Verslag van een nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V over opvang van ontheemden uit Oekraïne en opvang van derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne - Regels over het voortduren van de werking van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking en tot wijziging van die wet (Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wvb)

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. L toegevoegd aan dossier 19637 - Vreemdelingenbeleid i en wetsvoorstel 36081 - Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wvb i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Regels over het voortduren van de werking van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking en tot wijziging van die wet (Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wvb); Verslag van een nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V over opvang van ontheemden uit Oekraïne en opvang van derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne
Document­datum 08-12-2023
Publicatie­datum 12-12-2023
Nummer KST36081L
Kenmerk 36081; 19637, nr. L
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 202336 081

19 637

L1

2024

Regels over het voortduren van de werking van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking en tot wijziging van die wet (Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wvb)

Vreemdelingenbeleid

VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 december 2023

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad2 en voor Justitie en Veiligheid3 van de Eerste Kamer hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid van 30 augustus jl. op de vragen over de Verzamelbrief van 14 april 2023 waarin de Staatssecretaris onder andere terugblikt op de opvang van ontheemden uit Oekraïne in de Europese Unie en Nederland en de brief van 8 juni 2023 waarin de Staatssecretaris de Kamer informeert over de strekking van het plan van aanpak voor de situatie van derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne.4

Naar aanleiding hiervan is op 13 oktober 2023 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 6 december 2023 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Van Dooren

1    De letter L heeft alleen betrekking op 36 081.

2    Samenstelling:

Croll (BBB), Marquart Scholtz (BBB), Griffioen (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Meijer (VVD), Van Toorenburg (CDA), Bakker-Klein (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66) (ondervoorzitter), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Kox (SP), Huizinga (CU), Van den Oetelaar (FVD), Van Dijk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

3    Samenstelling:

Croll (BBB) (ondervoorzitter), Marquart Scholtz (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Vogels (VVD), Van den Berg (VVD), Meijer (VVD), Doornhof (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66) (voorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Nicolaï (PvdD), Van Bijsterveld (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), Van Dijk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

4    Kamerstukken I 2022/23, nrs. 19 637/36 081, K.

kst-36081-L ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD EN VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Den Haag, 13 oktober 2023

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad en voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden van de Staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid van 30 augustus jl. op de vragen over de Verzamel-brief van 14 april 2023 waarin de Staatssecretaris onder andere terugblikt op de opvang van ontheemden uit Oekraïne in de Europese Unie en Nederland en de brief van 8 juni 2023 waarin de Staatssecretaris de Kamer informeert over de strekking van het plan van aanpak voor de situatie van derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne.1

In de beantwoording geeft de Staatssecretaris op p. 6 aan:

«Verder kunnen gemeenten leefgeld terugvorderen indien ze ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt aan de ontheemde. De gemeente vordert niet meer terug dan er is verstrekt. Gemeenten zelf hebben een beeld bij hoe vaak dit voorkomt in die gemeente. Doordat de bevoegdheid decentraal is belegd zijn landelijk geen cijfers bekend.»

Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre de gemeenten volledig inzicht hebben in de gegevens hierover uit het Temporary Protection Platform (TPP)? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het kan dat de Rijksoverheid hier geen inzicht in heeft? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de kosten op die manier beheersbaar blijven en er inzicht is in daadwerkelijk door gemeenten gemaakte kosten?

Op p. 7 stelt de Staatssecretaris:

«Hierbij wordt steeds de samenhang gezocht met de opvang en/of huisvesting van andere groepen zoals asielzoekers, statushouders en spoedzoekers, zodat zoveel mogelijk voor alle groepen bijgedragen kan worden aan een passend onderkomen. Omdat er op dit moment nog sprake is van een verkenning is het te vroeg om hier nader op in te gaan.

In mijn brief van 7 juli jl. aan de Tweede Kamer heb ik aangekondigd na de zomer over de uitkomsten van de verkenning te informeren. Ik zal u een afschrift sturen.»

Zijn deze uitkomsten inmiddels beschikbaar? Kan de Staatssecretaris aangeven wat hierbij wordt verstaan onder een «passend onderkomen» en kunnen Nederlandse spoedzoekers in dergelijke situaties genoodzaakt worden in gezamenlijke opvangvormen te moeten wonen als asielzoekers?

