Artikelen bij COM(2004)507 - Eerste jaarverslag betreffende het Radiospectrumbeleid in de EU; Stand van uitvoering en vooruitzichten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52004DC0507

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Eerste jaarverslag betreffende het Radiospectrumbeleid in de Europese Unie; Stand van uitvoering en vooruitzichten {SEC(2004) 957} (Voor de EER relevante tekst) /* COM/2004/0507 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD - EERSTE JAARVERSLAG BETREFFENDE HET RADIOSPECTRUMBELEID IN DE EUROPESE UNIE; STAND VAN UITVOERING EN VOORUITZICHTEN {SEC(2004) 957} (Voor de EER relevante tekst)

Samenvatting

Deze mededeling vormt het eerste verslag over de uit hoofde van de Radiospectrumbeschikking ontplooide activiteiten ; hierin wordt een beschrijving gegeven van ontplooide en nog te ontplooien activiteiten en de uitdagingen waarvoor men zich bij de tenuitvoerlegging van een succesvol communautair beleid op dit gebied gesteld ziet.

Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap, PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.


Met de Radiospectrumbeschikking is een beleidsstructuur en een wettelijk kader in de Gemeenschap tot stand gebracht voor het coördineren van beleidsbenaderingen en, in voorkomend geval, harmoniseren van voorwaarden voor de beschikbaarheid en een efficiënt gebruik van het radiospectrum, welke nodig zijn voor de totstandbrenging en het functioneren van de interne markt op communautaire beleidsgebieden.

Deze eerste fase van de tenuitvoerlegging van de Radiospectrumbeschikking is succesvol verlopen: de noodzakelijke mechanismen zijn geïnstalleerd en met de vier voornaamste typen acties uit hoofde van de Radiospectrumbeschikking is een aanvang gemaakt. Met de hulp van de Beleidsgroep Radiospectrum zijn de nodige beleidsmaatregelen gelanceerd; door de Commissie zijn mandaten verstrekt aan de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT) voor de uitwerking van technische uitvoeringsmaatregelen, met de assistentie van het Radiospectrumcomité; verder wordt geanalyseerd wat voor informatie er beschikbaar is over het gebruik van het spectrum; ten slotte heeft men dank zij een goede coördinatie door de Commissie de communautaire beleidsdoelstellingen bij internationale spectrumonderhandelingen kunnen promoten.

Wil dit beleid op de lange termijn in staat zijn de gestelde doelen te bereiken en de Europese burger voordelen te bezorgen, dan zal het tussen alle betrokkenen, d.i. de Commissie en de lidstaten op technisch en beleidsniveau, en het Europees Parlement tot een effectieve samenwerking moeten komen. Deze instanties zijn het eens geworden over een beleidskader ter ondersteuning van een tijdige invoering van innoverende draadloze toepassingen, waarbij een evenwichtige verdeling wordt gevonden tussen de huidige en toekomstige behoeften van de verschillende sectoren, waaronder overheidsdiensten.

Een doeltreffende regulering van de spectrumverdeling is een fundamentele vereiste voor een moderne informatiemaatschappij, waardoor de burgers kunnen profiteren van een verscheidenheid van nieuwe toepassingen en het bedrijfsleven door middel van technologische innovatie zijn productiviteit kan vergroten. Een doorlopende analyse en hervorming van het spectrumbeheer zijn noodzakelijk, wil men het best mogelijke gebruik van dit medium kunnen maken. Gezien de leidende rol van de Unie en het belang dat zij bij draadloze toepassingen heeft, moet zij zich bij de vervulling van deze taak ten volle bewust zijn van de belangen die hier op het spel staan. Zij heeft namelijk een belangrijke bijdrage te leveren aan een coherente aanpak en het uiteindelijke welslagen van deze belangrijke taak.

Met dit document worden de Raad en het Europees Parlement ingelicht over de activiteiten die tot dusverre uit hoofde van de Radiospectrumbeschikking zijn ontplooid, en wordt deze instellingen gevraagd hun steun aan de beleidsperspectieven voor toekomstige maatregelen te geven.


1. Inleiding

Dit eerste verslag inzake de in het kader van de Radiospectrumbeschikking ontplooide activiteiten is opgesteld krachtens artikel 9 van deze beschikking en bestrijkt de periode vanaf de bekendmaking van de Radiospectrumbeschikking in het Publicatieblad op 24 April 2002 tot en met 15 juni 2004.

