Tweede verslag - Regels over het bemannen van zeeschepen (Wet bemanning zeeschepen) - Hoofdinhoud
Dit tweede verslag is onder nr. D toegevoegd aan wetsvoorstel 36440 - Wet bemanning zeeschepen i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels over het bemannen van zeeschepen (Wet bemanning zeeschepen); Tweede verslag |
---|---|
Documentdatum | 01-10-2024 |
Publicatiedatum | 01-10-2024 |
Nummer | KST36440D |
Kenmerk | 36440, nr. D |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
2025
Vergaderjaar 2024-
36 440
Regels over het bemannen van zeeschepen (Wet bemanning zeeschepen)
TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT/ VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENINGi
Vastgesteld 30 september 2024
De leden van de fractie van de BBB hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Wet bemanning zeeschepen. Deze leden bedanken de regering voor de uitgebreide beantwoording van de eerder door hen gestelde vragen een hebben de regering daarover nog een aantal vervolgvragen te stellen.
De leden van de fractie van de BBB constateren dat de regering in haar beantwoording een aantal maal verwijst naar lagere regelgeving2, te weten de Regeling bemanning zeeschepen, die nog in voorbereiding is en waarover de regering nog in overleg is met belanghebbenden. De leden van de fractie van de BBB hebben hierover de volgende vragen te stellen aan de regering.
-
1.De leden van de fractie van de BBB wijzen erop dat in de Regeling bemanning zeeschepen is opgenomen dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat jaarlijks voor 1 oktober informatie krijgt aangeleverd over de arbeidsmarkt voor Nederlandse zeevarenden. De leden van de fractie van de BBB merken op dat deze jaarlijkse rapportage opgesteld door sociale partners in de maritieme sector van belang is om inzicht te krijgen in de arbeidsmarkt en dat deze zo nodig aanlei-
1 Samenstelling:
Van Wijk (BBB), Kemperman (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
2 Kamerstukken I 2023/24, 36 440, C, p. 1-2.
kst-36440-D ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
ding kan geven tot beleidsaanpassing. Kan de regering de Kamer deze rapportage doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
-
2.De leden van de fractie van de BBB merken op dat in het voorliggende wetsvoorstel, evenals in de huidige wet, is bepaald dat de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn belast met het toezicht op de naleving. Daarnaast kan de regering zo nodig ook andere ambtenaren aanwijzen voor het toezicht op de naleving, al dan niet beperkt tot specifieke onderdelen. Ook op dit vlak zijn in het voorliggende wetsvoorstel geen wijzigingen aangebracht, zo merken deze leden op. De daadwerkelijke aanwijzing van deze ambtenaren geschiedt bij lagere regelgeving en deze is momenteel nog in voorbereiding, waarbij ook wordt afgestemd met belanghebbenden.
Of, en in welke mate, de rol van overige toezichthouders wordt beperkt, kan op dit moment nog niet worden aangegeven. De leden van de fractie van de BBB merken echter op dat de reders hebben aangegeven dat de rol van de verschillende toezichthouders niet duidelijk is en het hun duidelijke voorkeur heeft om alle toezichthoudende taken bij één instantie, zijnde de ILT, neer te leggen. Eerder heeft de regering in het regeerprogramma de ambitie uitgesproken het aantal ambtenaren te beperken. Daarbij zou een keuze voor één toezichthoudende instantie in de ogen van de leden van de fractie van BBB voor de hand liggen. Kan de regering de Kamer informeren over de uiteindelijke keuzes die hierover worden vastgelegd in de lagere regelgeving? En in het geval dat wordt besloten om het aantal toezichthoudende instanties niet te beperken, kan de regering deze leden dan toelichten waarom die keuze is gemaakt?
De vaste commissie voor Infrastructuur & Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur & Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Kemperman
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur & Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Dragstra
Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 440, D 2