Die initiatieven moeten ook specifieke doelgroepen bereiken (vrouwen, jongeren, minderheidsgroepen, werklozen enz.) en de nodige media-aandacht krijgen. De uitvoering van het plan moet de hele ambtsperiode van deze Commissie bestrijken en daarna worden voortgezet.

De vertegenwoordigingen van de lidstaten zullen hierbij een sleutelrol vervullen.


2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

De meerwaarde van de voorgestelde maatregelen bestaat in de garantie dat de feedback uit het debat de politieke agenda van de Europese Unie direct kan beïnvloeden. De Commissie stelt daarom voor assistentie te verlenen bij de organisatie en financiering van evenementen die het debat stimuleren. De initiatieven moeten zoveel mogelijk worden georganiseerd in samenwerking met andere EU-instellingen en -organen.

Plan D zal worden uitgevoerd in synergie met het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa, goedgekeurd door het College op 20.7.2005.


3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

De doelstellingen van Plan D sluiten aan bij de algemene doelstellingen van de Commissie en bij de operationele doelstellingen van DG PRESS, zoals opgenomen in het ABM en de ABB.

Dit onderdeel van het financieel memorandum bevat de acties en doelstellingen van Plan D die gevolgen hebben voor de begroting en/of de personeelssterkte van DG PRESS.

De vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten zullen intensief worden betrokken bij de verwezenlijking van de hierna beschreven doelstellingen en acties.

1. Eerste operationele doelstelling: de nationale debatten ondersteunen

- Bijdrage aan de ABM-doelstellingen van DG PRESS en aan de algemene doelstellingen van de Commissie

Deze doelstelling zal worden gerealiseerd via de volgende acties, die stuk voor stuk passen in de algemene doelstellingen van DG PRESS en de bestaande begrotingsonderdelen van de ABB:

1.1. Organisatie van nationale debatten: uit te voeren met assistentie van de Commissie aan de lidstaten bij het orgaiseren van evenementen die het debat bevorderen.

1.2. Terugkoppeling: uit te voeren via een Europese Conferentie op 9 mei 2006.

- Realisatie/Verwachte resultaten/impact/Indicatoren

Ondergeschikte operationele doelstelling/actieReferentie plan DRealisatieVerwachte resultaten/impactIndicatoren
1.1 Organisatie van nationale debatten3.1.Assistentie bij het organiseren van evenementen die het debat bevorderenOrganisatie van een nationaal debat per lidstaat. Bevordering van regionale initiatieven en participatie van nationale parlementenAantal georganiseerde debatten

Verslagen van de lidstaten
1.2 Terugkoppeling3.3.Organisatie van de Europese Conferentie in mei 2006/ syntheseverslagBundelig van de eerste conclusies van het debat en oriëntaties voor de voorbereiding van de Europese Raad van juni 2006Aantal deelnemers aan de conferentie

Evaluatie vooraf en achteraf


2. Tweede operationele doelstelling: een breder publiek debat bevorderen

- Bijdrage aan de ABM-doelstellingen van DG PRESS en aan de algemene doelstellingen van de Commissie

Deze doelstelling zal worden gerealiseerd via de volgende acties, die stuk voor stuk passen in de algemene doelstellingen van DG PRESS en de bestaande begrotingsonderdelen van de ABB

2.1. Bezoeken van leden van de Commissie aan de lidstaten: uit te voeren in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

2.2. Vertegenwoordigingen van de Commissie openstellen voor het publiek: uit te voeren door de vertegenwoordigingen van de Commissie, door middel van frequente voorlichtings- en debatsessies voor het publiek.

2.3. Benutting van het Europa Direct netwerk voor evenementen in de regio: uit te voeren in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

2.4. Europese rondetafel voor democratie: uit te voeren met name via een Europese rondetafelconferentie en nationale meetings.