Op p. 8 geeft de Staatssecretaris aan:

«Voor 2023 is er wederom een bedrag beschikbaar gesteld op de rijksbegroting voor deze meerkostenregeling. Er vindt op dit moment een onderzoek plaats onder gemeenten naar werkelijk gemaakte kosten Wmo/Jeugdwet/Wpg voor ontheemden in 2022 en te verwachten kosten in 2023. In dit onderzoek wordt er gekeken in hoeverre gemeenten uitkwamen met de extra bijdrage en of er reden is om de verdeelsystematiek op onderdelen aan te passen. Het onderzoeksresultaat wordt medio augustus 2023 verwacht en zal betrokken worden bij de besluitvorming ten behoeve van de decembercirculaire.»

Kan de Staatssecretaris aangeven of dit onderzoeksresultaat al beschikbaar is? Kan de Staatssecretaris aangeven op basis van welke criteria de daadwerkelijke gemaakte kosten worden vastgesteld?

Over de Regeling «Medische Zorg Asielzoekers» (RMA) stelt de Staatssecretaris op p. 8-9 van de genoemde brief dat deze beschikbaar is gesteld aan ontheemden. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het überhaupt kan dat ontheemden gebruik konden maken van de RMA terwijl zij formeel niet in een reguliere asielprocedure zitten? Kan de Staatssecretaris aangeven of deze zorg op deze manier wel rechtmatig is verstrekt?

Op de website van de RMA wordt aangegeven: «Alle ziekenhuizen in Nederland zijn gecontracteerd. Asielzoekers kunnen bij alle ziekenhuizen in Nederland terecht.»5 Kan de Staatssecretaris aangeven hoe deze voorkeursbehandeling van asielzoekers zich verhoudt tot de positie van een deel van de Nederlandse verzekerden, die bijvoorbeeld nu niet meer in het Martini-ziekenhuis terecht kunnen vanwege beperkingen in gecontracteerde medische zorg?2 3 Kan de Staatssecretaris aangeven of het inderdaad zo is dat asielzoekers daar ondertussen wél terecht kunnen?

Op p. 10 bespreekt de Staatssecretaris het remigratiebeleid voor derde-landers. Kan de Staatssecretaris aangeven welke stappen vanaf 4 september (einde tijdelijke bescherming onder de RTB) worden gezet ten aanzien van derdelanders en in hoeverre en met welke middelen wordt ingezet op remigratie?

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad en Justitie en Veiligheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vrijdag 10 november 2023.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, M.H.M. Faber - van de Klashorst

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

B.O. Dittrich

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 december 2023

Op 30 augustus jl. heeft u de beantwoording ontvangen van vragen over de Verzamelbrief opvang Oekraïne van 14 april jl. en de brief over derdelanders uit Oekraïne van 8 juni jl. De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-raad en voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer (EK) hebben op 13 oktober jl. nadere vragen gesteld (kenmerk: 173081.01U). In deze brief beantwoord ik deze vragen, en stuur ik de beantwoording aan uw Kamer.

Vraag 1

In de beantwoording geeft de Staatssecretaris op p. 6 aan:

«Verder kunnen gemeenten leefgeld terugvorderen indien ze ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt aan de ontheemde. De gemeente vordert niet meer terug dan er is verstrekt. Gemeenten zelf hebben een beeld bij hoe vaak dit voorkomt in die gemeente. Doordat de bevoegdheid decentraal is belegd zijn landelijk geen cijfers bekend.»

Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre de gemeenten volledig inzicht hebben in de gegevens hierover uit het Temporary Protection Platform (TPP)? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het kan dat de Rijksoverheid hier geen inzicht in heeft? Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de kosten op die manier beheersbaar blijven en er inzicht is in daadwerkelijk door gemeenten gemaakte kosten?

