Brief regering; Uitspraak Raad van State over besluitmoratorium Palestijnse gebieden - De situatie in het Midden-Oosten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 533 toegevoegd aan dossier 23432 - Situatie in het Midden-Oosten i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | De situatie in het Midden-Oosten; Brief regering; Uitspraak Raad van State over besluitmoratorium Palestijnse gebieden |
---|---|
Documentdatum | 27-05-2024 |
Publicatiedatum | 27-05-2024 |
Nummer | KST23432533 |
Kenmerk | 23432, nr. 533 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
23 432 |
De situatie in het Midden-Oosten |
Nr. 533 |
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 mei 2024 Gezien de situatie in de Palestijnse gebieden (Gaza en de Westelijke Jordaanoever), besloot ik op 19 december 2023 een besluit- en vertrekmo-ratorium in te stellen, voor de duur van zes maanden, tot 19 juni 2024. Een besluit- en vertrekmoratorium wordt afgekondigd wanneer er naar verwachting voor een korte periode onzekerheid bestaat over de situatie in een land van herkomst en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist op aanvragen van vreemdelingen die daar vandaan komen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigde op 24 april 2024 het besluitmoratorium. De Afdeling geeft nadrukkelijk geen oordeel over de vraag of is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van het moratorium, te weten of sprake is van een onzekere en tijdelijke situatie. De Afdeling heeft het besluitmoratorium vernietigd, omdat naar het oordeel van de Afdeling bij de motivering van het besluitmoratorium onvoldoende is ingegaan op ontwikkelingen tussen begin november en 19 december 2023. Het besluit- en vertrekmoratorium voor de Palestijnse Gebieden zou op 19 juni 2024 aflopen. Kijkend naar de actuele situatie (waarbij de situatie in de Palestijnse gebieden duidelijker is uitgekristalliseerd) zou, los van deze uitspraak van de Afdeling, een verlenging van de moratoria na 19 juni niet voor de hand hebben gelegen en zou het eerder passend zijn om beleid te formuleren voor de Palestijnse gebieden. Ook in uw Kamer1 heb ik eerder al aangegeven dat wanneer de situatie de Palestijnse Gebieden voldoende duidelijk zal zijn, dit reden is om de moratoria te beëindigen. |
1 Onder meer bij het tweeminutendebat van 26 maart 2024. |
kst-23432-533 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 23 432, nr. 533 1 |
Dit alles overziend is er geen bijzonder belang gelegen in een poging om het door de Afdeling geconstateerde motiveringsgebrek te herstellen.Om die reden zal ik op korte termijn beleid formuleren voor Gaza en de Westelijke Jordaanoever en beslissingen weer ter hand nemen, in plaats van het herstellen van het motiveringsgebrek. Op het moment dat landenbeleid is vastgesteld, kunnen de beslissingen in deze zaken weer ter hand worden genomen. Op dat moment wordt ook het vertrekmora-torium beëindigd.
Over het te voeren beleid voor de Palestijnse gebieden zal ik uw Kamer vanzelfsprekend informeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
-
E.van der Burg
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 23 432, nr. 533