Brief van De Minister van Verkeer en Waterstaat - Zoute Veren - Hoofdinhoud
8 augustus 1980
Naar aanleiding van het daartoe strekkend verzoek van de vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat en in aansluiting op het met deze commissie op 26 juni 1980 gevoerde overleg doe ik u hierbij de gevraagde informatie met betrekking tot de Westerscheldeveren en de bootdiensten naar de Waddeneilanden toekomen. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat de organisatievorm, de mate van betrokkenheid van het Rijk en ten dele ook de structuur van de tarieven mede beïnvloed zijn door historische ontwikkelingen. De betrokken veer-en bootdiensten hebben één gemeenschappelijk aspect, namelijk dat de benodigde infrastructuur zoals veerhavens en aanleginrichtingen door en op kosten van het Rijk wordt verzorgd. De overige kosten, waaronder de kosten van bedrijfsgebouwen en varend materieel, drukken op de exploitatie van de desbetreffende diensten. Na deze inleiding volgt eerst een beschrijving van de verschillende veer-en bootdiensten.
I. Westerscheldeveren
De Westerscheldeveren worden gevormd door de veerdiensten Vlissingen-Breskens en Kruiningen-Perkpolder. De exploitatie berust bij de Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland. De exploitatietekorten, circa 60% van de exploitatiekosten of rond f 25 min. per jaar, komen voor rekening van het Rijk. Zonder te gedetailleerd op de geschiedenis in te gaan kan in dit verband vermeld worden dat het Rijk sinds het midden van de vorige eeuw aan de provincie Zeeland vaste jaarlijkse bijdragen van wisselende grootte in de ex-ploitatiekosten van de Westerscheldeveren heeft verstrekt op grond van het belang van die verbinding met overig Nederland en de moeilijke financiële positie van de provincie. Eventuele tekorten, alsmede de tekorten van de van minder belang geachte Oosterscheldeveren kwamen voor rekening van de provincie. Vanaf 1920 werden de tekorten van de Westerscheldeveren voor 80% door het Rijk en voor 20% door de provincie gedragen. Eind 1945 werd de rijksbijdrage op 100% van de tekorten gesteld. Mede met het oog op de
S-V+W
4 vel
Tweede Kamer, zitting 1979-1980,16318, nr. 1
wederopbouw van het door zwaar oorlogsgeweld getroffen Zeeuwsch-Vlaanderen heeft tussen 1945 en 1950 kosteloos vervoer plaatsgevonden, waarna met het oog op de groeiende tekorten en de noodzakelijke vervanging en uitbreiding van het varend materieel geleidelijk tot herinvoering en verhoging van de tarieven is overgegaan. Tegen deze historische achtergrond kan een verklaring voor de huidige, relatief lage tarieven voor Zeeuwsch-Vlaanderen worden gevonden. De huidige motivering voor de rijksbijdrage in de tekorten van de Westerscheldeveren wordt gevormd door het feit dat beide veerdiensten een schakel vormen in wegen van het Rijkswegenplan. Op zich zou hierin een argument kunnen worden gevonden om de Westerscheldeveren bij het Rijk in beheer en onderhoud te nemen, doch de provincie heeft er de voorkeur aan gegeven deze veren in eigen hand te houden. Zoals vermeld heeft in het verleden de financiële positie van de provincie eveneens een rol gespeeld. Hierbij dient bedacht te worden dat de tekorten van de Oosterscheldeveren, waarvan de functie later voor een belangrijk deel is overgenomen door de Zeelandbrug, ten laste kwamen van de algemene middelen van de provincie. In die tijd was nog geen sprake van een Wet Uitkeringen Wegen, waarop ik nog nader terugkom. Er rest mij nog te vermelden dat het toeristische verkeer van invloed is op het verkeersaanbod, vooral op de dienst Vlissingen-Breskens, zij het in mindere mate dan bij de Waddeneilanden het geval is. Het hogere zomertarief voor personenauto's wordt hierdoor verklaard. Bij toekomstige vernieuwing of uitbreiding van het varend materieel moeten als gevolg van hogere kapitaalslasten, die niet ten volle worden gecorrv penseerd door lagere brandstof-en personeelskosten, hogere exploitatiekosten worden verwacht. In dat geval moet tevens rekening worden gehouden met de uitbreiding van de veerhavens te Breskens en Vlissingen, waarmede volgens een globale raming enkele tientallen miljoenen guldens gemoeid zullen zijn.