Antwoord op vraag 1

Het Temporary Protection Platform (TPP) is een Europees platform waarop data omtrent personen die in de EU-lidstaten onder tijdelijke bescherming verblijven inzichtelijk wordt gemaakt. De Rijksoverheid heeft inzicht in deze gegevens via de IND, die de nationale gegevens beheert en uitwisseling onderhoudt met andere EU-lidstaten - en in Nederland de beoordeling doet of iemand wel of niet onder de reikwijdte van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) valt. Gemeenten hebben geen inzicht in de gegevens uit het platform vanwege juridische beperkingen. Gemeenten kunnen aan de verblijfstitels in de BRP registratie zien of iemand wel of niet recht heeft op tijdelijke bescherming onder de RTB. Indien de IND de tijdelijke bescherming beëindigt, is dit voor de gemeente zichtbaar aan de verblijfstitel.

De kosten zijn in 2022 en 2023 beheersbaar omdat de bekostigingssystematiek zo werkt dat gemeenten normbedragen ontvangen per gerealiseerde gemeentelijke opvangplek, waaruit ook het leefgeld aan ontheemden verblijvend in gemeentelijke opvang wordt bekostigd. Met ingang van 1 januari 2024 is de Rijksoverheid voornemens om alleen de werkelijk door gemeenten gemaakte kosten aan leefgeld te vergoeden. Bij de verantwoording over het jaar 2024 wordt het inzicht van de Rijksoverheid in de daadwerkelijke door gemeenten gemaakte kosten dus vergroot.

Vraag 2

Op p. 7 stelt de Staatssecretaris:

«Hierbij wordt steeds de samenhang gezocht met de opvang en/of huisvesting van andere groepen zoals asielzoekers, statushouders en spoedzoekers, zodat zoveel mogelijk voor alle groepen bijgedragen kan worden aan een passend onderkomen. Omdat er op dit moment nog sprake is van een verkenning is het te vroeg om hier nader op in te gaan.

In mijn brief van 7 juli jl. aan de Tweede Kamer heb ik aangekondigd na de zomer over de uitkomsten van de verkenning te informeren. Ik zal u een afschrift sturen.»

Zijn deze uitkomsten inmiddels beschikbaar? Kan de Staatssecretaris aangeven wat hierbij wordt verstaan onder een «passend onderkomen» en kunnen Nederlandse spoedzoekers in dergelijke situaties genoodzaakt worden in gezamenlijke opvangvormen te moeten wonen als asielzoekers?

Antwoord op vraag 2

Het is van belang toe te werken naar passend onderkomen waarin ontheemden uit Oekraïne zoveel mogelijk zelfredzaam kunnen zijn. Het inrichten van duurzame opvang betekent zowel het aanpassen van bestaande opvanglocaties zodat deze ook geschikt zijn voor ontheemden om langer in te verblijven als het realiseren van duurzame nieuwe locaties. Denk bij het passender maken van bestaande locaties aan bijvoorbeeld het realiseren van eigen sanitair en kookgelegenheid in een woon-unit.

Een aandachtspunt is dat de bezettingsgraad in de opvang hoog blijft en daardoor een balans tussen de duurzame kwaliteit en de urgentie van het realiseren van nieuwe opvanglocaties gevonden moet worden. In samenwerking met het Ministerie van BZK, probeer ik de komende periode meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van de huidige opvanglocaties. Bij het realiseren van nieuwe locaties is het van belang dat deze van duurzame kwaliteit zijn en langdurig benut kunnen worden, ook na afloop van de RTB na 4 maart 2025, voor bijvoorbeeld (asiel)opvang en huisvesting van anderen die met spoed een woning zoeken. Bijgevoegd bij deze brief vindt u een afschrift van mijn brief aan de Tweede Kamer van 3 november jl. over duurzame opvang en de uitkomsten met betrekking tot de financiële ondersteuning van gemeenten bij het verduurzamen van de opvang voor ontheemden uit Oekraïne. Na afronding van de verkenning zullen ook de nadere uitkomsten worden gedeeld.

In Nederland hebben we een groot woningtekort. Van 2022 tot en met 2030 moeten er, voor de verschillende doelgroepen, 981.000 woningen bij komen. Het Ministerie van BZK zet zich met haar brede woningbouwpro-gramma onder andere in voor de huisvesting van spoedzoekers. Een goed voorbeeld hiervan is het programma versnelling tijdelijke huisvesting dat zich inzet voor het realiseren van verplaatsbare woningen. Dat is de snelste manier om de woningvoorraad in Nederland uit te breiden en kan daarom ook uitkomst bieden voor spoedzoekers die gauw een woning nodig hebben, zoals dak- en thuislozen, personen die uitstromen uit een intramurale situatie of detentie, en personen met sociaal- of medisch urgentie. Daarbij is dit type woningen ook geschikt voor meerdere doelgroepen zoals jongeren, starters, studenten en voor de gemeentelijke opvang van ontheemden uit Oekraïne. Gemeenten gaan in overleg met corporaties over de toewijzing van deze woningen aan bovengenoemde doelgroepen. Er is in dit geval geen sprake van samenwonen met asielzoekers, omdat asielzoekers gedurende hun asielprocedure worden opgevangen in opvanglocaties van het COA.

