Brief regering; Reactie op verzoek commissie over CFD problematiek - Wet- en regelgeving financiële markten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 200 toegevoegd aan dossier 32545 - Wet- en regelgeving financiële markten.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wet- en regelgeving financiële markten; Brief regering; Reactie op verzoek commissie over CFD problematiek |
---|---|
Documentdatum | 13-02-2024 |
Publicatiedatum | 13-02-2024 |
Nummer | KST32545200 |
Kenmerk | 32545, nr. 200 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
32 545
Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 200 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 februari 2024
De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht om een reactie op een brief van T.B. die uw Kamer heeft ontvangen. In deze brief ga ik achtereenvolgens in op de casus, het regelgevend kader en de beleidsmaatregelen die zijn genomen om de verkoop van dergelijke producten te beperken en financiële schade bij consumenten te voorkomen.
De briefschrijver stelt slachtoffer te zijn geworden van oplichting door een aanbieder van contracts for difference (CfD's, zie kader hieronder) die gevestigd is in een andere EU-lidstaat. Ik vind het spijtig om te lezen dat de briefschrijver financiële schade heeft geleden door dit product en vind het verstandig dat deze persoon juridische ondersteuning heeft ingeschakeld. Het is verder niet aan mij om over deze individuele casus te oordelen. In Nederland houdt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht op beleggingsproducten en -dienstverlening. Zij kan maatregelen treffen bij (signalen over) overtreding van de regels en optreden tegen misleidende en oneerlijke handelspraktijken. Als de aanbieder in een andere EU-lidstaat gevestigd is, is de nationale toezichthouder in dat land primair verantwoordelijk en kan de AFM haar collega-toezichthouder daarin ondersteunen.1 De AFM kan echter niet in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen tussen consument en financiële onderneming treden. Bij individuele geschillen kan een consument dit in eerste instantie bij de aanbieder melden en zich vervolgens wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFID) of tot de rechtspraak. In het geval van buitenlandse aanbieders kan KiFID contact opnemen met het klachteninstituut in het land van deze dienstverlener.2
1 https://www.afm.nl/nl-nl/sector/actueel/2022/september/optreden-cypriotische-beleggingsondernemingen
2 https://www.kifid.nl/klacht-tegen-een-financiele-dienstverlener-in-het-buitenland/
kst-32545-200 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
Contracts for difference
CfD's zijn complexe financiële producten die zeer risicovol kunnen zijn omdat er met een financiële hefboom wordt belegd. Een belegger speculeert met geleend geld op de waardestijging of -daling van de onderliggende waarde gedurende de looptijd van het contract. De onderliggende waarde kan onder meer een ander financieel instrument zijn zoals een aandeel, een grondstof of een valuta.
Er zijn verschillende regels van toepassing op het aanbieden van CfD's aan beleggers. Zo geldt de wet- en regelgeving die van toepassing is op (reguliere) beleggingsproducten en beleggingsdienstverlening, waarop door de AFM toezicht wordt gehouden. Beleggingsondernemingen dienen onder meer producten, voordat deze op de markt worden gebracht, met een productontwikkelingsproces te toetsen op geschiktheid voor de beoogde doelgroep. Bij verkoop aan beleggers zonder advies (execution-only) dient de geschiktheid van het product of dienst bij de situatie van de klant te worden beoordeeld. Financieel advies en vermogensbeheer dienen aan te sluiten bij de persoonlijke situatie van de klant; dit betreft de zogeheten geschiktheidstoets.
