Brief regering; Rapport onderzoek informatiebeschikking 2023 - Evaluatie Wet houdende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten ten behoeve van de rechtsbescherming met betrekking tot de administratieplicht en controlehandelingen van de fiscus - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 6 toegevoegd aan dossier 33772 - Evaluatie van de wet inzake rechtsbescherming met betrekking tot de fiscale administratieplicht en controlehandelingen van de fiscus.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Evaluatie Wet houdende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten ten behoeve van de rechtsbescherming met betrekking tot de administratieplicht en controlehandelingen van de fiscus; Brief regering; Rapport onderzoek informatiebeschikking 2023 |
---|---|
Documentdatum | 06-02-2024 |
Publicatiedatum | 06-02-2024 |
Nummer | KST337726 |
Kenmerk | 33772, nr. 6 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
33 772 |
Evaluatie Wet houdende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten ten behoeve van de rechtsbescherming met betrekking tot de administratieplicht en controlehandelingen van de fiscus |
Nr. 6 |
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 februari 2024 Dit demissionaire kabinet heeft onderzoek laten uitvoeren naar de werking van de informatiebeschikking vanaf 2016. Het onderzoeksrapport is als bijlage bij deze brief gevoegd. Het onderzoek is een vervolg op een in 2016 uitgevoerde evaluatie van de wet, waarin een viertal knelpunten is benoemd. In het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren, en omdat onduidelijk is of de in 2016 geconstateerde knelpunten thans nog leven, vormde die evaluatie mijns inziens onvoldoende basis voor wijzigingen van het huidige regime. Daarom is op mijn verzoek een vervolgonderzoek verricht. Dit onderzoek is uitbesteed aan Universiteit Leiden en is onder leiding van Esther Huiskers-Stoop uitgevoerd. Achtergrond Op 1 juli 2011 is de Wet Dezentjé in werking getreden. Met de inwerkingtreding is voor de inspecteur de mogelijkheid gecreëerd om bij het niet voldoen aan een informatieverzoek door een informatieplichtige een voor bezwaar en beroep vatbare informatiebeschikking op te leggen. Wanneer een informatiebeschikking onherroepelijk vaststaat, wordt de bewijslast ten aanzien van de belastingaanslag omgekeerd en verzwaard. De Wet Dezentjé heeft als doel dat belastingplichtigen zich via een directe, effectieve rechtsingang zouden kunnen beschermen tegen onrechtmatige informatieverzoeken van de inspecteur. Daarnaast is bij deze wet geregeld dat administratieplichtigen de mogelijkheid hebben om om een kostenver-goedingsbeschikking te verzoeken als zij menen dat aan hen onrechtmatig een informatieverplichting is opgelegd. Een evaluatie in 2016 resulteerde in de conclusie dat er op onderdelen van de wet knelpunten bestonden. |
kst-33772-6 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 33 772, nr. 6 1 |
Mijn ambtsvoorganger heeft naar aanleiding van dit onderzoek in 2018 drie oplossingsrichtingen aangedragen.1
Aan de Tweede Kamer is toegezegd in de loop van 2020 een internetcon-sultatie te starten met het oog op aanbieding van een wetsvoorstel in 2021.2 In de aanbiedingsbrief van het pakket Belastingplan 2023 is een nieuw onderzoek naar de werking van de informatiebeschikking aange-kondigd, omdat het inmiddels gedateerde onderzoeksrapport uit 2016 onvoldoende basis vormde om de informatiebeschikkingsprocedure op dat moment te wijzigen, en fiscale rechtsbescherming de politieke aandacht heeft.3 In de brief over de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van 8 mei 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de start van het onderzoek.4
Met dit vervolgonderzoek zijn nieuwe inzichten verzameld over de werking van de informatiebeschikking in het algemeen, de in 2016 geconstateerde knelpunten en in 2018 opgevoerde oplossingsrichtingen en is ook een nieuwe knelpunt in kaart gebracht. Dit is gebeurd door middel van zowel een kwantitatief als kwalitatief onderzoek. In het kwantitatieve onderzoek wordt door middel van verzamelde kengetallen een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de procedures rondom informatiebeschikkingen. Voorts worden in het kwalitatief onderzoek inzichten uit interviews met fiscaal deskundigen uit diverse hoeken van het werkveld beschreven die ervaring hebben met de werking van de informatiebeschikking.