II. Veerdienst Texel-Den Helder Qua vaarafstanden en frequentie vertoont deze veerdienst een vrij sterke overeenkomst met de Westerscheldeveren, zij het dat de invloed van het toeristische verkeer sterker is. De exploitatie is in handen van de NV TESO (Texels Eigen Stoomboot On-derneming), waarvan de aandelen in het bezit van (een deel van) de Texelse bevolking zijn. Met de tot dusver rendabele exploitatie van deze veerdienst heeft het Rijk geen rechtstreekse bemoeiingen. Wel zijn de tarieven, evenals bij de overige boot-en veerdiensten, in het kader van het prijsbeleid van de Regering onderworpen aan de goedkeuring van mijn ambtgenoot van Economische Zaken. Voorts is de dienstregeling in het kader van het gebruik van de veerhavens en aanleginrichtingen aan de goedkeuring van het Rijk onderworpen. In 1978 heeft de NV TESO opgrond van rentabiliteitsoverwegingen besloten tot de enigszins omstreden bouw van een dubbeldeksveerboot (bouwkosten ± f 35 min.) ondanks de voorkeur van het provinciaal bestuur voor een enkeldeksveerboot met het oog op de beperking van de druk van het toeristische autoverkeer op het eiland. Ik heb destijds aan de NV TESO te kennen gegeven dat het Rijk in verband met de moeilijke budgettaire positie in de eerstkomende jaren niet zou kunnen overgaan tot de aanpassing van de aanleginrichting in de veerhavens, waarmede volgens globale raming circa f 30 min. gemoeid is. De nieuwe dubbeldekker is intussen in de vaart gebracht, doch bij het gebruik van de bestaande aanleginrichtingen kan daarvan nog niet het volle profijt worden getrokken.
De hogere kapitaalslasten voortvloeiende uit de aanschaffing van een nieuwe boot nopen tot een wat hogere, geleidelijk door te voeren aanpassing van de tarieven dan alleen op grond van de normale prijsontwikkeling het geval zou zijn geweest. Ik moge in dit verband verwijzen naar het antwoord van mijn ambtgenoot van Economische Zaken op de vragen van de leden van de Tweede Kamer de heren De Voogd, Roels en Dijkman (Aanhangsel van de Handelingen, zitting 1979-1980, nr. 923).
Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 16318, nr. 1
Bij de bevolking van Texel leeft de wens tot invoering van goedkope jaarabonnementen voor de eilandbewoners. De NV TESO is bereid deze wens in te willigen mits de daaruit voortvloeiende inkomstenderving, die volgens een opgave van de TESO circa f 450 000 zou bedragen, voor rekening van de overheid (het Rijk) zou worden genomen. Ik heb dit van de hand gewezen op grond van de algemene overweging dat het Rijk slechts in zeer bijzondere gevallen bijdraagt in de exploitatiekosten van veer-en bootdiensten en dan slechts als sprake is van een onvermijdelijk noodlijdende situatie, en dat in dit kader evenmin subsidie wordt verleend voor bijzondere doeleinden. Gelet op het karakter van de verbinding en het nagestreefde doel acht ik het voorts meer op de weg van de regionale of lokale overheid liggen om eventuele steun te verlenen, indien althans noodzakelijk. Wat de mogelijkheden betreft, heb ik erop gewezen dat uit de verstrekte gegevens kon worden afgeleid dat de realisatie van de wens mogelijk zou zijn in het kader van de normale, sluitende exploitatie, door middel van een verhoging van de overige tarieven. Daarnaast hebben gedeputeerde staten van Noord-Holland mij verzocht om steun voor de uitbreiding van de dienst-regeling in de winter. Ik heb dit van de hand gewezen op grond van dezelf-de argumentatie als hiervoor vermeld met de toevoeging dat uit de overgeleg-de gegevens viel af te leiden dat de uitbreiding van de dienstregeling niet of nauwelijks gerechtvaardigd werd door een hoger vervoeraanbod en dat dientengevolge een verslechtering van de bedrijfsresultaten viel te vrezen. In gevallen, waarin het Rijk wel financiële steun verleent, zou om die reden goedkeuring moeten worden geweigerd. Ik teken hierbij nog aan dat indien een cumulatie van kostenverhogende wensen en verlangens aanleiding zou geven tot knelpunten bij de bedrijfsvoering, het stellen van de prioriteiten onder de gegeven omstandigheden in eerste instantie uiteraard bij de NV TESO berust. Op de door velen bepleite gelijkschakeling van de boot-en veerdiensten met het openbaar vervoer kom ik nader terug.