Alle op basis van radiotechnologie werkende apparatuur gebruikt het radiospectrum voor de transmissie of ontvangst van informatie. De afgelopen jaren hebben een dramatische toename gezien van het gebruik en daarmee de waarde van het radiospectrum, daar draadloze toepassingen met groot succes zijn aangewend om te voorzien in vele van de veranderende noden van onze samenleving, zoals de behoefte aan mobiliteit en de behoefte aan gegevenstransmissie. Maar spectrumbeschikbaarheid is tevens een kritische factor bij vele andere toepassingen, b.v. bij nauwkeurige weersvoorspellingen, radioastronomie, veiligheid in de lucht en op zee, bij het oproepwezen en in het geval van apparaten als afstandsbedieningen en gehoorapparaten, die ons het dagelijks leven vergemakkelijken.

Vanwege de mogelijke storing tussen verschillende radiodiensten op dezelfde of naast elkaar gelegen frequenties is de toegang tot het radiospectrum van oudsher strikt gereguleerd. Spectrumbeheer wordt sinds jaar en dag gezien als een 'technische' sector die zich bezig houdt met het vermijden van schadelijke storing en de technische optimalisering van het spectrumgebruik. Meer recentelijk heeft men spectrumbeheer ontdekt als een middel om overheidsinkomsten te genereren, waarvan de hoogte in een zekere verhouding staat tot een met de 'spectrumschaarste' samenhangende waarde. Uit een de lange termijn viserende, beleidsgebaseerde benadering van het beheer van dit medium, gericht op innovatie en de invoering van toepassingen met een steeds grotere meerwaarde, zouden veel grotere globale voordelen voor de maatschappij voortvloeien.

Overal in de Europese Unie kunnen radiodiensten gemakkelijker beschikbaar en betaalbaarder worden door een harmonisatie van de voorwaarden voor het gebruik van dergelijke diensten, met inbegrip van frequenties, hetgeen ook voordelen voor de interne markt met zich meebrengt. Hoewel een gecoördineerde EU-benadering op dit terrein over het algemeen als een belangrijke factor bij het succes van de GSM-standaard in Europa wordt beschouwd, hebben de lidstaten het afgelopen decennium aan vrijwillige activiteiten ter harmonisering van het spectrum de voorkeur gegeven.

De Radiospectrumbeschikking is goedgekeurd om de Gemeenschap meer bij deze problematiek te kunnen betrekken, en wel door de beleidsaspecten van het spectrumbeheer verder te ontwikkelen, en, ter ondersteuning van het beleid van de Gemeenschap, wettelijke zekerheid voor de harmonisatie van het radiospectrum te verschaffen. Met gebruikmaking van de technische expertise van de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT), een 46 Europese landen omvattende intergouvernementele organisatie, ontplooit de Commissie momenteel een aantal harmonisatieactiviteiten. Tevens onderzoekt zij met de lidstaten nieuwe beleidsbenaderingen om de flexibiliteit en paraatheid van het spectrumbeheer te verbeteren, en wettelijke barrières die technologische innovatie in de weg staan, te verwijderen.

2. Beleidsvorming en -implementatie

De Commissie heeft acties opgezet rond de vier voornaamste elementen die worden genoemd in artikel 1, lid 2, van de Radiospectrumbeschikking, nl. beleidsvorming, uitvoeringsmaatregelen, de verstrekking van informatie over spectrumgebruik en internationale onderhandelingen. Om dit te kunnen doen heeft men eerst de nodige institutionele mechanismen in het leven geroepen:

2.1. Creëren van een mechanisme voor het spectrumbeleid

Er zijn twee verschillende platforms tot stand gebracht:

* Het Radiospectrumcomité (RSC)

Dit comité, dat onder voorzitterschap van de Commissie staat en uit vertegenwoordigers van de lidstaten is samengesteld, valt onder de comitologieprocedures . Het assisteert de Commissie bij de tenuitvoerlegging van de specifieke bepalingen van de Radiospectrumbeschikking.

Besluit van de Raad 1999/468/EG.