2.5. EU-goodwillambassadeurs: uit te voeren in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

- Realisatie/Verwachte resultaten/impact/Indicatoren

Ondergeschikte operationele doelstelling/actieReferentie plan DRealisatieVerwachte resultaten/impactIndicatoren
2.1. Bezoeken van leden van de Commissie aan de lidstaten4.1.1.Bezoeken van leden van de Commissie aan de lidstaten, intensievere contacten met de regionale en lokale media, communicatie-actiesBetere kennis en perceptie van leden van de Commissie in de lidstaten, betere en meer doelgerichte voorlichting, verkleining van de afstand tot de burgerMedia-aandacht, kennis van de EU bij de burgers
2.2. Vertegenwoordigingen van de Commissie openstellen voor het publiek4.1.3.Organisatie van maandelijkse voorlichtingssessies en debatten met doelgroepen op nationaal niveauVerkleining van de afstand tussen instellingen en burger. Grotere luistervaardigheid op nationaal niveauAantal door de lidstaat georganiseerde openbare sessies/debatten

Aantal deelnemers
2.3. Benutting van het Europa Direct netwerk voor evenementen in de regio4.1.4.Bevordering van het “Europa Direct” netwerkVerzamelen van feedback van verschillende lokale doelgroepen. Kleinere afstand tot en betere voorlichting van de burgerAantal georganiseerde evenementen en behandelde thema’s/ Aantal deelnemers/ Evaluatie vooraf en achteraf
2.4. Europese rondetafel voor democratie4.1.5.Organisatie van Europese rondetafel. Organisatie van nationale rondetafel-conferentiesPolitieke dialoog van de Commissie en andere instellingen met de burgersAantal georganiseerde rondetafelconferenties

Bereikte doelgroepen en aantal deelnemers

Evaluatie vooraf en achteraf
2.5. EU-goodwillambassadeurs4.1.6.Organisatie van evenementen waarmee talrijke doelgroepen worden bereikt. Media-aandachtBeeld van EU en kennis van beleid verbeteren. Verkleining van de afstand tot de burgerAantal evenementen

Aantal deelnemers

Kwaliteit van de media-aandacht

3. Derde operationele doelstelling: Burgerparticipatie aan het democratisch proces vergroten

- Bijdrage aan de ABM-doelstellingen van DG PRESS en aan de algemene doelstellingen van de Commissie

Deze doelstelling zal worden gerealiseerd via de volgende acties, die stuk voor stuk passen in de algemene doelstellingen van DG PRESS en de bestaande begrotingsonderdelen van de ABB:

3.1. Doeltreffender overleg bevorderen: uit te voeren in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

3.2. Ondersteuning van Europese burgerpanels: uit te voeren via organisatie van panels over de regio’s heen.

3.3. Openheid en transparantie: uit te voeren via initiatieven van de Raad en het voorzitterschap van de EU.

3.4. Gebruik van nieuwe technologieën om de opkomst voor verkiezingen te vergroten: uit te voeren via een gezamenlijke actie van de Europese instellingen in overleg met de instellingen van de lidstaten.

- Realisatie/Verwachte resultaten/impact/Indicatoren

Ondergeschikte operationele doelstelling/actieReferentie plan DRealisatieVerwachte resultaten/impactIndicatoren
3.1. Doeltreffender overleg bevorderen4.2.1.Optimale benutting van bestaande instrumenten om feedback van het publiek te krijgenInput en feedback bij uitstippeling EU-beleidAantal georganiseerde overlegsessies en kwaliteit van het overleg

Bereikte doelgroepen

Evaluatie vooraf en achteraf
3.2. Ondersteuning van Europese burgerpanels4.2.2.Organisatie van panels over de regiogrenzen heen. Aanbevelingen/ rapporten aan regionale en nationale regeringenDe legitimiteits-crisis van de politiek bezweren. De burgerparticipatie bevorderenAantal vertegenwoordigde regio’s/aantal panels/aantal deelnemers/Evaluatie vooraf en achteraf
3.3. Openheid en transparantie4.2.3.Doorzichtheid van de beraadslagingen van de Raad en de instellingen. Stemmingen openbaar makenPublieke steun voor de besluiten van de Raad. Begrip voor zijn rol als wetgever en voor de rol van de instellingen.Aantal aangenomen transparantiemaatregelen/ Aanpassing reglement van orde
3.4. Opkomst voor verkiezingen vergroten4.2.4.Oprichting van een inter-institutionele denktankLegitimiteit van de democratische instellingen vergrotenBetere elektronische stemsystemen/Opkomst voor verkiezingen


