Memorie van toelichting - Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de School- en cursusgeldwet 1972 - Hoofdinhoud
Nr. 3
Memorie van toelichting
In de brief van 20 februari jl. (zitting 1974-1975 -13322, nr. 1) hebben de Ministers van Sociale Zaken en van Onderwijs en Wetenschappen aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangekondigd dat de regering van mening is dat met ingang van 1 augustus 1975 de volledige leerplicht dient te worden uitgebreid tot tien jaar. Verlenging van de leerplicht verdient aanbeveling met het oog op de uitbreiding van de cursusduur van het lager beroepsonderwijs tot vier jaar. Bovendien heeft het lager beroepsonderwijs de laatste jaren verschillende impulsen tot vernieuwing ondergaan als gevolg waarvan deze vorm van onderwijs meer kan worden afgestemd op de mogelijkheden en de interessen van de individuele leerling. Een langere deelname aan het voortgezet onderwijs is naar onze mening ook gewenst ten behoeve van een adequate maatschappelijke voorbereiding. Uit het feit dat de laatste jaren een duidelijke toename van dedeelneming aan het volledig dagonderwijs heeft plaatsgevonden, mag worden afgeleid dat deze wenselijkheid eveneens door een steeds groter aantal ouders en leerlingen wordt onderkend. Door een verdere verlenging van de volledige leerplicht kan worden voorkomen dat bij die, beperkte, groepen die nog niet vrijwillig langer aan volledig dagonderwijs deelnemen, een maatschappelijke achterstand ontstaat of vergroot wordt.
De uitbreiding van de volledige leerplicht tot tien jaar dient ook uiteen oogpunt van werkgelegenheid positief te worden beoordeeld aangezien daardoor een aantal arbeidsplaatsen vrijkomt. In de voorgestelde artikelen I en IV wordt voorzien de voor de leerplichtverlenging noodzakelijke aanpassing van de Leerplichtwet 1969. Deverlenging van de volledige leerplicht brengt met zich een verkorting van de partië-le leerplicht tot twee jaar; de partiële leerplicht zal daarmee in het algemeen de leeftijdsgroep van de 16-en 17-jarigen omvatten. Immers de partiële leerplicht voor 15-jarigen wordt vervangen dooreen volledige leerplicht. Daar de partiële leerplicht voor 17-jarigen nog niet wordt ingevoerd, wordt in onderdeel D van artikel I de duur van de partiële leerplicht tot een door de Kroon te bepalen tijdstip beperkt tot één leerjaar. In de bovenvermelde brief is eveneens aangekondigd dat met ingang van 1 augustus 1975 de partiële leerplicht voor 16-jarigen zal worden uitgebreid tot twee dagen per week. Hiertoe zal de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 4c, eerste lid, gewijzigd worden.
Tweede Kamer, zitting 1974-1975,13410, nrs. 1-4
Artikel IV, eerste lid, beoogt de minderjarigen die volgens het huidige artikel 3, eerste lid onder a, aan het einde van het schooljaar 1974-1975 leerplichtvrij zouden worden, onderde verlenging van de leerplicht tot tien jaar te laten vallen. Het tweede lid regelt dat de minderjarigen die in het schooljaar 1974-1975 onder de vervangende leerplicht vielen, in het schooljaar 1975-1976 weer daaronder kunnen vallen zonder dat nagegaan behoeft te worden of aan de voorwaarden is voldaan. Het derde lid heeft ten doel de minderjarigen die in het schooljaar 1974-1975 als 15-jarigen deelnamen aan het eerste leerjaar van de partiële leerplicht, in het schooljaar 1975-1976 te laten deelnemen aan het nieuwe eerste leerjaar van de partiële leerplicht. Dit nieuwe eerste leerjaar heeft betrekking op de 16-jarigen.
Schoolgeldvrijdom
De regering erkent in principe de koppeling van leerplicht en schoolgeldvrijdom. De extra uitgaven voor de opvang van de kleine groep 15-jarigen die, wanneer de leerplicht niet wordt verlengd, de school zouden verlaten, zijn relatief gering. De kosten van een jaar langer schoolgeldvrijdom worden geraamd op 42 min. voor 1976, 53 min. voor 1977 en 66 min. voor 1978. De schoolgeldvrijdom heeft immers betrekking op de totale leeftijdscategorie. De middelen ontbreken om op hetzelfde tijdstip als de leerplichtverlenging een jaar extra schoolgeldvrijdom in te voeren. In verband daarmee wordt voorgesteld de schoolgeldvrijdom voor het vier-de leerjaar van het secundair onderwijs op een door de Kroon te bepalen tijdstip in werking te laten treden.
Verdere wijzigingen in de Leerplichtwet 1969
Het ligt in de bedoeling binnenkort een wat omvangrijker wetsontwerp tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 bij de Staten-Generaal in te dienen. Daar verlenging van de leerplicht met ingang van 1 augustus 1975 wenselijk blijkt, wordt nu volstaan met slechts de daartoe noodzakelijke aanpassing. Deze omvangrijke wetswijziging is reeds geruime tijd op mijn departement in voorbereiding. In deze wetswijziging was tevens voorzien in de verlenging van de leerplicht. De Onderwijsraad heeft reeds advies uitgebracht over dit omvangrijke wetsontwerp. Deze adviezen worden nu als bijlage bij de memorie van toelichting gevoegd.
De Ministervan Onderwijs en Wetenschappen, J.A. van Kemenade De Minister van Landbouw en Visserij, A.P.J.M.M. van der Stee Tweede Kamer, zitting 1974-1975, 13410, nrs. 1-4