Brief van de minister voor Rechtsbescherming ter aanbieding van de evaluatie van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand - Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand)

Deze brief is onder nr. K toegevoegd aan wetsvoorstel 32444 - Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand i en wetsvoorstel 35990 - Introductie gecombineerde geslachtsnaam i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand); Brief van de minister voor Rechtsbescherming ter aanbieding van de evaluatie van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand
Document­datum 15-12-2023
Publicatie­datum 19-12-2023
Nummer KST32444K
Kenmerk 32444; 35990, nr. K
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-

2024

32 444

35 990

Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand)

Wijziging van enige bepalingen in Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba met betrekking tot de keuze van de geslachtsnaam (introductie gecombineerde geslachtsnaam)

K1

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 december 2023

Aanleiding

Hierbij bied ik u de evaluatie van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand aan. Deze wet vormt sinds 1 juli 2015 het kader voor invoering, door gemeenten die dat willen, van de mogelijkheid tot elektronische aangifte van overlijden, sinds 1 juli 2016 voor de melding voorgenomen huwelijk en registratie partnerschap en, sinds 1 januari 2020 de elektronische geboorteaangifte. Het uitgangspunt daarbij is dat de wet faciliteert en gemeenten zelf besluiten deze elektronische dienstverlening al dan niet aan te bieden, op eigen verantwoordelijkheid.

Bij de inwerkingtreding van de onderdelen van deze wet betreffende de elektronische geboorteaangifte heb ik aangekondigd de wet na drie jaar te zullen evalueren (Stb. 2019, 419, p. 5). Overeenkomstig mijn toezegging bij de behandeling van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam is in deze evaluatie tevens aandacht besteed aan de vraag wat de ervaringen met digitale aangiftemogelijkheden leren over de mogelijkheid van een digitale geslachtsnaamskeuze.2

1    De letter K heeft alleen betrekking op 32 444.

2    Handelingen II 2021/22, nr. 105, item 3, p. 17 zie ook de overeenkomstige toezegging aan de Eerste Kamer, Handelingen I 2022/23, nr. 22, item 6, toezegging T03589.

kst-32444-K ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

In deze brief geef ik een korte samenvatting van de resultaten van de evaluatie en ga ik in op de mogelijkheden voor digitale geslachtsnaams-keuze.

Resultaten evaluatie

De evaluatie is in opdracht van het WODC uitgevoerd door advies- en onderzoeksbureau Significant APE.1 Bij deze evaluatie is gebruik gemaakt van een breed scala aan onderzoeksmethoden, waaronder een geautomatiseerde doorzoeking van websites van gemeenten en een enquête onder alle gemeenten en een grote groep uitvaartondernemers. Uit de evaluatie blijkt dat 90% van de gemeenten één of meer vormen van digitale dienstverlening aanbiedt. De helft van alle gemeenten (n= 177) biedt digitale aangifte/melding aan voor zowel geboorte, overlijden als voorgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap. 90 gemeenten bieden twee soorten en 40 gemeenten één soort digitale dienstverlening aan.

34 gemeenten bieden nog geen enkele vorm van digitale dienstverlening aan. De mogelijkheid tot digitale aangifte van overlijden is het vaakst (n= 290) mogelijk bij gemeenten, gevolgd door de mogelijkheid van aangifte van geboorte (n= 236) en tot slot de melding van voorgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap (n= 226). Gemeenten die (nog) geen gebruik maken van de mogelijkheid tot digitale aangifte/melding geven aan dat zij nog geen tijd hebben gehad voor de implementatie en/of dat de organisatie er nog niet klaar voor is. Daarnaast wegen de implementatiekosten (voor kleine gemeenten) vaak niet op tegen de lage aantallen aangiften/meldingen per jaar.

Uit de enquête onder gemeenten blijkt dat de meeste gemeenten tevreden en/of zeer tevreden zijn over de implementatie van de digitale dienstverlening. Burgers geven weinig signalen of klachten over het gebruik van de diensten. Gemeenten geven daarnaast aan dat digitale aangifte leidt tot tijdsbesparing die kan worden ingezet voor andere werkzaamheden zoals het signaleren van fraude of herstelwerk. Uitvaartondernemers geven aan dat ze met de invoering van de digitale aangifte van overlijden ook een tijdsbesparing realiseren omdat er geen reistijd naar en wachttijd bij de gemeente is.