* Beleidsgroep Radiospectrum (BGR)

De BGR is een adviesorgaan sui generis dat tot taak heeft de Commissie te assisteren bij en te adviseren over aangelegenheden met een breder beleidsperspectief dan de technische maatregelen waar de BGR zich normaliter mee bezighoudt. Onder haar leden bevinden zich Commissieleden en vooraanstaande vertegenwoordigers van de lidstaten, die tevens de voorzitter van de groep leveren. Geïnteresseerden worden door middel van openbare raadplegingen bij de werkzaamheden van de BGR betrokken.

Besluit van de Commissie 2002/622/EG.


2.2. Acties met betrekking tot specifieke spectrumkwesties

De oprichting van twee aparte groepen die zich met radiospectrumkwesties in de Gemeenschap bezighouden, is kenmerkend voor de verschillende bevoegdheden en benaderingen op dit gebied, t.w. de ontwikkeling van communautaire regelgeving ("technische uitvoeringsmaatregelen") en het nader tot elkaar brengen van de nationale standpunten inzake beleidsaangelegenheden.

2.2.1. Technische uitvoeringsmaatregelen

Krachtens artikel 4, lid 3, van de Radiospectrumbeschikking kan de Commissie, via technische uitvoeringsmaatregelen (TUM's), met het oog op de doelstellingen van de Radiospectrumbeschikking, wettelijk bindende besluiten goedkeuren, zulks op basis van het voorbereidende werk van de CEPT en na inwinning van het advies van het RSC. Samen met de ontwikkeling, waar zulks van toepassing is, van geharmoniseerde normen, zijn TUM's erop gericht de interne markt voor radioapparatuur te harmoniseren.

In het verleden ging het bij spectrumharmonisatie hoofdzakelijk om hoogenergetische telecommunicatiediensten, maar thans wordt de regelgeving steeds meer gericht op tal van opkomende laagenergetische technologieën, vooral nu de IT-industrie in sterke mate voor het paradigma van de draadloze verbindingen gewonnen blijkt te zijn. Met een dergelijke harmonisatie kan het innovatieproces worden gesteund, doordat er op grotere schaal geproduceerd wordt, met alle kostenvoordelen van dien, en doordat er meer rechtszekerheid voor investeringsbeslissingen ontstaat, en er oplossingen komen voor storings- en handhavingsproblemen in verband met de gemakkelijke verspreiding van dergelijke apparatuur over de landsgrenzen.

Krachtens artikel 4, lid 2, van de Radiospectrumbeschikking zijn er mandaten verstrekt aan de CEPT om voor specifieke problemen geharmoniseerde technische oplossingen uit te werken, zulks in overeenstemming met de communautaire doelstellingen en beleidslijnen op onderstaande terreinen (weergegeven in dezelfde volgorde als waarin de desbetreffende mandaten zijn goedgekeurd):

* Mobiele communicatie van de derde generatie(IMT-2000): ontwikkeling van geharmoniseerde gebruiksparameters voor bijkomende spectrumtoewijzingen voor mobiele communicatie van de derde generatie, welke voor 2008 is gepland, ter vergemakkelijking van een tijdige ontwikkeling van de hiertoe vereiste apparatuur en een snelle acceptatie en invoering hiervan

* Heringebruikneming van de ERMES-band: er wordt nagegaan of het momenteel ondergebruikte gebied rond de 169 MHz-band van het European Radio Messaging System (ERMES) voor nieuwe gebruiksmogelijkheden geschikt is en in hoeverre een de gehele EU betreffende harmonisatie hier van nut zou kunnen zijn

* Radio Local Area Networks (RLAN): spectrumharmonisatie ten behoeve van de volgende generatie RLAN's waardoor draadloze breedbandtoegang wordt geboden voor computers en draagbare apparatuur in het 5 GHz-bereik

* Zelfaandrijvende korteafstandsradar (Automotive SRR): met de hieruit resulterende vergroting van de veiligheid op de weg zou het eSafety-initiatief baat hebben bij spectrumharmonisatie voor SRR-toepassingen, met voor de lange termijn een geharmoniseerde band op 79 GHz en een tijdelijke opening van de 24 GHz-band

* Ultrabreedbandtechnologie (UWB): een geharmoniseerde regelgeving betreffende communicatie- en beeldverwerkingstoepassingen waarbij gegevens over een groot spectrumbereik worden verzonden zal potentieel op een groot aantal communautaire beleidssectoren van invloed zijn

* Korteafstandsapparatuur (SRD): vele typen laagenergetische draadloze apparatuur zijn goedkoop en kunnen zonder vergunning worden gebruikt. Met een generieke aanpak van prioritisering en harmonisering van de verschillende frequentiebanden zouden de belemmeringen voor een efficiënt functionerende interne EU-markt uit de weg worden geruimd.

