Brief regering; Reactie op amendementen ingediend bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie (36243) - Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen

Deze brief is onder nr. 24 toegevoegd aan wetsvoorstel 36243 - Wijziging van verschillende wetten in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen; Brief regering; Reactie op amendementen ingediend bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie (Kamerstuk 36243)
Document­datum 16-04-2024
Publicatie­datum 16-04-2024
Nummer KST3624324
Kenmerk 36243, nr. 24
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-2024

 

36 243

Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen

Nr. 24

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2024

Op woensdag 10 april jl. heeft uw Kamer gedebatteerd met de Minister voor Rechtsbescherming over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen (Kamerstuk 36 243). Als medeondertekenaar van het wetsvoorstel informeer ik uw Kamer graag over de beoordeling van twee amendementen die tijdens dat debat zijn ingediend, zoals tijdens het debat reeds toegelicht door de Minister voor Rechtsbescherming. Ik hecht eraan u deze appreciatie ook vanuit mijn bijzondere verantwoordelijkheid voor het openbaar bestuur schriftelijk te sturen en u te vragen om de stemming over de betreffende amendementen aan te houden, zodat er gelegenheid is tot het vragen van advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Het amendement van het lid Helder strekt ertoe de reikwijdte van het voorgestelde functiecombinatieverbod rechter - lidmaatschap parlement uit te breiden naar leden van gemeenteraden en provinciale staten.1 Het amendement van het lid Vondeling regelt datzelfde, met dien verstande dat haar amendement ertoe strekt ook leden van waterschappen onder de reikwijdte van het voorgestelde functiecombinatieverbod te brengen.2 Ik vind beide amendementen te verstrekkend en een te grote inperking van het passief kiesrecht. Ik licht dat graag toe.

 

1    Kamerstukken II 2023/24, 36 243, nr. 8.

2    Kamerstukken II 2023/24, 36 243, nr. 9.

kst-36243-24

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024

Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 243, nr. 24    1

Het kiesrecht is het fundament van onze democratische rechtsstaat en verdient onze bescherming. Inperking van het passief kiesrecht mag niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is voor het te bereiken doel, in dit geval: de waarborging van onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. De kans dat een rechter zich moet buigen over een regeling waar hij zelf als decentrale volksvertegenwoordiger bij betrokken is geweest is gering. Bij een lidmaatschap van het Europees Parlement of de Staten-Generaal is dat gegarandeerd, in dat geval ziet de wetgevende bevoegdheid immers in beginsel op alle terreinen. De verordenende bevoegdheid van decentrale volksvertegenwoordigingen is daarentegen veel kleiner. Rechters die zich als decentrale volksvertegenwoordiger bezighouden met rechtsgebieden waarop verordeningen van decentrale overheden niet kunnen zien, zouden als gevolg van de amendementen van de leden Helder en Vondeling van meer worden uitgesloten dan strikt noodzakelijk. In dat kader spreek ik mijn zorgen uit ten aanzien van de inbreuk op het kiesrecht, zoals dat wordt beschermd door onze Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Bovendien gaat de voorgestelde verbreding ook verder dan waar de anti-corruptie werkgroep GRECO van de Raad van Europa in 2013 om heeft gevraagd.3

Ik wil er graag op wijzen dat er reeds instrumenten bestaan om ervoor te zorgen dat mogelijke schijn van belangenverstrengeling of onpartijdigheid in de rechtspraak wordt voorkomen. Rechterlijke instanties kunnen bij de toedeling van zaken rekening houden met feiten of omstandigheden die de rechterlijke onpartijdigheid kunnen schaden. Indien die feiten of omstandigheden daartoe aanleiding geven, vindt toedeling niet plaats.Mocht een rechter bij hoge uitzondering alsnog in een situatie komen waarbij de schijn van belangenverstrengeling of partijdigheid wordt gewekt, dan kan hij zich verschonen of gewraakt worden. Dat zijn mijns inziens meer proportionele instrumenten voor specifieke gevallen dan een algeheel verbod.

Bovendien kan een algeheel verbod potentieel grote gevolgen hebben voor zowel de werklast bij de rechtspraak als het aantal beschikbare kandidaten of vertegenwoordigers in de lokale democratie. Gevolgen die wij nu niet overzien. Nederland telt namelijk 8.462 gemeenteraadsleden, 570 leden van provinciale staten en een kleine 600 waterschapsbe-stuurders. Beide amendementen treffen daardoor potentieel meer dan 9.000 volksvertegenwoordigers.

Om die redenen zijn deze amendementen tijdens het debat dan ook ontraden. Ik verzoek uw Kamer het kabinet de gelegenheid te geven de Afdeling advisering van de Raad van State om advies te vragen over de voorgestelde amendementen.

Op die manier kan dat advies van de Afdeling advisering worden meegewogen bij de stemming over het wetsvoorstel, de amendementen en de moties.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

3    De aanbeveling van GRECO zag enkel op de combinatie rechter met het lidmaatschap van de Staten-Generaal. Zie: Corruption, prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors, Fourt Evaluation Round, The Netherlands, 18 juli 2013.

4    Zie bijvoorbeeld artikel 15 van de regeling toedeling zaken Afdeling bestuursrechtspraak 2020.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 243, nr. 24


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.