III. Bootdiensten Vlieland Terschelling-Harlingen Deze bootdiensten worden verzorgd door de NV Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM) als dochteronderneming van de rederij Doeksen. Daar in het algemeen op Vlieland geen auto's van buitenaf worden toegelaten, vindt naar dat eiland geen toeristisch autovervoer plaats. In het verleden werd de bedrijfsvoering gecombineerd met andere activiteiten, zoals een bergingsbedrijf en een schelpenzuigerij, waardoor een onderlinge uitwisseling van varend materieel en personeel, afhankelijk van het seizoen, mogelijk was. Deze wijze van bedrijfsvoering heeft lange tijd een rendabele en relatief goedkope exploitatie van de bootdiensten mogelijk gemaakt. Als gevolg van het stopzetten van de allengs minder rendabel wordende nevenactiviteiten is dit niet meer mogelijk en zijn de vaste lasten zwaarder op de bootdiensten gaan drukken. Ook de sterke stijging van de variabele kosten, zoals personeels-en brandstofkosten, heeft zijn invloed laten gelden. Dit heeft tot gevolg gehad dat de TSM in een verliesgevende situatie is geraakt. Daarnaast moet binnen afzienbare tijd worden overgegaan tot de (gedeeltelijke) vervanging van de langzamerhand verouderende en vrij heterogeen samengestelde vloot. In dit geheel speelt de in 1973 speciaal voor passagiers ingevoerde sneldienst Harlingen-Terschelling, die met een snelvarende catamaran, de Koegelwieck, een belangrijke, zo niet beslissen-de rol. Dit vaartuig heeft een zeer hoog brandstofverbruik en hoge reparatiekosten. Bij de huidige hoge brandstofprijzen veroorzaakt alleen de sneldienst al een jaarlijks exploitatietekort van ca. f 500 000. De voor het gebruik van dit vaartuig geheven extratoeslag van f 5 per persoon is niet toereikend om de kosten te dekken. Deze toeslag zou ongeveer verdubbeld moeten worden om tot een kostendekkende exploitatie te komen. De problemen op korte termijn kunnen worden opgelost door aanpassing van de tarieven aan de optredende kostenstijging en door beperking van de onrendabele overvaarten. Naar de problematiek op langere termijn wordt Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 16318, nr. 1
een onderzoek ingesteld in samenwerking tussen de TSM, het Rijk, de provincie Friesland en de gemeenten Vlieland en Terschelling. Hoewel tot op zekere hoogte begrip kan worden opgebracht voor de noodzaak van aanpassing van de tarieven aan optredende kostenstijgingen, zoals ook elders gebruikelijk, tonen de provincie en de betrokken gemeenten enige vrees voor te ver gaande tariefsverhogingen en koesteren zij bezwaren tegen inkrimping van het dienstbetoon. Op Vlieland koestert men nog de wens tot de invoering van een sneldienst, overeenkomstig die van Terschelling-Harlingen, doch inwilliging van deze eis zou, afgezien van de overige bezwaren, een extraverlies opleveren van minstens f 500 000. Voorts bepleit men voor wat betreft de invoering van goedkope jaarabonnementen een gelijke behandeling als Ameland en Schiermonnikoog. Ik acht de invoering van dergelijke abonnementen slechts wenselijk indien dat binnen een normale sluitende exploitatie mogelijk is of indien de kosten daarvan door derden worden gedragen.
IV. Rijksbootdiensten Ameland-Holwerd en Schiermonnikoog-Lauwersoog Omstreeks 1918 heeft het Rijk de zorg voor de bootdienst Holwerd-Ameland op zich genomen en enkele jaren later de bootdienst Oostmahorn-Schiermonnikoog. De reden was dat particuliere exploitatie niet mogelijk was gebleken en de overname door het Rijk onder de toenmalige omstandigheden en toen geldende opvattingen als de enige mogelijkheid werd gezien. De instandhouding van het postverkeer naar en van die eilanden heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. De feitelijke exploitatie met behulp van door het Rijk beschikbaar gestelde boten werden verzorgd door een particuliere rederij, die daarnaast nog een aantal jaren de particuliere bootdienst Zoutkamp-Schiermonnikoog heeft verzorgd. Na de afsluiting van de Lauwerszee zijn de diensten Oostmahorn-Schiermonnikoog en Zoutkamp-Schiermonnikoog samengevoegd tot de dienst Lauwersoog-Schiermonnikoog. Sinds die tijd worden ook vaartuigen van de exploitant ingezet. Onder invloed van het opkomende toerisme hebben de rijksbootdiensten zich vrij snel ontwikkeld tot een rendabel geheel. Aan deze ontwikkeling is aan het begin van de jaren zeventig een einde gekomen doordat de toename van de inkomsten geen gelijke tred heeft gehouden met de toenemende kostenstijgingen en tegelijkertijd een terughoudend beleid met betrekking tot de stijging van de tarieven voor overheidsdiensten is gevoerd. Evenals naar Vlieland vindt naar Schiermonnikoog geen toeristisch autoverkeer plaats. Ondanks het streven naar een kostendekkende exploitatie bedraagt het jaarlijkse tekort inclusief de kosten van de door het Rijkter beschikking gestelde vaartuigen doch exclusief de kosten van aanleginrichtingen, die ook bij de andere bootdiensten rechtstreeks voor rekening van het Rijk komen, circa f 1 min. In 1976 zijn goedkope jaarabonnementen voor de eilandbewoners ingevoerd. Hiervoor is gedeeltelijk compensatie verkregen door een wat grotere verhoging van de overige tarieven.