* Terrestrial Flight Telephone System (TFTS): een efficiënter gebruik van de eerder voor een geharmoniseerde invoering van TFTS toegewezen spectrumbanden is momenteel in studie.

Met de via dergelijke mandaten tot stand te brengen geharmoniseerde regelgeving in de EU zal worden getracht de invoering van nieuwe toepassingen te stimuleren en tegelijkertijd bestaande gebruikers, met inbegrip van niet-commerciële of wetenschappelijke diensten, toereikende bescherming te bieden, en toekomstige gebruikers een voldoende mate van flexibiliteit te bieden.

2.2.2. Beleidsontwikkelingsactiviteiten

Naast harmonisatie is er ook een coördinatie nodig van bredere spectrumbeleidskwesties die een weerslag op de andere beleidssectoren van de Unie hebben, met inbegrip van zaken betreffende de toewijzing van bandbreedte en de voorwaarden voor de verlening van spectrumvergunningen, die technisch gezien niet onder de definitie van radiospectrumbeheer vallen. Gedurende haar eerste jaar heeft de BGR overeenstemming bereikt over een werkprogramma, en heeft zij een begin gemaakt met de uitwerking van specifieke standpunten ("adviezen") over de:

* secundaire handel in radiospectrumgebruiksrechten, waarbij wordt bekeken hoe de nationale introductie van marktmechanismen bij het spectrumbeheer kan worden geoptimaliseerd om rekening te kunnen houden met de potentiële gevolgen die deze nieuwe aanpak voor de Unie zal hebben;

* spectrumimplicaties van de overschakeling op digitaal bij het omroepwezen, waarbij wordt beoordeeld wat er moet worden gedaan om een tijdige ontwikkeling van digitale uitzendingen in de EU te bevorderen, en tegelijkertijd wordt gekeken naar manieren om een efficiënt gebruik van het radiospectrum met het oog op toekomstige nieuwe technologieën en maatschappelijke behoeften te ondersteunen;

* voorbereidingen voor de ITU WRC-07-Conferentie; een passende EU-beleidsinput en -coördinatie bij internationale spectrumonderhandelingen is van essentieel belang voor de bevordering van het beleid en de belangen van de EU.

2.3. Beschikbaarheid van informatie

Krachtens artikel 5 van de Radiospectrumbeschikking mogen maatregelen worden getroffen om te verzekeren dat er tijdig en op gecoördineerde wijze informatie wordt verstrekt over de toewijzing, de beschikbaarheid en het gebruik van het radiospectrum in de EU. De Commissie heeft een studie aangevangen om de reeds beschikbare informatie te onderzoeken en na te gaan of deze, met name in het licht van nieuwe spectrumtoegangsmechanismen, zoals de handel in spectrumgebruiksrechten, toereikend is.

2.4. Internationale activiteiten

Gelet op artikel 6 van de Radiospectrumbeschikking heeft de Commissie:

* de internationale ontwikkelingen rond het radiospectrum gevolgd; de lidstaten hebben de Commissie niet formeel op de hoogte gesteld van specifieke moeilijkheden die derde landen of internationale organisaties de tenuitvoerlegging van de Radiospectrumbeschikking in de weg leggen;

* een dialoog gehouden met de voornaamste handelspartners van de EU over de ontwikkeling van innoverende benaderingen van het spectrumbeheer en hervormingsinitiatieven;

* de belangen van de EU bij internationale spectrumonderhandelingen bevorderd; de voor ITU-Conferentie WRC-03 vastgestelde gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen zijn gerealiseerd in het geval van het EU-systeem voor radionavigatie per satelliet, GALILEO, IMT-2000 en voor andere draadloze platforms voor breedbandtoegang .

COM(2003) 183 def., onderschreven bij Resolutie van de Raad van 2 juni 2003, Doc.9131/03 en COR 1.


COM(2003) 707 def.