4. Vierde operationele doelstelling: totstandbrenging van een dialoog over het Europese beleid

- Bijdrage aan de ABM-doelstellingen van DG PRESS en aan de algemene doelstellingen van de Commissie

Deze doelstelling zal worden gerealiseerd via de volgende acties, die stuk voor stuk passen in de algemene doelstellingen van DG PRESS en de bestaande begrotingsonderdelen van de ABB:

4.1. Beschikbaarheid van leden van de Commissie voor de nationale parlementen: uit te voeren in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

4.2. Speciale Eurobarometerenquête over de toekomst van Europa: uit te voeren via een nieuwe Eurobarometer over de toekomst van de Unie.

4.3. Internet: uit te voeren in synergie met en in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

4.4. Specifieke focusgroepen: uit te voeren in het kader van het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa.

- Realisatie/Verwachte resultaten/impact/Indicatoren

Ondergeschikte operationele doelstelling/actieReferentie plan DRealisatieVerwachte resultaten/impactIndicatoren
4.1. Beschikbaarheid van leden van de Commissie voor de nationale parlementen4.1.2.Toelichting van het EU-beleid door leden van de Commissie in de nationale parlementenFacilitering van het debat over de Unie. Grotere doorzichtigheid van de EU-instellingenAantal parlementaire zittingen/debatten
4.2. Speciale Eurobarometerenquête over de toekomst van Europa4.3.1.Speciale Eurobarometer-enquête over de toekomst van EuropaAnalyse van de meningen van de burgers en hun verwachtingen omtrent het Europese projectIndicatoren voor het mate waarin met de enquêteresultaten rekening is gehouden. Bepaling van respondentenprofielen
4.3. Internet4.3.2.Nieuwe website speciaal voor het debatInteractieve communicatie vergemakkelijkt het debat, aantrekkelijke site, coherent geheel, krachtige zoekinstrumentenVerloop van het aantal hits/capaciteit van de systemen
4.4. Specifieke focusgroepen4.3.3.Gebruik van focusgroepen door de lidstatenVersterking van overlegmechanismenAantal focusgroepen. Aantal antwoorden. Verdiscontering van resultaten



4. Wijze van uitvoering

Gecentraliseerd beheer:

-rechtstreeks door de Commissie.

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

De bestaande interne rapportagesystemen voor de huidige werkzaamheden zullen worden uitgebreid tot de nieuwe acties.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

In de Collegevergadering vn 20 september 2005, specifiek gewijd aan Plan D, hebben de leden van de Commissie de algemene oriëntaties bevestigd voor deze planaanpak ; dit financieel memorandum is daarvan de omzetting in termen van vereiste aanvullende middelen voor DG PRESS.

De operationele acties waarmee de mededeling in praktijk zal worden gebracht zullen voordeel kunnen trekken van de analyses die door de evaluatiefunctie van DG PRESS zullen worden verricht.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen

In april 2006 is een eerste terugkoppelingsmoment gepland waarbij voorlopige conclusies zullen worden getrokken. De Commissie zal op 9 mei 2006, Europadag, een Europese Conferentie over de toekomst van Europa organiseren voor vertegenwoordigers van de civiele samenleving, gekozen vertegenwoordigers, burgers en de andere EU-instellingen en –organen. Het is de bedoeling dat daarop gezamenlijk een aantal eerste conclusies worden getrokken op Europese schaal. In mei 2006 zal de Commissie een syntheseverslag van de nationale debatten opstellen.