V. Rijksveerdiensten en overige veerdiensten Volledigheidshalve geef ik onderstaand nog een beknopt overzicht van de verschillende vormen van veerdiensten en de eventuele mate van betrokkenheid van het Rijk, te weten:
-
-Gratis
rijksveren Op grond van de verplichting van het Rijk om de bij de aanleg van het Noordzeekanaal en de Bergsche Maas verbroken wegverbindingen, ongeacht de aard van die verbindingen, kosteloos in stand te houden worden de diverse veren over die wateren door en op kosten van het Rijk geëxploiteerd.
Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 16318, nr. 1
2.
Maasveren In het kader van de in de jaren dertig uitgevoerde Maasverbeteringswerken heeft het Rijk de zorg voor deze veren op zich genomen. De exploitatie van de veren wordt door Financiën (Domeinen) verpacht aan particulieren. Hoewel gestreefd wordt naar een kostendekkende exploitatie, is in de laatste jaren sprake van een verliesgevende situatie (f 7 a 800000 per jaar, inclusief de kosten van de door het Rijk ter beschikking gestelde vaartuigen). Gelet op het karakter van de verbindingen is voor het Rijk hier strikt genomen geen blijvende taak weggelegd en om die reden is met Financiën overleg gaande over de vraag of, en zo ja, op welke wijze in die situatie verandering kan worden gebracht.
-
-Verspreide
rijksveren Incidenteel zijn er nog enkele rijksveren, die om historische redenen bij het Rijk in eigendom zijn en door Financiën (Domeinen) aan particulieren worden verpacht. Met de kostendekkende exploitatie heeft mijn departement geen bemoeiing. Het betreft hier de veren Landsmeer-Het Schouw en West-einde (Breezand-Julianadorp).
-
-Veerdienst
Rozenburg-Maassluis Het betreft hier een provinciale veerdienst, uitbesteed aan een particuliere rederij, waarvan de tekorten voor de helft ten laste van de provincie Zuid-Holland en voor de helft ten laste van het Rijk komen (beide ± f 1,2 min. per jaar). De verplichting van het Rijk vloeit voort uit het verbreken van de wegverbinding Brielle-Rozenburg-Maassluis als gevolg van de aanleg van de Nieuwe Waterweg.
-
-Overige veren Hieronder bevinden zich particuliere veren, eventueel met bijdragen van de lagere overheid wegens lokale of regionale belangen, en door de lagere overheid geëxploiteerde veren. Voorbeelden hiervan zijn het veer Kop van 't Land, waar in de exploitatiekosten wordt bijgedragen door de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant, en enkele veren over de Rijn en Waal, waar op grond van de provinciale verdelingsverordening uitkeringen wegen wordt bijgedragen door de provincie Gelderland.
In het kader van de Wet Uitkeringen Wegen bestaat namelijk de mogelijkheid tot het verlenen van tegemoetkomingen in de kosten van veren ten dienste van het gemotoriseerde verkeer, voor zover deze veren gelegen zijn in secundaire, tertiaire, of kwartaire wegverbindingen. Zoals uit de hiervoor genoemde voorbeelden blijkt, wordt door de provincies in het gebied van de grote rivieren van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Op de toepassing van de Wet Uitkeringen Wegen kom ik nader terug.