2.5. Evaluatie van de tot nog toe met het EU-spectrumbeleid behaalde resultaten

De tenuitvoerlegging van de Radiospectrumbeschikking is tot dusver succesvol verlopen: in het algemeen hebben de activiteiten van de RSC, de BGR en in de technische groepen van de CEPT reden tot tevredenheid gegeven. Voor een succesvolle verwezenlijking van de doelstellingen van de Radiospectrumbeschikking is men echter wel afhankelijk van een actieve samenwerking tussen alle betrokkenen en moet er tegelijkertijd aan bepaalde voorwaarden worden voldaan:

* De CEPT zou de uitvoering van de Radiospectrumbeschikking moeten blijven steunen, met name door tijdig resultaten af te leveren die met de beleidsdoelstellingen van de Unie in overeenstemming zijn, zodat deze in besluiten van de Commissie kunnen worden omgezet.

* De mechanismen ter voorbereiding en goedkeuring van uit de Radiospectrumbeschikking voortvloeiende besluiten van de Commissie zouden flexibel genoeg moeten zijn en in voldoende mate moeten kunnen inspelen op snel evoluerende maatschappelijke behoeften en de vereisten van draadloze technologieën.

* De politieke wil om de coördinatie van het radiospectrumbeleid tussen de lidstaten, via de BGR, te verbeteren zou sterk genoeg moeten zijn om uitvoerbare aanbevelingen betreffende dergelijke aangelegenheden op te leveren.

* Er moet worden gezorgd voor een behoorlijke synergie en coördinatie van de timing tussen de beleidsinitiatieven van de BGR, de uitvoeringsmaatregelen van het RSC en andere activiteiten van de Unie.

3. Voor de toekomst overwogen acties

Overeenkomstig artikel 9 van de Radiospectrumbeschikking moet met dit verslag ook een overzicht van toekomstige activiteiten worden gegeven. De Commissie heeft thans een groot aantal acties gelanceerd betreffende de harmonisatie van de gebruiksvoorwaarden voor nieuwe technologieën, en ook met betrekking tot meer algemene beleidskwesties. De effectieve uitvoering van al deze acties wordt een prioriteit voor het komende jaar.

3.1. Technische uitvoeringsmaatregelen

Gedurende de volgende rapportageperiode wil de Commissie in samenwerking met de lidstaten de eerste uitvoeringsbesluiten goedkeuren, zulks in overeenstemming met de in artikel 4 van de Radiospectrumbeschikking omschreven methodologie. Verwacht wordt dat de goedgekeurde maatregelen de harmonisatie zullen omvatten van het gebruik van het spectrum voor zelfaandrijvende radars, voor RLAN's en voor mobiele communicatie van de derde generatie .

Wat de wetgeving betreft, is de Commissie van plan het Europees Parlement en de Raad te vragen de ERMES-richtlijn in te trekken, en voorzieningen te treffen voor nieuwe geharmoniseerde gebruikswijzen van deze frequentieband via een technische implementatiemaatregel uit hoofde van artikel 4, lid 3, van de Radiospectrumbeschikking. De Commissie zal tevens de andere richtlijnen van de Raad inzake GSM en DECT met het oog op hun eventuele toekomstige relevantie blijven volgen.

Richtlijn van de Raad 90/544/EEG.


Richtlijn van de Raad 87/372/EEG.


Richtlijn van de Raad 91/287/EEG.


De Commissie zal de mogelijkheid in beraad houden van bijkomende TUM's waar het communautaire beleid met harmonisatie gebaat zou zijn. Harmonisatie van het spectrum zal via de Radiospectrumbeschikking worden nagestreefd in die gevallen waarin de mogelijke voordelen (lagere kosten door het werken op grotere schaal, roaming, concurrentie en pan-Europese diensten, met minder grensoverschrijdende storingen) groter zouden zijn dan de mogelijke negatieve effecten (met name minder flexibiliteit om aan lokale marktvoorwaarden te kunnen voldoen). Verdere kwesties in verband met de nieuwe communicatietechnologieën en hulpdiensten worden momenteel met de assistentie van het RSC geanalyseerd.

3.2. Spectrumbeleidskwesties

In overeenstemming met de doelstelling van een gecoördineerde invoering van innoverende middelen voor het beheer van het radiospectrum in en tussen alle lidstaten zal de Commissie nagaan in hoeverre er behoefte bestaat aan maatregelen van de Unie, met de steun van de BGR en van een voor de Commissie verrichte onafhankelijke studie, met betrekking tot de handel in spectrumgebruiksrechten - een belangrijk element van de hervorming van het spectrumbeheer.

