Voorstel van wet - Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten - Hoofdinhoud
Wij Beatrix, bij de Gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de inlichtingen-en veiligheidsdiensten te wijzigen in verband met de voorgenomen opheffing van de Inlichtingendienst Buitenland; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de inlichtingen-en veiligheidsdiensten (Stb. 1987, 635) wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1, eerste lid, vervallen de woorden: «de Inlichtingendienst Buitenland;», alsmede de woorden «ten aanzien van de Inlichtingendienst Buitenland: Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken;».
B. Artikel 10 vervalt.
S-00
312292F ISSN09217371 Sdu Uitgeveri] Plantijnstraat '
s Gravenhage 1993