VI. Tarieven
Voor een vergelijking van de veer-en boottarieven verwijs ik naar bijgevoegd overzicht. Ter wille van de vergelijkbaarheid en overzichtelijkheid is dit overzicht beperkt tot de meest voorkomende en, zoveel mogelijk, gemeenschappelijke tarieven. De tarieven voor de Waddeneilanden zijn, behoudens enige uitzonderingen, afgestemd op retours. Volledigheidshalve voeg ik eveneens de (nagenoeg) complete tarieflijsten voor de afzonderlijke veer-en bootdiensten hierbij. Afwijkende tarieven vervat in contracten met transportondernemers als vaste gebruikers voor het vervoer van vrachtauto's zijn buiten beschouwing gelaten. Bij de beoordeling dient in aanmerking te worden genomen dat verschillende, uiteenlopende factoren hun invloed uitoefenen op de exploitatiekosten en daarmede op de hoogte van de tarieven en ten dele ook op de onderlinge verschillen tussen de tarieven. Zo moeten de veerboten op een druk bevaren scheepvaartweg als de Westerscheldequa wendbaarheid en mo-Tweede Kamer, zitting 1979-1980,16318, nr. 1
torvermogen aan hoge eisen voldoen en kunnen deze veerboten, die op de dienst Kruiningen-Perkpolder dubbeldekkers zijn, over een grote capaciteit beschikken. De boten naar Ameland en Schiermonnikoog dienen daarentegen in verband met de ondiepe, smalle en bochtige vaargeulen in de Waddenzee over een geringe diepgang te beschikken, hetgeen een beperking van de capaciteit oplevert. De wijze van financiering, het tijdstip van vervanging of uitbreiding en de hoogte van de rentestand op dat tijdstip kunnen eveneens van invloed zijn. Bij een afschrijving op basis van de historische kostprijs zal bij de huidige, hogere bouwkosten en een hoge rentestand veelal een plotselinge en vrij drastische stijging van de kapitaalslasten optreden, die niet ten volle door een verlaging van andere kostenfactoren, zoals brandstof" en personeelskosten, gecompenseerd kan worden. Een factor van betekenis wordt uiteraard gevormd door de vaantijden c.q. vaarafstanden. Bij de kortere vaarafstanden speelt de inscheping en ontscheping verhoudingsgewijs een iets grotere rol. Voorts is vooral het aanbod van het toeristische (auto)verkeer bepalend voor de benodigde topcapaciteit gedurende het zomerseizoen en de weekends, met de daaraan inherente geringere bezettingsgraad buiten het seizoen en/of door de week. Vooral bij de Friese Waddeneilanden speelt deze factor een rol. Hierdoor worden in belangrijke mate de verschillen tussen de winter-en zomertarieven en/of de tarieven voor de eilandbewoners en de niet-eilandbewoners verklaard. De relatief geringere invloed van het toeristische autoverkeer bij de Westerscheldeveren heeft er daar toe geleid dat alleen voor personenauto's een afzonderlijk zomertarief en wintertarief geldt. Het onderscheid tussen eilandbewoners en niet-eilandbewoners is bij Texel, dat een soort tussenpositie inneemt en qua karakter dichter bij de Westerscheldeveren staat, minder sterk dan bij de Friese Waddeneilanden. De eilandbewoners op Texel maken als gevolg van de intensievere contacten met de vaste wal meer gebruik van de mogelijkheid van abonnementen en meervaartenkaarten. Het vervoer van vrachtauto's naar de (Friese) Waddeneilanden vindt veelal plaats op basis van afzonderlijke contracten met transportondernemers, die geregeld van de bootdiensten gebruik maken. De in de overzichten vermelde tarieven worden derhalve voornamelijk voor incidentele transporten toegepast. De bewoners van Vlieland en Terschelling kennen niet de mogelijkheid van een goedkoop jaarabonnement zoals bij Ameland en Schiermonnikoog. Daar staat echter tegenover dat de overige tarieven voor de eilandbewoners in verhouding tot de aanmerkelijk grotere vaarafstand betrekkelijk laag liggen. Het tarief voor personenauto's van eilandbewoners kan zelfs als gunstig worden bestempeld, zowel in vergelijking tot de andere eilanden als in vergelijking met de kosten, indien dezelfde afstand per auto over land zou worden afgelegd. Overigens kunnen de tarieven voor het personenvervoer van de eilandbewoners ook in vergelijking met de tarieven van het openbaar vervoer de toets der kritiek doorstaan, hetgeen moge blijken uit onderstaan-de vergelijking van de retourtarieven voor volwassenen.
Afstand/eiland
Veer/boot
Bus (zonetarief)
NS
5 km/Texel
f 3,12
f 2,40
f 2,00 10 km/Ameland/ Schiermonnikoog
f 3,25
f 3,00
f 2,80 35 a 40 km/Vlieland/ Terschelling
f 5,30
f 5,60 a f 6,30 f 10,40
Zoals vermeld worden de hogere tarieven voor niet-eilandbewoners gerechtvaardigd door de piekbelasting, veroorzaakt door het toerisme in het zomerseizoen en ten dele in de weekends.