De analyse van de implicaties van de overschakeling bij het omroepwezen op digitaal voor het radiospectrumbeleid en van het vraagstuk van een optimaal gebruik van het door deze technologische omschakeling beschikbaar komende spectrum zal worden afgerond, en de mogelijkheid van de gehele Unie omvattende maatregelen ter ondersteuning van gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen, zal in overweging worden genomen.

De coördinatie van de EU-standpunten bij de internationale onderhandelingen, en met name bij WRC-07 en de Regionale Radioconferentie van de ITU (ITU-RRC), om een spectrumplan voor digitale uitzendingen vast te stellen, zal worden voortgezet, om te verzekeren dat bij de onderhandelingen over technische en regelgevingsovereenkomsten op wereldniveau volledig met de communautaire beleidsdoelstellingen en -beginselen rekening wordt gehouden.

De Commissie zal een nieuw verzoek om advies over draadloze platforms tot de BGR richten. Dit ter bevordering van een op de toekomst gerichte strategische visie voor de spectrumbehoeften van huidige en nieuwe technologieën, zoals GSM, 3G, RLAN, enz., met het doel de onderlinge samenhang van besluiten over afzonderlijke diensten in de Europese Unie te verbeteren.

Gezien de spectrumhervormingen in andere landen is het belangrijk dat Europa niet voorbij wordt gestreefd. Naast specifieke zaken zal de BGR verdergaan met haar beoordeling van de mogelijke voordelen en moeilijkheden die aan verschillende spectrumbeheermodellen vastzitten, waarbij te denken valt aan traditionele gecentraliseerde administratieve beslissingen, marktgeoriënteerde oplossingen en een vrij of ongelicensieerd gebruik van het spectrum. Elk van dergelijke benaderingen kan voor bepaalde gevallen de meest geschikte zijn en kan voor een doeltreffende implementatie een communautaire harmonisatie of coördinatie vereisen.

4. Een coherenter spectrumbeleid in de EU

Het radiospectrumbeleid moet in de algemene context van het EU-beleid worden beschouwd. Hoewel de impact van de spectrumregelgeving op specifieke beleidssectoren van de Unie, zoals de informatiemaatschappij, de veiligheid op zee, het Europese luchtruim en het ruimtebeleid, duidelijk is, bestaan er ook correlaties met meer generieke beleidssectoren en bredere beginselen. Met het oog hierop is binnen de Commissie een interne groep spectrumaangelegenheden (Spectrum Interservice Group - SIG) in het leven geroepen, die tot taak heeft de vergaderingen van het RSC en de BGR en internationale onderhandelingen voor te bereiden.

Een harmonisatie van het spectrumgebruik moet consistent zijn met het bestaande regelgevingskader voor elektronische communicatie , waarbij het radiospectrum geldt als een essentiële input voor elektronische communicatiediensten op basis van radiotechnologie. De essentiële vereiste dat schadelijke storingen moeten worden vermeden kan een uitzondering wettigen op de algemene regel dat het spectrumgebruik niet gebaseerd moet zijn op individuele rechten maar op voorwaarden die zijn opgenomen in algemene vergunningen voor het verstrekken van diensten of netwerken. In deze context zou een gemeenschappelijke definitie en toepasbaarheid van het begrip 'schadelijke storing' en de implicaties hiervan voor verworven spectrumrechten in de Unie moeten worden onderzocht.

In het bijzonder de Richtlijnen 2002/20/EG en 2002/21/EG van de Raad en het EP.


Wanneer men op efficiënte wijze van het radiospectrum gebruik maakt kan dit een beperking van het aantal individuele spectrumgebruiksrechten rechtvaardigen. Het begrip 'efficiënt' wordt weliswaar op uiteenlopende manieren geïnterpreteerd, maar het spectrum zou in elk geval, zonder dat men de toekomstige gebruiksbehoeften van diensten van openbaar belang uit het oog verliest, op de meest flexibele wijze toegankelijk moeten worden gemaakt, zodat er door de regelgeving geen spectrumschaarste wordt gecreëerd. Spectrumgebruikers moeten ertoe worden aangemoedigd efficiënter met de beschikbare frequentiebanden om te springen, door van verouderde op modernere en meer 'intelligente' technologieën over te stappen, en door gebruik te maken van de mogelijkheid om spectrumgebruiksrechten onderling te verhandelen.