In het rapport wordt, samengevat, geconcludeerd dat de in 2016 geconstateerde knelpunten nog steeds bestaan, en dat ze op onderdelen meer zijn gaan knellen. Daarnaast wordt geconcludeerd dat er een nieuw knelpunt is bijgekomen.
Doorlooptijden
Als voornaamste knelpunt werd in 2016 genoemd de lange doorlooptijden van procedures over opgelegde informatiebeschikkingen. Omdat het mogelijk is om opeenvolgend tot en met de Hoge Raad te procederen over de informatiebeschikking en het geschil over de aanslag blijft onzekerheid over de fiscale positie lang bestaan. In dit onderzoek wordt dit nog steeds als het grootste knelpunt ervaren. Op basis van de beschikbare gegevens wordt in het onderzoek geconcludeerd dat het aantal bezwaar- en beroepsprocedures over informatiebeschikkingen sinds 2016 lijkt te zijn afgenomen, maar dat de doorlooptijden van deze procedures aanzienlijk zijn toegenomen. Dit is mogelijk te verklaren doordat de doorlooptijden in belastingzaken in zijn algemeenheid zijn toegenomen.
Overige knelpunten
Als overige knelpunten worden onder andere genoemd het gedeeltelijk disfunctioneren van de informatiebeschikking bij de administratieplicht, het disfunctioneren van de kostenvergoedingsbeschikking en de samenloop met de (civiele) dwangsomprocedure. Als nieuw knelpunt wordt genoemd dat rechtzoekenden het belang van de informatiebe-schikking niet altijd overzien.
Oplossingsrichtingen
Als mogelijke oplossingsrichtingen worden onder andere genoemd het terugbrengen van een gerechtelijke procedure over de informatiebe-schikking naar één feitelijke instantie met mogelijkheid tot cassatie, en het instellen van een gespecialiseerde (landelijke) kamer bij rechtbanken en/of gerechtshoven die zich uitsluitend bezighoudt met informatiebeschik-kingsprocedures. Het bieden van meer duidelijkheid en overzicht gaande de procedure, bijvoorbeeld middels een duidelijk format voor de informatiebeschikking zou voorts kunnen leiden tot meer besef van het belang en de gevolgen van een informatiebeschikking. Deze hoofdrichtingen, en andere, onder meer in het rapport genoemde, aanvullende oplossingsrichtingen zullen op ambtelijk niveau nader worden onderzocht. Er wordt op korte termijn bekeken wat kan worden gedaan om ervoor te zorgen dat rechtzoekenden het belang van de informatiebeschikking beter kunnen overzien. U wordt daarover later geïnformeerd.
Het kabinet uit zijn waardering voor het gedegen onderzoek dat Universiteit Leiden onder leiding van Esther Huiskers-Stoop heeft uitgevoerd.
Het rapport geeft een duidelijke weergave van de kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling van alle knelpunten en oplossingsrichtingen.
Gelet op het demissionaire karakter van het kabinet worden op dit moment geen onomkeerbare stappen genomen ten aanzien van de informatiebeschikking. Wel wordt ambtelijk verder onderzoek gedaan naar verschillende oplossingsrichtingen, en worden alle stappen gezet om eventuele wetswijzigingen mee te laten lopen met de Fiscale Verzamelwet 2026, zoals het voorbereiden van wetgeving en het starten van een internetconsultatie.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 33 772, nr. 6 3
Kamerstukken II 2016/17, 33 772, nr. 3
Kamerstukken II 2018/19, 32 140, nr. 51, p. 7.
Kamerstukken II 2022/23, 36 202, nr. 6, p. 15-16.
Kamerstukken II 2022/23, 32 140, nr. 154, p. 21.