Vraag 3

Op p. 8 geeft de Staatssecretaris aan:

«Voor 2023 is er wederom een bedrag beschikbaar gesteld op de rijksbegroting voor deze meerkostenregeling. Er vindt op dit moment een onderzoek plaats onder gemeenten naar werkelijk gemaakte kosten Wmo/Jeugdwet/Wpg voor ontheemden in 2022 en te verwachten kosten in 2023. In dit onderzoek wordt er gekeken in hoeverre gemeenten uitkwamen met de extra bijdrage en of er reden is om de verdeelsystematiek op onderdelen aan te passen. Het onderzoeksresultaat wordt medio augustus 2023 verwacht en zal betrokken worden bij de besluitvorming ten behoeve van de decembercirculaire.»

Kan de Staatssecretaris aangeven of dit onderzoeksresultaat al beschikbaar is? Kan de Staatssecretaris aangeven op basis van welke criteria de daadwerkelijke gemaakte kosten worden vastgesteld?

Antwoord op vraag 3

Het eindrapport van het onderzoek is gepubliceerd op Rijksoverheid.nl met de titel: Onderzoek uitgaven gemeenten aan Oekraïense ontheemden voor Jeugdzorg, Wmo en Wpg4. De criteria van de daadwerkelijk gemaakte kosten zijn te vinden in de onderzoeksopzet van het onderzoeksrapport. In een volgende Verzamelbrief Opvang Oekraïne zal een passage over de meerkostenregeling toegevoegd worden.

Vraag 4

Over de Regeling «Medische Zorg Asielzoekers» (RMA) stelt de Staatssecretaris op p. 8-9 van de genoemde brief dat deze beschikbaar is gesteld aan ontheemden.

Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het überhaupt kan dat ontheemden gebruik konden maken van de RMA terwijl zij formeel niet in een reguliere asielprocedure zitten? Kan de Staatssecretaris aangeven of deze zorg op deze manier wel rechtmatig is verstrekt? Op de website van de RMA wordt aangegeven:

1    «Alle ziekenhuizen in Nederland zijn gecontracteerd. Asielzoekers kunnen bij alle ziekenhuizen in Nederland terecht.»

2    Kan de Staatssecretaris aangeven hoe deze voorkeursbehandeling van asielzoekers zich verhoudt tot de positie van een deel van de Nederlandse verzekerden, die bijvoorbeeld nu niet meer in het Martini-ziekenhuis terecht kunnen vanwege beperkingen in gecontracteerde medische zorg?

3    Kan de Staatssecretaris aangeven of het inderdaad zo is dat asielzoekers daar ondertussen wél terecht kunnen?

Antwoord op vraag 4

De passage waarnaar wordt verwezen heeft betrekking op de langdurige zorg met verblijf voor ontheemden uit Oekraïne. Zoals in het antwoord van 30 augustus jl. is aangegeven is er alleen ten aanzien van langdurige zorg met verblijf destijds gekozen dit ook voor ontheemden uit Oekraïne te laten verlopen via de RMA. Dit gelet op het feit dat de urgentie voor deze doelgroep het grootst was omdat zij 24 uur per dag zorg in een instelling nodig hebben. De RMO bestond nog niet op het moment van deze keuze. Dit was een tijdelijke oplossing. Via de RMA kon een indicatie gesteld worden voor deze zorg door organisatie Bender. Een huisarts of een andere zorgverlener kon deze indicatie bij Bender aanvragen. Zodra de ontheemde geplaatst kon worden in een instelling, werd de betrokkene geregistreerd bij het COA en konden de kosten via de RMA worden betaald. De RMA is bedoeld voor zorg die verleend wordt aan asielzoekers en andere aangewezen groepen, hieronder kan ook verstaan worden ontheemden. Formeel gezien hebben ontheemden uit Oekraïne in Nederland een lopende asielaanvraag ingediend bij het verzoek om tijdelijke bescherming. Deze asielaanvraag is «on hold» gezet gedurende de looptijd van de Richtlijn tijdelijke bescherming. Dat betekent dat pas na afloop van de tijdelijke bescherming de handelingen in het kader van de asielprocedure worden hervat. Er kon dus rechtmatig zorg worden verleend onder de RMA.