Regelgevingsbesluiten inzake de verdeling en toewijzing van spectrumbandbreedte zijn ook van invloed op de concurrentiegraad op bepaalde markten doordat hierdoor het aantal concurrenten wordt beperkt. Dit is het geval met toewijzings- en vergunningsmaatregelen, maar ook met de toewijzing van bandbreedte voor een specifieke radiodienst, waarvan bepaalde aspecten derhalve onder het communautaire recht kunnen vallen. Doordat de te verdelen hoeveelheid spectrum onvoldoende is, kan het gebeuren dat de aan één enkele gebruiker voor een bepaald type dienst toe te wijzen bandbreedte beperkt wordt, waardoor dus een exclusief gebruiksrecht ontstaat. Men zal tot een gemeenschappelijk inzicht moeten komen over de manier waarop spectrumbeheersmaatregelen op één lijn kunnen worden gebracht met de communautaire wettelijke bepalingen op mededingingsgebied.

Voor technologische neutraliteit bij de spectrumtoewijzing is het nodig dat men rekening houdt met de verplichtingen uit hoofde van zowel de internationale WTO-regels als de communautaire wetgeving. Tenzij hiervoor gegronde redenen kunnen worden aangevoerd, dient exclusieve toewijzing aan specifieke genormaliseerde technologieën te worden vermeden. Systemen met vergelijkbare functionaliteiten die op verschillende, mogelijk geheel eigen manieren aan bepaalde essentiële behoeften kunnen voldoen, dienen op niet-discriminerende wijze te worden behandeld. Het is beter af te gaan op productvereisten in termen van de te leveren prestaties dan op het ontwerp of de descriptieve kenmerken van een product.

Voor de totstandbrenging van een interne markt voor draadloze apparatuur is een strakke wisselwerking tussen de verschillende regelgevingsinstrumenten van de Unie nodig. De Richtlijn radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur voorziet in harmonisatie van de regelgevingsvereisten voor het in de handel brengen en in bedrijf stellen van radioapparatuur in de EU, met voldoende waarborgen ter bescherming tegen schadelijke storingen. De Radiospectrumbeschikking zou, waar zulks gewettigd is, kunnen worden aangewend om de 'fragmentatie' bij de spectrumtoewijzing in de EU tegen te gaan, welke als een belemmering voor een succesvolle realisering van de internemarktdoelstellingen wordt gezien. De coördinatie met het TCAM, het permanent comité van de Richtlijn radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, zal eveneens worden voortgezet.

Richtlijn 1999/5/EG van de Raad en het EP.


Ook moet worden gezorgd voor coëxistentie van radioapparatuur en andere niet op radiotechnologie gebaseerde bronnen van elektromagnetische straling, zoals communicatie over hoogspanningsleidingen. Daarom moet er een betere aansluiting komen op de Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit , waarmee eveneens het vermijden van schadelijke storingen als essentiële vereiste wordt nagestreefd.

Richtlijn 89/336/EEG van de Raad.


De uitwerking van lichtere regelgevingsinstrumenten waardoor snel evoluerende sectoren in staat worden gesteld nieuwe technologische toepassingen op de markt te brengen zal worden ondersteund door sterkere samenswerkingsmechanismen met relevante EU-OTO-Kaderprogramma-activiteiten.

Er moet worden nagedacht over manieren om innovatie in de Unie aan te moedigen via meer flexibele regelgeving inzake experimentele rechten tot gebruik van het radiospectrum. Door een grootschalige beproeving van nieuwe technologieën in praktijksituaties kunnen deze snel op de markt worden gebracht, met voorzieningen om bestaande spectrumgebruikers tegen onvoorziene schadelijke effecten te beschermen. Zonder passende kaderregeling voor een communautair stelsel van experimentele rechten worden nieuwe draadloze technologieën in toenemende mate eerst buiten Europa getest en geïntroduceerd. Voorts leidt het naast elkaar bestaan van zeer verschillende technologieën in het radiospectrum tot moeilijkheden bij de ontwikkeling van uitsluitend op theoretische interferentiemodellen gebaseerde regelgeving. Om deze reden zou men ter validering van dergelijke modellen in de praktijk de nodige metingen moeten verrichten.

Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van draadloze technologie zijn niet maatschappelijk neutraal en kunnen ten grondslag liggen aan nieuwe beleids- of ethische kwesties die verder gaan dan het toepassingsgebied van de Radiospectrumbeschikking. De bescherming van de volksgezondheid tegen schadelijke effecten van elektromagnetische emissies van radioapparatuur dient een prioriteit te zijn: De voorwaarden waaronder op radiotechnologie gebaseerde apparatuur van het radiospectrum gebruik mag maken, moeten principieel zo worden geselecteerd dat potentiële gevaren voor het publiek tot een minimum worden teruggebracht. De wildgroei van draadloze middelen voor de uitwisseling van gegevens, vaak zonder dat de gebruiker zich hiervan bewust is, zoals d.m.v. RFID ("smart tags"), geeft aanleiding tot kwesties aangaande de privacy. Hoewel dergelijke kwesties technisch gezien niet onder de uitvoeringsmaatregelen van de Radiospectrumbeschikking vallen, kunnen zij bij de algemene communautaire benadering niet worden genegeerd.

5. Conclusie

Radiotechnologieën zijn een belangrijk hulpmiddel in de grote Europese beleidssectoren en voor snel groeiende bedrijfstakken. Innoverende technologieën kunnen nieuwe diensten en toepassingen mogelijk maken en een doeltreffender gebruik van het radiospectrum bewerkstelligen. Door de regelgeving moeten de marktdeelnemers in staat worden gesteld deze technologieën te exploreren om er het best mogelijke gebruik van te kunnen maken, en tegelijkertijd bestaande diensten tegen schadelijke storingen te beschermen. Europa moet met een respons komen op de vorderingen die door zijn belangrijkste handelspartners in deze richting worden gemaakt.

De tenuitvoerlegging van de Radiospectrumbeschikking is, met het opzetten van de institutionele structuur, de goedkeuring van een mechanisme voor beleidsformulering en de uitwerking van technische uitvoeringsmaatregelen op een groot aantal gebieden om wettelijke zekerheid inzake spectrumharmonisatie te verschaffen, tot nu toe succesvol verlopen. De Commissie recent op de essentiële bijdrage van andere betrokkenen, zoals de CEPT, normaliseringsinstanties als ETSI, en de lidstaten, om dit proces van de grond te krijgen.

De Unie zal met het radiospectrumbeleid de harmonisatie van het spectrumgebruik waar nodig blijven aanmoedigen ten einde innovatie te vergemakkelijken en het communautaire beleid te ondersteunen, zonder de gebruikers nodeloos in hun mogelijkheden te beperken. De in de desbetreffende communautaire wetgeving ingebedde beginselen van evenredigheid, non-discriminatie, eerlijke concurrentie, subsidiariteit en transparantie zullen ook met betrekking tot het spectrum worden gehanteerd.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad de wijze waarop de Radiospectrumbeschikking tot op heden is uitgevoerd te onderschrijven en hun steun te geven aan de in dit verslag beschreven beleidsperspectieven.

Bovendien worden de lidstaten verzocht:

* de activiteiten van de BGR en het RSC ten volle te blijven steunen;

* de doelstellingen van het EU-beleid bij internationale onderhandelingen te bevorderen;

* de CEPT ertoe aan te moedigen de tenuitvoerlegging van de Radiospectrumbeschikking te steunen door bevredigende mandaatresultaten af te leveren;

* op een doeltreffende en tijdige uitvoering van de besluiten van de Commissie toe te zien;

* hun volle medewerking te verlenen om tot de nodige transparantie inzake het spectrumgebruik te komen.

De Unie staat voor een aantal belangrijke politieke uitdagingen, nl. een doeltreffend gebruik van het spectrum te bewerkstelligen ten behoeve van de Europese burgers, om bedrijven te helpen hun productiviteit via technologische innovatie te vergroten en om het concurrentievermogen van de EU-radioindustrie en -dienstensector op te krikken. Met de uitvoering van de Radiospectrumbeschikking zal de Commissie aan de hand van partnerschappen met andere actoren op dit gebied proberen dergelijke kwesties ook in toekomst met succes aan te pakken.