Tweede Kamerzitting 1979-1980, 16318, nr. 1
VII. Commissie Vervoerproblematiek Friese Waddeneilanden; economi sche en maatschappelijke problematiek In 1977 heeft mijn ambtsvoorganger de Commissie Vervoerproblematiek Friese Waddeneilanden ingesteld. Zoals de naam al aanduidt, heeft deze commissie tot taak het onderzoeken van de problematiek met betrekking tot het vervoer van en naar de Friese Waddeneilanden. In deze commissie zijn naast het ministerie van Economische Zaken en mijn departement, de provincie Friesland en de betrokken Waddeneilanden vertegenwoordigd. Zonder op het nog door deze commissie uit te brengen advies vooruit te willen lopen merk ik in verband met geuite klachten en naar voren gebrachte wensen op dat naar mijn voorlopige indruk een niet onbelangrijk gedeelte van de klachten niet zozeer toe te schrijven valt aan de hoogte van de boottarieven als wel aan de geïsoleerde ligging van de Waddeneilanden en de daarmede gepaard gaande langere reistijden en de discontinue bereikbaarheid. Daarbij dient niet uit het oog te worden verloren dat juist die ligging een trekpleister vormt voor het toerisme, dat een belangrijke inkomstenbron voor die eilanden is. Van sommige kanten wordt wel betoogd dat de hoge toeristische tarieven een belemmering vormen voor de ontwikkeling van het toerisme. Afgezien van de eerder geschetste bedrijfseconomische aspecten teken ik hierbij aan dat te lage tarieven voor het toeristische autovervoer kunnen leiden tot een te hoge verkeersdruk en daarmede tot een aantasting van het karakter van de Waddeneilanden. In dat geval kan zich op den duur de noodzaak van verkeersbeperkende maatregelen voordoen, hetgeen op haar beurt weer kan leiden tot onderbezetting van de bootdiensten en daarmede verslechtering van de bedrijfsuitkomsten.
VIII. Gelijkschakeling met openbaar vervoer; toepassing Wet Uitkeringen Wegen Van verschillende kanten wordt een pleidooi gevoerd om veer-en bootdiensten gelijk te schakelen met het openbaar vervoer. Van mijn kant is gesteld dat de boot-en veerdiensten uitsluitend moeten worden beschouwd als schakels in verkeersverbindingen met de mogelijkheid van toepassing van de Wet Uitkeringen Wegen. Ik acht het dienstig thans wat dieper hierop in te gaan. Bij de parlementaire behandeling van de ontwerp-Wet Uitkeringen Wegen is er destijds aanvankelijk van uitgegaan dat de tekorten van veer-en bootdiensten niet onder de werking van de Wet Uitkeringen Wegen zouden kunnen vallen maar ten laste van de algemene middelen van de provincies gebracht zouden moeten worden (zie de memorie van antwoord, zitting Twee-de Kamer 1963-1964, wetsontwerp 6294, nr. 5, blz. 13). Nadien is dit standpunt -mede tegemoet komende aan wensen vanuit de Tweede Kamer en van een aantal provincies -in hernieuwde overweging genomen, hetgeen heeft geresulteerd in de opvatting dat de kosten van aanleg en onderhoud van de vaste werken aan de oever, zoals aanleginrichtingen, opstelplaatsen e.d., voor de normale wegenuitkeringen in aanmerking kunnen worden gebracht en de bijdragen in de exploitatietekorten van boot-en veerdiensten kunnen worden beschouwd als tegemoetkomingen in de kosten van voorzieningen voor het wegverkeer (zie tweede nota van wijzigingen, zitting Tweede Kamer 1965-1966, wetsontwerp 6294, nr. 9). In het eindverslag (Eerste Kamer zitting 1965-1966, nr. 140a) is ter zake nog opgemerkt dat het voortbestaan van een veerdienst dient te worden beschouwd vanuit een oogpunt van het belang van het veer als schakel voor het verkeer. Ik teken hierbij nog aan dat van de mogelijkheid om de WUW-uitkeringen voor boot-en veerdiensten te benutten door verscheidene provincies, in het bijzonder in het rivierengebied, gebruik wordt gemaakt.