Gelet op het hoge risicokarakter van CfD's zijn aanvullende eisen van toepassing op het aanbieden van CfD's aan niet-professionele (retail)be-leggers in Nederland. Deze aanvullende voorwaarden zijn door de AFM in 2019 neergelegd in een productinterventiemaatregel die volgt op eenzelfde maatregel van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).1 Het doel hiervan is het in de EU op de markt brengen, verspreiden of verkopen van CfD's aan niet-professionele beleggers te beperken. Deze maatregelen zijn genomen nadat onderzoek aantoonde dat ruim drie op de vier retailbeleggers geld verliest met de handel in CfD's. Een volledig verbod van dergelijke producten hebben de hiertoe bevoegde toezichthouders, ESMA en de AFM, vooralsnog niet wenselijk geacht. De productinterventiemaatregel stelt onder meer een maximum aan de financiële hefboom, vereist dat verlieslatende posities tijdig worden afgesloten en stelt dat beleggers moeten worden beschermd tegen restschuld. Ook dienen aanbieders als onderdeel van de verplichte risicowaarschuwing het verliespercentage aan (potentiële) klanten te melden. Tevens is het gebruik van bonussen en andere beloningen bij handel in CfD's verboden.
In de beantwoording van schriftelijke vragen over berichtgeving in de media over onder andere deze casus is mijn ambtsvoorganger al ingegaan op het risicovolle karakter van deze producten alsook het toezicht hierop door de AFM.2 Ik onderschrijf deze typering van de risico's van deze producten en ik vind de hierboven beschreven maatregelen om de verkoop van CfD's aan niet-professionele beleggers te beperken daarom van belang. Gelet op het grensoverschrijdende karakter van deze markt en de problematiek is verder ingrijpen op EU-niveau het meest opportuun.
Mede naar aanleiding van signalen van de AFM dat Europese aanbieders van CfD's - ondanks de genomen maatregelen - nog steeds tot financiële schade bij Nederlandse consumenten leiden, pleit Nederland bij de herziening van EU-regelgeving inzake beleggersbescherming voor betere samenwerking tussen nationale toezichthouders.3 Het vorig jaar gepresenteerde pakket retailbeleggen bevat aanscherpingen van het nationale en Europese toezichtkader die hierin voorzien.4 Zo wordt het voor nationale toezichthouders inzichtelijker in welke lidstaten financiële ondernemingen actief zijn, wordt het eenvoudiger om met andere EU-toezichthouders samen te werken en wordt het mogelijk om op te treden in gevallen waar schadelijke praktijken niet adequaat worden aangepakt door de verantwoordelijke nationale toezichthoudende instantie. Momenteel wordt door de Raad over dit voorstel onderhandeld en ik heb goede hoop dat de genoemde bepalingen worden aangenomen.
Tot slot wil ik benadrukken dat - als vuistregel - het verstandig is om niet zonder meer in te gaan op een aanbod dat te mooi klinkt om waar te zijn. Het is aan te raden om informatie in te winnen over de aanbieder, het beleggingsproduct en/of de beleggingsdienst. De AFM en Fraudehelpdesk kunnen informatie verschaffen over en waarschuwen tegen bepaalde risicovolle producten en misleidende en oneerlijke handelspraktijken. Wijzer in geldzaken biedt op haar website een checklist voor beleggen en andere tips voor consumenten over financiële vraagstukken. Consumenten doen er verstandig aan een zorgvuldige afweging te maken of een dergelijk product past binnen hun beleggingsportefeuille, gelet op hun kennis, ervaring en beleggingsdoel. Financieel adviseurs kunnen consumenten bijstaan bij vraagstukken over omgaan met vermogen en beleggen, en voor hen geschikte producten adviseren.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 32 545, nr. 200 3
Besluit van 18 april 2019, houdende beperkingen aan het op de markt brengen, verspreiden of het verkopen van contracts for difference aan niet-professionele cliënten in verband met Verordening (EU) nr. 600/2014 i van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 en de Wet op het financieel toezicht (Beperkingen aan CFD's, Stcrt. 2019, nr. 2113).
Kamerstukken II 2021/22, Aanhangstel van de Handelingen, nr. 1065.
Kamerstukken II 2021/22, 22 112, nr. 3200, bijlage «The Netherlands position on effective consumer and investor protection to stimulate long-term retail investment».
Kamerstukken II 2022/23, 22 112, nr. 3729.