Behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met een informatieplicht voor luchthavenexploitanten en enkele technische verbeteringen (36168); en andere wetsvoorstellen. - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Officiële titel | Behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met een informatieplicht voor luchthavenexploitanten en enkele technische verbeteringen (36168); en andere wetsvoorstellen. |
---|---|
Documentdatum | 12-03-2024 |
Publicatiedatum | 12-03-2024 |
Nummer | HEK20232024-23-5 |
Kenmerk | 36410-A; 36410-J; 36168; 36323; 36331; 36385; 36447; 36453; 36410-A; 36410-J; 36263;K; 36263;L |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Aan de orde is de behandeling van:
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met een informatieplicht voor luchthavenexploitanten en enkele technische verbeteringen (36168);
-
-het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 3 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 1997, 302 en Trb. 2002, 222) en het op 30 april 2010 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2010 bij het Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 2010, 316) (36323-(R2182));
-
-het wetsvoorstel Uitvoering van het op 3 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 1997, 302 en Trb. 2002, 222), zoals gewijzigd door het op 30 april 2010 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2010 bij het Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 2010, 316) (Uitvoeringswet HNS-verdrag) (36331);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de Wet langdurige zorg en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met de invoering van ambtshalve toekenning en toekenning met terugwerkende kracht van dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (36385);
-
-het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024 (36410-A);
-
-het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024 (36410-J);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met het introduceren van een passend regelge-vingskader voor vluchten met onbemande luchtvaartuigen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet onbemande luchtvaart BES) (36447);
-
-het wetsvoorstel Tijdelijke wet inzake invoering van een belasting op marktinkomsten van inframarginale elektriciteitsproductie overeenkomstig verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 betreffende een noodinter-ventie in verband met de hoge energieprijzen (PbEU 2022, L 261 I) (Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing) (36453).
De voorzitter:
Dan zijn aan de orde acht wetsvoorstellen die als hamerstuk kunnen worden afgedaan. Ik heb begrepen dat mevrouw Van Langen-Visbeek het woord wenst namens de fractie van BBB.
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een ordevoorstel doen om de Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing (36453) te onthameren en terug te halen naar de commissie, om de commissie in de gelegenheid te stellen om vragen te stellen, en in ons geval gaat het over regeldruk.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Langen-Visbeek. Op grond van artikel 63, lid 1 van het Reglement van Orde kan de Kamer besluiten een wetsvoorstel terug te verwijzen naar de commissie als zich na de aanmelding voor plenaire behandeling nieuwe feiten en omstandigheden hebben voorgedaan die terugverwijzing naar het oordeel van de Kamer wenselijk maken.
Het voorstel dat mevrouw Van Langen-Visbeek heeft gedaan, dient conform dit artikel door ten minste vijf leden te worden ondersteund. Is dat het geval? Dat is het geval. Wenst een van de leden het woord over het voorstel tot terugwijzen? Dat is niet het geval. Mag ik concluderen dat de Kamer zich kan vinden in het verzoek van mevrouw Van Langen-Visbeek? Dat is het geval. Dit betekent dat wetsvoorstel 36453 wordt terugverwezen naar de commissie voor Economische Zaken en Klimaat en geen onderdeel meer uitmaakt van de hamerstukkenagenda.
Wenst een van de leden stemming over een van de andere wetsvoorstellen? Dat is niet het geval.
De wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aanvaard.
Verlangt iemand aantekening? Mevrouw Visseren namens de fractie van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Dank, voorzitter. De Partij voor de Dieren wil graag aantekening vragen bij de begrotingsstaten voor het Mobiliteitsfonds (36410-A) en voor het Deltafonds (36410-J).
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Visseren. Wenst een van de andere leden aantekening? Dat is niet het geval.
De leden van de fractie van de PvdD wordt conform artikel 88 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024 (36410-A) en het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024 (36410-J) te hebben kunnen verenigen.
Thans zijn aan de orde de stemmingen. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit welkom, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, met zijn collega, zie ik. Er zijn zelfs twee ministers. Ik heet beide ministers graag van harte welkom.
Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
Ik heb begrepen dat de heer Kroon het woord wenst over het intrekken van een motie. Wilt u dat bij de interruptiemicrofoon doen? Dan kan heel Nederland u volgen.
De heer Kroon (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Dat is het geval. Namens de BBB-fractie wil ik de minister bedanken voor zijn overweging in
12 maart 2024
23-5-1
Eerste Kamer Hamerstukken EK 23
de tweede termijn van het debat van vorige week, namelijk dat ook het kabinet oordeelt dat naar de organisatorische vormgeving van het toezicht gekeken moet worden, inclusief de bemanning, de diepte en de breedte van de expertise, en de benoemingstermijnen. De BBB-fractie apprecieert zijn toezegging om deze onderwerpen te adresseren in de komende wetsvorming van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en om, gezien de beraadslagingen vorige week in de Eerste Kamer, de Eerste Kamer gedurende dat wetsvormingsproces te informeren. We zien uit naar het eerste uitvoeringsverslag hiervan en verwachten dat de minister ook binnen de vigerende wetgeving wel acteert op de door de Kamer afgegeven signalen. Vanuit die verkregen toezegging trekken wij de motie in.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kroon, voor uw korte toelichting.
Aangezien de motie-Kroon (36263, letter K) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.
Dan heb ik begrepen dat de heer Nicolaï het woord wenst over het aanhouden van een motie, met daarbij ook een korte toelichting.
De heer Nicolaï (PvdD):
Ik zal niet volstaan met een korte toelichting. Ik zal helemaal geen toelichting geven. Ik wil wel graag verzoeken om in te stemmen met aanhouding van mijn motie.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Dat betekent dat er op een nader te bepalen moment gestemd wordt over de motie 36263, letter L.
Op verzoek van de heer Nicolaï stel ik voor zijn motie (36263, letter L) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Eerste Kamer
Hamerstukken
12 maart 2024 EK 23
23-5-2