Tweede Kamer, zitting 1979-1980,16318, nr. 1
Uit de doelstellingen van de Wet Uitkeringen Wegen volgt uiteraard wel dat de WUW-uitkeringen alleen mogelijk zijn indien de boot-en veerdiensten een functie vervullen voor het doorgaande of van meer dan lokaal belang zijnde gemotoriseerde verkeer. Een specifiek gerichte behartiging van de belangen van bepaalde bevolkingsgroepen, zoals de invoering van jaarabonnementen, valt uiteraard niet onder de doelstellingen van de Wet Uitkeringen Wegen. Indien dergelijke wensen niet binnen het kader van de normale exploitatie kunnen worden verwezenlijkt, ligt de behartiging naar mijn gevoelen eerder op de weg van de lokale overheid. Voetveten e.d., die als gevolg van het karakter van de verbinding niet onder de werking van de Wet Uitkeringen Wegen vallen, zijn te beschouwen als verbindingen van zuiver lokaal belang, die als zodanig ten laste van de plaatselijke gemeenschap dienen te komen. Bij het overnemen van de tekorten van het openbaar vervoer door het Rijk zijn de verliezen van boot-en veerdiensten, ook voor zover deze deel uitmaken van openbaarvervoerbedrijven, van meet af aan buiten beschouwing gelaten. Een gelijkschakeling met het openbaar vervoer zou met het oog op de daarvoor vereiste budgettair neutrale operatie moeten inhouden dat een nader te bepalen deel van de WUW-middelenzou moeten worden overgeheveld naar de sector openbaar vervoer. Deze centralistische tendens verdraagt zich moeilijk met de gedachte van de Regering om in het kader van de decentralisatie de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor verkeersverbindingen van regionale en lokale aard meer bij de lagere overheid te leggen. Ik meen daarom dat op praktische en principiële gronden de voorkeur moet worden gegeven aan het standpunt dat veer-en bootdiensten beschouwd dienen te worden als schakels in de desbetreffende verkeersverbindingen. Ik hoop met het bovenstaande te hebben voldaan aan het verzoek van uw commissie om nadere informatie ter zake.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, D. S. Tuijnman Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 16318, nr. 1
Veryelijking veer-en boottarieven Westerschelde en Waddeneilanden
Zeeuws-Vlaanderen
Texel
Vlieland/ Terschelling
Ameland/Schiermonnikoog
Tarief ingegaan per
3 januari 1980
16 juli 1980
24 mei 1980
1 juli 1980
Vaartijd in minuten
105
± 60
Vaarafstand in kilometers
5 a6
4 a 5
± 38
1 10
zomer
winter
zomer
winter
zomer en winter
zomer
winter
Volwassene retour Kind retour Personenauto retour Inw./eil. volwassene retour Inw./eil. kind retour Inw./eil, personenauto retour Vrachtauto retour Rijwielen retour
2,-1,-6,25
2,-1.-4,50
14,-a26,-'
14,-a26,-
5,75 2,75 25, -
4,75 2,25 20,75
5,70 a 11,40' 5,70a 11,40' 3,25
2,75
19,40
6,50 9,70
3.25102,50 a 108,50' 35,-a 67,-5,30 2,65 35, -45,-a 75,-6,10
3,25 1,50 18.-a36, 11,50 3,25
6,50 3,25 21,-a42,-' 3,25 1,50 18,-a36,-' 11,50 3,25
Knipkaarten e.d.:-kind
5 retourenpersonenauto 5 retourenvolwassene
10 retourenvolwassene
20 enkele reizen
13.-- kind
20 enkele reizen
10,-- personenauto 20 enkele reizen 45,-- eil. personen-20 enkele auto
reizen
32, -Jaarabonnement nw./eil.
6,50 Maandabonnement scholieren + werknemers Toeslag snelboot
6,50
13.-
10,-
45,-
32, -6,50
6,50
B.-
8,-01,50
84,50 33,50
33,50
146,-a282,-' 116,-a282,-'
21.
21,-
Gedeputeerde Staten van Zeeland, Besluiten: de tarieven voor de veerdiensten over de Westerschelde met ingang van 3 januari 1980 vast te stellen als volgt:
Rubriek Omschrijving
Bedrag
II. III.
Kinderen beneden 4 jaar Kinderen van 4 tot 10 jaar idem, retour 20-vaartenboekjes voor idem Jaarabonnementen voor idem, inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Personen 10 jaar en ouder idem, retour 20-vaartenboekjes, c.q., -kaarten voor personen Kaarten voor scholieren en werknemers per maand Jaarabonnementen voor inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Personenauto van 16 sept. tot 15 mei Personenauto van 15 mei tot 16 sept. 20-vaartenkaarten alsvoren 20-vaartenkaarten voor inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Lichte vrachtauto 20-vaartenkaarten alsvoren 20-vaartenkaarten voor inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Zware vrachtauto 20-vaartenkaarten alsvoren 20-vaartenkaarten voor inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Vrachtauto met aanhangwagen 20-vaartenkaarten alsvoren 20-vaartenkaarten voor inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Autobus 20-vaartenkaarten alsvoren 20-vaartenkaarten voor inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen Extra reis per veer/per uur: Voor de veerboten «Koningin Juliana» en «Prins Bernhard» Voor de veerboten «Prinses Beatrix», «Prinses Irene» en «Prinses Margriet» Voor de veerboten «Prinses Christina» en «Prins Willem Alexander» Toeslag per uur per reis Pakjesvervoer tot en met 10 kg meer dan 10 t/m 25 kg Expressegoed: tot en met 10 kg meer dan 10 t/m 25 kg Opslagkosten: Per zending per kalenderdag of gedeelte daarvan Rijwielstalling: Per kalenderdag of gedeelte daarvan Kennisgeving van aankomst: Gemaakte kosten met een minimum van Schrijfloon: Voor het invullen van een vervoeradres
Middelburg, 8 januari 1980.