Dit moet het Oostenrijkse voorzitterschap in staat stellen voorbereidselen te treffen voor het opmaken van de balans tijdens de Europese Raad van juni 2006, overeenkomstig de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Op basis van de uitkomst van de Europese Raad van juni 2006 kan een tweede terugkoppelingsmoment worden ingelast begin 2007, om input te leveren voor de tussentijdse evaluatie van de strategische en politieke agenda van de Commissie.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De bepalingen van het Financieel Reglement betreffende de uitvoering van de begroting, en meer bepaald de controlemaatregelen, zullen worden toegepast.

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel (vastleggingskredieten, in euro)

De in de volgende tabel vermelde kosten komen overeen met de behoeften om de in Plan D vervatte acties uit te voeren.

Omdat voor een aantal acties van Plan D een synergie met het Actieplan van de Commissie voor een betere communicatie over Europa in het vooruitzicht is gesteld, worden hier uitsluitend de kosten opgenomen die los van dat actieplan staan.

(En euros)

(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs)Soort outputGem. kosten2006TOTAAL
AantalTotale kostenAantalTotale kosten
1. Ondersteun. nationale debatten
1.1. Organisatie nationale debatten
Assistentie voor evenementen ter bevordering van debattenAssistentie8.00025200.00025200.000
1.2. Feedback process
Europese ConferentieEuropese events700.0001700.0001700.000
Subtotaal Doelst. 1
900.000

900.000
2. Breder publiek debat stimuleren
2.4. Europese Rondetafel voor democratie
Europese rondetafel-bijeenkomstenBijeenkomsten96.000252.400.000252.400.000
Subtotaal Doelst. 2
2.400.000

2.400.000
3. Grotere burger-participatie aan democratisch proces
3.2. Steun voor Europese burgerpanels
PanelsPanels84000252.100.000252.100.000
Subtotaal Doelst. 3
2.100.000

2.100.000

4. Echte dialoog over EU-beleid tot stand brengen
4.2. Eurobarometer
- specifieke Eurobarometer over toekomst van Europa
Eurobarometer enquête –aanschaf diensten en gegevens600.0001600.0001600.000
Subtotaal Doelst. 4
600.000

600.000

TOTALE KOSTEN6.000.0006.000.000


8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1. Aantal en soort personeelsleden

Soort postHuidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE)
DG PRESS (Brussel)
2006Volgende jaren
Ambtenaren of tijdelijk personeel6

(16 01 01)
A*/AD3---
B*, C*/AST4,5---
TOTAAL7,5

De maatregel zal worden verwezenlijkt met de personele middelen die zijn toegewezen aan de taskforce “Toekomst van de Unie” voor 2005, zonder uitbreiding of met herschikking van de aanwezige personele middelen.

8.2.2. Herkomst van het (statutaire) personeel

Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma. Alle posten zijn te verlengen.

8.2.3. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel2006Volgende jaren
Ambtenaren en tijdelijk personeel (16 01 01)
0,810

---
Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen)
0,810


Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen (artikel 16 01 01)

EUR 108 000/jaar x 7,5 ambtenaren = 810 000 per jaar

(cf. Richtsnoeren voor het invullen van het financieel memorandum, Budg Web)

1Actieplan voor een betere communicatie over Europa, Europese Commissie, SEC(2005) 985 van 20.7.2005.

2http://europa.eu.int/comm/public_opinion/archives/eb/eb63/eb63_en.htm

3De uitvoering van Plan D wordt voortgezet in 2007 en 2008, maar hoeveel kredieten er precies nodig zijn, zal worden bepaald nadat de resultaten van het terugkoppelingsproces bekend zijn.

4Uitgaven die niet onder hoofdstuk 16 01 van de betrokken titel 16 vallen.

5Uitgaven in het kader van hoofdstuk 16 01, met uitzondering van de artikelen 16 01 04 ent 16 01 05.

6Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

NL NL