Brief van de minister van BZK ter aanbieding van het ontwerpbesluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst - Voorstel van wet van de leden Nijboer en Grinwis tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke huurcontracten (Wet vaste huurcontracten)

Deze voorhang is onder nr. H toegevoegd aan wetsvoorstel 36195 - Initiatiefvoorstel Wet vaste huurcontracten i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Nijboer en Grinwis tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke huurcontracten (Wet vaste huurcontracten); Brief van de minister van BZK ter aanbieding van het ontwerpbesluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst
Document­datum 06-02-2024
Publicatie­datum 06-02-2024
Nummer KST36195H
Kenmerk 36195, nr. H
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-2024

36 195    Voorstel van wet van de leden Nijboer en

nieuw

(Wet

EN

Grinwis tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet Burgerlijk Wetboek in verband met het afschaffen van tijdelijke huurcontracten vaste huurcontracten)

H    BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2024

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit, houdende aanwijzing van groepen woningzoekenden met wie een huurovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden aangegaan (Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 271, negende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd, tenzij binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het Voorjaarsreces van uw Kamer verlengd tot 6 maart 2024.

kst-36195-H ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 195, H 2


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.