Brief van staatssecretaris van BZK over diverse onderwerpen Koninkrijksrelaties - Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. H toegevoegd aan wetsvoorstel 36410 IV - Vaststelling begroting Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024; Brief van staatssecretaris van BZK over diverse onderwerpen Koninkrijksrelaties |
---|---|
Documentdatum | 03-07-2024 |
Publicatiedatum | 03-07-2024 |
Nummer | KST36410IVH |
Kenmerk | 36410 IV, nr. H |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
2024
Vergaderjaar 2023-
36 410 IV
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 juni 2024
Op uw verzoek ontvangt u hierbij een afschrift van mijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer van 10 juni 2024 over diverse onderwerpen op het terrein van Koninkrijksrelaties en bijbehorende bijlagen. Aanvullend ga ik in op twee toezeggingen die specifiek aan uw Kamer zijn gedaan.
In bijgaande brief ben ik ingegaan op het bestuurlijk akkoord met Aruba over het financieel toezicht. Op 4 juni jl. zijn deze gesprekken afgerond met het ondertekenen van een Bestuurlijk Akkoord waarin Aruba en Nederland overeengekomen zijn te gaan samenwerken aan de totstandkoming van een rijkswet gericht op het bereiken en behouden van houdbare overheidsfinanciën van Aruba. In deze rijkswet zullen onder meer de begrotingsnormen, normen met betrekking tot financieel beheer en bepalingen met betrekking tot financieel toezicht worden opgenomen. Daarnaast zal Aruba nationale regelgeving opstellen waarin de kwantificering van de normen wordt vastgelegd. Met het sluiten van dit akkoord wordt de rente die Aruba betaalt voor de covidlening verlaagd naar 5,1%. Dit tarief kan worden verlengd indien het voorstel voor een rijkswet uiterlijk op 1 mei 2025 bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingediend. Zodra de rijkswet ook daadwerkelijk in werking is getreden, zal de rente op de herfinanciering van de covidlening verder worden verlaagd naar de Nederlandse rente gelijk aan het actuele rendement op staatsleningen van de desbetreffende looptijd met een opslag van 0,2%-punt. Hiermee beschouw ik de toezegging aan uw Kamer als afgedaan.
kst-36410-IV-H ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
Tevens ga ik graag in op een toezegging van mijn ambtsvoorganger die hij deed tijdens het plenaire debat over de Tijdelijke Wet taakverwaar-lozing Sint Eustatius, dat werd gevoerd op 6 februari 2018. Daarin heeft hij uw Kamer toegezegd om de discussie over autonomie in Caribisch Nederland te willen voeren, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Kok en het rapport van de Commissie van Wijzen daarover. In haar rapport schrijft de Commissie van Wijzen vooral over de wens tot meer autonomie als belangrijkste drijfveer voor het bestuur van voor de bestuurlijke ingreep. Vooral het recht op zelfbeschikking komt veel terug in de gesprekken. Vanaf 2018 is het onderwerp meermaals teruggekomen in debatten zowel op Sint Eustatius als in beide Kamers. Ook is het onderwerp recent nog besproken tijdens de conferentie WolBES-FinBES.
Ik heb tijdens deze conferentie bevestigd dat het recht op zelfbeschikking niet ter discussie staat en dat dit recht wordt erkend. Verder heb ik bevestigd dat de mogelijkheid bestaat om het gesprek te voeren over de constitutionele status van Sint Eustatius. Tot slot heb ik aangegeven dat indien deze discussie wordt gewenst door Sint Eustatius, dit een gesprek vergt in breder verband, ook met de andere landen binnen het Koninkrijk. Het is aan Sint Eustatius om richting het Ministerie van BZK aan te geven of zij dit gesprek willen voeren en op welke manier. Ik beschouw deze toezegging bij deze als afgedaan.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Digitalisering en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 IV, H 2