De ondervraagde gemeenten zien geen belemmeringen om de elektronische dienstverlening uit te breiden naar andere onderdelen van de burgerlijke stand, zoals het elektronisch verstrekken van uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand. Daarbij verdient opmerking dat de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken inmiddels een standpunt heeft ingenomen over een mogelijke uitbreiding van de elektronische dienstverlening met het elektronisch verstrekken van uittreksels en afschriften en de digitale opslag van akten van de burgerlijke stand.2 Daarin wordt gesteld dat een dergelijke verdere uitbreiding van de digitalisering wenselijk is, maar ook dat de digitale opslag van (bestaande papieren) akten van de burgerlijke stand een grote inspanning vergt van gemeenten en een uniforme werkwijze in heel Nederland. Dat laatste strookt niet met het uitgangspunt van het huidige wettelijke kader dat gemeenten zelf besluiten tot het al dan niet openstellen van elektronische dienstverlening. Dit vergt wetswijziging en daarnaast een aanzienlijke inzet van capaciteit en middelen. Ik verwacht u in de tweede helft van 2024 te kunnen informeren over een mogelijk vervolg dat hieraan wordt gegeven.

Digitale geslachtsnaamskeuze

Uit de evaluatie kwam ook naar voren dat gemeenten weinig problemen zien in de invoering van een digitale verklaring van de geslachtsnaam-keuze mits beide ouders die bevestigen via hun persoonlijke DigiD. In het kader van de voorbereiding van de Wet Introductie Gecombineerde Geslachtsnaam is bij mij tevens een verzoek binnengekomen om via een pilot een dergelijke digitale naamskeuze mogelijk te maken, nu deze wet naar verwachting zal leiden tot een toename van het aantal ouders dat een naamskeuze zal willen doen. Hierop heb ik het wettelijk kader tegen het licht gehouden om te bezien of die ruimte biedt voor een digitale geslachtsnaamskeuze. Geslachtsnaamskeuze kan op verschillende momenten worden gedaan. Als de keuze wordt gedaan ter gelegenheid van de erkenning of na de erkenning bij het sluiten van het huwelijk of de registratie van het partnerschap van de ouders wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Naamskeuze kan ook worden gedaan bij de gerechtelijke vaststelling ouderschap of de adoptie. In die gevallen wordt de naamskeuze op zitting door de ouders gedaan en wordt vervolgens vermeld in de desbetreffende rechterlijke beschikking. Bij een binnen huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kind, kan de naamskeuze vóór de geboorte worden gedaan, waarna een akte van naamskeuze wordt opgemaakt, of op zijn laatst bij de geboorteaangifte, waarbij de naamskeuze direct in de geboorteakte wordt opgenomen. Een akte van naamskeuze moet door beide ouders worden getekend. Een digitale naamskeuze heeft daardoor in die gevallen geen meerwaarde. Het laten vervallen van de eis van ondertekening van de akte van naamskeuze of het doen van naamskeuze vergt wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994.

Bij naamskeuze ten tijde van de aangifte van geboorte binnen huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt enkel een geboorteakte opgemaakt, waarvoor het wettelijk kader niet vereist dat deze door ouders wordt ondertekend.3 Ik zie op basis daarvan ruimte voor een pilot met digitale geslachtsnaamskeuze. De gemeente Rotterdam heeft aangegeven bereid te zijn om gedurende een jaar in de digitale naamskeuze in die gevallen mogelijk te maken, waarbij als randvoorwaarde geldt dat beide ouders via DigiD inloggen en via digitale weg ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand gezamenlijk verklaren de naamskeuze te wensen. Mogelijk sluiten nog andere gemeenten op basis van dezelfde randvoorwaarden aan bij de pilot. Als de resultaten van deze pilot bekend zijn, kunnen die worden betrokken bij de besluitvorming over het al dan niet wettelijk verankeren van een bredere mogelijkheid tot digitale geslachtsnaamskeuze.

De Minister voor Rechtsbescherming,

F.M. Weerwind

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 32 444, K 3

1

   M. Huisman, S. Kluft, R. van Weert & M. Zoutenbier, Procesevaluatie elektronische dienstverlening burgerlijke stand, digitale aangifte geboorte, overlijden en melding voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap, Significant APE 2023 i.o.v. WODC, definitief aangeboden op 2 november 2023.

2

   Algemeen Bestuur van de Nvvb: Strategische visie op de digitalisering van de burgerlijke stand, 26 juni 2023, vindplaats: https://nvvb.nl/media/filer_public/5f/e4/5fe47be6-b6bd-45c6-b85f-fc6d4834e324Z51_strategische-visie-bs-juni-2023.pdf.

3

Zie artikel 20 Besluit Burgerlijke Stand 1994.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.