Het zorgpakket van de RMO is zoveel als mogelijk gelijk aan de RMA.

Zoals ook in het antwoord van 30 augustus jl. is aangegeven was het voor ontheemden en zorgaanbieders verwarrend dat ontheemden voor langdurige zorg met verblijf aanspraak moesten maken op de RMA, terwijl voor de overige medische zorg aanspraak gemaakt kan worden op de RMO. Dit zorgde daarnaast voor onnodige administratieve lasten bij zowel zorgaanbieders als COA. Ook was langdurige zorg zonder verblijf niet geregeld voor ontheemden uit Oekraïne via de RMA en was dit ook geen onderdeel van de RMO aanspraken. Passende zorg kon in een aantal gevallen via beide regelingen niet geboden worden. Dit terwijl deze zorg wel beschikbaar is voor asielzoekers onder de RMA. Om deze redenen is de RMO vanaf 1 juli 2023 verruimd, nu wordt langdurige zorg met verblijf en langdurige zorg zonder verblijf vergoed onder de RMO.

Omdat asielzoekers in het gehele land worden opgevangen zijn onder de RMA alle ziekenhuizen in Nederland gecontracteerd. Of en in welk ziekenhuis een verzekerde terecht kan is afhankelijk van de verzekering die betrokkene heeft afgesloten. Wanneer een ziekenhuis minder toegankelijk is, bijvoorbeeld bij wachtlijsten of omdat bepaalde behandelingen niet worden verricht, dan geldt dit net zo zeer voor asielzoekers als voor andere verzekerden.

Vraag 5

Op p. 10 bespreekt de Staatssecretaris het remigratiebeleid voor derdelanders.

Kan de Staatssecretaris aangeven welke stappen vanaf 4 september (einde tijdelijke bescherming onder de RTB) worden gezet ten aanzien van derdelanders en in hoeverre en met welke middelen wordt ingezet op remigratie?

Antwoord op vraag 5

Op 2 september jl. heeft de Staatssecretaris besloten de gevolgen van de beëindiging van de tijdelijke bescherming onder de RTB te bevriezen voor de groep derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne tot de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de RvS) uitspraak in het lopende hoger beroep heeft gedaan. Tot de RvS uitspraak doet, zijn de gevolgen van de beëindiging van de tijdelijke bescherming onder de RTB bevroren. Ook gedurende de bevriezing kunnen derdelanders gebruik maken van het ingestelde remigratiebeleid. Dit beleid is erop gericht vrijwillig vertrek te stimuleren en ondersteunen. De derdelander die zich aanmeldt wordt o.a. ondersteund met het organiseren van het vertrek en een financiële bijdrage van € 5.000,-. Dit tegen de achtergrond van het reguliere terugkeerbeleid, waarbij eerst ingezet wordt op vrijwillig vertrek. Bijvoorbeeld met terugkeeronder-steuning vanuit het IOM. Wanneer vertrekplichtige personen Nederland niet zelfstandig verlaten, kan de overheid gedwongen vertrek ter hand nemen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

  • E. 
    van der Burg

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 081, L 7

1

Kamerstukken I 2022/23, nrs. 19 637/36 081, K.

2

   https://www.rmasielzoekers.nl/home/zorgaanbieder-zoeken?page9937=1&size9937=12

3

   https://nos.nl/artikel/2493637-verzekerden-zilveren-kruis-asr-kunnen-dit-jaar-niet-meer-naar-martini-ziekenhuis

4

Het rapport kunt u raadplegen via Onderzoek uitgaven gemeenten aan Oekraïense ontheemden voor Jeugdzorg, Wmo en Wpg I Rapport I Rijksoverheid.nl


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.