Brief regering; Kabinetsreactie op de open brief Triodos Bank en meerdere organisaties inzake een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 1365 toegevoegd aan dossier 32813 - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Kabinetsaanpak Klimaatbeleid; Brief regering; Kabinetsreactie op de open brief Triodos Bank en meerdere organisaties inzake een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen |
---|---|
Documentdatum | 12-03-2024 |
Publicatiedatum | 12-03-2024 |
Nummer | KST328131365 |
Kenmerk | 32813, nr. 1365 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
32 813
Nr. 1365 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 maart 2024
In de brief van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van 1 maart (kenmerk 2024Z03320/2024D07572) wordt gevraagd om een kabinetsreactie op een brief van Triodos Bank en een aantal andere organisaties, over een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen. Hierbij stuur ik u de gevraagde reactie. De ondertekenaars van de brief vragen of Nederland het initiatief om een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen te ontwikkelen, wil steunen. Dat initiatief zou, in aanvulling op de Overeenkomst van Parijs, toezien op het stoppen van verdere exploitatie van fossiele brandstoffen en op een rechtvaardige uitfasering van kolen, olie en gas.
Inhoudelijk ben ik het eens met Triodos Bank en de andere ondertekenaars van de brief dat fossiele brandstoffen de belangrijkste oorzaken zijn van klimaatverandering en dat nieuwe investeringen in kolen, olie en gas niet te rijmen zijn met inspanningen om het 1,5 graden doel te bereiken. Ook het IPCC, IEA en anderen zijn daar glashelder over. Er is een noodzaak om te stoppen met verdere exploitatie van fossiele brandstoffen en om de transitie naar een duurzaam brandstofsysteem te versnellen. Om die transitie succesvol vorm te kunnen geven, op een manier die zorgt dat ook iedereen toegang krijgt en blijft houden tot schone energie, moet op korte termijn de mondiale capaciteit voor hernieuwbare energie opgeschaald worden. Het idee daarvoor is vorig jaar door IEA en IRENA gelanceerd en ik heb me er met collega's uit verschillende landen van binnen en buiten de EU hard voor ingespannen om dit in de uitkomst van COP28 te krijgen. Alle 198 landen die het Verdrag van Parijs hebben ondertekend, hebben ingestemd met de afspraak om weg te bewegen van het gebruik van fossiele brandstoffen in de energiesector en om voor 2030 de mondiale capaciteit voor hernieuwbare energie te verdrievoudigen. Ik ben het dus met Triodos Bank en de ondertekenaars van de brief eens over het doel, maar we hebben andere middelen voor ogen. Een non-proliferatieverdrag klinkt aantrekkelijk omdat het afdwingbaar is. Maar het ontwikkelen en uitwerken van een dergelijk verdrag kost erg veel tijd en het is niet waarschijnlijk dat zo'n verdrag dezelfde steun zou krijgen als de afspraken kst-32813-1365 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
die we in Dubai hebben gemaakt tijdens COP28. Ook op nationaal niveau zet Nederland in op het afscheid nemen van fossiele energie. Met het Nationaal Plan Energiesysteem kiest het kabinet voor het maximaal opschalen van hernieuwbare energie en energiebesparing om afscheid te kunnen nemen van fossiele energie.
Deze afspraken zijn een belangrijke stap op weg naar een duurzaam energiesysteem, in de woorden van Executive Secretary Simon Stiell: «het begin van het einde van het fossiele tijdperk». Ik zal me blijven inspannen om verdere investeringen in fossiele brandstoffen om te zetten naar investeringen in hernieuwbare energie. Onder meer door voordelen voor fossiele brandstoffen af te bouwen, door investeringen in fossiele projecten in het buitenland niet meer via exportkredietverzekeringen te steunen en door te investeren in projecten voor de opwek van hernieuwbare energie en de productie van groene waterstof.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 32 813, nr. 1365 2