Voorstel van wet - Voorstel van wet van de heer Van Thijn, mejuffrouw Goudsmit en de heren Wiebenga en Aarden tot verandering in de artikelen 90, 137 en 152 van de Grondwet

Nr. 2

WIJ JULIANA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDER. 1-ANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 6 maart 1971 (Stb. 105) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel tot verandering in de Grondwet van de bepalingen omtrent de leeftijd voor het actief kiesrecht in overweging te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: I. De Grondwet ondergaat de onder II omschreven veranderingen. II. In de artikelen 90, eerste lid, 137, eerste lid, en 152, eerste lid, van de Grondwet wordt in plaats van „eenentwintig jaren" gelezen: „achttien jaren".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,