Gedeputeerde Staten voornoemd, Voorzitter, Griffier,
nihil
Tweede Kamer,zitting 1979-1980, 16318, nr. 1
Bijlage 3
N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming tarieven Ingaande 16 juli 1980 (wijzigingen voorbehouden)
Wintertarief Zomertarief Alle maanden geldig van
geldig van
geldig 1 jan. t/m
1 mei t/m 30 april en 30 sept. van 1 okt. t/m 30 dec.
10 retouren
--
f 33,50
--
f 10, -
retour
f
4,75
f
5,75
-
retour
f
2,50
f
3,-- 10 retouren
--
f 16,75 retour
f
2,25
f
2,75
-5 retouren
--
f
8,-retour
f
2,75
f
3,25
-
retour
f 20,75
f
25, -
5 retouren
f 84,50
f 101,50
Personen: 10 jaar en ouder
retour
f
4,75
f
5,75 idem: knipkaart idem: 5-daags abonnement ma t/m za idem: 7-daags abonnement ziekenbezoek, ma t/m zo Personen: met een pas 65 idem: knipkaart Kinderen: 4 t/m 9 jaar idem: knipkaart Rijwielen + bromfietsen idem: 5-daags abonnement, ma t/m za
-
-
f
7,25 Motorrijwielen
retour
f
5,50
f
6,50 idem: 5-daags abonnement, ma t/m za
-
-
f
7,25 Auto's: max. hoogte.10 m, lengte 6.00 m idem: knipkaart (op kenteken) idem: knipkaart (inclusief voorrang, slechts het lopende kalenderjaar geldig; kaart op naam en kenteken; niet overdraagbaar)
30 retouren
-
f
5,60, Voertuigen: hoger dan 2.10 m, max. breedte 3.00 m (bijv. autobussen, vrachtauto's, caravans e.d.) per strekkende meter
retour
-
f
5,70 Idem: breder dan 3.00 m en /of met gevaarlijke stoffen, per strekkende meter
retour
-
-
f 11,40
De tarieven zijn vrij van b.t.w. De plaatsbewijzen zijn uitsluitend verkrijgbaar aan onze loketten op het Havenplein te Den Helder. 1 De kaarten met het wintertarief zijn niet geldig in de periode van 1 mei t/m 30 september.
Tweede Kamerzitting 1979-1980, 16318, nr. 1
Bijlage 4
Tarieven Harlingen-Terschelling/Vlieland v.v. per 24 mei 1980
Volwassene retour
19,40 Kind retour
9,70 Eilander volwassene retour
5,30 Eilander kind retour
2,65 Toeslag snelboot
5,-Rijwiel retour
6,10 Brommer retour
18,85 Personenauto t/m 3,99 meter retour f 102,70 Personenauto langer retour
108,50 Personenauto eilander retour F 35. -Vrachtauto t/m 5,99 meter retour
f 283,-Vrachtauto t/m 8,99 meter retour f 455, -Vrachtauto t/m 10,99 meter retour
F 623,-
Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 16318, nr. 1
BIJLAGE 5
Tarieven voor de bootdiensten naar Ameland en Schiermonnikoog met ingang van 1 juli 1980
Soort kaart:
Volwassene retour Kind retour Eilander volwassene retour Eilander kind retour Eilander jaarabonnement Gezelschapsretour volwassene Gezelschapsretour tot 13 jaar Wadlopen Rijwielen, honden retour Bromfietsen, tandems retour Motorrijwielen, scooters retour Personenauto tot 4 meter retour maart t/m okt. Personenauto tot 4,5 meter retour maart t/m okt. Personenauto langer dan 4,5 meter retour maart t/m okt. Personenauto tot 4 meter retour nov. t/m febr. Personenauto tot 4,5 meter retour nov. t/m febr. Personenauto langer dan 4,5 meter retour nov. t/m febr. Caravan tot 4 meter enkel Caravan tot 5,50 meter enkel Caravan tot 7 meter enkel Caravan tot 8 meter enkel Caravan langer dan 8 meter enkel Retour vrachtauto, 1x geladen, per meter Eilanders 40% reductie Boetetoeslag 6,50 3,25 3,25 1,50 21, -5,25' 2,75' 3,25 3,25 5,25 8,50 35,-51.-67,-21,-32,-42, -21,-31,-41.-50, -61.-11,50 7,10 1,-Toeristenbelasting Schiermonnikoog en Ameland Retour personenauto's 10-rittenkaart: eilanders: tot 4 meter
f 18,-
f 146,-tot 4,50 meter f 27,-
f 210,-langer
f 36,-
f 282,-
1 In de maanden juli en augustus normale tarieven met 10% korting.
Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 16318, nr. 1